Introductie
Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.
Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen, waar voldoende groen is, waar voldoende en schoon water is en waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.
Het Ministerie van IenW kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenW worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de begroting Hoofdstuk XII.
Producten en diensten
RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:
– Exploitatie, onderhoud en vernieuwing: dit betreft activiteiten die gericht zijn op de instandhouding van de huidige functie van de infrastructuur. Tot het domein van de exploitatie behoren activiteiten die gericht zijn op het reguleren van het gebruik: verkeersleiding en capaciteitsmanagement, verkeersmanagement en watermanagement. Onderhoud betreft de activiteiten die erop zijn gericht de beoogde (ontwerp)levensduur van de infrastructuur te realiseren. Vernieuwing is gericht op het begin van een nieuwe levenscyclus van een nieuw object of het verlengen van de levensduur van het bestaande object.
– Ontwikkeling: dit betreft activiteiten die gericht zijn op toevoeging van functies of om aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur.
– Beleidsondersteuning en –advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.
– Leveren van kennis, expertise en materieel: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (ontwikkelings)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.
Suppletoire Begroting September 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Baten als tegenprestatie voor levering van input | 4.258.712 | 4.271.212 | 4.133.451 | 4.086.056 | 4.051.775 | 3.976.370 |
waarvan bijdrage aan apparaat (interne kosten) | 1.679.218 | 1.671.823 | 1.651.635 | 1.641.504 | 1.630.579 | 1.622.733 |
waarvan bijdrage aan exploitatie en onderhoud | 2.462.876 | 2.502.470 | 2.413.130 | 2.379.186 | 2.361.974 | 2.303.640 |
waarvan bijdrage aan te verlenen diensten | 116.618 | 96.919 | 68.686 | 65.366 | 59.222 | 49.997 |
Baten uit reeds ontvangen bijdragen voor levering van input | 382.759 | 452.780 | 91.716 | 51.635 | 42.569 | 36.147 |
waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud | 267.676 | 412.856 | 30.401 | 0 | 0 | 0 |
waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten | 115.083 | 39.924 | 61.315 | 51.635 | 42.569 | 36.147 |
Rentebaten | 32.867 | 17.064 | 12.648 | 12.974 | 13.948 | 13.158 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Totaal baten | 4.675.838 | 4.742.556 | 4.239.315 | 4.152.165 | 4.109.792 | 4.027.175 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 1.714.380 | 1.638.216 | 1.612.232 | 1.597.274 | 1.581.998 | 1.566.826 |
- Personele kosten | 1.369.632 | 1.300.629 | 1.290.905 | 1.287.461 | 1.283.945 | 1.276.544 |
waarvan eigen personeel | 1.219.216 | 1.177.902 | 1.167.551 | 1.164.376 | 1.161.138 | 1.154.445 |
waarvan inhuur externen | 94.206 | 66.965 | 68.083 | 67.963 | 67.839 | 67.448 |
waarvan overige personele kosten | 56.210 | 55.762 | 55.272 | 55.121 | 54.968 | 54.651 |
- Materiele kosten | 344.748 | 337.587 | 321.327 | 309.813 | 298.053 | 290.282 |
waarvan apparaat ICT | 58.952 | 57.727 | 54.947 | 52.978 | 50.967 | 49.638 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 76.534 | 74.944 | 71.335 | 68.778 | 66.168 | 64.443 |
waarvan overige materiële kosten | 209.262 | 204.916 | 195.045 | 188.057 | 180.918 | 176.201 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 2.987.963 | 3.065.517 | 2.583.426 | 2.506.336 | 2.474.676 | 2.400.077 |
Rentelasten | 2.568 | 4.746 | 6.185 | 7.290 | 9.141 | 12.993 |
Afschrijvingskosten | 18.994 | 22.342 | 25.737 | 29.530 | 32.242 | 35.544 |
- Materieel | 18.962 | 22.215 | 25.610 | 29.435 | 32.242 | 35.544 |
waarvan apparaat ICT | 4.774 | 4.624 | 4.628 | 5.495 | 5.227 | 4.131 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 14.188 | 17.591 | 20.982 | 23.940 | 27.015 | 31.413 |
- Immaterieel | 32 | 127 | 127 | 95 | 0 | 0 |
Overige lasten | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
waarvan dotaties voorzieningen | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 4.731.905 | 4.738.821 | 4.235.580 | 4.148.429 | 4.106.056 | 4.023.440 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 56.067 | 3.735 | 3.735 | 3.735 | 3.735 | 3.735 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 | 1.300 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 57.367 | 2.435 | 2.435 | 2.435 | 2.435 | 2.435 |
Dotatie/onttrekking aan reserve Rijksrederij | 2.435 | 2.435 | 2.435 | 2.435 | 2.435 | 2.435 |
Te verdelen resultaat | ‒ 59.802 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Baten als tegenprestatie voor levering van input
De bekostiging van RWS vindt plaats door middel van input-bekostiging. Dit houdt in dat er afspraken zijn gemaakt tussen RWS en IenW over een bijdrage voor de ingezette middelen en arbeidskrachten.
Bijdrage aan apparaat (interne kosten)
De bijdrage aan apparaat dient ter dekking van de interne kosten van RWS (apparaatskosten inclusief rente- en afschrijvingskosten) die verband houden met, exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, beleidsondersteuning en –advisering en het leveren van kennis, expertise en materieel.
Van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof is de resterende opgave vanaf 2026 voor RWS verwerkt op de apparaatskosten. Op welke manier het restant van de taakstelling wordt uitgevoerd, wordt door RWS nog verder uitgewerkt.
Bijdrage aan exploitatie en onderhoud
De bijdrage aan exploitatie en onderhoud dient ter dekking van de externe kosten die samenhangen met afspraken over het basiskwaliteitsniveau (BKN) voor exploitatie en onderhoud.
Bijdrage aan te verlenen diensten
De bijdrage aan te verlenen diensten dient ter dekking van de externe kosten in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, Werken voor en met Partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten.
In onderstaand overzicht is een specificatie van de baten als tegenprestatie voor de levering van input opgenomen, waaronder de bron van herkomst: baten vanuit moederdepartement; baten vanuit overige departementen; baten vanuit partijen anders dan departementen.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten vanuit moederdepartement | 3.892.265 | 3.904.539 | 3.767.352 | 3.720.751 | 3.686.583 | 3.611.470 |
Deltafonds | 821.000 | 824.163 | 760.867 | 750.277 | 747.162 | 739.030 |
- Artikel 1 Investeren in waterveiligheid | 10.960 | 1.419 | 509 | 509 | 509 | 509 |
- Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorzieningen | 420 | |||||
- Artikel 3 Beheer Onderhoud en Vervanging | 397.720 | 447.937 | 399.622 | 400.753 | 400.627 | 397.250 |
- Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overig | 398.859 | 365.276 | 353.457 | 346.926 | 345.204 | 340.494 |
- Artikel 7 Waterkwaliteit | 13.041 | 9.531 | 7.279 | 2.089 | 822 | 777 |
Mobiliteitsfonds | 2.992.832 | 3.009.781 | 2.936.309 | 2.901.461 | 2.872.821 | 2.805.840 |
- Artikel 12 Hoofdwegennet | 1.992.986 | 1.937.753 | 1.956.525 | 1.925.392 | 1.906.296 | 1.845.825 |
- Artikel 15 Hoofdvaarwegennet | 999.846 | 1.072.028 | 979.784 | 976.069 | 966.525 | 960.015 |
Hoofdstuk XII | 78.433 | 70.595 | 70.176 | 69.013 | 66.600 | 66.600 |
- Artikel 11 Waterkwaliteit | 17.217 | 16.607 | 16.585 | 16.384 | 15.867 | 15.867 |
- Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling | 4.669 | 4.757 | 4.758 | 4.757 | 4.757 | 4.757 |
- Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid | 13.387 | 8.243 | 8.345 | 8.346 | 8.342 | 8.342 |
- Artikel 16 Spoor | 880 | 925 | 925 | 925 | 925 | 925 |
- Artikel 17 Luchtvaart | 344 | 323 | 231 | 59 | 59 | 59 |
- Artikel 18 Scheepvaart en Havens | 3.866 | 2.430 | 1.959 | 1.382 | 1.382 | 1.382 |
- Artikel 19 Klimaat | 487 | 469 | 569 | 381 | 381 | 381 |
- Artikel 20 Lucht en geluid | 3.755 | 3.488 | 3.488 | 3.489 | 3.488 | 3.488 |
- Artikel 21 Duurzaamheid | 13.452 | 13.255 | 13.255 | 13.255 | 13.255 | 13.255 |
- Artikel 22 Externe veiligheid en risico's | 9.896 | 9.613 | 9.613 | 9.613 | 7.722 | 7.722 |
- Artikel 97 Algemeen departement | 3.480 | 3.485 | 3.448 | 3.422 | 3.422 | 3.422 |
- Overig | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
Baten vanuit overige departementen | 111.741 | 112.218 | 112.015 | 111.543 | 111.430 | 111.138 |
- Rijksrederij | 54.780 | 54.780 | 54.780 | 54.780 | 54.780 | 54.780 |
- Omgevingswet | 33.338 | 33.815 | 33.612 | 33.140 | 33.027 | 32.735 |
- Werken voor en met Partners | 19.500 | 19.500 | 19.500 | 19.500 | 19.500 | 19.500 |
- Beleidsondersteuning en -advisering (BOA) | 3.123 | 3.123 | 3.123 | 3.123 | 3.123 | 3.123 |
- Overig | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Baten vanuit partijen anders dan departementen | 254.706 | 254.455 | 254.084 | 253.762 | 253.762 | 253.762 |
- Exploitatie en Onderhoud | 49.847 | 39.706 | 34.450 | 37.380 | 37.380 | 37.380 |
- Schaderijden en Schadevaren | 49.525 | 49.525 | 49.525 | 49.525 | 49.525 | 49.525 |
- Rijksvastgoedbedrijf (RVB) | 61.480 | 60.980 | 60.480 | 60.230 | 60.230 | 60.230 |
- Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) | 26.003 | 26.003 | 26.003 | 26.003 | 26.003 | 26.003 |
- Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW) | 6.602 | 6.602 | 6.602 | 6.602 | 6.602 | 6.602 |
- Werken voor en met Partners | 16.500 | 16.500 | 16.500 | 16.500 | 16.500 | 16.500 |
- Waterwet | 17.000 | 17.000 | 17.000 | 17.000 | 17.000 | 17.000 |
- Windmolenpark Maasvlakte 2 | 20.649 | 31.039 | 36.424 | 33.422 | 33.422 | 33.422 |
- Overig | 7.100 | 7.100 | 7.100 | 7.100 | 7.100 | 7.100 |
Totaal | 4.258.712 | 4.271.212 | 4.133.451 | 4.086.056 | 4.051.775 | 3.976.370 |
*waarvan bijdrage aan apparaat (interne kosten) | 1.679.218 | 1.671.823 | 1.651.635 | 1.641.504 | 1.630.579 | 1.622.733 |
*waarvan bijdrage aan exploitatie en onderhoud | 2.462.876 | 2.502.470 | 2.413.130 | 2.379.186 | 2.361.974 | 2.303.640 |
*waarvan bijdrage aan te verlenen diensten | 116.618 | 96.919 | 68.686 | 65.366 | 59.222 | 49.997 |
Baten vanuit moederdepartement
De baten vanuit moederdepartement hebben betrekking op de 'bijdragen aan agentschap RWS’ die worden verantwoord en toegelicht op de productartikelen op de begrotingen van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds en de beleidsartikelen op de begroting Hoofdstuk HXII.
Baten vanuit overige departementen
De baten vanuit overige departementen hebben met name betrekking op:
– Vergoedingen van het ministerie van Defensie, het ministerie van Financiën en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij.
– Vergoedingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van de Omgevingswet en de bijbehorende externe productkosten.
– Vergoedingen van diverse ministeries voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.
– Vergoedingen van het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en -advisering en de bijbehorende externe productkosten.
Baten vanuit partijen anders dan departementen
De baten vanuit partijen anders dan departementen hebben met name betrekking op:
– Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van exploitatie en onderhoud van de infrastructuur en opbrengsten vanuit het windmolenpark Maasvlakte 2.
– Uitkeringen van verzekeraars in het kader van schaderijden en schadevaren ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden.
– Ontvangsten uit de pacht van benzinestations, de ingebruikgeving van RWS areaal (verhuur en pacht van bijvoorbeeld windparken) en incidentele verkoop van RWS areaal. Deze ontvangsten worden via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ontvangen.
– Opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) en de Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW)
– Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen en bedrijven voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.
– Opbrengsten uit vergunningverlening in het kader van de Waterwet.
Baten uit reeds ontvangen bijdragen voor levering van input
Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Het Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud bedraagt ultimo 2024 € 710,9 miljoen.
Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Het Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten bedraagt ultimo 2024 € 346,7 miljoen.
Rentebaten
RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën.
Bijzondere baten
De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Formatie (in FTE) | 11.116 | 11.075 | 10.981 | 10.949 | 10.919 | 10.859 |
- waarvan capaciteit structurele werkzaamheden | 9.753 | 9.775 | 9.798 | 9.795 | 9.782 | 9.772 |
- waarvan capaciteit tijdelijke opdrachten | 344 | 276 | 164 | 141 | 125 | 77 |
- waarvan capaciteit gefinancierd door overige departementen en derden | 1.019 | 1.024 | 1.019 | 1.013 | 1.012 | 1.010 |
Eigen personeel (x € 1.000) | 1.219.216 | 1.177.902 | 1.167.551 | 1.164.376 | 1.161.138 | 1.154.445 |
Overige personele kosten (x € 1.000) | 56.210 | 55.762 | 55.272 | 55.121 | 54.968 | 54.651 |
Inhuur externen (x € 1.000) | 94.206 | 66.965 | 68.083 | 67.963 | 67.839 | 67.448 |
Inhuurpercentage | 7% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% |
De formatie van RWS bestaat uit capaciteit voor structurele werkzaamheden en capaciteit voor tijdelijke opdrachten.
Capaciteit structurele werkzaamheden
In de begroting 2025 is voor structurele werkzaamheden een stabiel apparaatsbudget tot en met 2031 gefinancierd. Daarna loopt de gefinancierde capaciteit terug. In de ontwerpbegroting 2026 wordt de financiering van de capaciteit in 2032 op hetzelfde niveau gebracht.
De structurele capaciteit neemt in de begroting 2026 toe door toevoeging van extra weginspecteurs (38 FTE, met een ingroei van 28 FTE in 2025), extra capaciteit voor het beheer van de A7 Zuidelijke ringweg Groningen (10,5 FTE vanaf 2025) en door verambtelijking (het omzetten van inhuurprogramma (niet-kerntaken) in eigen personeel) als uitvoering van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Schoof. Deze omzetting realiseert een besparing, doordat eigen personeel goedkoper is dan inhuur (24 FTE, met een ingroei van 12 FTE in 2025).
Capaciteit tijdelijke opdrachten
RWS heeft ook capaciteit voor het uitvoeren van tijdelijke opdrachten. Dit betreft onder anderen capaciteit voor opdrachten voor uitvoering: aanvullende capaciteit in het kader van BeleidsOndersteuning en Advisering (BOA), programma Werken aan Uitvoering, Wet Open Overheid, Windenergie op Zee, specialistische capaciteit stikstof, Net op Zee, Critical Entities Resilience Directive (CER-Richtlijnen), programma MONS en programma Draaien houden Ringen.
Capaciteit gefinancierd door overige departementen en derden
Dit betreft capaciteit waarvoor RWS financiering ontvangt vanuit ontvangen opdrachten van andere departementen en werkzaamheden in het kader van Werken voor en met Partners (derden).
Eigen personeel
De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).
De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken).
Inhuur externen
De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS en worden gefinancierd uit de apparaatsmiddelen. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken welke wordt gefinancierd uit de programmamiddelen.
Inhuur apparaat (kerntaken)
RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken. RWS verwacht de komende jaren een gemiddeld inhuurpercentage t.o.v. de personele kosten van circa 5%.
Inhuur programma (niet-kerntaken)
Gelet op de omvang van de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn belegd (de niet-kerntaken) substantieel. Uitgangspunt bij exploitatie-, onderhoud-, ontwikkeling- en vernieuwingsprojecten is optimaal gebruik te maken van de markt. Het doe-werk wordt zoveel mogelijk overgelaten aan de markt, vooral op het terrein van techniek en beheersing. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.
De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name verantwoord op de post kosten uitbesteed werk en andere externe kosten in deze agentschapsbegroting en de artikelonderdelen ontwikkeling en vernieuwing in de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Inhuur programma (niet-kerntaken) (x € 1.000) | 151.516 | 163.462 | 173.017 | 166.049 | 150.206 | 142.142 |
Omzet RWS (GVKA en BLS-EPK) (x € 1.000) | 6.060.656 | 6.538.492 | 6.920.694 | 6.641.968 | 6.008.223 | 5.685.678 |
Inhuur programma t.o.v. omzet RWS (in %) | 3% | 3% | 3% | 3% | 3% | 3% |
Materiele kosten
De materiele kosten bestaan uit bezetting gerelateerde materiele kosten (o.a. ICT, huisvesting en diensten en middelen, zoals catering, schoonmaak en beveiliging) en areaal gerelateerde materiële kosten (o.a. auto’s weginspecteurs).
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
Op deze post worden de kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten verantwoord, die te maken hebben met exploitatie en onderhoud voor het BKN. Daarnaast bevat deze post ook de kosten in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, Werken voor en met Partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten.
Rentelasten
Dit betreft de kosten van rentedragende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten.
Afschrijvingskosten
Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa.
Overige lasten
Dit betreft de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen.
Dotatie/onttrekking aan reserve Rijksrederij
Dit betreft de dotatie of onttrekking aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen.
Te verdelen resultaat
Het te verdelen resultaat in 2025 is negatief. RWS heeft meerjarige maatregelen genomen om weer een gezonde organisatie te worden. Een deel van het negatieve resultaat in 2025 wordt veroorzaakt doordat de jaarlijkse dotatie aan de verlofreservering als gevolg van de invoering van het IKB spaarverlof niet volledig gedekt is (€ 20 miljoen in 2025). Vanaf 2026 zijn deze ongedekte structurele lasten nog niet meegenomen. Dit vraagstuk wordt betrokken bij de volgende Voorjaarsbesluitvorming, waarbij ook naar de tarieven voor dekking wordt gekeken.
Realisatie 2024 | Suppletoire Begroting September 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 1.676.864 | 1.433.699 | 1.001.805 | 557.696 | 476.488 | 434.696 | 400.483 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 3.917.508 | 4.293.079 | 4.289.776 | 4.147.599 | 4.100.530 | 4.067.223 | 3.991.028 | |
-/- uitgaven operationele kasstroom | ‒ 4.132.563 | ‒ 4.706.211 | ‒ 4.709.779 | ‒ 4.203.143 | ‒ 4.112.199 | ‒ 4.067.114 | ‒ 3.981.196 | |
2 | Totaal operationele kasstroom | ‒ 215.055 | ‒ 413.132 | ‒ 420.003 | ‒ 55.544 | ‒ 11.669 | 109 | 9.832 |
-/- totaal investeringen | ‒ 46.262 | ‒ 57.498 | ‒ 86.055 | ‒ 52.605 | ‒ 70.808 | ‒ 101.457 | ‒ 101.457 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 3.047 | |||||||
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 43.215 | ‒ 57.498 | ‒ 86.055 | ‒ 52.605 | ‒ 70.808 | ‒ 101.457 | ‒ 101.457 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ||||||||
+/+ eenmalige storting door het moederdepartement | ||||||||
-/- aflossingen op leningen | ‒ 16.834 | ‒ 15.887 | ‒ 19.803 | ‒ 23.033 | ‒ 26.582 | ‒ 29.249 | ‒ 32.408 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 31.939 | 54.623 | 81.752 | 49.974 | 67.267 | 96.384 | 96.384 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 15.105 | 38.736 | 61.949 | 26.941 | 40.685 | 67.135 | 63.976 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + depositorekeningen (=1+2+3+4) | 1.433.699 | 1.001.805 | 557.696 | 476.488 | 434.696 | 400.483 | 372.833 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De nieuwe investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met de aflossing op deze leenfaciliteit.
Realisatie 2024 | Suppletoire Begroting September 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | |||||||
Apparaatskosten per eenheid areaal (bedragen x € 1.000) | |||||||
Hoofdwatersysteem | 1,6 | 1,7 | 1,8 | 1,8 | 1,7 | 1,7 | 1,7 |
Hoofdwegennet | 36,7 | 39,8 | 40,2 | 40,7 | 39,6 | 39,8 | 39,7 |
Hoofdvaarwegennet | 34,0 | 35,1 | 35,5 | 35,7 | 35,2 | 35,3 | 35,1 |
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | |||||||
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | 23% | 24% | 22% | 19% | 20% | 21% | 22% |
Tarief per FTE (bedragen x € 1) | |||||||
Tarief per FTE | 168.591 | 171.920 | 165.695 | 165.046 | 164.464 | 163.857 | 164.025 |
Toelichting
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor exploitatie en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal.
Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (zowel BLS als GVKA) van RWS.
Tarief per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (personele kosten, materiele kosten, afschrijvingskosten en rentelasten) per formatieve ambtelijke FTE.