Base description which applies to whole site

Artikel 7 Apparaat

A. Personele en materiële uitgaven

Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Personeel:

De uitgaven voor eigen personeel vallen uiteen in de volgende categorieën: (1) Uitgaven voor het ambtelijk personeel; dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement (met uitzondering van de secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal9), de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten. (2) Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de ambassades (zoals salaris, vergoedingen en dienstreizen). (3) Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de buitenlandse vertegenwoordigingen van Nederland.

Materieel:

De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor: (1) Huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten, (2) Beveiligingsmaatregelen, (3) ICT uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen en (4) Bedrijfsvoeringsuitgaven. Specifiek wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT-uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht. De ICT uitgaven die door een SSO worden verricht staan opgenomen onder de categorie «bijdragen aan SSO’s».

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van niet - beleidsartikel 7 Apparaat (bedragen x € 1.000)
  

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

 

Verplichtingen

822 922

1 069 782

921 949

936 540

949 409

945 051

944 288

         
 

Uitgaven

822 922

1 034 782

921 949

971 540

949 409

945 051

944 288

         

7.1.13

Personele uitgaven

543 541

609 918

617 182

623 310

630 298

630 206

628 765

7.1.13.1

Eigen personeel

450 293

597 918

605 182

611 310

618 298

618 206

616 765

7.1.13.2

Inhuur extern

32 390

12 000

12 000

12 000

12 000

12 000

12 000

7.1.13.3

Overige personele uitgaven

60 858

0

0

0

0

0

0

         

7.1.14

Materiele uitgaven

271 769

424 864

304 767

348 230

319 111

314 845

315 523

7.1.14.1

ICT

50 749

66 554

67 711

66 936

66 085

66 085

66 085

7.1.14.2

Bijdragen aan SSO's

49 699

49 106

49 347

49 347

49 347

49 347

49 347

7.1.14.3

Overige materieel

171 321

309 204

187 709

231 947

203 679

199 413

200 091

         

7.2

Koersverschillen

7 612

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

56 147

49 471

31 671

124 671

33 671

28 571

28 571

         

7.10

Diverse ontvangsten

56 147

49 471

31 671

124 671

33 671

28 571

28 571

7.11

Koersverschillen

0

0

0

0

0

0

0

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Tabel 17 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal apparaatsuitgaven ministerie

822 922

1 034 782

921 949

971 540

949 409

945 051

944 288

Kerndepartement

822 922

1 034 782

921 949

971 540

949 409

945 051

944 288

Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.

C. Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid

De Minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van ‘verantwoord begroten’, toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn aan beleidsartikelen, kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing te maken naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Daarbij geldt ook dat voor sommige onderdelen (zoals met name ICT-uitgaven) de exacte verdeling niet te geven is. Het ministerie (postennet en kerndepartement) werken als één geheel. Van de totale apparaatskosten van EUR 921 miljoen in 2023 kan circa EUR 318 miljoen (circa 35%) worden toegerekend aan het kerndepartement. Bij de verdeling van de kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal als uitgangspunt genomen. Het restant (EUR 603 miljoen, circa 65%) zijn uitgaven die toegerekend worden aan het postennetwerk. Verder is op basis van een inventarisatie van de thematische invulling van de personele inzet in het postennetwerk een schatting gegeven van de kosten op een aantal terreinen. Deze terreinen zijn: economische diplomatie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer, waarbij de categorieën beheer en management uiteindelijk ingezet worden voor de vijf overige thema’s. In onderstaande overzichten is de verdeling schematisch opgenomen.

Figuur 3 Verdeling apparaatskosten kernministerie EUR 318 miljoen

Figuur 4 Verdeling apparaatskosten posten EUR 603 miljoen

D. Actuele ontwikkelingen

Informatiebeveiliging en Privacy

Informatie- en toegangsbeveiliging is van cruciaal belang voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, mede door de toename van cyberdreigingen wereldwijd. Het is om die reden van belang om beveiligingsmaatregelen te treffen gericht op techniek, gebouw, organisatie én medewerkers en de controle hierop te versterken. Ook in 2023 zal BZ hiermee verder aan de slag gaan en met de tekortkomingen die de Algemene Rekenkamer en de Autoriteit Persoonsgegevens constateren. BZ zal zich derhalve blijven inzetten om duurzaam en vertrouwd om te gaan met (persoons)gegevens.

Informatiehuishouding

In vervolg op de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie kinderopvangtoeslag werkt BZ aan een actieplan voor de verbetering van de informatiehuishouding. In 2023 zal een geactualiseerd actieplan worden aangeboden aan BZK.

Doorontwikkeling digitalisering

In 2022 wordt de digitaliseringsvisie van het ministerie vernieuwd. Deze nieuwe digitaliseringsvisie zet de koers op het gebied van informatievoorziening en communicatie (ICT) en is daarmee het kader voor alle BZ-projecten met een informatiecomponent, experimenten en innovaties met digitale technologie en digitaliseringsactiviteiten van BZ. Om de in de visie geformuleerde doelstellingen te realiseren zullen vanaf 2023 diverse activiteiten worden uitgevoerd.

Veiligheid posten

De instabiliteit in een aantal regio’s blijft onverminderd aanwezig en is in voorgaande maanden aan de oostflank van Europa toegenomen. Met extra middelen vanuit het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is daarom ingezet op de fysieke beveiliging van de in voornoemde regio’s gelegen posten, zodat de veiligheid van de medewerkers op deze posten gegarandeerd kan worden. Vanuit het Coalitieakkoord worden ook middelen ingezet voor persoonsbeveiliging en statische beveiliging van kanselarijen, residenties en dienstwoningen om veiligheid van diplomaten in het buitenland te garanderen alsmede voor extra investeringen in ICT voorzieningen vanwege toenemende Intel dreiging in diverse regio’s.

Hybride werken

Sinds de versoepelingen van het thuiswerkadvies in maart zijn bij het ministerie van Buitenlandse Zaken experimenten gestart op de drie samenhangende domeinen: de sociale, digitale en fysieke werkomgeving. In de sociale werkomgeving ontwikkelen we begeleiding van teamgesprekken en hulpmiddelen voor de leidinggevenden allemaal aangeboden op het interactief platform op 24/7. Voor de digitale werkomgeving plaatsen we bij BZ 200 videoschermen in Den Haag en op de posten om hybride vergaderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Hoewel de ontwikkelingen in de fysieke werkomgeving op de Rijnstraat moeilijker zijn dan op de posten zijn er afgelopen maanden 22 belcellen geplaatst die ruimte bieden voor medewerkers om zich af te zonderen voor een (video)call. Verder vormen drie directies en drie posten binnen het ministerie een kopgroep die testen welke zaken zij nog meer nodig hebben om met elkaar hybride te kunnen werken én vergaderen. Hybride werken blijft maatwerk binnen teamverband, maar we kunnen wel met en van elkaar op deze zoektocht leren. Dit alles met als doel om meer keuzevrijheid voor de medewerker te realiseren binnen de mogelijkheden van de Rijksbrede opgave waarbij we grenzeloos kunnen samenwerken met onze posten en andere departementen.

Rijnstraat 8

Voor de noodzakelijke aanpassingen om het gebouw Rijnstraat 8 geschikt te maken voor het ministerie van BZ, heeft een projectteam vanuit het ministerie van BZK een aantal scenario’s uitgewerkt. Deze richten zich op een verbetering van de (informatie-)beveiliging van het gebouw op de korte en middellange termijn. Het blijft daarnaast de inzet van BZ om op termijn met heel BZ in een eigen gebouw te kunnen werken, in tegenstelling tot de huidige drie locaties, nabij het centrum van Den Haag, met de functionaliteit en beveiliging die daarvoor nodig is. BZK steunt BZ in dat streven.

Middelenafspraak

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de afspraak met het ministerie van Financiën gemaakt dat BZ ontvangsten uit verkoop van vastgoed over meerdere jaren gespreid kan investeren in de rationalisering van de vastgoedportefeuille. Tweemaal per jaar, bij de begroting en het jaarverslag, wordt de middelenafspraak toegelicht.

Tabel 14 Overzicht middelenafspraak (bedragen x EUR 1 miljoen)

 
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Stand begin jaar

24,4

11,6

3,6

26

4,2

33,7

21,3

Opbrengsten uit verkoop

0,4

6

37,8

5,4

34,7

17,9

9

Investeringen in onroerend goed

13,2

25,4

15,4

27,2

5,2

30,3

43,5

Stand eind jaar

11,6

3,6

26

4,2

33,7

21,3

‒ 13,1

Hieronder volgt per jaar nog een toelichting waaruit de inkomsten en uitgaven bestaan:

2017: Inkomsten uit verkoop van pand in Harare. Investeringen in o.a. Ankara, Paramaribo, Peking, Hong Kong en Jakarta.

2018: Inkomsten uit verkoop van panden in Bogota, Port of Spain en Rabat. Investeringen in o.a. Bamako, Kaboel, Djoeba en Tunis.

2019: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform Meerjarenprogrammering: verkopen in o.a. Londen, Khartoem en uitgaven ten behoeve van huisvesting in Jakarta, Djoeba, Bagdad en Kaboel.

2020: Gerealiseerde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verwachte verkopen o.a. Lima en Kiev. Investering o.a. Washington, Bagdad en Nairobi.

2021: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform de Meerjarenprogrammering: verkoop in Seoul. Investeringen o.a. in Sydney, Caracas, Atlanta, Bangalore en wereldwijd veiligheidsproject.

2022* Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verwachte verkopen in o.a. Ankara, Santiago de Chili en Lagos . Investeringen in o.a. Beirut en Washington. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2023* Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Dublin en Rio. Investeringen in o.a. Nairobi, Dakar, Parijs en Dublin. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

*Het bovenstaande overzicht is, zoals aan de Kamer toegezegd, op hoofdlijnen om de onderhandelingspositie bij aankoop en verkoop niet te schaden. Met name over 2022 en 2023 kan vanwege de onderhandelings­positie geen, of slechts in beperkte mate over individuele transacties informatie worden verschaft.

9

Deze uitgaven staan opgenomen op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Licence