Base description which applies to whole site

2.5.2 Horizontale toelichting

Endogene ontwikkeling van de totale ontvangsten ten opzichte van 2011

De endogene ontwikkeling6 van de totale belasting- en premieontvangsten in 2012 is negatief uitgekomen (– 0,9 procent). Deze ontwikkeling geldt voor vrijwel alle belastingsoorten zoals tabel 2.5.4 laat zien. Meest in het oog springend is de ontwikkeling bij de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm) met – 23,9 procent respectievelijk de ontwikkeling van de vennootschapsbelasting (vpb) met – 9,8 procent.

Tabel 2.5.4 Endogene ontwikkeling van belastingen en premies volksverzekeringen in 2012 (in procenten)
 

2012

Kostprijsverhogende belastingen

– 3,0%

Omzetbelasting

– 2,4%

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

– 23,9%

Accijnzen

– 0,2%

Belastingen van rechtsverkeer (m.n. overdrachtsbelasting)

– 7,6%

Motorrijtuigenbelasting

– 0,8%

Belastingen op een milieugrondslag

– 3,8%

Overige kostprijsverhogende belastingen

– 4,5%

   

Belastingen op winst, inkomen en vermogen en premies vvz

– 1,7%

Loon- en inkomensheffing

– 0,3%

Dividendbelasting

– 2,3%

Vennootschapsbelasting

– 9,8%

Overige belastingen op inkomen, winst en vermogen

– 9,2%

   

Belastingen en premies volksverzekeringen in totaal

– 2,2%

Premies werknemersverzekeringen

3,5%

   

Belastingen en premies VVZ en premies WNVZ in totaal

– 0,9%

   

Nominale groei BBP

– 0,2%

De indirecte belastingen kenden in 2012 per saldo een negatieve endogene ontwikkeling van – 3,0 procent. De qua omvang grootste indirecte belastingsoort – de omzetbelasting (btw) – is met 2,4 procent teruggelopen. De belangrijkste oorzaak hiervan is de negatieve ontwikkeling van de investeringen in woningen (– 12,7 procent). Ook de volumeontwikkeling van de particuliere consumptie kwam negatief uit (– 1,5 procent) in 2012 waarbij de ontwikkeling van de duurzame consumptie (belast met het algemene tarief) zelfs uitkwam op – 5,7 procent. Ten slotte was ook de ontwikkeling van de overheidsinvesteringen in 2012 negatief. De ontwikkeling van de btw-ontvangsten laat zich daarmee goed verklaren door de relevante macro-economische indicatoren. De bpm-ontvangsten kennen een forse negatieve endogene ontwikkeling in 2012 van bijna 24 procent. Ten opzichte van het – wat het aantal autoverkopen betreft – goede jaar 2011 kwam het aantal verkochte auto’s in 2012 circa 10 procent lager uit. Daarnaast heeft de ontwikkeling van een steeds groter aandeel van auto’s die van bmp zijn vrijgesteld in de totale autoverkoop zich in 2012 doorgezet. De negatieve ontwikkeling van zowel de prijzen als het aantal verkopen van tweedehands woningen zorgt voor een daling van de ontvangsten uit de overdrachtsbelasting in 2012. Verder laat de energiebelasting (onderdeel van de belastingen op milieugrondslag) een negatieve endogene ontwikkeling zien. Ten slotte vallen de ontvangsten uit de bankenbelasting lager uit dan verwacht. De omvang van de bankbalans is per saldo lager uitgekomen dan waar bij de vaststelling van het tarief van de bankenbelasting in 2011 vanuit is gegaan.

Bij de directe belastingen is sprake van een negatieve endogene ontwikkeling van 1,7 procent in 2012. De vpb-ontvangsten zijn in 2012 – afgezien het effect van beleidsmaatregelen – met 9,8 procent afgenomen. Deze ontwikkeling volgt uit de negatieve ontwikkeling van de winsten van bedrijven in 2012. Vooral de winsten van financiële instellingen zijn fors lager uitgevallen dan in het voorgaande jaar.7 De ontwikkeling van de loon- en inkomensheffing is per saldo licht negatief uitgekomen (– 0,3 procent). Deze ontwikkeling betreft een combinatie van een positieve bruto loonontwikkeling van 1,0 procent en een daling van het arbeidsvolume met 0,9 procent. Daarnaast wordt de ontwikkeling van de loon- en inkomensheffing in 2012 gedrukt door een afnemende winstgevendheid van zelfstandigen die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting. De dividendbelasting laat een afname van 2,3 procent zien ten opzichte van 2011. Dat sluit op het eerste gezicht niet aan bij de hogere dividenduitkeringen van beursgenoteerde ondernemingen dit jaar.8 De trend van een groter aandeel keuzedividend zet echter door in 2012.9 Ook is het goed mogelijk dat juist de beursgenoteerde ondernemingen meer hechten aan stabiele dividenduitkeringen en de ontwikkeling van dividenden van de niet-beursgenoteerde ondernemingen – die net zo goed belastingplichtig zijn voor de dividendbelasting – daarom daarbij achterblijft. De negatieve ontwikkeling van 9,2 procent bij de overige belastingen op inkomen, winst en vermogen komt met name door de negatieve ontwikkeling bij de successierechten. Meest logische verklaring hiervoor is de afname van de gemiddelde waarde van de nagelaten vermogens. Ten slotte namen de ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen met 3,5 procent toe. Dit betreft voor het grootste gedeelte hogere ontvangsten uit de zorgpremies.

Endogene doorwerking naar 2013

De gerealiseerde belasting- en premieontvangsten over 2012 zijn 2,5 miljard euro lager uitgekomen dan bij de Miljoenennota 2013 werd verwacht. Deze tegenvaller werkt geheel door naar 2013.

Tabel 2.5.5 Doorwerking 2012 naar 2013 (in miljarden euro’s)

1. Totale mutatie 2012 t.o.v. vermoedelijke uitkomsten MN 2013

– 2,5

   

2. Totaaleffect van incidenten op ontvangsten 2012

0,0

   

3. Structurele doorwerking (=1–2) van 2012 naar 2013

– 2,5

   

4. Incidentele effecten 2013 als gevolg van 2012

0,0

   

5. Totaal doorwerking van 2012 naar 2013 (=3+4)

– 2,5

Licence