Base description which applies to whole site

5 5.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven kerndepartement

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met uitzondering van de agentschappen Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijkswaterstaat en de grote uitvoerende dienst Inspectie Leefomgeving en Transport. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en ICT, bijdragen aan rijksbrede SSO's en overige materiële voor het kerndepartement.

Tabel 93 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 98 (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

331.427

348.191

440.628

446.741

529.902

458.464

71.438

1

         

Uitgaven

335.910

342.540

400.962

455.862

520.927

467.459

53.468

 
         

1 Personele uitgaven

262.284

272.011

306.868

354.267

403.747

335.890

67.857

 

Personele uitgaven

262.284

272.011

306.868

354.267

403.747

335.890

67.857

2

Eigen persioneel

224.847

233.600

260.772

298.886

351.122

300.694

50.428

 

Externe inhuur

31.740

34.555

42.765

52.840

50.895

31.684

19.211

 

Overige personele uitgaven

5.697

3.856

3.329

2.541

1.730

3.512

‒ 1.782

 

2 Materiële uitgaven

73.626

70.529

94.094

101.595

117.180

131.569

‒ 14.389

 

Materiële uitgaven

73.626

70.529

94.094

101.595

117.180

131.569

‒ 14.389

3

ICT

25.614

25.753

27.886

30.743

38.603

45.243

‒ 6.640

 

Bijdrage aan SSO's

38.224

35.526

54.617

60.860

65.588

61.013

4.575

 

Overige materiële uitgaven

9.788

9.250

11.591

9.992

12.989

25.313

‒ 12.324

 
         

Ontvangsten

12.754

16.781

12.744

9.893

7.885

5.627

2.258

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere verplichtingen zijn veroorzaakt door de hogere uitgaven die hierna nader worden toegelicht en al in eerdere jaren aangegane verplichtingen met kasuitgaven in 2024. Het verschil met de uitgaven wordt verklaard door verplichtingenschuiven van latere jaren naar 2024 voor het aangaan van meerjarige verplichtingen in het kader van een contractverlenging voor programmabeheersing Vrachtwagenheffing, het vastleggen van een verplichting ten behoeve van licenties en t.b.v. de aanbesteding van project Horizon (content management).

  • 2. De hogere personele uitgaven worden veroorzaakt door:

    • Hogere eigen personele uitgaven (€ 50,4 miljoen) met name als gevolg van:

      • Uitgekeerde loon-en prijsbijstelling (€ 20,3 miljoen),

      • Bijdragen zijn ontvangen van EZK uit het Klimaatfonds t.b.v. de Ambitie Nucleair veiligheid, voor het programma Maatwerk Industrie, voor OFL nationaal Burgerraad en Lerende Evaluatie klimaatbeleid en Small modular Reactors (SMR) (€ 4,9 miljoen);

      • Een bijdrage voor PBL t.b.v. de uitvoering van de Rekenmeesterfunctie (€ 1,6 miljoen);

      • Ontvangen bijdragen van BZ voor uitgaven Luchtvaart voor vergoeding IenW attache in Ottawa wijziging looptijd detachering (€ 0,3 miljoen).

      • Bijdragen VWS LNV en BZK voor het programma Knaagdierbestrijding (€ 0,1 miljoen)

      • Bijdrage LNV Basisfinanciering natuurplanbureaufunctie 2024 (€ 0,2 miljoen);

      • Overboeking vanuit artikel 21 Luchtvaart t.b.v. inzet op de uitvoering van klimaatmaatregelen voor de nationale klimaatopgave, Circulaire economie, afvalverbranding, de Transitie agenda Consumptiegoederen (TACG) en het onderzoeksprogramma Monitoring en sturing Circulaire Economie 2024 door PBL (€ 2,7 miljoen);

      • Overboekingen van artikel 17 en 18 Luchtvaart en Maritiem ter dekking van tekorten op apparaat o.a. a.g.v. de afgesloten CAO (€ 2,3 miljoen);

      • Autonome tegenvaller op de salarisuitgaven als gevolg van de nieuwe CAO Rijk en de loonkosten van ingedetacheerde medewerkers (€ 0,8 miljoen)

      • Overboeking vanuit art 14 als bijdrage aan de Unit Instandhouding (€ 0,4 miljoen);

      • Overboeking vanuit art 18 als bijdrage noodzakelijk aan het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (€ 1,6 miljoen);

      • Herschikking vanuit Materieel voor de verdeling van de centrale reservering voor de Banenafspraak, een deel van de ontvangen prijsbijstelling ter dekking van personele uitgaven a.g.v. nieuwe CAO. Voor Programma Open Overheid wordt een deel van de werkzaamheden uitgevoerd door de inzet van een detacheringsmedewerker, daarnaast inzet voor het programma Verkenning Nationaal Actieprogramma Cybersecurity (VNAC) en voor de Vliegende brigade. Tevens extra kosten voor corporate opleiding en inzet voor de Evaluatiecommissie omgevingswet (€ 4,1 miljoen);

      • Herschikking vanuit Bijdrage Rijksbrede SSO’s ter dekking van tekort op personeel uitgaven a.g.v. de nieuwe CAO (€ 0,3 miljoen);

      • Overboekingen vanuit MF voornamelijk t.b.v. inzet op Vrachtwagenheffing, Topsector Logistiek, Tijdelijke Tolheffing, Digitale Transportstrategie en de Ontsluiting Woningbouw (WOMO) (€ 4,7 miljoen);

      • Overboeking van uit het DF o.a. voor inzet op het juridisch programma Deltawet (€ 0,3 miljoen);

      • Een naheffing vanuit de Werkkostenregeling (€ 5,1 miljoen);

      • Bijdrage aan het A+O fonds Duurzame CAO (€ 0,9 miljoen)

      • Diverse (- € 0,2 miljoen).

    • Hogere externe inhuur van € 19,2 miljoen voornamelijk als gevolg van:

      • Overboeking van middelen uit het MF t.b.v. o.a. Vrachtwagenheffing, Tijdelijke Tolheffing (TTH), bijdrage RWS voor Vernieuwing SAP (€ 3,9 miljoen);

      • Overboeking middelen uit het DF t.b.v. inhuur voor Cybersecurity (€ 1 miljoen);

      • Toedeling Eindejaarsmarge (€ 2,8 miljoen)

      • Uitgekeerde loonbijstelling (€ 1,7 miljoen);

      • Overboeking vanuit artikel 22 t.b.v. het project Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (€ 3,8 miljoen);

      • Overboeking vanuit artikel 16 inhuur van expertise die specifiek voor programma Beschikbaarheidsvergoeding regionale OV (BVOV) ingezet wordt (€ 0,9 miljoen);

      • Overboeking vanuit artikel 17 en 18 ter dekking van extra inzet o.a. voor Digitale Transport Strategie (DTS) (€ 1,2 miljoen);

      • Overboeking vanuit art 97 voor inzet Communicatie voor het Programma Ons Water (€ 0,3 miljoen);

      • Overboeking vanuit artikel 14 voor o.a. inzet met betrekking tot Digitalisering NTM. DSM en DMI (projecten op datagebied) (€ 0,5 miljoen);

      • Herschikking vanuit ICT t.b.v. inzet voor taken van Open Overheid die wordt niet in uitbesteding gedaan maar via inzet externe inhuur medewerkers (€ 3,0 miljoen);

      • Dekking structureel tekort Luchtvaart (€ 3,3 miljoen);

      • Vertraagde/ overlopende facturering (- € 3,1 miljoen);

      • Diverse (-€ 0,1 miljoen).

    • De lagere overige personele uitgaven van ‒ € 1,8 miljoen is voornamelijk het gevolg van dat de verzekeringsmaatschappijen hebben minder kosten in rekening gebracht, dan zij eerder hadden voorzien, voor aanspraken van oud-werknemers.

  • 37. De lagere materiele uitgaven worden veroorzaakt door:

    • Lagere ICT uitgaven van ‒ € 6,6 miljoen met name als gevolg van:

      • Door MinFin gefaciliteerde kasschuif t.b.v. DMS/Horizon naar 2025 en 2026 (-€ 9,8 miljoen);

      • Door MinFin gefaciliteerde kasschuif van 2024 naar 2026 t.b.v. STG-budget voor bouwkundige aanpassingen (- € 1,2 miljoen);

      • Door MinFin gefaciliteerde kasschuif van WAU-middelen van 2024 naar 2026 en 2027 (- € 1,7 miljoen);

      • Door MinFin gefaciliteerde kasschuif van ICT middelen a.g.v. de vertraagde aanbesteding Informatie Gedreven Werken (IGW) en Primair Proces Platform (PPP) (- € 0,7 miljoen);

      • Herschikking naar Externe inhuur t.b.v. Open Overheid (-€ 3,0 miljoen);

      • Ontvangen loon- en prijsbijstelling (€ 0,5 miljoen);

      • Aandeel BZ in vernieuwing SAP (€ 1,8 miljoen);

      • Bijdrage van RWS voor de Vernieuwing SAP (€ 3,6 miljoen);

      • BZK nagekomen factuur uit 2023 voor archief en post (€ 1,5 miljoen

      • Toegekende Eindejaarsmarge o.a. voor overlopende uitgaven t.b.v.  Vernieuwing SAP (€ 1,5 miljoen);

      • Herschikking vanuit Materieel door hoger wordende ICT kosten van o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere ICT dienstverleners en ICT werkzaamheden voor de IenW brede organisatie zoals Digi-toegankelijkheidstoetsen Cyber en data unit (€ 2,3 miljoen);

      • Diverse kleinere mutaties (-€ 1,4 miljoen).

    • Hogere bijdrage aan Rijksbrede SSO’s (€ 4,6 miljoen) met name als gevolg van:

      • Ontvangen loon- en prijsbijstelling (€ 1,9 miljoen);

      • Toegekende Eindejaarsmarge omdat een (inkoop)platform niet volledig opgeleverd kon worden in 2023 kon de factuur ook niet betaald worden (€ 1 miljoen);

      • Overboeking van art 97 is een centrale bijdrage geleverd voor Verbetering Werkomgeving (FMHaaglanden) (€ 0,7 miljoen);

      • Naheffing P-Direk door groei verzorgingsgebied (€ 0,4 miljoen);

      • Er kosten van maatwerk en plusdiensten Bij SSC ICT zijn hoger dan geraamd (€ 0,5 miljoen);

      • Herschikking naar Eigen personeel ter dekking van tekort uitgaven a.g.v. de nieuwe CAO (-€ 0,3 miljoen);

      • Diverse kleinere mutaties (€ 0,4 miljoen).

    • Lagere Overige materiele uitgaven (- € 12,3 miljoen) met name als gevolg van:

      • Herschikking naar Eigen personeel voor de verdeling van de centrale reservering voor de Banenafspraak, een deel van de ontvangen prijsbijstelling ter dekking van personele uitgaven a.g.v. nieuwe CAO, inzet voor de Vliegende brigade, en extra kosten corporate opleiding en inzet voor de Evaluatiecommissie omgevingswet (-€ 4,1 miljoen);

      • Loon- en prijsbijstelling (€ 1,9 miljoen);

      • Compensatie aan RWS, KNMI en ILT i.h.k.v. de Banenafspraak (-€ 7,2 miljoen);

      • Herschikking naar ICT door hoger wordende ICT kosten van o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere ICT dienstverleners en ICT werkzaamheden voor de IenW brede organisatie zoals Digi-toegankelijkheidstoetsen Cyber en data unit (-€ 2,3 miljoen);

      • Diverse interdepartementale overboekingen vanuit EZK en BZK m.b.t. bijdrage Evaluatie Commissie Omgevingswet en bijdrage OFL nationaal Burgerberaad en warmte transitie (€ 2,1 miljoen);

      • Door MinFin gefaciliteerde kasschuif van 2024 naar 2025 t.b.v. het Participatie Burgerforum a.g.v. vertraging (-€ 0,4 miljoen)

      • Meevallers wagenpark, facturen vielen veel lager uit door de creditnota voor de ingeleverde voertuigen (-€ 0,4 miljoen), minder uitgaven op IenW brede budgetten (-€ 1 miljoen), minder advisering door RLI dan geraamd vertraagde facturering (-€ 0,3 miljoen), minder uitgaven aan zaalhuur en drukwerk (-€ 0,2 miljoen) en nog niet leverbare informatiebeveiliging (-€ 0,3 miljoen). Diverse lagere materiele uitgaven (-€ 0,1 miljoen).

1. Personele uitgaven (€ 403,8 miljoen)

De personele uitgaven betreft alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.

  • Eigen personeel (€ 351,1 miljoen). Onder uitgaven eigen personeel vallen de loonkosten en de uitgaven voor de personele exploitatie.

    • Onder loonkosten wordt verstaan alle uit de rechtspositiebepalingen en aanverwante (wettelijke) regelingen voortvloeiende uitgaven aan en ten behoeve van de werknemers, zoals salaris, vakantie- en eindejaarsuitkering, vergoedingen voor inbesteding van personeel, toelagen, toeslagen en vergoedingen, gratificaties, onkostenvergoedingen waaronder woon-werkverkeer (ook collectieve inkoop openbaar vervoerskaarten), sociale lasten en de bijdrage aan de zorgverzekeringswet, pensioenpremies en de eindheffing loonbelasting.

    • Onder personele exploitatie worden andere personele uitgaven verstaan zoals verhuiskosten, hotels in het kader van dienstreizen, werving en selectie, keuringen, assessments, outplacement, loopbaanbegeleiding en re-integratie, arbeidsgezondheidskundige begeleiding, werkplekaanpassing, uitbesteding arbo-dienstverlening, bedrijfshulpverlening, representatie voor eigen personeel, opleiding, coaching, training, bezoek van symposia en congressen, personeelsevenementen, bijeenkomsten en recepties, noodzakelijke contributies van personeel, uitgaven sociaal flankerend beleid en dergelijke.

  • Externe inhuur (€ 50,9 miljoen). Dit betreft de uitgaven voor externe inhuur voor interim-management, organisatie- en formatieadvies, beleidsadvies, communicatieadvisering, juridisch advies, advisering opdrachtgevers automatisering, accountancy, financiën en administratieve organisatie en de inhuur van uitzendkrachten. De externe inhuur heeft onder andere betrekking op uitgaven voor programma’s, zoals de Vrachtwagenheffing, Duurzame mobiliteit, Fiets, en de Luchtruimherziening.

  • Overige personele uitgaven (€ 1,7 miljoen). De overige personele uitgaven betreft de uitgaven aan postactieven. Onder postactieven wordt verstaan uitgaven aan en ten behoeve van voormalig personeel, voor zover niet ten laste komend van derden (pensioen- of uitkeringsfonds) zoals Functioneel leeftijdsontslag (FLO), werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en de daarmee samenhangende uitvoeringskosten van derden.

2. Materiële uitgaven (€ 117,1 miljoen)

Onder de materiële uitgaven vallen uitgaven op het gebied van de ondersteunende processen, zoals ICT, bijdrage aan de Shared Service Organisaties en overige materiële uitgaven (o.a. schoonmaak, consumptieve diensten, kantoorartikelen, afvalzorgmanagement).

  • 1. ICT (€ 38,6 miljoen). Bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties.

  • 2. Bijdrage aan de Shared Service Organisaties (€ 65,6 miljoen). De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere P-Direkt (Salarisbedrijf van het Rijk), FM Haaglanden en het Rijksvastgoedbedrijf.

  • 3. Overige materiële uitgaven (€ 13 miljoen). Dit betreft materiele uitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces.

Ontvangsten (€ 7,9 miljoen)

De ontvangsten betreft voornamelijk vergoedingen die worden ontvangen voor onderzoeksopdrachten vanuit de Europese Unie (PBL), het Besluit Vergoedingen Kernenergiewet (ANVS), detacheringen en bedrijfsvoering.

Tabel 94 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en ZBO's/RWT's (bedragen x € 1.000)
    

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Totaal apparaatsuitgaven ministerie

467.791

493.760

569.362

652.524

752.565

670.490

82.075

Kerndepartement

335.910

342.540

400.962

455.862

520.927

467.459

53.468

ILT

131.881

151.220

168.400

196.662

231.638

203.031

28.607

Totaal apparaatskosten batenlastendiensten

1.319.137

1.381.231

1.434.879

1.576.737

1.781.225

1.561.961

219.264

KNMI

65.615

72.509

74.130

82.392

96.877

88.839

8.038

RWS

1.253.522

1.308.722

1.360.749

1.494.345

1.684.348

1.473.122

211.226

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's1

554.000

629.000

528.000

853.000

0

916.000

0

ProRail

554.000

629.000

528.000

853.000

n.n.b.

916.000

n.n.b.

1

De gegevens over 2024 zijn ten tijde van het publicatie van het jaarverslag nog niet bekend. Deze worden bij de begroting 2026 aan de Kamer aangeboden.

Licence