Base description which applies to whole site

2.1.2 Plafondtoets Rijksbegroting

De uitgaven onder het deelplafond Rijksbegroting zijn hoger uitgekomen dan geraamd in de Voorjaarsnota 2022. Omdat het plafond Rijksbegroting sinds de Voorjaarsnota 2022 omhoog is bijgesteld, is echter wel onderschriiding opgetreden van 2,3 miljard euro. Tabel 2.1.3 toont een uitsplitsing van de ontwikkelingen onder het deelplafond Rijksbegroting.

Tabel 2.1.3 Ontwikkeling uitgavenplafond Rijksbegroting
 

in miljoenen euro (- is onderschrijding)

2022

1

Uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2022

156.361

 

Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:

 

2

Overboekingen met Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen

‒ 63

3

Loon- en prijsontwikkeling

2

4

Oekraïne uitgaven

383

5

Norg Akkoord

3.639

6

Lagere ontvangsten Mijnbouwheffing

1.713

7

Lagere ontvangsten EBN

2.586

8

Overige plafondcorrecties

‒ 2

9

Uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 1 t/m 8)

164.618

   

10

Reguliere uitgaven bij Voorjaarsnota 2022

156.361

 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond:

 

11

Overboekingen met Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen

‒ 63

12

Loon- en prijsontwikkeling

2

13

Oekraïne-uitgaven

383

14

Norg Akkoord

3.639

15

Lagere ontvangsten Mijnbouwheffing

1.713

16

Lagere ontvangsten EBN

2.586

17

Overige plafondcorrecties

‒ 2

   
 

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte:

 

18

Koopkrachtpakket juli

247

19

Koopkrachtpakket augustus

‒ 407

20

Tussenvariant prijsplafond van 1 november tot 1 januari

3.124

21

Voorschot tijdelijk prijsplafond

371

22

Kasschuif energietoelage

500

23

Gasbaten

‒ 1.942

24

Asiel

383

25

Afpakken en boetes

345

26

Waterschade Limburg

‒ 176

27

Bni-bijstelling HGIS

28

28

EU-afdrachten

‒ 262

29

Dividenden staatsdeelnemingen

‒ 37

30

Rente-uitgaven

499

31

Accres Gemeentefonds, Provinciefonds en BCF

‒ 41

32

Studiefinanciering renteontvangsten

5

33

Kasschuiven

‒ 196

34

Taakstellende onderuitputting

‒ 2.100

35

Aanvullende taakstelling

2.100

36

Invullen in =uit-taakstelling

228

37

Onderuitputting

‒ 4.827

38

Toeslagen

‒ 62

39

Diversen

‒ 117

40

Reguliere uitgaven bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 10 t/m 39)

162.281

   

41

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2022 (= 10 - 1)

42

Over-/onderschrijding uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 40 ‒ 9)

‒ 2.337

43

Uitgavenniveau corona bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022

13.511

44

Totale uitgaven bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 40 + 43)

175.791

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

11. Overboekingen met Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen

Het uitgavenplafond Rijksbegroting werd bij de Najaarsnota met 63 miljoen euro neerwaarts bijgesteld voor overboekingen naar de deelplafonds Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen.

12. Loon- en prijsontwikkeling

De budgetten onder het deelplafond Rijksbegroting worden ieder jaar bijgesteld op basis van de loon- en prijsontwikkeling die het CPB raamt. Dit gebeurt volgens reguliere systematiek bij de Voorjaarsnota. De in deze plafondtoets opgenomen neerwaartse bijstelling is het gevolg van een technische correctie op deze bijstelling, die heeft plaatsgevonden op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

13. Oekraïne-uitgaven

De uitgaven die direct samenhangen met de oorlog in Oekraïne worden buiten het uitgavenplafond verwerkt, met uitzondering van de kosten die vanuit bestaande budgetten worden gedekt. Voor deze regelingen is het uitgavenplafond gecorrigeerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor uitgaven die verband houden met het onderwijs aan ontheemden en de kosten die verband houden met de zorg aan onverzekerden. In bijlage 13 is een overzicht van alle Oekraïne-uitgaven opgenomen.

14. Norg Akkoord

Aan de hand van de in arbitrage vastgestelde berekeningswijze wordt na afloop van elk gasjaar berekend wat de vergoeding is die de overheid dat jaar moet betalen voor de gewijzigde inzet van de gasberging in Norg. Bij de Miljoenennota 2023 was de vergoeding voor 2022 nog niet definitief, daarom heeft in de Najaarsnota een bijstelling plaatsgevonden. De 3,6 miljard euro is een optelsom van de vastgestelde raming in de Miljoenennota en de bijstelling in de Najaarsnota.

15. Ontvangsten Mijnbouwwet

Circa 1,7 miljard euro hiervan is pas begin 2023 ontvangen vanwege technische problemen met de aanslag en ontvangst van de betaling. Hierdoor zijn de ontvangsten in 2022 lager dan verwacht. 

16. Dividenden EBN

Hier is zichtbaar dat EBN geen dividenden heeft uitgekeerd dit jaar. Dit hangt samen met solidariteitsbijdrage, die al is vermeld in de zogenoemde veegbrief. Daardoor is het verwachtte bedrag niet ontvangen. 

17. Overige plafondcorrecties

Deze post bevat alle overige mutaties waarvoor het plafond van de Rijksbegroting is gecorrigeerd.

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte

18. Koopkrachtpakket juli

In juli is besloten de energietoelage voor huishoudens te verhogen. De extra uitgaven in 2022 zijn gedeeltelijk gedekt met de gestegen gasbaten in 2023.

19. Koopkrachtpakket augustus

Deze post betreft het uitgavendeel onder het plafond Rijksbegroting van het koopkrachtpakket waartoe het kabinet in augustus heeft besloten. Dit is verder toegelicht in paragraaf 2.2.1 van de Miljoenennota.

20. Tussenvariant prijsplafond energie van 1 november tot 1 januari

Op de tussenvariant van het prijsplafond is 30 miljoen euro minder gerealiseerd van de 3,1 miljard euro die begroot was voor de tegemoetkoming voor huishoudens in november en december 2022. Dit betekent dat er een realisatie is van 3,1 miljard euro.

21. Voorschot tijdelijk prijsplafond energie

Het tijdelijk prijsplafond kent een realisatiebijstelling van 1 miljard euro. De reden hiervoor is dat enkele grote energieleveranciers niet in 2022 maar in 2023 een subsidieaanvraag hebben ingediend. Dit betekent dat er 371 miljoen euro is gerealiseerd.

22. Kasschuif energietoelage

In 2023 is net als in 2022 1,4 miljard euro beschikbaar om huishoudens met een laag inkomen ondersteuning te bieden voor de gestegen energiekosten. Gemeenten kunnen huishoudens die leven van maximaal 120 procent van het sociaal minimum een bedrag van 1300 euro uitkeren in 2023. Om huishoudens in 2022 nog beter te ondersteunen, kregen gemeenten de mogelijkheid om 500 euro per huishouden al in 2022 uit te keren. Om deze reden werd 500 miljoen euro van de begroting 2023 naar 2022 geschoven. De middelen werden verdeeld via de algemene uitkering op grond van de reguliere verdeelsleutel voor de bijzondere bijstand.

23. Gasbaten

Dit betreft hogere gasbaten als gevolg van de hoge gasprijs in 2022. De gasbaten zijn in totaal met 1,9 miljard euro naar boven bijgesteld ten opzichte van de stand bij de Voorjaarsnota 2022. Deze bijstelling bestaat uit een positieve bijstelling van 2,4 miljard euro bij de Miljoenennota en een negatieve bijstelling van 0,5 miljard euro bij de Slotwet.

24. Asiel

Bij de augustusbesluitvorming heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld voor crisisopvang van asielzoekers en huisvesting en inburgering van statushouders. Voor 2022 gaat het om 383 miljoen euro. Het totaal van 383 miljoen bestaat uit de generale onderuitputting bij NJN 2022 (200 miljoen euro) en de middelen die generaal bij augustusbrief zijn vrij gemaakt (183 miljoen euro). Daarnaast hebben zich in 2022 door de verhoogde instroom van reguliere asielzoekers ten opzichte van de oorspronkelijke raming tegenvallers voorgedaan bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA, 380 miljoen euro), Nidos (27 miljoen euro), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND, 20 miljoen euro) en VluchtelingenWerk Nederland (4 miljoen euro). De totale tegenvaller is 431 miljoen euro. Een deel van deze meerkosten wordt opgevangen vanuit Official Development Assistance (ODA)-budgetten voor de opvang van eerstejaarsasielzoekers (160 miljoen euro). Het resterende deel wordt gedekt uit de onderuitputting bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) (71 miljoen euro) en de rijksbrede onderuitputting (200 miljoen euro).

25. Afpakken en boetes

Er doet zich een forse tegenvaller voor van circa 277 miljoen euro op de begrote ontvangsten uit het afpakken van crimineel geld en goederen door het uitblijven van grote transacties. Daarnaast doet zich op de ontvangsten uit boetes en transacties een tegenvaller voor van circa 68 miljoen euro. Deze wordt veroorzaakt door mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen aan het begin van het jaar, aanpassing van het rijgedrag als gevolg van de hogere brandstofprijzen en het vervangen van flitspalen en trajectcontroles waardoor deze tijdelijk moesten worden uitgezet.

26. Waterschade Limburg

Voor de regeling Tegemoetkoming waterschade in Limburg was 256 miljoen euro gereserveerd op de JenV-begroting en 5,5 miljoen euro op de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het beroep op deze regeling is minder groot dan geraamd. Daarom valt een deel van het budget vrij. Op de JenV-begroting valt 175 miljoen euro in 2022 vrij. Hiervan wordt echter 35 miljoen euro doorgeschoven naar 2023 voor het afhandelen van de in dat jaar geraamde vertraagde uitbetalingen. Op de LNV-begroting valt 1,4 miljoen euro in 2022 vrij.

27. Bni-bijstelling HGIS

Conform de reguliere systematiek is het budget voor Official Development Assistance (ODA) van de HGIS bijgesteld op basis van de verwachte prijsontwikkeling van het bruto nationaal inkomen (bni) uit de CPB-raming (MEV 2022). Dit leidt tot een meevaller van 28 miljoen euro in 2022.

28. EU-afdrachten

De afdrachten vielen in 2022 262 miljoen euro lager uit dan geraamd. Bij Miljoenennota is de raming reeds met 40 miljoen naar beneden bijgesteld, en daarna bleken de afdrachten nog 222 miljoen lager uit te vallen. Dit heeft verschillende oorzaken. Een belangrijk element is de bni-afdracht die 309 miljoen euro lager uitviel, doordat Nederland deze raamt op het Meerjarig Financieel Kader (MFK)-plafond in plaats van op de begroting. Dit bedrag wordt via de jaarlijkse technische aanpassing opgeteld bij de MFK-plafonds van de toekomstige jaren. Deze technische mutatie wordt jaarlijks met de Miljoenennota verwerkt. Daarnaast was er nog een nabetaling van de invoerrechten waardoor deze uitgaven met 135 miljoen euro zijn gestegen en daarmee is de perceptiekostenvergoeding met 31 miljoen euro gestegen. De resterende 17 miljoen euro is een saldo van een aantal kleinere mutaties.

29. Dividenden staatsdeelnemingen

Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen leidt tot een positieve bijstelling (37 miljoen euro), door de definitieve vaststellingen van de dividenden.

30. Rente-uitgaven

De rentelasten nationale schuld zijn hoger uitgevallen door de gestegen rente. Bij verwerking van de Macroeconomische Verkenning-raming in augustus zijn de rentetarieven opwaarts bijgesteld, de lange rente is gestegen van 0% naar 1,15%. Dit heeft geleid tot een tegenvaller van 499 miljoen euro op de rentelasten.

31. Accres Gemeentefonds, Provinciefonds en BCF

Deze post bevat het accres voor het Gemeentefonds en Provinciefonds en de mutaties als gevolg van de voorlopige afrekening van het Btw-compensatiefonds (BCF) voor 2022.

32. Studiefinanciering renteontvangsten

Er doet zich op de raming van renteontvangsten op studiefinanciering een tegenvaller voor. De renteontvangsten zijn in de eerste jaren omlaag bijgesteld vanwege de lage rentestand. In het voorjaar van 2022 waren alle vijf de geldende rentes 0%. De renteontvangsten die nog binnenkomen betreffen veelal achterstallige rentebetalingen.

33. Kasschuiven

In Miljoenennotajaar 2022 is een aantal middelen vanuit 2022 doorgeschoven naar 2023. Ook zijn middelen vanuit latere jaren naar 2022 gehaald. Het gaat onder andere om kasschuiven op middelen voor toeslagen (1,2 miljard euro van 2022 naar latere jaren) en een kasschuif voor de vooruitbetaling van het openbaar vervoer (1 miljard euro van 2023 naar 2022). Per saldo is er 196 miljard euro uit 2022 weggeschoven.

34 en 35 Taakstellende onderuitputting, inclusief invulling

Om extra middelen voor de augustusbesluitvorming mogelijk te maken is een aanvullende taakstellende onderuitputting ingeboekt voor de jaren 2022 tot en met 2024. Voor 2022 betrof dit 2,1 miljard euro. Deze taakstellende onderuitputting werkt hetzelfde als de in=uit-taakstelling en is voor 2022 bij Najaarsnota volledig ingevuld met de onderuitputting op de departementale begrotingen.

36.Invullen in=uittaakstelling

De in=uittaakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0 procent van de bruto uitgaven onder deelplafond Rijksbegroting. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden door de uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenoemde in=uittaakstelling. De in=uit-taakstelling wordt gaandeweg het jaar ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.

De reguliere in=uit-taakstelling voor 2022 op deelplafond Rijksbegroting was 228 miljoen euro. Deze is bij de Najaarsnota voor 186 miljoen euro ingevuld met de onderuitputting op de departementale begrotingen. De resterende 42 miljoen euro is ingevuld met de onderuitputting bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk.

37. Onderuitputting

De totale onderuitputting over alle deelplafonds bedraagt 6,2 miljard euro. De oorzaken van de onderuitputting zijn toegelicht in paragraaf 2.1.1. Van dit bedrag betreft 4,8 miljard euro onderuitputting op het deelplafond Rijksbegroting.

38. Toeslagen

De uitgaven aan Toeslagenherstel zijn 62 miljoen lager uitgevallen dan begroot, omdat het uitbetalingsritme van de programmamiddelen verschilde van de raming, bijvoorbeeld bij de uitbetalingen aan medeoverheden en toeslagengedupeerden. Er worden middelen meegenomen naar 2023 om alsnog uitgekeerd te worden.

39. Diversen

De post Diversen bevat het saldo van alle resterende uitgavenmutaties onder het deelplafond Rijksbegroting. De post bevat onder andere dekking voor de Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto 135 miljoen euro aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers. Deze middelen zijn na aftrek van perceptiekostenvergoeding overgeheveld vanaf de reservering op de aanvullende post naar de BZ-begroting. Van deze bruto betalingen is 68 miljoen euro onder voorbehoud en 67 miljoen euro definitief.

Licence