Base description which applies to whole site

2.1 Kerngegevens

Het huishoudboekje van de overheid ziet er, terugblikkend op 2016, een stuk beter uit dan het kabinet in 2015 had verwacht toen het de begroting opstelde. Het Rijk gaf minder geld uit dan geraamd, de opbrengst uit belastingen en premies lag hoger dan verwacht en de overheidsschuld daalde aanzienlijk.

Tabel 2.1.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
   

MN 2016

FJR 2016

Verschil

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

247,8

258,8

11,0

         

Netto uitgaven onder de kaders

253,5

253,3

– 0,2

 

waarvan Rijksbegroting in enge zin

108,1

110,6

2,4

 

waarvan Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid

77,5

76,6

– 0,9

 

waarvan Budgettair Kader Zorg

67,8

66,1

– 1,7

Overige netto uitgaven

3,0

2,9

– 0,1

 

waarvan gasbaten (kasbasis)

– 5,7

– 1,9

3,8

 

waarvan rentelasten

7,8

7,2

– 0,5

 

waarvan zorgtoeslag

4,4

4,2

– 0,2

 

waarvan overig

– 3,5

– 6,6

– 3,1

Totale netto uitgaven

256,4

256,2

– 0,3

         

EMU-saldo centrale overheid

– 8,6

2,7

11,3

         

EMU-saldo lokale overheden

– 1,9

0,3

2,2

         

Feitelijk EMU-saldo

– 10,6

2,9

13,5

Feitelijk EMU-saldo (in procenten bbp)

– 1,5%

0,4%

1,9%

         

EMU-schuld

466

434,1

– 32

EMU-schuld (in procenten bbp)

66,2%

62,3%

– 4,0%

         

bbp

704

697

– 7

De uitgaven van het Rijk bedroegen vorig jaar 256,2 miljard euro, 0,3 miljard euro minder dan begroot. De uitgaven onder de kaders waren 0,2 miljard euro lager dan begroot, en ook de uitgaven buiten het uitgavenkader vielen mee, namelijk 0,1 miljard euro. Zo waren de rentekosten voor de staatsschuld en de uitgaven aan de zorgtoeslag lager dan het kabinet verwachtte. De opbrengsten uit de gaswinning vielen met 1,9 miljard euro in totaal 3,8 miljard euro lager uit dan begroot.

De opbrengsten uit de belastingheffing en de sociale premies waren, onder andere door de hogere werkgelegenheid, 11 miljard euro hoger dan de Miljoenennota 2016 vermeldde. Die hogere inkomsten en lagere rijksuitgaven samen hebben tot een verbetering van het EMU-saldo van de centrale overheid geleid. De begroting ging uit van een EMU-tekort van 8,6 miljard euro, maar dat is omgeslagen in een overschot van 2,7 miljard euro. Als ook het EMU-overschot van gemeenten, provincies en waterschappen meegenomen wordt van 0,3 miljard euro, dat is 2,2 miljard euro hoger dan begroot, komt de collectieve sector uit op een EMU-overschot 2,9 miljard euro. Afgezet tegen de omvang van de economie, het bruto binnenlands product (bbp), bedroeg het overschot 0,4 procent, terwijl het kabinet in de begroting voor 2016 nog rekening hield met een tekort van – 1,5 procent.

De schuld van de collectieve sector (ook wel de EMU-schuld genoemd) lag eind 2016 32 miljard euro lager dan het kabinet verwachtte toen het de begroting 2016 opstelde in de zomer van 2015. De 434 miljard euro schuld is gelijk aan 62,3 procent van het bbp. Dat is 4,0 procentpunt lager dan de verwachte 66,2 procent uit de Miljoenennota 2016.

Tabel 2.1.2 Macro-economische kernvariabelen
 

MN 2016

FJR 2016

Verschil

Economische groei (volumegroei, in procenten)

2,4%

2,2%

– 0,2%

Inflatie (consumentenprijsindex, mutatie per jaar in procenten)

1,2%

0,3%

– 0,9%

Contractloon marktsector (mutatie per jaar in procenten)

1,4%

1,7%

0,3%

Werkloze beroepsbevolking (in duizenden personen, internationale definitie)

605

538

– 67

Lange rente (niveau in procenten)

0,9%

0,3%

– 0,6%

Eurokoers (dollar per euro)

1,09

1,11

0,02

Olieprijs (dollar per vat)

60

43

– 17

De groei van de economie is vorig jaar lager uitgevallen dan de raming op basis waarvan het kabinet de begroting voor 2016 heeft opgesteld. De veronderstelde groei was met 2,4 procent hoger dan de 2,2 procent groei die feitelijk plaats heeft gevonden, zoals ook hoofdstuk 1 beschrijft. De inflatie, de lange rente en de olieprijs lagen ook lager dan gedacht in de zomer van 2015. De lonen in de marktsector en de koers van de euro ten opzichte van de dollar lagen iets hoger dan geraamd ten tijde van de begroting.

Licence