Base description which applies to whole site

3.4.2 Inkomsten in 2015 en 2016

In de vorige paragraaf is meer in het algemeen de relatie tussen de ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten en de economie beschreven en welke macro-economische indicatoren ervoor zorgen dat de ontwikkeling per belastingsoort kan verschillen. Deze paragraaf gaat gedetailleerder in op de ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten in 2015 en 2016. Tabel 3.4.1 toont de gerealiseerde belasting- en premieontvangsten in 2014 en de verwachte ontwikkeling van de ontvangsten in 2015 en 2016. In 2015 nemen de belasting- en premieontvangsten met 4,3 miljard euro toe. Dit is een saldo van de positieve endogene ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten en beleidsmaatregelen die zorgen voor lagere ontvangsten.

Beleidsmaatregelen zorgen voor 1,2 miljard euro lagere ontvangsten in 2015. Dit betreft voor 0,5 miljard euro het saldo van vele maatregelen die eerder in wetgeving zijn doorgevoerd en zoals in de Miljoenennota 2015 gepresenteerd. Zo zorgt het aflopen van incidentele maatregelen uit 2014, zoals de resolutieheffing vanwege de nationalisatie van SNS REAAL, het fiscaal stimuleren van de vrijval van bestaande stamrechten en het verlagen van het box 2 tarief voor lagere ontvangsten in 2015. Datzelfde geldt voor een hogere arbeidskorting en algemene heffingskorting. Voor hogere ontvangsten zorgen onder meer het inperken van het Witteveenkader door het beperken van de fiscale aftrekbaarheid van pensioenpremies en het aftoppen van het inkomen op 100.000 euro waarover fiscaal gefaciliteerd pensioen kan worden opgebouwd. Beleidswijzigingen die na Miljoenennota 2015 tot stand zijn gekomen zorgen voor per saldo 0,6 miljard euro lagere ontvangsten. Deze mutatie is vrijwel geheel het effect van een lagere gemiddelde zorgpremie dan bij Miljoenennota 2015 werd verwacht.

In 2015 komt de endogene ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten uit op 2,3 procent. De endogene groei van de inkomsten blijft daarmee achter bij de waardeontwikkeling van het bbp (2,8 procent), maar deze groei is wel flink sterker dan de afgelopen jaren. Onderliggend zijn er verschillen in de ontwikkeling van de verschillende belastingsoorten. Zo groeien de btw-ontvangsten met 4,0 procent harder dan het bbp, vooral als gevolg van een sterke groei van de investeringen in woningen. Ook de vpb-ontvangsten groeien met 3,9 procent harder dan het bbp dankzij de positieve ontwikkeling van de winsten. De endogene ontwikkeling van de loon- en inkomensheffing blijft met 2,4 procent iets achter bij de ontwikkeling van het bbp. Wel is deze groei dankzij een weer licht aantrekkende arbeidsmarkt en een hogere loonontwikkeling groter dan de laatste jaren het geval is geweest. Een sterke stijging van het aantal verkochte bestaande woningen en hogere verkoopprijzen zorgt voor een relatief sterke stijging van de ontvangsten uit de overdrachtsbelasting in 2015 van meer dan 15 procent.

Tabel 3.4.1 Ontwikkeling inkomsten in 2015 en 2016 (in miljarden euro, tenzij anders vermeld)
   

2014

2015

2016

Belastingen en premies volksverzekeringen op EMU-basis

182,4

186,7

190,7

 

waarvan belastingen op EMU-basis

139,2

146,4

148,4

 

waarvan premies volksverzekeringen op EMU-basis

43,2

40,2

42,3

Premies werknemersverzekeringen

53,2

53,3

57,1

Totaal

235,6

240,0

247,8

Jaar-op-jaar mutatie

 

4,3

7,9

 

waarvan endogene groei

 

5,5

7,9

 

waarvan beleidsmaatregelen

 

– 1,2

– 0,1

         

Endogene mutatie (in %)

 

2,3%

3,3%

Nominale groei BBP (in %)

 

2,8%

3,3%

In 2016 nemen de totale belasting- en premieontvangsten met 7,9 miljard euro toe. Dit is het saldo van een endogene toename van de inkomsten met 7,9 miljard euro en een afname in de inkomsten met 0,1 miljard euro als gevolg van beleidsmaatregelen.

Als gevolg van beleidsmaatregelen nemen de belasting- en premieontvangsten op EMU-basis met 0,1 miljard euro af. Deze mutatie is een saldo van vele maatregelen, waaronder de lastenverlichtende maatregelen op arbeid waartoe het kabinet dit jaar heeft besloten (het zogenoemde 5-miljardpakket, zie ook box 1.1.1 in hoofdstuk 1). Dit pakket zorgt, samen met de incidentele verhoging van de ouderenkorting, voornamelijk voor lagere ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing in 2016. Daar staan hogere ontvangsten tegenover, onder meer als gevolg van hogere zorgpremies en premies werknemersverzekeringen in 2016. Hoewel in 2016 sprake is van hogere zorgpremies is deze stijging minder groot dan eerder verwacht. De hogere premies werknemersverzekeringen compenseren de gevolgen voor de schatkist van de lagere dan eerder geraamde zorgpremies. Daarnaast zorgen het afschaffen van de ouderentoeslag in box 3 per 2016, het aflopen van het tijdelijke verlaagde btw tarief op onderhoud aan woningen halverwege 2015 en een hoger tarief van de verhuurderheffing in 2016 (wordt 0,491 procent en was in 2015 0,449 procent) voor hogere ontvangsten in 2016 ten opzichte van het jaar daarvoor.

De endogene groei van de belasting- en premieontvangsten bedraagt 7,9 miljard euro (3,3 procent) in 2016. Daarmee loopt de groei van de belasting- en premieontvangsten gelijk op met het bbp dat eveneens met 3,3 procent groeit in 2016. Evenals in 2015 groeien de btw-ontvangsten en de ontvangsten uit de vennootschapsbelasting harder dan het bbp als gevolg van een toenemende particuliere consumptie, een verdere groei van de investeringen in woningen en toenemende winsten van bedrijven. De endogene ontwikkeling van de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing neemt met 3,3 procent in 2016 sterker toe dan in 2015. Dit komt door zowel een sterkere groei van het werkgelegenheid als een sterkere loonstijging in 2016. De ontvangsten uit de overdrachtsbelasting kennen in 2016 net als in het jaar ervoor een forse ontwikkeling dankzij een sterke toename van het aantal woningverkopen en verder stijgende verkoopprijzen.

Licence