Base description which applies to whole site

5 EMU-SALDO EN EMU-SCHULD

Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.

Tabel 5.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, + = overschot)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

402,9

407,2

4,3

    

Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader

413,6

397,0

‒ 16,7

Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

19,9

17,1

‒ 2,8

Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

433,6

414,1

‒ 19,5

    

EMU-saldo centrale overheid

‒ 30,6

‒ 6,9

23,8

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1,1

‒ 3,2

‒ 2,1

    

EMU-saldo collectieve sector

‒ 31,7

‒ 10,1

21,6

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,9%

‒ 0,9%

2,1%

    

EMU-schuld collectieve sector

509,5

491,6

‒ 17,9

EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp)

47,3%

43,3%

‒ 3,9%

    

Bruto binnenlands product (bbp)

1.078,3

1.134,1

55,8

Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).

Tabel 5.2 EMU-saldo (in miljoenen euro, + is overschot)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

1

Belasting- en premieontvangsten

402.943

407.223

4.280

2

Totale netto-uitgaven

469.013

465.393

‒ 3.619

3

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

‒ 41.482

‒ 48.899

‒ 7.418

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

‒ 6.036

2.414

8.449

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1.090

‒ 3.227

‒ 2.137

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

‒ 31.713

‒ 10.084

21.629

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.

Tabel 5.3 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo (in miljoenen euro, + is uitgave)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Verstrekking studieleningen

4.707

3.013

‒ 1.694

Aflossing studieleningen

‒ 1.379

‒ 1.614

‒ 235

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

549

‒ 972

‒ 1.521

Voortijdige beeindiging derivaten

0

‒ 206

‒ 206

Rente-ontvangsten derivaten

1

52

51

Uitgaven gerelateerd aan Oekraïne

0

0

0

Rijksbijdragen aan sociale fondsen (incl. rente)

51.884

56.992

5.107

Kasbeheer

‒ 13.023

‒ 21.073

‒ 8.051

Lening TenneT

0

13.100

13.100

Overig

‒ 1.258

‒ 392

866

Totaal

41.482

48.899

7.418

Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenoemd kas-transverschil worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4, omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.

In tabel 1.2.1.1 in de hoofdtekst van dit Financieel Jaarverslag is in de verticale toelichting van het EMU-saldo een overige post van 3.297 miljoen euro opgenomen. Dit bedrag kan uit tabel 5.4 worden berekend door het Totaal Rijk en sociale fondsen (8.363 miljoen euro) te verminderen met de KTV rijksbijdragen aan decentrale overheden (4.798 miljoen euro) en de Mutatie begrotingsreserves (267 miljoen euro).

Tabel 5.4 Kas-transverschillen en overige posten (in miljoenen euro, + is saldoverbeterend)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

KTV EU-afdrachten

0

‒ 901

‒ 901

KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

0

1.156

1.156

KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

0

‒ 39

‒ 39

KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding

13

18

5

KTV OV-studentenkaart

‒ 1.000

0

1.000

KTV Veilingopbrengsten

284

117

‒ 167

KTV Gasbaten

‒ 580

212

792

KTV Publiek private samenwerking

199

160

‒ 39

KTV Defensie

0

1.534

1.534

KTV Prestatiebeurzen

‒ 1.895

‒ 1.639

256

KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden

0

4.798

4.798

Mutatie begrotingsreserves

‒ 421

‒ 153

267

Saldo agentschappen en rest centrale overheid

0

540

540

Overig

‒ 1.805

1.490

3.295

Subtotaal Rijk

‒ 5.204

7.294

12.498

    

Eigenrisicodragers WGA/ZW

497

503

6

Zorgbemiddeldingskosten

‒ 1.328

‒ 1.813

‒ 484

Correctie aansluiting premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten1

0

‒ 4.055

‒ 4.055

Overige correcties

0

484

484

Subtotaal sociale fondsen

‒ 831

‒ 4.880

‒ 4.049

Totaal Rijk en sociale fondsen

‒ 6.036

2.414

8.449

1 Het stelsel van macro-economische statistieken zoals het CBS deze bijhoudt wordt de nationale rekeningen genoemd. Deze nationale rekeningen (NR) zijn afgelopen zomer gereviseerd. De wettelijke sociale premies die socialezekerheidsfondsen betalen op de uitkeringen werden voorheen gesaldeerd met de uitkeringen. Vanaf de NR-revisie worden de uitkeringen en de bijbehorende wettelijk sociale premies bruto geregistreerd: bijvoorbeeld de Zvw-premie die afgedragen wordt bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als hogere premie-inkomsten die per saldo tegen elkaar wegstrepen. De raming van premie-inkomsten is gebaseerd op data van CPB en CBS. Daarom is hierbij uitgegaan van de bruto registratiewijze. Voor de premiegefinancierde uitgaven op de rijksbegroting wordt gewerkt volgens de gesaldeerde registratiewijze. Om te voorkomen dat deze twee verschillende registratiewijzen tot een onbedoeld technisch effect op het EMU-saldo leiden, is een correctie toegepast.

Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.

Tabel 5.5 Opbouw EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro, - is tekort)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

EMU-saldo centrale overheid

‒ 41.871

‒ 20.298

21.573

EMU-saldo sociale fondsen

11.247

13.441

2.194

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1.090

‒ 3.227

‒ 2.137

EMU-saldo collectieve sector

‒ 31.713

‒ 10.084

21.629

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,9%

‒ 0,9%

2,1%

Tabel 5.6 EMU-saldo Rijk (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Belastingontvangsten

269.822

274.734

4.912

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 296.086

‒ 294.234

1.852

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

41.482

48.899

7.418

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

‒ 51.884

‒ 56.992

‒ 5.107

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

‒ 5.204

7.294

12.498

EMU-saldo Rijk (centrale overheid)

‒ 41.871

‒ 20.298

21.573

Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.

Tabel 5.7 Financieringssaldo Rijksoverheid (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Belastinginkomsten (kasbasis)

278.381

283.807

5.426

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 296.086

‒ 294.234

1.852

Af: kas-transverschil rentelasten

‒ 390

847

1.237

Mutatie begrotingsreserves

‒ 421

‒ 153

267

Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening

0

‒ 180

‒ 180

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 18.515

‒ 9.913

8.602

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2024, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2024 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

Tabel 5.8 Opbouw EMU-schuld collectieve sector (in miljoenen euro, - is overschot)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

EMU-schuld begin jaar

489.927

482.228

‒ 7.699

Financieringssaldo Rijksoverheid

18.515

9.913

‒ 8.602

EMU-saldo decentrale overheden

1.090

3.227

2.137

EMU-saldo rest centrale overheid

0

‒ 540

‒ 540

Schatkistbankieren decentrale overheden

0

0

0

Overig

0

‒ 3.243

‒ 3.243

EMU-schuld einde jaar

509.532

491.585

‒ 17.947

EMU-schuldquote (in procenten bbp)

47,3%

43,3%

‒ 3,9%

Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.

Tabel 5.9 Opbouw EMU-schuldquote (in procenten bbp)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

EMU-schuldquote begin jaar

47,6%

46,6%

‒ 1,0%

Noemereffect bbp

‒ 2,2%

‒ 4,1%

‒ 1,9%

Financieringssaldo Rijksoverheid

1,7%

0,9%

‒ 0,8%

EMU-saldo decentrale overheden

0,1%

0,3%

0,2%

EMU-saldo rest centrale overheid

0,0%

0,0%

0,0%

Schatkistbankieren decentrale overheden

0,0%

0,0%

0,0%

Overig

0,0%

‒ 0,3%

‒ 0,3%

EMU-schuldquote einde jaar

47,3%

43,3%

‒ 3,9%

De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.

Tabel 5.10 Historisch overzicht EMU-saldo (in miljarden euro, - is tekort)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EMU-saldo

‒ 12,4

1,6

9,9

11,6

14,8

‒ 29,5

‒ 19,6

0,1

‒ 3,8

‒ 10,1

bbp

699,2

720,2

750,9

787,3

829,8

816,5

891,6

993,8

1.067,6

1.134,1

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 1,8%

0,2%

1,3%

1,5%

1,8%

‒ 3,6%

‒ 2,2%

0,0%

‒ 0,4%

‒ 0,9%

Tabel 5.11 Historisch overzicht EMU-schuld (in miljarden euro)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EMU-schuld

446,3

438,5

420,4

406,0

395,4

436,1

450,2

481,1

482,2

491,6

bbp

699,2

720,2

750,9

787,3

829,8

816,5

891,6

993,8

1.067,6

1.134,1

EMU-schuld (in procenten bbp)

63,8%

60,9%

56,0%

51,6%

47,7%

53,4%

50,5%

48,4%

45,2%

43,3%

Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.

Tabel 5.12 Aansluiting uitgaven Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
 

FJR 2024

Bron

Totaal kasuitgaven begrotingen

384,7

Tabel 1.2

Rentelasten

9,5

Tabel 1.4

Totaal kasuitgaven begrotingen en rentelasten

394,2

 
   

Af: uitgaven aflossing vaste schuld

38,3

H9A artikel 11

Af: uitgaven aflossing vlottende schuld

0,0

H9A artikel 11

Af: consolidatie

10,4

Tabel 4.2

Totaal uitgaven begrotingen

345,5

Tabel 4.2

   

Af: niet-belastingontvangsten begrotingen

51,3

Tabel 4.3

Totaal netto-uitgaven begrotingen

294,2

Tabel 4.4

   

Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven

171,2

Tabel 4.5

w.v. Sociale Verzekeringen

77,9

Tabel 4.5

w.v. Zorg

93,2

Tabel 4.5

   

Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies)

465,4

Tabel 5.1

w.v. Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader

397,0

Tabel 4.5

w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader

68,4

Tabel 4.6

   

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

48,9

Tabel 5.2

Bij: kas-transverschillen en overige posten

‒ 2,4

Tabel 5.2

   

Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo

414,1

Tabel 5.1

Tabel 5.13 Aansluiting ontvangsten Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
 

FJR 2024

Bron

Totaal kasontvangsten begrotingen

391,9

Tabel 1.3

Rentebaten

0,4

Tabel 1.5

Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten

392,3

 
   

Af: uitgifte vaste schuld

39,3

H9A artikel 11

Af: uitgifte vlottende schuld

7,2

H9A artikel 11

Af: (Dis)agio bij inkoop schuld

0,3

H9A artikel 11

Af: consolidatie

10,4

Tabel 4.3

Af: niet-belastingontvangsten

51,3

Tabel 4.3

   

Totaal belastingen op kasbasis

283,8

Tabel 3.2

   

Premie-inkomsten op kasbasis

133,2

 

w.v. volksverzekeringen

39,0

Tabel 3.2

w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis)

94,1

Tabel 3.2

   

Totale inkomsten op kasbasis

417,0

 
   

Kas-transverschillen inkomsten

9,8

 

w.v. kas-transverschillen belastingen

9,1

Tabel 3.2

w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen

0,5

Tabel 3.2

w.v. kas-transverschillen premies werknemersverzekeringen

0,1

Tabel 3.2

   

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

407,2

Tabel 5.1

Licence