Base description which applies to whole site

2 SALDIBALANS VAN HET RIJK PER 31 DECEMBER 2022

Tabel 2 Saldibalans van het Rijk per 31 december 2022

DEBET

31-12-2022

31-12-2021

  

CREDIT

31-12-2022

31-12-2021

OMSCHRIJVING

 

€ mln.

€ mln.

  

OMSCHRIJVING

 

€ mln.

€ mln.

1

Uitgaven ten laste van de begroting

333.200

326.163

  

12

Ontvangsten ten gunste van de begroting

347.341

319.052

2

Vorderingen buiten begrotingsverband

21.818

15.652

  

13

Schulden buiten begrotingsverband

19.604

27.305

 

(intra-comptabele vorderingen)

     

(intra-comptabele schulden)

  

14

Saldi begrotingsfondsen

 

236

  

14

Saldi begrotingsfondsen

1.146

 

3

Liquide Middelen

14.741

7.158

      

4

Saldo geldelijk beheer van het Rijk

5.629

3.309

  

15

Saldi begrotingsreserves

7.297

6.159

 

Totaal intra-comptabele posten

375.387

352.517

   

Totaal intra-comptabele posten

375.387

352.517

5

Openstaande rechten

55.794

50.172

  

16

Tegenrekening openstaande rechten

55.794

50.172

6

Vorderingen

67.595

63.712

  

17

Tegenrekening vorderingen

67.595

63.712

7

Tegenrekening schulden

459.850

413.199

  

18

Schulden

459.850

413.199

8

Voorschotten

244.494

228.406

  

19

Tegenrekening voorschotten

244.494

228.406

9

Tegenrekening andere verplichtingen

205.223

180.379

  

20

Andere verplichtingen

205.223

180.379

10

Deelnemingen

44.562

42.678

  

21

Tegenrekening deelnemingen

44.562

42.678

11

Tegenrekening garantieverplichtingen

220.233

213.108

  

22

Garantieverplichtingen

220.233

213.108

 

Totaal extra-comptabele posten

1.297.750

1.191.654

   

Totaal extra-comptabele posten

1.297.750

1.191.654

 

TOTAAL-GENERAAL

1.673.137

1.544.171

   

TOTAAL-GENERAAL

1.673.137

1.544.171

Toelichting op de saldibalans van het Rijk

De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.

Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.

Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting

Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.

Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 21.818 miljoen euro, waarvan 20.388 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.

Ad 3) Liquide middelen

Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.

Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk

Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.

Ad 5 en 16) Openstaande rechten

Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.

Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)

Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.

Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)

Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.

Ad 8 en 19) Voorschotten

Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.

Ad 9 en 20) Andere verplichtingen

Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.

Ad 10 en 21) Deelnemingen

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.

Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen

Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.

Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.

Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)

Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.

Ad 14) Saldi begrotingsfondsen

Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De post saldi begrotingsfondsen staat zowel debet als credit op de Rijkssaldibalans. In 2021 betrof het een nadelig saldo. In 2022 betreft het een positieve saldo.

Ad 15) Saldi begrotingsreserves

Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:

  • Nationale Hypotheekgarantie en Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties (BZK);

  • FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);

  • Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, Garantieregeling ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);

  • Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);

  • Asiel (JenV);

  • Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Garantstelling Groenfonds (LNV);

  • Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);

  • Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).

Licence