Base description which applies to whole site

4.1 Inkomstenbronnen van provincies

De uitgaven van provincies worden uit verschillende inkomstenbronnen bekostigd. In tabel 3 staat een overzicht van verschillende inkomstenbronnen van de provincies voor de periode 2020-2025. De cijfers tot en met 2023 zijn op basis van de jaarrekeningen. De cijfers 2024 en 2025 zijn op basis van de oorspronkelijke begrotingen.

Tabel 3 Inkomsten provincies (bedragen x € 1 mln.)
 

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

       

Totale baten1

10.196

8.922

9.925

9.767

8.770

8.982

       

waarvan

      

Provinciefonds2

2.603

2.542

2.843

3.130

3.341

3.552

Specifieke uitkeringen3

570

935

896

800

750

1.564

Motorrijtuigenbelasting1

1.660

1.701

1.735

1.803

1.878

1.997

1

Bron CBS Statline

2

Bron Ministerie van BZK

3

Bron realisatiecijfers OSU. Bron begrotingscijfers departementen (met bewerking BZK).

Inkomsten vanuit het Rijk

Een inkomstenbron voor de provincies is het provinciefonds. Het bedrag in de tabel betreft het totale verplichtingenbedrag voor het provinciefonds en omvat de algemene uitkering en de decentralisatie-uitkeringen. Het provinciefonds is verantwoordelijk voor 40% van de totale baten in 2025 van provincies.

Een tweede inkomstenbron wordt gevormd door de specifieke uitkeringen. Op de specifieke uitkeringen wordt in paragraaf 4.2 nader ingegaan.

Inkomsten uit eigen bronnen

Naast de uitkeringen van het Rijk hebben de provincies inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting, dit betreft 22% van de totale baten van provincies in 2025. Hierop wordt in paragraaf 4.3 dieper ingegaan. Daarnaast is sprake van onttrekkingen uit de reserves en van overige middelen.

Licence