Base description which applies to whole site

2.1 De ontwikkeling van de uitgaven

In deze paragraaf worden de uitgaven van de Rijksbegroting in 2021 besproken. Hierbij is bijzondere aandacht voor de mutaties sinds de Miljoenennota 2021. Net als in 2020 kende het jaar 2021 bijzondere uitgaven in het kader van de coronacrisis. De coronagerelateerde uitgaven zijn net als vorig jaar buiten het plafond geplaatst. Zo is voorkomen dat deze uitgaven ertoe leidden dat er minder kon worden uitgegeven aan andere zaken. Figuur 2.1.1 laat zien dat de coronagerelateerde uitgaven redelijk vergelijkbaar zijn met het jaar 2020. Aan het einde van deze paragraaf wordt daarbij uitgebreid stilgestaan.

Naast deze bijzondere uitgaven kende Nederland de reguliere uitgaven waarvoor het uitgavenplafond wel geldt. Dit hoofdstuk begint met de ontwikkeling van deze laatste uitgaven, die binnen het uitgavenplafond zijn gedaan. Het uitgavenplafond is onderverdeeld in drie deelplafonds: Rijksbegroting, Sociale Zekerheid en Zorg.

Figuur 2.1.1 Totale uitgaven per deelplafond (in miljarden euro)

In het Regeerakkoord heeft het kabinet afgesproken hoeveel er elk jaar maximaal mag worden uitgegeven. Met deze plafondtoetsen controleert het kabinet of het verwachte uitgavenniveau binnen het vastgestelde uitgavenplafond blijft. Tabel 2.1.1 geeft de plafondtoets weer van de drie verschillende deelplafonds en het totale uitgavenplafond.

Ten opzichte van de Miljoenennota 2021 is de overschrijding op het deelplafond Rijksbegroting toegenomen en is de onderschrijding op het deelplafond Zorg afgenomen. De onderschrijding op deelplafond Zorg compenseert de overschrijding op het deelplafond Sociale Zekerheid. In de Najaarsnota 2021 sloot het uitgavenplafond voor 2021 nog op een overschrijding van 5,4 miljard euro. Sindsdien is er bij de reguliere uitgaven nog een aantal meevallers gemeld, waaronder een forse onderuitputting die wordt toegelicht in paragraaf 2.1.1. Per saldo is het totale uitgavenplafond in 2021 met 4 miljard euro overschreden.

De ontwikkeling van de uitgaven onder de drie deelplafonds wordt in deze paragraaf toegelicht.

Tabel 2.1.1 Plafondtoets Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 (in miljarden euro, - is onderschrijding)1
 

Miljoenennota 2021

FJR 2021

Verschil

Rijksbegroting

   

Uitgavenplafond regulier

147,6

148,1

0,6

Uitgavenniveau regulier

148,4

152,0

3,6

Uitgaven coronamaatregelen

6,7

21,6

14,9

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

0,8

3,9

3,1

    

Sociale Zekerheid

   

Uitgavenplafond regulier

90,5

87,4

‒ 3,1

Uitgavenniveau regulier

90,9

87,8

‒ 3,1

Uitgaven coronamaatregelen

5,5

9,3

3,8

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

0,4

0,3

‒ 0,0

    

Zorg

   

Uitgavenplafond regulier

76,4

76,3

‒ 0,1

Uitgavenniveau regulier

75,3

76,1

0,8

Uitgaven coronamaatregelen

0,1

0,2

0,2

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

‒ 1,1

‒ 0,3

0,9

    

Totale uitgavenplafond

   

Uitgavenplafond regulier

314,5

311,9

‒ 2,6

Uitgavenniveau regulier

314,5

315,9

1,3

Uitgaven coronamaatregelen

12,3

31,1

18,8

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

0,0

4,0

3,9

1

Door afronding wijkt de som van de delen af van het totaal.

Het totale uitgavenplafond voor 2021 is ten opzichte van de Miljoenennota 2021 met 2,6 miljard euro verlaagd voor de reguliere uitgaven. Dit komt onder andere doordat het uitgavenplafond, volgens de reguliere systematiek, wordt gecorrigeerd voor uitgaven aan WW en bijstand. Deze uitgaven vallen 3,1 miljard lager uit dan wat bij de Miljoenennota 2021 werd verwacht.

Het is niet wenselijk om andere uitgaven te verminderen vanwege de uitgaven aan de nood- en steunpakketten. Daarom gaan de uitgaven aan deze maatregelen buiten het reguliere uitgavenplafond om. In de technische verwerking wordt dit gerealiseerd via een plafondcorrectie. De totale uitgaven hieraan zijn voor 2021 uitgekomen op 31,1 miljard euro.

Licence