Base description which applies to whole site

4.16 Afschaffen en verlagen van de schenkingsvrijstelling eigen woning

De regering stelt – in lijn met het coalitieakkoord – voor om de verhoogde vrijstelling eigen woning (EW) per 1 januari 2024 te laten vervallen. Deze vrijstelling EW van € 106.671 (bedrag 2022) in de schenkbelasting geldt voor aan personen tussen de 18 en 40 jaar gedane schenkingen die verband houden met de verwerving of verbouwing van een eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning dan wel voor de aflossing van de eigenwoningschuld of een restschuld van de vervreemde eigen woning (schenkingen EW). Voor deze schenkingen EW geldt een spreidingsmogelijkheid van drie jaar: het in het eerste jaar onbenutte deel van de vrijstelling (van thans maximaal € 106.671) kan in de daaropvolgende twee jaar alsnog worden benut.

Bij de invoering van de vrijstelling EW per 1 januari 2017 is voorzien in een evaluatie met betrekking tot de effectiviteit en doelmatigheid van deze regeling. Deze evaluatie is inmiddels uitgevoerd door het SEO. De evaluatie is op 30 juni 2021 aan de Eerste en Tweede Kamer gezonden.60 Doelstelling van de regeling was het verminderen van de eigenwoningschuld en het verlagen van het percentage onderwaterhypotheken. De onderzoekers hebben geconcludeerd dat de vrijstelling EW minder doeltreffend en doelmatig is dan ander beleid om de hypotheekschuld te verlagen en onderwaterproblematiek te beperken. Ontvangers van een schenking die al een woning hebben, hebben hun hypotheekschuld in beperkte mate verkleind ten opzichte van vergelijkbare huishoudens die geen schenking hebben ontvangen. Een deel gaat duurder wonen. Starters gebruiken de schenking deels om minder te lenen dan op basis van hun inkomen had gekund, maar ook om een duurdere woning te kopen dan starters zonder schenking. De onderzoekers stellen vast dat ander beleid beter aansluit bij de doelstellingen en minder nadelige neveneffecten met zich meebrengt, zoals de verlaagde maximale verhouding van de lening tot de waarde van de eigen woning (de zogenoemde loan-to-value) naar 100 procent en de ingevoerde fiscale aflossingseis. Daarnaast vergroot de vrijstelling EW de vermogensongelijkheid binnen generaties. De financiële uitgangspositie van huishoudens die een dergelijke schenking ontvangen is namelijk vaak al gunstiger ten opzichte van huishoudens zonder schenking.

Het toenmalige kabinet heeft na de evaluatie van de vrijstelling EW61 de beslissing over eventuele aanpassing van de vrijstelling EW overgelaten aan het nieuwe kabinet. Het coalitieakkoord van 15 december 2021 voorziet in afschaffing van de vrijstelling EW per 1 januari 2024.

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het kabinet onderzocht of de vrijstelling EW niet per 1 januari 2024 maar al per 1 januari 2023 kan worden afgeschaft of worden verlaagd. Op 1 maart 2022 heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over de (on)mogelijkheden tot afschaffing of verlaging van de vrijstelling EW per 1 januari 2023.62 In de daaropvolgende brief van 8 maart 2022 heeft het kabinet voorgesteld om per 1 januari 2023 de vrijstelling EW te verlagen tot het bedrag van de voor één kalenderjaar verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan hun kinderen die niet aan bestedingsvoorwaarden is gebonden, dit is voor 2023 € 28.947.63

Materieel betekent de variant die in dit wetsvoorstel is opgenomen, dat de vrijstelling EW in de relatie ouders/kinderen tussen 18 en 40 jaar per 1 januari 2023 wordt afgeschaft. Normaliter zal namelijk in de relatie ouders/kinderen in 2023 geen beroep op de vrijstelling EW meer worden gedaan, gelet op de alternatieve mogelijkheid om tot hetzelfde bedrag gebruik te maken van de eenmalig verhoogde vrijstelling van € 28.947 in de relatie ouders/kinderen waaraan geen voorwaarden zijn verbonden. Het zou in dat geval wetstechnisch gezien de voorkeur hebben om de vrijstelling EW in de relatie ouders/kinderen per 1 januari 2023 ook formeel af te schaffen, maar dit vergt een structuuraanpassing in de systemen van de Belastingdienst die op zijn vroegst per 1 januari 2024 haalbaar is.

In samenhang met de verlaging per 1 januari 2023 en afschaffing per 1 januari 2024 wordt voorgesteld de huidige spreidingsmogelijkheid te laten vervallen voor schenkingen EW die voor het eerst in 2023 worden gedaan en de spreidingsmogelijkheid voor schenkingen EW die in 2022 zijn gedaan, te beperken tot twee jaar. Dit laatste betekent concreet dat een bij een schenking in 2022 onbenut gebleven deel van de maximumvrijstelling nog kan worden benut voor een schenking in 2023, maar niet meer voor een schenking in 2024.64 Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het wel mogelijk blijft de voor het eerst in 2022 ontvangen schenkingen EW uiterlijk 31 december 2024 te besteden.65

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

Doelstelling van de vrijstelling EW was het verminderen van de eigenwoningschuld en het verlagen van het percentage onderwaterhypotheken.66 In voormelde evaluatie van SEO is geconcludeerd dat de vrijstelling EW minder doeltreffend en doelmatig is dan ander beleid om de hypotheekschuld te verlagen en onderwaterproblematiek te beperken. De afschaffing van de vrijstelling EW is in lijn met deze conclusie. Omdat het om een afschaffing van een fiscale maatregel gaat, wordt er geen (nieuwe) evaluatie uitgevoerd.

60

SEO (2021): Hulp voor huiseigenaren met vermogende ouders. Kamerstukken II 2020/21, 35 572, nr. 95, bijlage.

61

Kamerstukken II 2020/21, 35 572, nr. 95.

62

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1928.

63

Kamerstukken II 2021/22, 35 927, nr. 113.

64

Dit was reeds aangekondigd in de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, bijlage 3 «Bijlage omschrijving fiscale wetgeving» 3 juni 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32 140, nr. 119.

65

De voorwaarden waaraan een schenking EW dient te voldoen, zijn opgenomen in lagere regelgeving, te weten in artikel 5 van de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting.

66

Kamerstukken II 2015/16, 34 302, nr. 3.

Licence