Inleiding
FMHaaglanden zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij ons werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.
Samen met onze rijkspartners en leveranciers zorgen wij, in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. Wij werken vanuit onze kernwaarden samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.
We nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door het leveren van duurzame dienstverlening en dragen daarmee bij aan een circulaire economie. Vanuit goed werkgeverschap bevordert FMHaaglanden duurzame inzetbaarheid door het stimuleren van vitaliteit en persoonlijke ontwikkeling.
Wij leveren facilitaire producten en diensten (o.a. beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij ons hoog in het vaandel.
Als een van de grootste facilitaire dienstverleners kan FMH met zijn dienstverlening echt impact maken. De ambitie is om in 2030 als organisatie te transformeren naar een volledig circulaire facilitaire dienstverlener met een neutrale CO₂-impact. Om dit te kunnen realiseren moeten de komende jaren alle producten en diensten worden herijkt. Elektrificatie van het wagenpark en het vervoer, het verminderen van restafval, het verduurzamen van de catering en groenvoorziening en het hanteren van de principes van circulariteit zijn belangrijke speerpunten.
De masterplannen Rijkskantoorhuisvesting zijn in belangrijke mate richtinggevend voor de ontwikkelingen binnen ons verzorgingsgebied. De komende jaren wordt uitvoering gegeven aan deze masterplannen waarbij grenzeloos samenwerken en hybride werken belangrijke thema’s zijn. FMH zal op basis van deze ontwikkelingen de dienstverlening hierop aanpassen en blijven zorgdragen voor een comfortabele en inspirerende werkomgeving.
Staat van baten en lasten
Stand slotwet 2024 | Vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten | 185.382 | 205.900 | 206.745 | 206.745 | 206.745 | 206.745 | 206.745 |
waarvan generieke dienstverlening | 159.335 | 178.518 | 182.356 | 182.356 | 182.356 | 182.356 | 182.356 |
waarvan specifieke dienstverlening | 26.000 | 27.206 | 24.389 | 24.389 | 24.389 | 24.389 | 24.389 |
waarvan overig | 47 | 176 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Baten als tegenprestatie voor levering van input | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 1.182 | 586 | 612 | 612 | 612 | 612 | 612 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 186.564 | 206.486 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | 207.357 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 73.958 | 199.748 | 80.390 | 80.390 | 80.390 | 80.390 | 80.390 |
- Personele kosten | 60.423 | 66.717 | 65.633 | 65.633 | 65.633 | 65.633 | 65.633 |
waarvan eigen personeel | 57.524 | 61.771 | 61.804 | 61.804 | 61.804 | 61.804 | 61.804 |
waarvan inhuur externen | 2.899 | 4.946 | 3.829 | 3.829 | 3.829 | 3.829 | 3.829 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 13.535 | 133.031 | 14.757 | 14.757 | 14.757 | 14.757 | 14.757 |
waarvan apparaat ICT | 232 | 102 | 117 | 117 | 117 | 117 | 117 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 10.386 | 91.751 | 11.466 | 11.466 | 11.466 | 11.466 | 11.466 |
waarvan overige materiële kosten | 2.917 | 41.178 | 3.174 | 3.174 | 3.174 | 3.174 | 3.174 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 110.853 | 0 | 121.114 | 121.006 | 120.987 | 121.009 | 121.060 |
Rentelasten | 294 | 571 | 635 | 743 | 762 | 740 | 689 |
Afschrijvingskosten | 4.516 | 6.167 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 |
- Materieel | 4.516 | 6.167 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 4.516 | 6.167 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 189.621 | 206.486 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | 207.357 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 3.057 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 3.057 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten
De producten en diensten die FMH aanbiedt, zijn opgenomen in de Rijksbrede Producten- en Diensten Catalogus (RPDC) van de facilitaire concerndienstverleners. In de RPDC is per product of dienst aangegeven of deze onderdeel uitmaakt van het basispakket of behoort tot de plusdiensten. Om de verrekening van de dienstverlening te vereenvoudigen, heeft FMH de producten en diensten uit de RPDC onderverdeeld in generieke en specifieke dienstverlening.
Generieke dienstverlening
De generieke dienstverlening is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk.
De standaard dienstverlening in de DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-panden die wordt geleverd door de consortia is ook verantwoord onder generieke dienstverlening.
De generieke dienstverlening is grotendeels centraal bekostigd. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Het aandeel van het moederdepartement in de generieke dienstverlening is € 162,1 mln., van overige departementen € 15,9 mln. en van derden € 4,3 mln.
Specifieke dienstverlening
De specifieke dienstverlening heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid, een prijs per product/dienst betaalt (o.a. catering) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (o.a. uitvoering van huisvestingsprojecten).
De lagere omzet voor de specifieke dienstverlening is het gevolg van minder afname van catering en minder omzet voor de uitvoering van huisvestingsprojecten.
Het aandeel van het moederdepartement in de specifieke dienstverlening is € 10,8 mln., van overige departementen € 13,2 mln. en van derden € 0,4 mln.
Rentebaten
De rentebaten hebben betrekking op de rente die wij ontvangen over het rekening courant saldo bij het ministerie van Financiën.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen.
De lagere personele kosten zijn het gevolg van minder inzet van extern personeel door maximale inzet op werving van eigen personeel.
Materiële kosten
In de begroting 2026 is een stelselwijziging doorgevoerd waarbij de materiële kosten zijn uitgesplitst in materiële kosten en kosten uitbesteed werk en andere externe kosten. Hierdoor lijkt er in de tabel sprake van een daling van de materiële kosten. In werkelijkheid zijn deze kosten juist gestegen. De materiële kosten hebben betrekking op de reguliere bedrijfsvoering (PIOFACH). Een groot deel van de dienstverlening wordt uitgevoerd door shared service organisaties (SSO’s). De toename van de kosten doet zich met name voor bij uitbesteding van documentbeheer en de financiële administratie.
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
De kosten voor uitbesteed werk en andere externe kosten hebben betrekking op de inkoop van producten/diensten die worden geleverd door Rijkspartners en externe leveranciers, ten behoeve van zowel generieke als specifieke dienstverlening. Circa 65% van deze kosten is toe te rekenen aan de Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) en de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO).
De toename in deze kosten wordt met name veroorzaakt door prijsstijgingen bij zowel Rijkspartners als externe leveranciers.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten hebben betrekking op investeringen in meubilair en overige materiële vaste activa. De lagere afschrijvingslasten zijn het gevolg van een lager investeringsniveau, voornamelijk doordat de investeringen voor hybride werken lager zijn dan geraamd en de verdere uitrol binnen het verzorgingsgebied voorlopig is opgeschort.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het ministerie van Financiën. De hogere rentelasten zijn het gevolg van relatief hogere rentepercentages voor de nieuwe leningen ten opzichte van de bestaande leningen waar het rentepercentage bijna nihil is.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2024 | Vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 32.440 | 14.519 | 15.497 | 15.845 | 15.970 | 15.820 | 15.764 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 190.187 | 206.486 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | 207.357 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 192.075 | ‒ 200.319 | ‒ 202.139 | ‒ 202.139 | ‒ 202.139 | ‒ 202.139 | ‒ 202.139 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 1.888 | 6.167 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 | 5.218 |
-/- totaal investeringen | ‒ 9.051 | ‒ 10.200 | ‒ 6.640 | ‒ 4.580 | ‒ 3.360 | ‒ 2.520 | ‒ 3.470 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 9.051 | ‒ 10.200 | ‒ 6.640 | ‒ 4.580 | ‒ 3.360 | ‒ 2.520 | ‒ 3.470 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 4.469 | ‒ 5.189 | ‒ 4.870 | ‒ 5.093 | ‒ 5.368 | ‒ 5.274 | ‒ 5.135 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 8.221 | 10.200 | 6.640 | 4.580 | 3.360 | 2.520 | 3.470 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 3.752 | 5.011 | 1.770 | ‒ 513 | ‒ 2.008 | ‒ 2.754 | ‒ 1.665 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 25.253 | 15.497 | 15.845 | 15.970 | 15.820 | 15.764 | 15.847 |
Toelichting
Investeringskasstroom
FMH investeert voornamelijk in meubilair. De investeringen betreffen zowel vervanging als uitbreidingsinvesteringen.
Financieringskasstroom
De aflossing heeft betrekking op lopende en toekomstige leningen. Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom.
Doelmatigheidsindicatoren
Stand slotwet 2024 | Vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet per productgroep (PxQ) | 185.382 | 205.900 | 206.745 | 206.745 | 206.745 | 206.745 | 206.745 |
Generiek | 159.335 | 178.518 | 182.356 | 182.356 | 182.356 | 182.356 | 182.356 |
Specifiek | 26.000 | 27.206 | 24.389 | 24.389 | 24.389 | 24.389 | 24.389 |
Overig | 47 | 176 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 638 | 662 | 669 | 669 | 669 | 669 | 669 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 2% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening | 86:14 | 87:13 | 88:12 | 88:12 | 88:12 | 88:12 | 88:12 |
Personele kosten als % van totale kosten | 31,9% | 32,3% | 31,7% | 31,7% | 31,7% | 31,7% | 31,7% |
Materiële kosten als % van totale kosten | 68,1% | 67,7% | 68,3% | 68,3% | 68,3% | 68,3% | 68,3% |
Apparaatskosten (in €) | ‒ | 81.350 | 80.390 | 80.390 | 80.390 | 80.390 | 80.390 |
Tarieven | |||||||
Regiotarief (facilitair) | 242 | 248 | 259 | 259 | 259 | 259 | 259 |
Tevredenheid | |||||||
Klanttevredenheid | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden |
Tevredenheid specifieke dienstverlening | 6,9 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 |
Medewerkerstevredenheid | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. |
Toelichting
Generiek deel
Omzet per productgroep
De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.
De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt (zoals catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (zoals uitvoering van huisvestingsprojecten).
Fte-totaal (excl. externe inhuur)
Dit betreft de bezetting van ambtelijk personeel. De toename wordt verklaard door een verschuiving van externe inhuur naar eigen personeel.
Saldo van baten en lasten (%)
Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.
Specifiek deel
Verhouding generiek versus specifieke dienstverlening
Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet.
Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten
Dit betreft de procentuele verhouding van de respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten.
Apparaatskosten
De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten. De afname is het gevolg van minder inzet van personeel.
Regiotarief (facilitair)
De verrekeningsystematiek voor de generieke dienstverlening is een tarief per vierkante meter bruto vloeroppervlak. Het regiotarief geldt voor de kantoorpanden in het verzorgingsgebied van FMH. Specialty panden en panden waar FMH beperkte dienstverlening levert zijn uitgesloten.
Het vastgestelde tarief voor 2025 bedraagt € 254 per vierkante meter BVO. De stijging ten opzichte van het vastgestelde tarief bedraagt 2,0%. Het uitgangspunt voor deze indexatie zijn de CPB-ramingen voor 2026 inzake loonvoet sector overheid (2,0%) en prijsontwikkeling materiële overheidsconsumptie (IMOC) met 2,1%.
Klanttevredenheid
FMH optimaliseert de dienstverlening door structureel en frequent de klantbeleving te meten. Zo krijgen we sneller en beter inzicht in de veranderende klantbehoefte en kunnen we hier tijdig op inspelen.
Tevredenheid specifieke dienstverlening
Om de tevredenheid over de uitvoering van projecten te meten wordt na ieder project een evaluatieformulier toegestuurd. De streefwaarde is minimaal een 7.
Medewerkerstevredenheid
FMH wil een organisatie zijn (en blijven), waarin plezier, betrokkenheid en ontwikkeling van de medewerkers voorop staan. Het medewerkersonderzoek laat zien hoe medewerkers over het werk en de organisatie denken. Eens in de twee jaar vindt dit onderzoek plaats.