Base description which applies to whole site

De EMU-schuld komt eind 2024 naar verwachting uit op 47,3% van het bbp. Vergeleken met de verwachte EMU-schuld eind 2023 betekent dit per saldo een verbetering van de schuld.

Het financieringssaldo is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of juist over heeft. Het financieringssaldo is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo berekend wordt op transactiebasis, wordt het financieringssaldo berekend op kasbasis. Om tot het financieringssaldo te komen, moet er naast het optellen van de belastingontvangsten en de uitgaven ook nog een aantal correcties worden toegepast. Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. De EMU-schuld is de schuld van de hele collectieve sector. Dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen telt mee voor de EMU-schuld. De ontwikkeling van de EMU-schuld wordt uitgedrukt als percentage van het bbp. Dit wordt de EMU-schuldquote genoemd. Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Als het bbp groeit, daalt ceteris paribus de schuldquote. Dit is het noemereffect.

De visualisatie geeft een overzicht van de gerealiseerde EMU-schuld vanaf 2021 en de verwachte EMU-schuld tot en met het jaar 2027, uitgedrukt in zowel miljarden euro als in procenten van het bbp. 

Licence