Base description which applies to whole site

9.1. Houderschapssystematiek autobussen

De motorrijtuigenbelasting wordt voor personenauto’s, bestelauto’s, motorrijwielen, en sinds 1 juli 1997 ook voor vrachtauto’s, geheven ter zake van het houden van het motorrijtuig. Voor autobussen wordt de belasting echter tot op heden geheven ter zake van het rijden op de weg met een autobus. Deze situatie is uit oogpunt van het streven naar vermindering van administratieve lasten en doelmatigheid van belastingheffing niet wenselijk. In de memorie van toelichting op het Belastingplan 2011 is al aangekondigd dat daarom ook voor autobussen de heffing zal worden gebaseerd op houderschap en dat de wijziging wordt opgenomen in het pakket Belastingplan 2012 c.a., met als ingangsdatum 1 januari 2012. Daarmee werd de betrokken ondernemers en de Belastingdienst meer ruimte geboden om bedrijfsvoering en automatisering waar nodig aan te passen. Met de inpassing van de autobussen in de houderschapssystematiek is de in 1994 ingezette overgang naar deze meer objectieve heffingsgrond voltooid.

Door de wijziging is het niet langer mogelijk de belasting voor autobussen te betalen per periode van een halve kalendermaand waarin één of meer keer met de autobus op de weg wordt gereden. De verwachting is daarom dat bij ongewijzigde tarieven gemiddeld per autobus wat meer belasting zou worden geheven dan onder de huidige systematiek. Dit wordt gedeeltelijk ondervangen door voor autobussen, net als voor vrachtauto’s, de minimale schorsingsperiode waarbij geen belasting verschuldigd is te stellen op één maand. Voor de overige categorieën voertuigen geldt dit pas bij een schorsingsperiode van minimaal drie maanden. Niettemin leidt de systeemwijziging er bij handhaving van de huidige tarieven toe, dat houders bij een gemiddelde inzet van een autobus naar verwachting zo’n 90% van het voor een bus geldende jaarbedrag verschuldigd zullen zijn, in plaats van het huidige gemiddelde van circa 80%. Doel van de wijziging is het verminderen van administratieve lasten en uitvoeringskosten, niet het verhogen van het gemiddeld verschuldigde bedrag per autobus. Om een budgettair neutrale omzetting te bereiken worden de huidige tarieven voor autobussen daarom met 11% naar beneden bijgesteld, nadat rekening is gehouden met indexatie van deze tarieven per 1 januari 2012. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MRB) op enkele plaatsen nader onder te verdelen in hoofdstukken en afdelingen, en zo een overzichtelijker indeling te bieden.

Licence