Base description which applies to whole site

ARTIKEL XI

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid vervalt de laatste zin.

2. Onder vernummering van het zevende en achtste lid tot achtste en negende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 7. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het zesde lid genoemde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere bedragen. Het bedrag per kalenderjaar wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande kalenderjaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag. Het bedrag per maand wordt berekend door het volgens de tweede zin berekende bedrag per kalenderjaar te vermenigvuldigen met 1/10.

B

In artikel 13, tweede lid, wordt «ingeval voor de aanschaf van deze producten in het economische verkeer aan een derde, onder voor het overige overeenkomstige omstandigheden, een bedrag in rekening zou worden gebracht, het aan deze derde in rekening te brengen bedrag» vervangen door «steeds de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend».

C

Artikel 31, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt «ter voorkoming van strafvervolging of» vervangen door «ter voorkoming van strafvervolging, in het kader van een strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing, dan wel».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. dwangsommen als bedoeld in afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht en daarmee vergelijkbare buitenlandse dwangsommen.

D

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, aanhef, wordt «1,2% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b belasting wordt geheven» vervangen door «het bedrag aan vrije ruimte als bedoeld in het derde lid».

2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. een in het kader van de dienstbetrekking aangevraagde verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of daarmee vergelijkbare buitenlandse verklaring.

3. Onder vernummering van het derde tot en met dertiende lid tot vierde tot en met veertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De vrije ruimte bedraagt:

    • a. 1,7% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b belasting wordt geheven met een maximum van € 6800, vermeerderd met:

    • b. 1,2% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b belasting wordt geheven voor zover dat loon meer bedraagt dan € 400.000.

4. In het veertiende lid (nieuw) wordt «eerste tijdvak» telkens vervangen door «tweede tijdvak».

Licence