Base description which applies to whole site

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze vierde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, en niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van deze nieuwe maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Het betreft de volgende maatregelen: onderzoek inzake nieuw beleid, aanschaf antigeen zelftesten voor onderwijs en de aanschaf van zuurstofconcentratoren.

Voor de overige maatregelen geldt dat het hier bijstellingen van eerder vastgesteld beleid betreft. Hier is artikel 2.27, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 van toepassing.

Voor de indiening van deze incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de brief Stand van zaken Covid-19 van 14 december 2021 met kenmerk Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1638, de Stand van zakenbrief Covid-19 van 14 januari 2022 met kenmerk 3306279-1022966-PDC19, Maatregelenbrief Covid-19 van 25 januari 2022 met kenmerk 3312433-1023735-PDC19 en de brief Aanschaf zuurstofconcentratoren van 23 december 2021 met kenmerk 3301294-1022350-GMT.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E.J. Kuipers

Licence