Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

Bouwen aan een gezamenlijke toekomst

In het Koninkrijk werken we vanuit een gezamenlijk verleden aan een gedeelde toekomst. Binnen onze samenwerking met het Caribisch deel van het Koninkrijk staan de volgende thema’s centraal:

  • Deugdelijk bestuur en rechtsstaat;

  • Toekomstbestendige overheidsfinanciën;

  • Het vergroten van de zelfredzaamheid.

Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba richten we ons op het behoud en de groei van de brede welvaart om de zelfredzaamheid te vergroten. Het op orde brengen van de basis blijft hierin belangrijk voor de verdere ontwikkeling van deze eilanden. Samen zetten we in op toekomstbestendige financiële verhoudingen en deugdelijk bestuur, waaronder het versterken van de uitvoeringskracht. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid werken we aan de doorontwikkeling van het sociaal en fysiek terrein als randvoorwaarden voor duurzame economische ontwikkeling. Dit doen we door de samenwerking op het fysieke terrein te verbeteren, de samenwerking op het sociale terrein voort te zetten en de randvoorwaarden ondersteunend aan lokaal economisch beleid te verbeteren. Hier worden belangrijke geopolitieke ontwikkelingen in meegenomen, alsook de demografische ontwikkelingen zoals benoemd in het rapport «Gerichte Groei» van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen CN 2050.

In de samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten ligt de focus op deugdelijk bestuur en het versterken van de rechtsstaat, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. De geografische ligging brengt risico’s met zich mee, zoals een kwetsbaarheid voor internationaal georganiseerde criminaliteit en de kans op toenemende migratiestromen richting Aruba, Curaçao en ook Bonaire als gevolg van de politieke situatie in Venezuela. Dit en andere geopolitieke ontwikkelingen worden nauw gemonitord. We werken in 2026 samen aan het vergroten van de sociaaleconomische weerbaarheid, het versterken van de rechtsstaat en het bestuur en het borgen van toekomstbestendige overheidsfinanciën. Inzet richt zich op de rechtshandhavingsketen, alsook goed bestuur en integriteit en de versterking van het maatschappelijk middenveld.

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Goed bestuur en rechtsstaat

In 2026 wordt de Agenda Goed Bestuur voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba gepresenteerd. Hierin staan drie prioriteiten centraal: (1) het versterken van de overheden en dienstverlening aan burgers, (2) het versterken van instituties en het realiseren van adequate wettelijke kaders en toezicht en (3) de aanpak van integriteitsschendingen en het vergroten van de weerbaarheid van de rechtsstaat. De eerste prioriteit zal onder andere ingaan op de eilandelijke aanpak goed bestuur. Naast het uitvoeren van deze aanpak zal in 2026 gewerkt worden aan het versterken van de kaders voor bekendmaking, openbaarmaking en hergebruik van overheidsinformatie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De tweede prioriteit heeft betrekking op de versterking van wettelijke kaders aan de hand van het principe van comply or explain. In 2026 zal gewerkt worden aan de voorbereiding voor een Algemene wet bestuursrecht BES, waarbij ook in kaart wordt gebracht wat de financiële gevolgen zouden zijn als (delen van) de Algemene wet bestuursrecht zouden worden ingevoerd. Daarnaast wordt gewerkt aan de introductie van Bibob-wetgeving. Verder wordt op Bonaire, Sint Eustatius en Saba het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieu, bouwen en natuur op orde gebracht. Ook wordt onder andere gewerkt aan het versterken van instituties zoals de rekenkamers, het bevorderen van democratische bewustzijn en participatie middels burgerschapsonderwijs. De derde prioriteit wordt uitgevoerd langs de lijnen van de beleidsreactie op het WODC-rapport over ambtelijk-bestuurlijke integriteit op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zo worden in 2026 bestuurlijke afspraken gemaakt over inkoop en aanbesteden op de eilanden en wordt bezien welke maatregelen genomen kunnen worden om melders van integriteitsschendingen (inclusief klokkenluiders) beter te beschermen. Ook publiceren we in 2026 de eerste resultaten van de Monitor Integriteit en Veiligheid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Het bevorderen van de samenwerking, effectiever inrichten van de bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de eilanden, en goed functionerende openbare lichamen, allemaal op basis van goed bestuur, zijn randvoorwaarden voor het vergroten van de zelfredzaamheid. De afspraken in de drie bestuursakkoorden, die in 2023 en 2024 zijn gesloten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba, richten zich op het versterken van goed bestuur, uitvoeringskracht, digitalisering, de aanpak van het sociaal domein en de fysieke infrastructuur (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). In 2026 richten wij ons op de uitvoering en monitoring van de deze bestuursakkoorden. Voor Bonaire maken we samen met het openbaar lichaam begin 2026 een nieuwe uitvoeringsagenda voor de periode 2026 tot en met 2027, onder het Bestuursakkoord 2024 tot en met 2027.

Daarnaast werken we ten behoeve van uitvoeringskracht ook in 2026 aan de uitvoering van het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering, waarmee de (digitale) dienstverlening van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) wordt verbeterd. Zo wordt er in 2026 via het programma Werken aan Uitvoering gestart met een pilot voor een centraal Klantencontactcentrum, waaronder de afhandeling voor telefonie, e-mail en website-chat voor overheidsdienstverlening. Ook wordt voorzien in meertalige communicatie van verschillende overheidsdiensten en is de website van RCN vernieuwd om het gebruiksvriendelijker te maken. Dat programma loopt tot en met 2027.

De voorgenomen herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) en de Wet financiën BES (FinBES) wordt in 2026 voortgezet. Deze herziening is ingegeven door de wens om de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen de openbare lichamen en Europees Nederland te verbeteren. Hiertoe wordt in 2026 een wetsvoorstel ingediend. Daarnaast worden de afspraken die zijn gemaakt tijdens de Werkconferentie over de WolBES en FinBES uitgevoerd (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 52), zoals bijvoorbeeld de stapsgewijze verhoging van het aantal eilandsraadsleden, en de verhoging van het aantal gedeputeerden. De functie van de Rijksvertegenwoordiger zal blijven, maar deze zal zich meer toespitsen op het bevorderen en waarborgen van goed bestuur en het houden van interbestuurlijk toezicht.

Een goed functionerend vergunnings-, toezicht- en handhavingsstelsel (VTH) is ook essentieel voor een betrouwbare overheid. Eind 2025 nemen het kabinet en de besturen van Bonaire, Sint Eustatius, Saba en het Rijk een besluit over de duurzame oplossingsrichting van het VTH-stelsel. Dat besluit wordt in 2026 geïmplementeerd. Over deze doorontwikkeling worden afspraken gemaakt op basis van meetbare stappen en resultaten.

Houdbare overheidsfinanciën

Toekomstbestendige overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde voor zowel de economische ontwikkeling als de publieke voorzieningen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een belangrijke pijler van toekomstbestendige overheidsfinanciën is het financieel beheer. Goed financieel beheer is nodig om grip te houden op de financiën van het openbaar lichaam, tijdig bij te kunnen sturen en bestuurlijk onderbouwde keuzes te maken en hierover verantwoording af te leggen via uitvoeringsrapportages en de jaarrekening.

Ieder eiland werkt aan de hand van een verbeterplan aan de doorontwikkeling van het financieel beheer, waarbij deze vooral op Bonaire en Sint Eustatius aandacht behoeft. Deze plannen zien onder andere op het trainen van het personeel, het borgen van de kennis binnen de organisatie, het optimaliseren - waaronder digitaliseren - van werkprocessen en het doen van investeringen in financiële systemen. De doorontwikkeling van het financieel beheer is onderdeel van de bestuurlijke afspraken met de eilanden. Via deze afspraken wordt gestuurd op de uitvoering van de verbeterplannen en wordt de voortgang gemonitord.

Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba in staat te stellen om hun taken adequaat uit te voeren, ontvangen zij naast een vrije uitkering ook bijzondere uitkeringen van vakdepartementen. De Toetsingscommissie Bijzondere Uitkeringen toetst iedere nieuwe bijzondere uitkering aan de eilanden. Een belangrijk toetspunt is of er sprake is van structurele lasten zoals personeelslasten en onderhoudslasten. Het vakdepartement dient deze financiële gevolgen in kaart te brengen en aan te geven hoe deze worden bekostigd. Daarbij geldt dat structurele lasten structureel moeten worden gedekt. Dit geldt ook voor voornemens om nieuwe taken te beleggen bij de eilanden of bestaande taken uit te breiden. Om de eilanden in de toekomst nog beter in staat te stellen om hun taken adequaat uit te voeren is het voornemen om de leenmogelijkheden van de eilanden uit te breiden. Dit voornemen is opgenomen in het wetsvoorstel herziening WolBES/FinBES, dat in 2026 met de Kamer gedeeld zal worden.

Om het inzicht in de financiën van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te vergroten, wordt sinds 2025 een integraal overzicht financiën BES opgesteld. Ook in 2026 zullen verdere stappen worden gezet om dit inzicht te vergroten. In overleg met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt bezien op welke manier de financiële data van de eilanden zoals inkomsten en uitgaven en financiële kengetallen kunnen worden toegevoegd aan de openbare databank Financiën Decentrale Overheden op findo.nl. Deze informatie zal ook worden gebruikt voor het opzetten van het onderhoudssysteem BES-fonds in 2026. Met het overzicht kan beter zicht worden gehouden op de relatie tussen de taken en middelen van de eilanden en mogelijke scheefgroei tijdiger worden gesignaleerd. Het systeem zal vergelijkbaar zijn met het onderhoudssysteem van het Gemeentefonds.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Voor het Rijksbeleid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zetten we in 2026 in op het versterken van de zelfredzaamheid door strategische economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart op de eilanden. Dit zijn grote en meerjarige ambities die samen met het Rijk moeten worden gedragen door Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hierbij hanteert het Rijk bij de (door)ontwikkeling van beleid het principe van ‘comply or explain’. Bij dit principe staat de verankering binnen de Rijksoverheid en het beter toepasbaar maken voor de eilanden centraal. Hierover heeft het kabinet in 2025 afspraken gemaakt met de eilanden, die we in 2026 verder zullen implementeren. Maatregelen zijn verankering in de Aanwijzingen voor de regelgeving, een uitvoeringstoets en afwegingskader decentraal bestuur gericht op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en een beter ingericht consultatieproces om de eilanden vroegtijdig te betrekken (Kamerstukken II 2024/25 36600 IV nr. 70). Vanuit het bevorderen van de samenhang en het versterken van de uitvoeringskracht ondersteunen we bij het implementeren van de departementale beleidsagenda’s voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit doen we voor onder andere zorg, onderwijs, migratie, natuur en klimaat. Naast de beleidsagenda’s en de gezamenlijke inzet op de reeds benoemde randvoorwaarden legt het Rijk de focus op het vergroten van de zelfredzaamheid door het stimuleren van economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart en de sociale en fysieke voorzieningen.

Daarom ondersteunen wij samen met betrokken ministeries Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het opstellen en implementeren van een economische ontwikkelstrategie per eiland voor de middel- en lange termijn. Daarbij blijft het kabinet zich ook in 2026 inzetten om de randvoorwaarden voor economische ontwikkeling op orde te brengen, zoals benoemd in de Kamerbrief economische ontwikkeling en zelfredzaamheid Caribische delen van het Koninkrijk (Kamerstukken ll 2024/25 36600 IV, nr. 51), namelijk:

  • 1. Bancaire dienstverlening, toegang tot financiering en bevorderen ondernemingsklimaat;

  • 2. Connectiviteit en infrastructuur;

  • 3. Transportkosten en regeldruk;

  • 4. Functioneren arbeidsmarkt: tewerkstellingsvergunningen en aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt;

  • 5. Digitalisering en beschikbaarheid van data voor beleid en uitvoering.

De Regio Deals (Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) voor Saba en Sint Eustatius die in 2024 zijn toegekend, zijn een belangrijke impuls om economische ontwikkeling en zelfredzaamheid te versterken. Voor Bonaire starten we in 2026 met de uitvoering van de Regio Deal. Door deze Regio Deal wordt er o.a. geïnvesteerd in openbaar vervoer, het verbeteren van verkeersveiligheid op het eiland rondom scholen en kinderopvangcentra en de realisatie van een containerpark. Op Saba zijn er belangrijke stappen gemaakt in de financiering en planning voor de bouw van het Enrichment Center, waar onderwijs, sport, gezondheid en cultuur samenkomen.

Voor Sint Eustatius wordt, ook met de middelen van de Regio Deal Sint Eustatius, in 2026 toegewerkt naar de viering van ‘Statia Day 2026’ door onder meer het Madam Theater en Fort Oranje als cultureel erfgoed te renoveren. Deze panden krijgen daardoor een nieuwe maatschappelijke bestemming. Op «Statia Day 2026» zal Sint Eustatius voor één dag in de internationale schijnwerpers staan. Vooruitlopend op «Statia Day 2026» wordt er een Tourism Masterplan geschreven, zodat de aandacht die er in 2026 zal worden aangewakkerd kan worden omgezet in grotere aantallen bezoekers, waarbij men zich richt op kwaliteitstoerisme en de niche-markets cultuur, natuur en geschiedenis. In de Regio Deal zijn ook opgenomen: het creëren van een gedenklocatie voor het slavernijverleden, het ontwerp voor een vernieuwde botanische tuin en het centraliseren van een aantal gezondheidszorgaanbieders in één gebouw. Dit laatste zal bijdragen aan betere samenwerking en verhoging van effectiviteit en efficiëntie van de gezondheidszorg op Sint Eustatius.

Het verhogen van het voorzieningenniveau op de eilanden is tevens essentieel voor de leefbaarheid op de drie eilanden. De maatregelen die het kabinet heeft genomen naar aanleiding van het rapport van de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland, heeft de bestaanszekerheid van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba substantieel verbeterd. Het wettelijk minimumloon, de hieraan gekoppelde uitkeringen, de kinderbijslag en de belastingvrije som zijn fors verhoogd. Daarnaast zijn de kosten van levensonderhoud verlaagd door onder meer extra subsidies voor nutsvoorzieningen en worden de woonlasten gereduceerd door de verhuursubsidie en de pilot particuliere huursubsidie. Na het vaststellen van de begroting wordt bekendgemaakt hoe deze afweging er voor 2026 uitziet. In 2026 richten we ons op het verbeteren van de integrale aanpak binnen het sociale domein. Een voorbeeld hiervan is het integrale weegmoment, waarbij inkomensbeleid, koopkrachtmaatregelen en fiscaliteit op een vast moment in samenhang worden bezien. Ook zetten we in op het versterken van de samenwerking in de bestaanszekerheidsaanpak met de betrokken departementen. Daarnaast werken we samen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de eilandelijke integrale aanpak op bestaanszekerheid. Hierbij neemt het Rijk deel aan interbestuurlijke opgaveteams in het programma Werken aan Welvaart en Welzijn van Bonaire, Strong Roots van Sint Eustatius, en het Community Development Plan van Saba.

In 2026 wordt de integrale aanpak voor het fysieke domein samen met Bonaire, Sint Eustatius, Saba en betrokken «fysieke» departementen verder uitgewerkt. Daarbij werken de drie eilanden en de betrokken departementen aan fysieke agenda’s per eiland waarin samenhang en fasering zal worden aangebracht in de fysieke opgaven, rekening houdend met demografische ontwikkelingen. Hierbij is ook nadrukkelijke aandacht voor uitvoeringskracht en de wijze waarop deze opgaven wordt gefinancierd. Daarbij verkennen wij ook de mogelijkheid van een fysiek cluster bij de RCN die ter ondersteuning van de openbare lichamen zal fungeren. Zodoende zal er lokaal meer uitvoeringscapaciteit beschikbaar zijn.

Curaçao, Aruba en Sint Maarten

Deugdelijk bestuur en rechtsstaat

Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. De kleinschaligheid van Curaçao, Aruba en Sint Maarten brengt hierin uitdagingen met zich mee. Verwevenheid tussen de boven- en onderwereld ondermijnt de rechtsstaat en zet de effectiviteit en slagkracht van het openbaar bestuur onder druk. Geopolitieke ontwikkelingen hebben mogelijk een effect op de veiligheid en economie, evenals migratie naar deze eilanden. Mede als gevolg van hun geografische positie worden ze bovendien geconfronteerd met relatief veel grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, die een bedreiging vormen voor de rechtsstaat van Curaçao, Aruba en Sint Maarten én van het Koninkrijk in het geheel. De strijd tegen deze vormen van criminaliteit vergt inzet van expertise en uitvoeringscapaciteit die beperkt aanwezig zijn. Nederland ondersteunt daarom de autonome landen bij de gezamenlijke doelstelling om te werken aan een sterke rechtsstaat, ook in 2026. Daarbij hebben we oog voor het evenwicht binnen de gehele strafrechtsketen en zorgen we ervoor dat investeringen in de opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging in onderlinge samenhang plaatsvinden.

Concreet wordt in 2026 de samenwerking tussen Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten voortgezet voor de aanpak Versterking grenstoezicht. Hiertoe wordt de inzet van medewerkers vanuit de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane gecontinueerd.

We werken aan de duurzame ondermijningsaanpak, die het mogelijk maakt om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel- economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschrift en witwassen. Daarnaast stellen we jaarlijks middelen beschikbaar waarmee de landen hun bestuur en regelgeving kunnen versterken, waardoor ze beter bestand zijn tegen ondermijnende criminaliteit, zoals bij vergunningverlening en vastgoedtransacties.

Nederland is betrokken bij structurele verbeteringen van het gevangeniswezen van Sint Maarten. In 2026 worden vanuit de begroting van KR wederom middelen beschikbaar voor verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Tevens is Nederland als medefinancier betrokken bij de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten.

Versterken uitvoerings- en bestuurskracht

De Landspakketten, zoals die eind 2020 met ieder land zijn overeengekomen, vormen de basis voor de samenwerking bij de uitvoering van noodzakelijke hervormingen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Landspakketten. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de uitvoering hiervan samen met de coördinerende organisaties van de landen. Bij de fasering van de implementatie van de hervormingen wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beschikbare uitvoeringscapaciteit van de landen. In 2026 wordt mede op basis van de evaluatie van de Landspakketten besloten over een eventueel vervolg op de samenwerking.

Het op orde krijgen en houden van het financieel beheer van de landen en het zorgen voor een doelmatig en doeltreffend overheidsapparaat is een noodzakelijke randvoorwaarde voor alle verdere hervormingen uit de Landspakketten. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het versterken van het financieel beheer en de effectiviteit van de overheidsorganisatie, waarbij ook expliciet naar de mogelijkheden van (kwaliteitsverbetering van de) ICT wordt gekeken. Zo zal Aruba in 2026 een applicatie implementeren die het begrotingsproces ondersteunt, werkt Curaçao aan een beter toegankelijke overheid en betere dienstverlening aan de burgers en investeert Sint Maarten in de automatisering van de Belastingdienst.

Op praktisch niveau werken we aan bevordering van het ondernemerschap, onder andere door vereenvoudiging van de regelgeving en verbeterde toegang tot financiering. Op beleidsniveau werkt TWO samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan het versterken van het vermogen om een eigen economische koers uit te zetten. Hiertoe wordt een platform opgezet om informatie en beleidskennis uit te wisselen tussen de drie landen onderling.

Ook het zorgdragen voor duurzaam betaalbare en toegankelijke stelsels van zorg en sociale zekerheid is een focuspunt uit de Landspakketten. Aruba werkt in 2026 aan een vroegtijdige, multidisciplinaire aanpak van diabetes om complicaties als gevolg van diabetes te beperken. Sint Maarten implementeert nieuwe wetgeving die inspectiediensten de bevoegdheid geeft om sancties toe te passen. Goed onderwijs voor iedereen, met goede doorstroommogelijkheden en een goede aansluiting op de arbeidsmarkt is een belangrijke basis voor economische ontwikkeling, goed bestuur en brede welvaart. Hieraan wordt samengewerkt via de Landspakketten en via het Ministerieel vierlandenoverleg onderwijs. In 2026 werkt Aruba aan het aansluiten van alle scholen aan een leerlingvolgsysteem. Curaçao werkt in 2026 aan een nieuwe bekostigingsmethodiek voor het onderwijs. In Sint Maarten wordt er gewerkt aan de implementatie van een MMIS-systeem (data management/gegevens systeem) voor het verwerken van gegevens en aan een leerplan met handboek dat jonge kinderen tot 4 jaar in hun vroege ontwikkeling stimuleert.

Houdbare overheidsfinanciën

Het bereiken en behouden van solide of houdbare overheidsfinanciën is essentieel voor elk van de landen en hun burgers. Nederland draagt hier aan bij door financieel toezicht van de rijksministerraad en het onder voorwaarden aanbieden van leningen. Dit is voor Curaçao en Sint Maarten geregeld in de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Voor Aruba wordt toezicht uitgeoefend op grond van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) en is een Rijkswet in voorbereiding. Artikel 5 is recent geëvalueerd in een beleidsdoorlichting (Kamerstukken II 2023/24, 33189, nr. 20) De kabinetsreactie wordt zo spoedig mogelijk met de Kamer gedeeld. Naar aanleiding van de periodieke evaluatie van de Rft heeft de staatssecretaris de landen uitgenodigd om in nauwe samenwerking met het Cft en Nederland invulling te geven aan de aanbevelingen.

Met het toezicht wordt beoogd de schuldhoudbaarheid van de landen te borgen en een bijdrage te leveren aan de doorontwikkeling van het financieel beheer. Dit is van belang om zelfstandig economische schokken op te kunnen vangen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van de schuldenportefeuille van Curaçao en Sint Maarten aan Nederland. Op advies van het Cft zal met beide landen worden overlegd hoe de houdbaarheid van de obligatieleningen op de lange termijn kan worden verbeterd. Een goede financiële positie biedt daarbij ook de ruimte om de publieke dienstverlening te optimaliseren en de omvang van publieke investeringen te verhogen. Die investeringen zijn hard nodig om de economische structuur te versterken. Nederland biedt daarvoor financiering op grond van de Rft.

Ter vergroting van het verdienvermogen van de landen wordt binnen de Landspakketten gewerkt aan maatregelen in de belastingsfeer en ter bevordering van de economische ontwikkeling. Zo loopt in 2026 een samenwerkingstraject tussen Fiscale inlichting- en opsporingsdienst Nederland (FIOD) en het Arubaanse Fiscale inlichting- en opsporingsteam (FIOT) om de aanpak van belastingfraude te intensiveren. Door Curaçao wordt in 2026 verder gewerkt aan de inrichting van een nieuwe belastingdienst, inclusief nieuwe rechtspositie voor de medewerkers en moderne ICT systemen, en aan het versterken van het ondernemersklimaat. Ook Sint Maarten, het land met de grootste uitdagingen op dit gebied, werkt verder aan de ingezette transformatie van de belastingdienst, een traject van twee tot drie jaar dat moet leiden tot een moderne, efficiënte belastingdienst en een betere naleving van de belastingplicht door burgers en bedrijven.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Alle bovengenoemde acties op het gebied van goed bestuur, rechtshandhaving, de Landspakketten en financieel toezicht dragen bij aan de zelfredzaamheid van de landen. In 2025 heeft het ministerie van BZK de regeling Borgstellig MKB-kredieten Aruba, Curaçao, Sint-Maarten (de BMKB ACS) opengesteld. Deze regeling maakt het in 2026 en 2027 mogelijk dat kredietverstrekkers in Aruba, Curaçao en Sint Maarten gebruik kunnen maken van dezelfde faciliteit als kredietverstrekkers in Nederland en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De regeling kan bij lokale banken een financieringsdrempel wegnemen indien er zich een tekort aan zekerheden voordoet bij het verlenen van krediet aan MKB-bedrijven. Met het openstellen van deze regeling wordt bijgedragen aan een betere toegang tot kapitaal voor het MKB in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, waardoor ondernemerschap wordt gestimuleerd en de zelfredzaamheid van de landen wordt vergroot.

Tevens werken we met de landen aan de paraatheid om in geval van een crisis binnen het Koninkrijk hulp en bijstand te kunnen verlenen daar waar nodig. De eilanden zijn gevoelig voor extreme weersomstandigheden, waarbij overstromingen en krachtige orkanen desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de vaak kwetsbare vitale infrastructuur. De landen dragen hier een eigen verantwoordelijkheid, maar het kan soms effectiever in regionaal of Koninkrijkverband worden opgepakt.

Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw na orkaan Irma in 2017, met de inzet van de Wereldbank (trustfonds) en met technische assistentie. Vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid is daarbij het principe Building Back Better het uitgangspunt van de samenwerking. Het trustfonds is actief tot eind 2028. Aangezien binnen het trustfonds bijna alle middelen volledig zijn toegekend, zijn de meeste projecten nu vol in de fase van uitvoering. Hierdoor zijn steeds meer zichtbare en tastbare resultaten voor de bevolking van Sint Maarten bereikt. Deze lijn wordt doorgetrokken in 2026. Uiteraard zal daarbij worden ingezet op de realisatie van de blijvende Nederlandse prioriteiten: afval(water)management en goed bestuur. Tot slot zetten we de opbouw van een Disaster Reserve Fund voort voor Sint Maarten, waardoor het land bij toekomstige crises zelf over meer financiële reserves beschikt.

Koninkrijksbrede opgaven

Naast bovenstaande rode draden gelden onderstaande thema’s voor zowel Bonaire, Sint Eustatius en Saba, als voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Crisisbeheersing- en paraatheid

De eerder vermelde impact van klimaatverandering op de kans op extreme weersomstandigheden geldt voor het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk. Zoals vermeld in de Veiligheidsstrategie van het Koninkrijk der Nederlanden heeft het Caribisch gebied daarnaast te maken met specifieke dreigingen zoals migratie, geopolitieke spanningen en kwetsbaarheid van vitale infrastructuur. Om deze dreigingen het hoofd te bieden en de zelf- en samenredzaamheid te vergroten, wordt ingezet op versterkte samenwerking binnen het Koninkrijk door te investeren in crisisbeheersing- en paraatheid.

Om samen te oefenen, kennis uit te wisselen en afspraken te maken over samenwerking op het gebied van crisisbeheersing organiseren BZK en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) halfjaarlijks de ‘Week van de Crisisbeheersing Caribische delen van het Koninkrijk’. Ook is inmiddels het Caribbean Civil Protection Mechanism opgericht dat een faciliterende rol kan vervullen in de boveneilandelijke samenwerking rondom rampen en crises. Tot slot laten het ministerie van BZK en JenV in samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk een analyse uitvoeren van de daar beschikbare crisiscapaciteiten. De uitkomst hiervan wordt eind 2025 verwacht en zal in 2026 als basis fungeren voor toekomstige initiatieven om de samenwerking te versterken.

Voedselzekerheid

Het kabinet heeft tot en met 2028 in totaal € 24,0 mln. beschikbaar gesteld voor het vergroten van de voedselzekerheid op de Caribische delen van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 64). Op de eilanden wordt voedselzekerheid beïnvloed door specifieke geografische, economische en sociale factoren. De sterke afhankelijkheid van geïmporteerd voedsel maakt de eilanden kwetsbaar voor externe verstoringen zoals stijgende transportkosten, wisselkoersschommelingen en natuurrampen, en leidt tot hogere prijzen van voornamelijk gezond voedsel. Om de zelfredzaamheid en de economische ontwikkeling op de eilanden te vergroten, is versterking van de voedselzekerheid essentieel. Onze inzet is onder te verdelen in twee samenhangende pijlers. De eerste pijler richt zich op de versterking van de private sector. BZK gaat een extern revolverend fonds oprichten, in de vorm van een stichting, dat begin 2026 in werking moet treden. Dit fonds biedt financiële diensten, waaronder leningen met een lage rente, en vergroot op die manier de toegang tot financiering voor ondernemers in de voedselketen. Een tweede belangrijk onderdeel van deze pijler is de oprichting van een Academy, met als doel om kennisontwikkeling en business-development te stimuleren. De tweede pijler bestaat uit directe subsidies en bijdragen aan lokale overheden, gericht op het ondersteunen van beleidsinitiatieven op het gebied van voedselzekerheid. Met deze inzet van het ministerie van BZK wordt beoogd om samen met de lokale overheden de randvoorwaarden te creëren die lokaal ondernemerschap in de voedselvoorziening sector (landbouw, veeteelt, visserij) mogelijk maken.

Onverwachte ontwikkelingen in de wereldeconomie

Het Caribisch deel van het Koninkrijk werd net als de rest van de wereld in 2025 geconfronteerd met onverwachte ontwikkelingen in de wereldeconomie, met name door aanpassingen in het handels- en buitenlandbeleid van de VS. Er leven in de regio zorgen over mogelijke effecten op importprijzen, de toerismesector, buitenlandse investeringen en meer algemeen over het potentieel risico voor de economische zelfredzaamheid van zowel de landen als Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit effect wordt verder versterkt door de eenzijdige economische structuur van de landen. Nederland volgt deze ontwikkelingen op de voet en monitort de daadwerkelijke effecten, samen met alle zes de eilanden.

Tot slot

Met deze beleidsprioriteiten blijven we binnen het Koninkrijk gezamenlijk inzetten op deugdelijk bestuur en het versterken van de rechtsstaat, het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën en het vergroten van de zelfredzaamheid van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Dit doen wij door samen te blijven werken op basis van gelijkwaardigheid, betrokkenheid, met kennis en begrip van het verleden en onze blik op de toekomst.

Licence