Base description which applies to whole site

6.3 Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2010

Gelijktijdig met de Rapporten bij de Jaarverslagen van de ministeries verschijnt ons Rapport bij de EU-lidstaatverklaring 2010.

De EU-lidstaatverklaring is een nationale verklaring die Nederland jaarlijks opstelt over het beheer en de besteding van gelden van de EU in Nederland. Deze verklaring, gericht aan de Europese Commissie en aan de Nederlandse Staten-Generaal, is in 2006 door Nederland op vrijwillige basis ingevoerd.

Met het uitbrengen van de EU-lidstaatverklaring wil Nederland bijdragen aan een beter beheer, een betere controle en een betere verantwoording van EU-gelden. De lidstaatverklaring wordt jaarlijks door de minister van Financiën namens het kabinet afgegeven. De Algemene Rekenkamer is gevraagd om jaarlijks ten behoeve van het parlement een oordeel te geven over de Nederlandse EU-lidstaatverklaring. Dit jaar gebeurt dat voor de vijfde maal.

Behalve in Nederland zijn in het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden vergelijkbare initiatieven genomen om op lidstaatniveau tot een verantwoording te komen over de EU-gelden die door de nationale regeringen samen met de Europese Commissie worden beheerd. Omdat regelgeving en geharmoniseerde normen ontbreken – de initiatieven zijn immers vrijwillig en betreffen nationale invulling – verschillen de verklaringen van de initiatiefnemers van elkaar. Helaas hebben de initiatieven nog niet tot navolging in andere lidstaten geleid. In het kader van een op te stellen nieuw Financieel Reglement zijn er voorstellen in het Europees Parlement om de verantwoording en controle vanuit de lidstaten te versterken. In hoeverre dit de Nederlandse lidstaatverklaring gaat benaderen waarbij assurance (zekerheid) wordt verkregen over de rechtmatigheid tot op het niveau van de eindbegunstigden, is nog niet duidelijk.

Dit jaar hebben de Algemene Rekenkamer en de Europese Rekenkamer een coordinated audit uitgevoerd naar de twee landbouwfondsen: het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Dit project levert interessante ervaringen op die kunnen bijdragen aan een effectievere en efficiëntere controle van Europese gelden in gedeeld beheer, in zowel de lidstaat als in Europa.

De Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2010

Op 18 maart 2011 heeft de minister van Financiën de Nationale verklaring 2010 ondertekend.

De Nationale verklaring is positief over de beheer- en controlesystemen van vijf van de negen betrokken EU-fondsen in Nederland. Over het Europees Vluchtelingenfonds en het Europees Terugkeerfonds wordt geen uitspraak gedaan omdat hiervoor in de desbetreffende verantwoordingsperiode geen subsidie-uitgaven zijn gedeclareerd bij de Europese Commissie. De verklaringen over het beheer en de controle betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) bevatten een voorbehoud vanwege enkele tekortkomingen in de systemen, die door de minister worden toegelicht.

De verklaring is positief over de rechtmatigheid, juistheid en volledigheid van de uitgaven en ontvangsten betreffende de landbouwfondsen, het Europees Visserijfonds, het Europees Buitengrenzenfonds en het Europees Integratiefonds. De verklaringen over de uitgaven en ontvangsten voor het EFRO en ESF bevatten een voorbehoud vanwege geconstateerde onrechtmatigheden, die door de minister worden toegelicht.

In de bijlage licht de minister van Financiën de in 2010 door de Europese Commissie verrekende financiële correctie van in totaal € 47,1 miljoen toe. Verder heeft de minister een overzicht met de lopende onderzoeken van de Europese Commissie opgenomen met een korte toelichting op de bevindingen en indien bekend de door de Europese Commissie voorgestelde financiële correctie.

Wij zijn over het geheel genomen positief over de EU-lidstaatverklaring 2010 die de minister van Financiën namens het kabinet heeft afgegeven. De verklaring heeft betrekking op subsidiebijdragen uit de volgende Europese fondsen:

  • 1. het Europees Landbouwgarantiefonds (€ 895,2 miljoen);

  • 2. het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (€ 62,7 miljoen);

  • 3. het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (€ 51,0 miljoen);

  • 4. het Europees Sociaal Fonds (€ 50,8 miljoen);

  • 5. het Europees Visserijfonds (€ 8,2 miljoen);

  • 6. het Europees Buitengrenzenfonds (€ 0,3 miljoen);

  • 7. het Europees Integratiefonds (€ 0,5 miljoen).

De lidstaatverklaring geeft een goed beeld van het beheer en de besteding van gelden van EU in Nederland, met uitzondering van:

  • het niet naleven van lokale aanbestedingsregels en het niet controleren van de naleving van deze regels tot op het niveau van eindbegunstigden bij het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling;

  • de onvolledigheid van de in de deelverklaring inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling tot uitdrukking gebrachte fouten/onrechtmatigheden in de bij de Europese Commissie ingediende betaalaanvragen 2009.

De belangrijkste onderwerpen waarvoor wij, aanvullend op de bovengenoemde twee punten, aandacht vragen zijn:

  • De afdrachten aan de Europese Commissie (eigen middelen) dienen te worden opgenomen in de EU-lidstaatverklaring.

  • De minister van LNV (thans EL&I) heeft in strijd met de Europese regelgeving gehandeld door een bedrag van € 14,5 miljoen niet terug te vorderen bij de agrariërs (de minister heeft hiertoe in afstemming met de Tweede Kamer besloten).

  • De kwaliteit van de satellietcontroles die worden ingezet om de oppervlakte gerelateerde subsidies te controleren, moet gewaarborgd worden.

  • De problemen bij de controles van EU-geldstromen door de Rijksauditdienst (te weten een tekort aan capaciteit en gebrek aan uniformering van de auditwerkzaamheden, vooral bij het EFRO), moeten worden opgelost.

In reactie op onze conclusies en aanbevelingen hebben de ministers van Financiën, EL&I, SZW, BZK en I&A toegezegd zeven van de negen openstaande aanbevelingen over te nemen. Twee van onze aanbevelingen nemen de ministers helaas niet of slechts gedeeltelijk over. Dit betreft het opnemen van de eigen middelen in de lidstaatverklaring en de naleving van lokale aanbestedingsregels tot op het niveau van eindbegunstigden. Voor de aanbestedingsregels beperkt de toezegging zich tot de van toepassing zijnde provinciale verordeningen.

Wij vinden het onverstandig om de eigen middelen niet op te nemen in de lidstaatverklaring. Wat de naleving van de aanbestedingsregels betreft wijzen wij erop dat ook de voorwaarden die in subsidiebeschikkingen worden vermeld, deel uitmaken van de rechtmatigheidsvereisten.

Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar ons Rapport bij de EU-lidstaatverklaring 2010 (Algemene Rekenkamer, 2011c), dat u ook kunt vinden op onze website (www.rekenkamer.nl).

Licence