Base description which applies to whole site

3.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 1 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

15.494.847

962.299

16.457.146

    

Uitgaven

16.082.302

‒ 25.934

16.056.368

    

Bekostiging

14.730.346

‒ 26.283

14.704.063

Bekostiging po-instellingen

13.781.342

‒ 21.552

13.759.790

Bekostiging Caribisch Nederland

30.443

825

31.268

Prestatiebox

0

0

0

Aanvullende bekostiging

185.319

‒ 5.556

179.763

Aanpak lerarentekort G5

31.605

0

31.605

Aanvullende bekostiging NP Onderwijs

701.637

0

701.637

Subsidies (regelingen)

433.834

40.414

474.248

Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

27.878

3.920

31.798

Nederlands onderwijs buitenland

12.930

‒ 1.200

11.730

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

17.473

‒ 71

17.402

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

0

0

0

Extra hulp voor de klas

0

0

0

School en omgeving

77.740

0

77.740

Basisvaardigheden

156.294

41.985

198.279

Nationaal Groeifonds

0

0

0

NGF Open Leermateriaal

443

0

443

NGF Digitaal Onderwijs

3.450

0

3.450

Schoolmaaltijden

60.827

‒ 305

60.522

Overige subsidies

76.799

‒ 3.915

72.884

Opdrachten

51.489

‒ 28.542

22.947

Opdrachten

45.897

‒ 26.674

19.223

Opdrachten Caribisch Nederland

0

2.767

2.767

Zelftesten

5.592

‒ 4.635

957

Bijdrage aan agentschappen

45.040

0

45.040

Dienst Uitvoering Onderwijs

45.040

0

45.040

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

14.013

0

14.013

Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds

11.217

0

11.217

UWV

2.796

0

2.796

Bijdrage aan medeoverheden

807.386

‒ 11.329

796.057

Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

571.367

‒ 6.000

565.367

Caribisch Nederland

24.814

‒ 5.240

19.574

Scholenprogramma Groningen

3.089

‒ 89

3.000

Nationaal Programma Onderwijs

54.773

0

54.773

Ventilatie in scholen

129.015

0

129.015

SPUK vve Oekraïne

9.675

0

9.675

SPUK huisvesting noodlocaties PO

14.653

0

14.653

Overig

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

194

‒ 194

0

Brede scholen

194

‒ 194

0

Bijdrage aan sociale fondsen

0

0

0

Bijdrage aan sociale fondsen

0

0

0

Ontvangsten

9.208

35

9.243

Tabel 6 Uitsplitsing verplichtingen
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

15.494.847

962.299

16.457.146

waarvan garantieverplichtingen

‒ 2.472

‒ 37

‒ 2.509

waarvan overig

15.497.319

962.336

16.459.655

In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen voor artikel 1 zijn verhoogd met € 962,3 miljoen. Dit wordt vooral verklaard door het toevoegen van € 768,9 miljoen verplichtingenruimte op bekostiging voor po-instellingen. Met de vereenvoudiging bekostiging wordt ieder jaar loon- en prijsbijstelling voor zowel het lopende jaar als het volgende jaar verplicht. Voor het programma schoolmaaltijden worden de kasuitgaven voor 2024 al in 2023 beschikt en verplicht. Daarom is er voor schoolmaaltijden 101,3 miljoen aan extra verplichtingenruimte in 2023 toegevoegd. Voor de subsidieregeling basisvaardigheden is de verdeling tussen po en vo-scholen vastgesteld. Dat resulteert in een verschuiving van zowel kas- als verplichtingenbudget. Omdat er voor twee jaar wordt beschikt, is er € 84,0 miljoen extra verplichtingenruimte nodig.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget wordt per saldo met € 26,3 miljoen verlaagd.

De verlaging wordt met name veroorzaakt door een meevaller van € 12,0 miljoen op de subsidieregeling ‘energiecompensatie scholen funderend onderwijs’, doordat het aantal aanvragen lager is dan het aantal aanvragen waar budget voor beschikbaar was. Voor het experiment Onderwijszorgarrangementen (OZA) was een budget van € 7,5 miljoen beschikbaar vanuit het coalitieakkoord. Er is echter voor gekozen om geen middelen te verbinden aan de deelname van het experiment. Daarnaast wordt er een betaling gedaan aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van € 8,1 miljoen. Door een dalend aantal plaatsingen in justitiële jeugdinrichtingen dalen ook de kosten voor onderwijs in deze instellingen. Het teveel ontvangen voorschot wordt door het Ministerie van OCW terugbetaald aan DJI.

Subsidies

Het budget wordt per saldo met € 40,4 miljoen verhoogd.

Dit komt grotendeels door een herverdeling van subsidiemiddelen t.b.v. de subsidieregeling basisvaardigheden van artikel 3 naar artikel 1 wat zorgt voor een verhoging van het subsidiebudget van € 42,0 miljoen. Deze € 42,0 miljoen wordt toegevoegd aan het subsidiebudget voor de regeling basisvaardigheden op artikel 1. Deze herverdeling is nodig door het gelijktrekken van het subsidiebedrag per leerling in het po en vo.

Opdrachten

Het budget wordt per saldo met € 28,5 miljoen verlaagd.

De verlaging wordt met name veroorzaakt door een meevaller van € 9,0 miljoen op het opdrachtenbudget voor het Nationaal Programma Onderwijs, omdat een aantal geplande opdrachten geen doorgang vond. Deze middelen vloeien terug naar de schatkist zoals alle corona-gerelateerde middelen. Bij Julibrief is per abuis € 6,0 miljoen voor de SPUK pilot het programma het Jonge Kind niet van opdrachten maar van bekostiging afgeboekt. Middels deze boeking wordt het budget voor 2023 van het juiste budget afgeboekt. Er is een meevaller van € 4,6 miljoen op het budget voor zelftesten. Ook dit zijn corona-gerelateerde middelen en vloeien derhalve terug naar de schatkist.

Daarnaast worden er voor € 8,9 miljoen verscheidene overboekingen gedaan zoals: een overboeking aan artikel 16 (onderzoek en wetenschapsbeleid) voor het uitvoeren van een onderzoek in het kader van het programma Jonge kind door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek; een overboeking naar VWS ten behoeve van Uitvoeringsorganisatie DUS-i voor de uitvoeringskosten van subsidies en een ophoging van het budget voor de regeling jonggehandicapten.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget wordt per saldo met € 11,3 miljoen verlaagd.

Dit wordt met name verklaard doordat er in 2024 gestart wordt met de pilots in het kader van het programma Jonge Kind, waarvoor € 6,0 miljoen beschikbaar is gekomen vanuit de CA-middelen. Dit bedrag valt in 2023 vrij. Een deel van het budget voor Caribisch Nederland (CN) wordt besteed middels opdrachten. Dit wordt in de loop van het jaar op het correcte instrument gezet. Hiervoor wordt € 2,5 miljoen overgeboekt naar Opdrachten CN. Daarnaast is bij de uitvoering van de onderwijshuisvestingsconvenanten met CN vertraging opgelopen. Hierdoor valt er dit jaar € 2,0 miljoen vrij. Deze middelen worden als openstaande verplichting bij Tweede suppletoire begroting afgeboekt en meegenomen in de Eindejaarsmarge. Mits de Eindejaarsmarge wordt toegekend, worden deze middelen bij Eerste suppletoire begroting 2024 aan de OCW-begroting toegevoegd, zodat de middelen alsnog kunnen worden uitgekeerd om te voldoen aan de convenantsafspraken.

Toelichting bijdrage OCW aan scholenprogramma Groningen 

In 2016 is tussen OCW, Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de betrokken schoolbesturen en gemeenten afgesproken dat in het Groningse aardbevingsgebied 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig worden gemaakt.

Aan het scholenprogramma dragen, naast de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) (€ 172,5 miljoen), de gemeenten en schoolbesturen (€ 44,5 miljoen), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 23,5 miljoen) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (€ 50,0 miljoen; waarvan € 3,0 miljoen per jaar tot en met 2034) bij.

Tot en met 2020 werden de middelen van OCW via een decentralisatie-uitkering (DU) ter beschikking gesteld aan de betreffende gemeenten. De bestuurlijke afspraken in het ondertekende convenant uit 2017 perken de bestedings- en beleidsvrijheid van de ontvangende gemeenten in, wat indruist tegen het idee van een DU. De middelen zijn bij Voorjaarsnota 2021 teruggeboekt naar de OCW-begroting en worden vanaf dat moment als een specifieke uitkering overgemaakt naar de vier gemeenten ten behoeve van de nieuwbouw of versterking en verduurzaming van schoolgebouwen in het aardbevingsgebied.

Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de gemeenten voor het kalenderjaar 2023 zal dit (net als voor kalenderjaar 2022) als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4.23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene Wet Bestuursrecht, omdat het nog niet is gelukt om tijdig een andere juridische basis te realiseren voor deze specifieke uitkering.

Tabel 7

Gemeente

Bedrag per jaar

Het Hogeland

417.520

Groningen

134.834

Midden-Groningen

896.924

Eemsdelta

1.550.722

Totaal

3.000.000

Licence