Base description which applies to whole site

7.1. Oudedagsvoorzieningen

In de brief van 18 december 2013 heeft het kabinet een aantal maatregelen met betrekking tot het pensioen van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) aangekondigd.31 Een van die maatregelen is het fiscaal mogelijk maken dat een derdepijlerpensioen eerder kan worden opgenomen om te voorzien in inkomen bij arbeidsongeschiktheid zonder dat revisierente is verschuldigd. De hiervoor benodigde wetswijziging is opgenomen in dit wetsvoorstel.

Daarnaast heeft het kabinet bij brief van 28 maart 2014 richtinggevend aangegeven welk gevolg het wil verbinden aan de afkoop van een nettolijfrente.32 In dit wetsvoorstel wordt hier uitvoering aan gegeven. Beoogd wordt te voorkomen dat de fiscale faciliteit van de nettolijfrente ten onrechte wordt gebruikt als vrijstelling in box 3. Daarom wordt bij (gedeeltelijke) afkoop33 van de nettolijfrente, alsnog een bedrag in box 3 in aanmerking genomen. Dit bedrag is een forfaitaire benadering van het genoten box 3-voordeel, waarbij een tegenbewijsregeling geldt om te voorkomen dat deze forfaitaire benadering onevenredig ruw uitwerkt. Naar verwachting werkt deze maatregel prohibitief, zodat deze niet leidt tot een budgettaire opbrengst.

Ten slotte wordt met het oog op het in de uitvoeringspraktijk gewenste onderscheid tussen nettolijfrente en nettopensioen een afzonderlijke box 3-vrijstelling voor nettopensioen opgenomen. Bij de vormgeving is, daarbij uiteraard rekening houdend met het nettokarakter, zo veel mogelijk aangesloten bij de regels van de Wet op de loonbelasting 1964 voor beschikbarepremieregelingen. De hiervoor beschreven sanctiebepaling gaat ook gelden voor het nettopensioen.

Licence