Base description which applies to whole site

7.5 Uitwerking Strategische Evaluatieagenda

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatieagenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) een tabel met agendering van syntheseonderzoeken in de beleidsagenda en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema in deze bijlage. De nadere uitwerking omvat een overzicht van evaluaties die in het verleden zijn uitgevoerd, momenteel lopen of in de komende jaren op de planning staan. Zo ontstaat een volledig overzicht van de inzichten die Defensie door de jaren heen binnen elk SEA-thema verzamelt.

Toelichting thematische indeling

Voor het evalueren van de actielijnen uit de Defensienota, maakt Defensie zo veel als mogelijk gebruik van de SEA. De SEA helpt immers om alle monitors, evaluaties en onderzoeken zo te plannen, dat Defensie de voortgang op de actielijnen kan meten en daardoor tijdig over relevante sturings- en verantwoordingsinformatie beschikt. Voor elke actielijn uit de Defensienota, bestaat daarom een thema op de SEA. Dat zijn de actielijnen:

  • 1. Krachtige ondersteuning

  • 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

  • 3. Versterken van specialismen

  • 4. Meer Europese samenwerking

  • 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

  • 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Het monitoren en evalueren van de actielijnen is een continu proces. Dit betekent dat de evaluatiebehoeften en de daaruit voortvloeiende onderzoeksagendering niet in één keer worden vastgesteld, maar periodiek worden herzien. Ook zal de financiële grondslag per thema nader worden uitgewerkt.

Uitwerking per thema

Thema 1. Krachtige ondersteuning

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid: Defensie moet sneller en vaker kunnen worden ingezet en moet een inzet langer vol kunnen houden. Dat geldt voor elk van de drie hoofdtaken van Defensie. Op dit moment is het grootste knelpunt het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support) en inzetvoorraden. Betere ondersteuning maakt Defensie wendbaarder en meer schaalbaar. Met meer en betere ondersteuning kan Defensie vaker ‘ja’ zeggen tegen nationale en internationale hulpverzoeken. Investeren in ondersteuning verhoogt ook de betrokkenheid en motivatie van onze mensen. Oefeningen lopen niet langer vast op tekorten aan reserveonderdelen, transport en munitie. Als militairen beter getraind zijn, verhoogt dat de gereedheid van de krijgsmacht. Om de voordelen van de betere ondersteuning zo snel mogelijk te behalen, pakt Defensie de investeringen slim aan. We maken afspraken met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van training, ondersteuning van gevechtseenheden, vergroten van de voorraden, samenwerking, nationale taken en ondersteuning aan civiele autoriteiten.

In 2023-2024 voert Defensie een beleidsdoorlichting uit van artikel 2 Koninklijke Marine. Specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting de Fleet Operational Sea Training (FOST) als onderwerp bestudeerd. FOST is een door de Britse Royal Navy (RN) ontwikkeld en geleid trainingsprogramma voor het gereedstellen van schepen. Met deze beleidsdoorlichting wordt zowel kennis verzameld over gereedstelling alsook internationale samenwerking. Het volgende syntheseonderzoek binnen het thema ‘krachtige ondersteuning’ wordt in 2025-2026 uitgevoerd.

Tabel 56 Thema 1. Krachtige ondersteuning

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 1 Defensienota: ‘Krachtige ondersteuning’

Synthese

2026

Syntheseonderzoek conform de eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 1 uit de Defensienota 2022.

CMX’22 / Resilient Lion’22

Ex-post evaluatie

2022

De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd.

Flag Officer Sea Training (FOST)

Beleidsdoorlichting

2024

In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2020 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2024 een beleidsdoorlichting van artikel 2 Koninklijke Marine oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar Nederlands-Britse samenwerking gekeken, gericht op de Flag Officer Sea Training (FOST). FOST is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.

Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Defensie heeft voldoende en de juiste mensen nodig om de uit de grondwet voortvloeiende hoofdtaken uit te voeren. Een toekomstbestendige krijgsmacht begint met investeringen in de mensen van Defensie. Zij zijn het hart van de organisatie. Zij moeten zich kunnen richten op hun unieke werk. Daarvoor moeten ze goed worden beloond, goede spullen hebben, passende opleidingen krijgen en in een veilige en prettige werkomgeving kunnen functioneren. De achterstand die Defensie door eerdere bezuinigingen heeft opgelopen, moet worden weggewerkt. Dat verbetert niet alleen de wendbaarheid, maar ook de gereedheid en inzetbaarheid van de organisatie.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van personeel, veiligheid, vastgoed en duurzaamheid. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2025.

Tabel 57 Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 2 Defensienota: ’Een goede werkgever, verbonden met de samenleving’

Synthese

2025

Syntheseonderzoek conform de eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 2 uit de Defensienota 2022.

Vastgoed

IBO

2021

Interdepartementaal beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie.

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2021

De RVS is in 2014 vastgesteld met als doel de afhandeling van de materiële schadevergoeding voor o.a. gewonde veteranen sneller en adequater af te handelen. Bij het vaststellen van de RVS hebben de sociale partners afgesproken om de regeling na een aantal jaren te evalueren. De evaluatie is uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).

Integraal risicomanagement

Ex-ante evaluatie (nulmeting)

2021

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit onderzoek is uitgevoerd om de startsituatie in kaart te brengen (nulmeting) alsook ontwikkelambities en de daarvoor benodigde stappen te inventariseren. Het onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Evaluatie van het PvA ‘Een veilige Defensieorganisatie’ om inzicht te krijgen in de status, de uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen die in het PvA staan. Deze evaluatie is uitgevoerd door de ADR.

MID en COID

Ex-post

2022

Naar aanleiding van het rapport van de Commissie-Giebels besloot Defensie om de onafhankelijke positie van de COID en het MID te waarborgen. Om dit bereiken zijn de COID en het MID direct onder de secretaris-generaal geplaatst en is het MID sinds begin 2020 extern bemenst. In een motie van de Tweede Kamer is de regering verzocht om deze nieuwe positionering van het MID en de onderzoeksrol van de COID te evalueren. Defensie heeft in deze evaluatie de mening van de medewerker meegenomen, ook over het bredere integriteitstelsel.

Validatie Wet bescherming Klokkenluiders

Ex-post

2023

Een externe validatie naar de uitvoering van de Wet bescherming Klokkenluiders zoals toegezegd in de Kamerbrief van 3 februari 2023 (36200-X-66): «Ik vind het belangrijk dat Defensie de in oktober 2019 in werking getreden Europese richtlijn en de daarop gebaseerde nationale wetgeving «naar de letter en de geest» uitvoert. Daarom laat ik die uitvoering extern valideren, gericht op het verder verbeteren van de sociale veiligheid en integriteit bij Defensie. Hierover zal ik uw Kamer op een later moment informeren.»

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2024 i.p.v. 2022

De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren. Het onderzoek is in het voorjaar 2022 in opdracht gegeven aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en sluit aan op een lopend onderzoek naar de zorgbehoefte van vrouwelijke veteranen. Het barrière assessment start daarom in 2023, het afrondingsjaar is overeenkomstig gewijzigd.

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2023 i.p.v. 2022

Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken. In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 2020 (Kamerstuk 35300-X) is in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek» toegezegd dat deze beleidsdoorlichting in 2022 wordt opgeleverd. Helaas heeft het evaluatieproces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden uiterlijk in het derde kwartaal van 2023 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 22 december 2022 over geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 38).

DEOS

Ex-durante evaluatie

2022

De Defensie Energie en Omgeving Strategie (DEOS) wordt geëvalueerd in de uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Het doel van de evaluatie is om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken. Hierbij ligt de focus op doorontwikkeling van de duurzaamheidsdoelen.

Culturele

diversiteit

Ex-durante / ex-post meting

2023

Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. In 2019 heeft Defensie een eerste nulmeting culturele diversiteit (destijds migratieachtergrond) laten uitvoeren over de periode 2015 t/m 2017. Defensie wil in 2023 een vervolgmeting laten uitvoeren over de periode 2018-2022. Nadat de vervolgmeting heeft plaatsgevonden, is het doel om deze onafhankelijke meting om het jaar te herhalen waardoor de inzichten geactualiseerd blijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) van DPOD in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).

PARESTO

Doorlichting agentschap

2023

Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen.

Beleving van inclusie

Ex-durante evaluatie

2023-2024

In 2017 heeft Defensie door het SCP laten onderzoeken hoe medewerkers D&I beleven en waarderen (rapport ‘Grenzen aan de Eenheid’, januari 2017). Het is gezien de doorontwikkeling van het D&I beleid en aanverwante maatschappelijke ontwikkelingen van belang om met enige regelmaat de beleving en waardering van D&I onder defensiemedewerkers te toetsen. Er wordt binnen Defensie sindsdien al op meerdere vlakken veel gemeten, maar er is diepgaander onderzoek nodig naar de beleving van inclusie bij verschillende specifieke doelgroepen. Defensie is daarom voornemens om in 2023/2024 opnieuw te laten onderzoeken hoe D&I op de werkvloer wordt ervaren.

Aansturing vastgoedbeheer

Kwalitatief onderzoek

2024

Om meetbaar te maken in hoeverre wijzigingen in ons vastgoedbeheer leiden tot concrete verbeteringen, wordt een kwalitatief onderzoek ‘aansturing vastgoedbeheer’ uitgevoerd door een onafhankelijke partij.

Integraal risicomanagement

Ex-durante evaluatie

2027

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit programma is meerjarig en kent een groot bedrijfsvoeringscomponent waardoor behoefte aan tussentijdse herijking en bijsturing bestaat. Om de hiervoor benodigde inzichten te verzamelen, wordt in 2027 een evaluatie uitgevoerd. Met de uitkomsten van de ex-ante evaluatie (uitgevoerd door NLR, d.d. 2021) hebben de Defensieonderdelen implementatieplannen opgesteld, die als uitgangspunt voor de evaluatie in 2027 dienen.

Thema 3. Versterken van specialismen

Defensie kiest voor extra investeringen in die capaciteiten en kwaliteiten waar onze krijgsmacht goed in is en die de grootste meerwaarde hebben voor het gezamenlijk optreden met onze bondgenoten en partners. Zo kunnen we het gevecht samen winnen – en als we dat kunnen, schrikken we potentiële tegenstanders zoveel mogelijk af om het gevecht aan te gaan.

De krijgsmacht werkt ten aanzien van specialismen nauw samen met bondgenoten. Hiermee levert Defensie een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van Europa. Niet alle partners doen hetzelfde en partners hebben verschillende capaciteiten waar ze onderscheidend en van meerwaarde in zijn, onder andere door hun geografische ligging en specifieke kwaliteiten. Door met extra investeringen specialismen te versterken, wordt de totale gevechtskracht op een slimme manier vergroot.

Nederland is een aanjager binnen Europa om te komen tot meer specialisatie. Het is een langdurig traject, maar gezamenlijk hebben we meer impact en gezamenlijk leveren we een hogere effectiviteit van optreden.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van extra capaciteiten, samenwerking met partners en bondgenoten, het materieelproces en duurzaam materieel. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2026.

Tabel 58 Thema 3. Versterken van specialismen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 3 Defensienota: ‘Versterken van specialismen’

Synthese

2026

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 3 uit de Defensienota 2022.

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

Met deze beleidsdoorlichting is onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld.

Defensiematerieelfonds

Ex-durante evaluatie

2027

Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld.

Thema 4. Meer Europese samenwerking

Europese landen moeten zichzelf en hun belangen beter kunnen verdedigen. De vrijheid, veiligheid en welvaart van Europese burgers moeten worden beschermd. Dat kan Nederland alleen samen met onze bondgenoten en partners: het geheel is meer dan de som der delen. Een sterke NAVO -als hoeksteen van de Nederlandse collectieve verdediging- en een sterke EU zijn dus nodig.

Met de groei van het Nederlandse defensiebudget, en dat van onze partners, ontstaan kansen om nog beter internationaal samen te werken. Die kansen benutten we, om doelmatig te investeren. Bijvoorbeeld door te kiezen voor dezelfde wapensystemen, zodat we gezamenlijk onderhoud kunnen uitvoeren en makkelijker en beter kunnen oefenen en inzetten. Hiermee vergroten we de interoperabiliteit en daarmee de slagkracht van de Europese landen.

Europa is een krachtiger partner in de trans-Atlantische relatie als de Europese landen een grotere rol kunnen spelen in het beschermen van de eigen belangen. Daarvoor is het nodig dat Europa zelfstandig kan beschikken over basale capaciteiten zoals strategisch luchttransport.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van de versterking van de samenwerking in NAVO- en EU-verband en de overige multi- en bilaterale samenwerking.

In 2023-2024 voert Defensie een beleidsdoorlichting uit van artikel 3 Koninklijke Landmacht. Tijdens deze doorlichting wordt naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken. Nederland intensiveert de hechte multilaterale en bilaterale samenwerking die de afgelopen jaren is opgebouwd met strategische partners zoals Duitsland. Zo maakt Defensie afspraken met buurlanden over behoeftestellingen, het ontwikkelen van capaciteiten, inkopen en onderhouden van materieel, opleiden van personeel alsook gezamenlijk trainen en deelnemen aan missies. Met de beleidsdoorlichting van artikel 3 verzamelt Defensie inzichten die kunnen helpen om de effectiviteit van bestaande en toekomstige samenwerkingsverbanden te vergroten. Het volgende syntheseonderzoek binnen het thema ‘Europese samenwerking’ wordt in 2027-2028 uitgevoerd.

Tabel 59 Thema 4. Meer Europese samenwerking

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 4 Defensienota: ‘Meer Europese samenwerking’

Synthese

2028

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 4 uit de Defensienota 2022.

Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling

Ex-durante

2024 i.p.v. 2023

Om Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.

Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.

NLD-DEUsamenwerkingsverbanden

Beleidsdoorlichting

2024 i.p.v. 2023

In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2019 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2023 een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken en wordt project Taurus als casus bestudeerd. Door gebrek aan personele capaciteit heeft het proces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 23 februari 2023 over geïnformeerd (Kamerstuk 33279, nr. 37).

Europees Defensiefonds

Ex-durante

2024/ 2025

Eind 2024 staat een evaluatie van het EDF in EU-kader gepland (in art. 32 van de verordening is vastgelegd dat maximaal 4 jaar na de start van het EDF een evaluatie zal plaatsvinden). Nederland start parallel daaraan ook een eigen evaluatie.

Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Als technologische ontwikkelingen zo snel gaan als nu, is stilstand achteruitgang. Daarom blijft Defensie vooroplopen in onderzoek en ontwikkeling, en in de verkenning van nieuwe domeinen. Dat doen we samen met onze bondgenoten en partners. Dit past bij de kracht van Nederland als kennis- en netwerkeconomie. Een sterk innoverend vermogen zorgt dat Defensie als hoogtechnologische organisatie kan inspelen op relevante ontwikkelingen.

De Nederlandse defensie-industrie en kennisinstellingen dragen hieraan optimaal bij, als ze goed kunnen samenwerken met Europese en internationale partners. Hierdoor kunnen de defensie-industrie en kennisinstellingen internationaal volwaardig participeren als hoogwaardige partner of toeleverancier bij de ontwikkeling, productie en instandhouding van innovatieve producten of technologie. Zo verbeteren we de strategische autonomie en dragen we bij aan een zelfredzamer Europa.

Nieuwe dreigingen vinden door technologische ontwikkelingen steeds vaker in nieuwe domeinen plaats. Denk bijvoorbeeld aan het cyberdomein en aan de ruimte. Dit vraagt om kennisopbouw en innovatie, en vervolgens ook om nieuwe capaciteiten. In deze nieuwe domeinen versterkt Defensie daarom gericht haar gevechtskracht.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van samenwerkingsverbanden, kennis- en technologieontwikkeling, innovatie, en het ruimtedomein. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2027.

Tabel 60 Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 5 Defensienota: «Innoverend vermogen en nieuwe domeinen»

Synthese

2027

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 5 uit de Defensienota 2022.

Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

Halverwege de looptijd van het KIC is onder verantwoordelijkheid van MinEZK geëvalueerd of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn.

PPS Toeslagregeling

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

In opdracht van MinEZK heeft onderzoeksbureau Dialogic samen met de universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uitgevoerd. Hierbij zijn de departementen en andere relevante stakeholders i.r.t. het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) betrokken. Ook Defensie is vanwege haar rol bij de KIA Veiligheid betrokken1.

Defensie Ruimteagenda

Ex-post

2027-2028

Tijdens deze ex post evaluatie wordt onderzocht in hoeverre de te ontwikkelen capaciteiten uit de Defensie Ruimteagenda (Kamerstuk 36 124, nr. 10), daadwerkelijk zijn ontwikkeld. Tijdens deze evaluatie wordt tevens gekeken naar de internationale en bilaterale samenwerking.

1

De in de KIA Veiligheid genoemde missies zijn onder leiding van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Defensie gedefinieerd.

Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Het slagveld digitaliseert. De hoeveelheid data neemt enorm toe. Informatietechnologie (IT) en techniek in bredere zin ontwikkelen razendsnel. De defensieorganisatie moet informatie sneller en slimmer verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises: dat is de kern van informatiegestuurd optreden. Dit is geen keuze maar een noodzaak. Nederlandse militairen kunnen geconfronteerd worden met tegenstanders die informatietechnologie benutten om sneller en krachtiger te worden, bijvoorbeeld in het cyberdomein. Defensie moet weerbaar zijn tegen desinformatie, moet haar eigen systemen kunnen beschermen tegen cyberaanvallen en moet in het uiterste geval zelf offensieve cyberoperaties kunnen uitvoeren.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van commandovoering, inlichtingen, multidomein optreden, cybercapaciteiten en samenwerking met (inter)nationale veiligheidspartners. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2027.

Tabel 61 Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 6 Defensienota: «Informatiegestuurd werken en optreden»

Synthese

2027

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 6 uit de Defensienota 2022.

IGO KMar

Beleidsdoorlichting

2022

In 2022 is een beleidsdoorlichting van artikel 5 ‘Koninklijke Marechaussee’ (KMar) afgerond. Binnen dit artikel is de invoering van Informatiegestuurd Optreden (IGO) over de periode 2008-2022 bij de KMar bestudeerd. Specifiek is onderzocht in hoeverre de beoogde effecten zijn bereikt en waar ruimte is voor verbetering.

LIMC

Ex-post onderzoek

2023

Conform de motie Belhaj c.s. (Kamerstuk 32 761, nr. 186) heeft de minister van Defensie besloten om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC). De onderzoekscommissie stond onder leiding van Harm Brouwer en heeft een diepgaande analyse uitgevoerd naar de gang van zaken rondom de besluitvorming en taakuitvoering van het LIMC. Het eindrapport is door de bewindspersonen van Defensie op 13 januari 2023 naar de Kamer gestuurd.

Missies en operaties

Nederland neemt deel aan diverse (militaire) missies. Het gaat om verschillende typen missies, waaronder vredesmissies, crisibeheersingsoperaties, enhanced forward presence, snel inzetbare reactiemachten van de NAVO en de EU, trainingsmissies en militaire assistentie, nationale operaties en humanitaire operaties. De Nederlandse inzet richt zich primair op gebieden waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn.  De inzet van de krijgsmacht in missies maakt doorgaans deel uit van een geïntegreerde aanpak.

In Kamerstuk 27925, nr. 721 wordt toegelicht hoe en wanneer Defensie missies en monitort en evalueert. Zo zet het stuk uiteen dat Defensie gebruikmaakt van voortgangsrapportages, tussentijdse evaluaties, eindevaluaties en in enkele gevallen een post-missie beoordeling.

Conform het Toetsingskader wordt voor elke artikel-100 missie een eindevaluatie uitgevoerd. Dit wordt sinds 1 mei 2020 niet meer door de departementen Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid gedaan, maar door een onafhankelijke partij.

Met de evaluaties van missies verzamelt Defensie kennis over alle SEA-thema’s. De missie-onderzoeken en -evaluaties worden derhalve in een separate tabel op de SEA geplaatst.

Tabel 62 Missies en operaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

EMASOH

Ex-post evaluatie

2021

Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH). Deze deelname is door een onafhankelijke partij (The Hague Centre for Strategic Studies) geëvalueerd. De eindevaluatie was gericht op het beoordelen van de mate waarin de doelstellingen van de Nederlandse bijdrage aan EMASOH zijn gehaald en op welke wijze de ingezette militaire en diplomatieke capaciteiten daaraan hebben bijgedragen.

Evacuatie Afghanistan

Quick scan

2021

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft, mede namens de ministeries van Defensie en Justitie en Veiligheid, in 2021 Crisisplan verzocht een analyse uit te voeren van de evacuatieoperatie uit Afghanistan om o.a. lessen te trekken voor planning en uitvoering van toekomstige Nederlandse evacuatieoperaties en opvang van geëvacueerde.

MINUSMA

Ex-post evaluatie

2022

De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA is door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd. Onderzocht is in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor toekomstige missies.

C130 MINUSMA

Ex-post evaluatie

2023

De artikel-100 missiebijdrage van Nederland aan de VN-missie in Mali (MINUSMA), met een C-130 transportvliegtuig inclusief bemanning en ondersteunend personeel van november 2021 tot en met medio mei 2022, wordt geëvalueerd door een onafhankelijke partij (IOB).

Resolute Support Mission

Ex-post evaluatie

2023

Van 2015 tot 2021 nam Nederland deel aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan. De Nederlandse bijdragen aan de Resolute Support missie is door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) geëvalueerd. Tijdens de evaluatie is onderzocht in hoeverre de doelen van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support zijn bereikt, hoe dit kan worden verklaard en welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstige Nederlandse missiebijdragen.

Wapeninzet Hawija

Ex-post evaluatie

2023

Evaluatie gericht op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27925, nr. 753 en 754) die onder leiding staat van mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat. Het instellen van deze commissie komt voort uit de uitvoering van motie Belhaj, Kamerstuk 27925, nr. 14. De verwachting is dat dit rapport in 2023 wordt opgeleverd, de onderzoekscommissie bepaalt zelf de tijdlijn waardoor oplevering ook later plaats kan vinden.

Crisisaanpak inzake Afghanistan

Ex-post evaluatie

2023

Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke commissie van onderzoek Evacuatie-operatie Kabul (COEK)  voorgezeten door drs. Maarten Ruys (Kamerstuk 27925, nr. 897). Het onderzoek is in het voorjaar van 2022 gestart. De evaluatie betreft de Nederlandse crisisaanpak en de evacuatie vanuit Kabul, beginnend vanaf de aanname van de motie-Belhaj (Kamerstuk 35300, nr. 45) van november 2019. Het kabinet heeft deze evaluatie geïnitieerd, de aangenomen motie-Boswijk (Kamerstuk 27925, nr. 838) verzoekt het kabinet specifiek in te gaan op een aantal onderwerpen.

20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan

Ex-post onderzoek

2025/2026

Breed wetenschappelijk onderzoek naar het resultaat van twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 27925, nr. 885). Het oogmerk is om in negen deelonderzoeken en een samenvattend slotwerk te voorzien. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies i.s.m. het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).

Tabel 63 Overige onderzoeken en evaluaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945 (NCHC)

Periodieke subsidie-evaluatie

2021

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2021 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante evaluatie

2021

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

Subsidieverstrekkingen onderzoek

Ex-durante evaluatie

2022

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 zijn meerdere subsidie-evaluaties uitgevoerd (zie bijlage 7.4 subsidieoverzicht, tabel 45). Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Voor het verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer (AR) o.a. naar het subsidiebeheer van Defensie gekeken. De hieruit voortgekomen aanbevelingen gebruikt Defensie om het subsidiebeheer te verbeteren.

Publieke investeringen in een politieke context

IBO

2022

Dit IBO onderzoekt hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig kan alloceren. Het onderzoek is door het Ministerie van Financiën getrokken en Defensie heeft deelgenomen aan de werkgroep.

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante / ex-post evaluatie

2025

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

Licence