Base description which applies to whole site

5.2 Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Overheveling agentschappen naar het ministerie van VRO

De standen voor 2024 vallen formeel niet onder het begrotingshoofdstuk van het ministerie van VRO, maar wordt hier voor de inzichtelijkheid wel getoond.

Inleiding

De Huurcommissie is een onpartijdige organisatie die geschillen tussen huurder en verhuurder beslecht. Als huurders en verhuurders een geschil hebben en er onderling niet uitkomen, dan doet de Huurcommissie op verzoek van de huurder of de verhuurder een uitspraak in hun geschil. Deze zaken zijn onder te verdelen in geschillen over de puntentelling, gebreken aan de woning, de hoogte van de jaarlijkse huurverhoging en de te betalen servicekosten. Daarnaast richt de Huurcommissie zich op het voorkomen van geschillen door onder andere informatieverschaffing via de site en het klantcontactcentrum.

De Huurcommissie bestaat uit twee onderdelen die tezamen als één organisatie opereren. Het zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) zonder eigen rechtspersoonlijkheid bestaat uit een bestuur, de zittingsvoorzitters en de zittingsleden. Dit ZBO wordt bijgestaan door het agentschap de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Door de verwevenheid van het ZBO met DHC zijn de kosten van het ZBO in de begroting van de Dienst van de Huurcommissie opgenomen.

Huurders en verhuurders in lage- en middenhuursegment kunnen bij de Huurcommissie terecht met geschillen over onder andere huurprijzen, (onderhouds)gebreken, huurverhogingen en servicekosten. In de vrije sector kunnen (ver)huurders bij de Huurcommissie terecht met geschillen over servicekosten, huurverhogingen of (aanvangs)huurprijzen (in bepaalde gevallen). Daarnaast kunnen zij ook de Huurcommissie om advies vragen als zij dit met elkaar hebben afgesproken in geval van een geschil.

Het zorgen voor snelle en kwalitatief hoogwaardige geschilbeslechting in huur(prijs)geschillen is de primaire taak van de Huurcommissie. Uiteraard neemt de Huurcommissie ook in 2026 weer alle benodigde stappen om een goede uitvoering van deze kerntaak te waarborgen. Daarnaast treden dit jaar de Wet modernisering servicekosten en het Wetsvoorstel toekomstbestendige Huurcommissie in werking, die allebei gevolgen hebben voor de Huurcommissie. Deze wetten zorgen voor een helderder uitvoeringskader en eenvoudigere procedures, als gevolg waarvan de Huurcommissie huurders en verhuurders nog beter kan helpen de doorlooptijd van de zaakafwikkeling versneld kan worden.

De Huurcommissie is geschillenbeslechter volgens de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten. De Huurcommissie is hiermee een Europese Alternative Dispute Resolution (ADR) instantie.

Voor de uitoefening van haar taken ontvangt de Huurcommissie een bijdrage van het ministerie van VRO. Deze bijdrage is in 2025 aan de hand van de meerjarenraming in de offerte 2025 structureel opgehoogd, om de financiering van de Huurcommissie toekomstbestendig te maken.

Instroom en productie

De instroom is geraamd op ruim 21.000 zaken en uitgaande van een acceptabele werkvoorraad bij jaarovergang zal dit ook de productie zijn voor het jaar 2026. De Huurcommissie heeft de basis op orde gebracht qua bemensing en systemen om deze aantallen te kunnen afwikkelen.

Staat van baten en lasten

Tabel 34 Begroting van baten-lastenagentschap DHC voor het jaar 2026 (bedragen x € 1.000)1
 

Stand slotwet 2024

Vastgestelde begroting 2025

2026

2027

2028

2029

2030

Baten

       

- Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten

0

0

0

0

0

0

0

- Baten als tegenprestatie voor levering van input

36.196

40.660

41.074

38.783

37.945

37.865

37.865

waarvan bijdrage Moederdepartement

24.304

24.680

24.979

22.876

22.461

22.461

22.461

waarvan Verhuurderbijdrage

10.104

13.280

13.467

12.334

12.111

12.111

12.111

waarvan Legesontvangsten

1.788

2.700

2.628

3.573

3.373

3.293

3.293

Rentebaten

123

0

100

100

100

100

100

Vrijval voorzieningen

4

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

12

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

36.335

40.660

41.174

38.883

38.045

37.965

37.965

        

Lasten

       

Apparaatskosten

33.010

40.364

41.124

38.833

37.995

37.915

37.915

- Personele kosten

24.549

32.606

31.433

29.229

28.391

28.311

28.311

waarvan eigen personeel

17.602

23.872

26.753

25.158

24.647

24.647

24.647

waarvan inhuur externen

5.654

7.457

3.060

2.451

2.124

2.044

2.044

waarvan overige personele kosten

1.293

1.277

1.620

1.620

1.620

1.620

1.620

- Materiële kosten

8.461

7.758

9.691

9.604

9.604

9.604

9.604

waarvan apparaat ICT

5.050

3.992

3.076

2.989

2.989

2.989

2.989

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

2.037

2.037

2.037

2.037

2.037

waarvan overige materiële kosten

3.411

3.766

4.578

4.578

4.578

4.578

4.578

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

273

296

50

50

50

50

50

- Materieel

273

296

50

50

50

50

50

waarvan apparaat ICT

270

280

50

50

50

50

50

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

3

16

0

0

0

0

0

- Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

454

0

0

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

15

0

0

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

439

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

33.737

40.660

41.174

38.883

38.045

37.965

37.965

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

2.598

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

2.598

0

0

0

0

0

0

1

De bedragen uit het jaar 2024 vallen nog onder de verantwoordelijkheid van BZK.

Toelichting op de staat van baten en lasten

Baten

Baten als tegenprestatie voor levering van input

De verwachte productie voor 2026 is afgestemd op de verwachte instroom in het uitvoeringsjaar. Om de wettelijke doorlooptijden te behalen is het van belang dat de werkvoorraad afgestemd is met de bemensing van de Huurcommissie. Gekoerst wordt op een werkvoorraad in evenwichtige verdeling tussen de verschillende fasen in het proces.

Waarvan bijdrage moederdepartement

De bijdrage moederdepartement is de bijdrage voor de Huurcommissie vanuit het Rijk ten laste van artikel 1 van de begroting van het ministerie van VRO.

Waarvan verhuurderbijdrage

De verhuurderbijdrage is vastgesteld op 35% van de netto lasten van de geschilbeslechting (totale lasten minus de legesinkomsten), het moederdepartement draagt het resterende deel bij.

Waarvan legesontvangsten

De legesontvangsten zijn gebaseerd op een veroordeling door de Huurcommissie van geschilpartijen tot vergoeding aan de Staat. De legesontvangsten zijn € 25 voor een verhuurder en € 500 voor een verhuurder waarbij een verhuurder, die meerdere malen ongelijk krijgt bij eenzelfde zaaksoort, een gedifferentieerd tarief in rekening kan worden gebracht. In totaal worden de legesontvangsten voor 2026 geraamd op € 2,8 mln.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten bestaan uit alle personele en materiële kosten van de Dienst van de Huurcommissie alsook het ZBO Huurcommissie en de vergoedingen van de zittingsleden en de Raad van Advies.

Personele kosten

De personele kosten betreffen de salarissen van de vaste medewerkers van de Dienst van de Huurcommissie en het ZBO Huurcommissie en de inhuur van externe medewerkers. Met de vaststelling van het nieuwe organisatie- en formatierapport in 2024 is het percentage externe inhuur teruggedrongen. Doordat er nu meer interne formatie mogelijk is, zal aan de verdere afbouw van de externe inhuur de komende jaren nog gewerkt worden. Hiermee kan de externe inhuur in lijn gebracht met de Roemernorm van 10% in het uitvoeringsjaar 2026.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan onder andere uit huur van kantoor- en zittingslocatie, de vacatiegelden van de zittingsleden, de vergoeding van de Raad van Advies en kosten voor de informatievoorziening. De Huurcommissie is steeds meer een ict-efficiënte organisatie. Met de overgang naar de Shared Service Center van het Rijk op het gebied van ICT (SSC-ICT) is deze component nu apart verwoord als bijdrage aan de SSO.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn conform de door de minister van Financiën voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Afgeschreven wordt met name op de instrumenten in gebruik bij de onderzoekers in de woning en op het kantoorinventaris.

Saldo van baten en lasten

Het saldo van baten en lasten wordt geraamd op nul.

Kasstroomoverzicht

Tabel 35 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap DHC voor het jaar 2026 (bedragen x € 1.000)1
  

Stand slotwet 2024

Vastgestelde begroting 2025

2026

2027

2028

2029

2030

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

‒ 2.219

721

717

737

757

737

757

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

34.937

40.660

41.074

38.783

37.945

37.865

37.865

 

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 33.016

‒ 40.364

‒ 41.024

‒ 38.733

‒ 37.895

‒ 37.815

‒ 37.815

2.

Totaal operationele kasstroom

1.921

296

50

50

50

50

50

 

-/- totaal investeringen

‒ 162

‒ 300

‒ 30

‒ 30

‒ 70

‒ 30

‒ 30

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 162

‒ 300

‒ 30

‒ 30

‒ 70

‒ 30

‒ 30

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

-/- aflossingen op leningen

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

0

0

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

0

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

‒ 460

717

737

757

737

757

777

1

De bedragen uit het jaar 2024 vallen nog onder de verantwoordelijkheid van BZK.

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De Huurcommissie heeft geen leningen en slechts een zeer beperkte investeringskasstroom. Het leeuwendeel van de kasstroom betreft dus de kasstroom uit operationele bedrijfsvoering.

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 36 Overzicht doelmatigheidsindicatoren DHC 20261
 

Stand slotwet 2024

Vastgestelde begroting 2025

2026

2027

2028

2029

2030

Omschrijving Generiek Deel

       

Gemiddeld integraal tarief per geschil

1.904

1.813

1.957

1.964

1.961

1.957

1.957

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

249

278

280

280

280

280

280

Gebruikerstevredenheid

49%

55%

55%

56%

57%

58%

59%

Saldo van baten en lasten (%)

8%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

        

Productie per dienst

       

Puntengeschillen

2.545

8.209

6.127

4.603

4.036

4.036

4.036

Gebrekengeschillen

5.199

5.251

6.689

6.833

6.682

6.682

6.682

Servicekostengeschillen

4.377

5.465

4.709

4.840

5.157

5.157

5.157

Huurverhogingsgeschillen

5.595

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

3.500

Totaal netto productie

17.716

22.425

21.025

19.775

19.375

19.375

19.375

        

Omschrijving Specifiek Deel

       

Geschilafwikkeling binnen vier maanden:

       

Puntengeschillen

72%

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

Gebrekengeschillen

56%

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

Servicekostengeschillen

50%

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

> 70 %

Huurverhogingsgeschillen

99%

> 90 %

> 90 %

> 90 %

> 90 %

> 90 %

> 90 %

Gewogen gemiddelde alle zaaksoorten

71%

> 75 %

> 75 %

> 75 %

> 75 %

> 75 %

> 75 %

        

Behaalde ADR-termijnen

94%

> 90 %

> 90 %

> 90 %

> 90 %

> 90 %

> 90 %

Verzetspercentage

11%

< 20%

< 20%

< 20%

< 20%

< 20%

< 20%

Aantal unieke websitebezoekers

N.B.

N.B.

1.300.000

1.300.000

1.300.000

1.300.000

1.300.000

Aantal ingevulde huurprijschecks

N.B.

N.B.

230.000

230.000

230.000

230.000

230.000

Afgewikkelde telefonische vragen

N.B.

N.B.

75.000

80.000

80.000

85.000

85.000

Bereikbaarheid

N.B.

N.B.

80%

80%

80%

85%

85%

Doorlichting uitgevoerd c.q. gepland in

 

2025

    

2030

1

De bedragen uit het jaar 2024 vallen nog onder de verantwoordelijkheid van BZK.

Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving generiek deel

Gemiddeld integraal tarief

Het gemiddeld integraal tarief is vormgegeven door de totale uitgaven in enig jaar te delen door de productie in dat jaar. Dit geeft een beeld van de doelmatigheid van de Huurcommissie. Verzetzaken zijn hier niet in meegenomen, omdat dit geen nieuwe zaak betreft maar een vervolg op een bestaande casus.

Fte totaal

De verhouding tussen vast en extern personeel zal in de beschouwingsperiode van de begroting nog verder in balans worden gebracht. Hierdoor blijft kennis langer behouden voor de Huurcommissie en dit zorgt voor meer stabiliteit binnen de organisatie.

Gebruikerstevredenheid

Continu vindt bij de huurders en verhuurders een tevredenheidsonderzoek plaats. De meerjarendoelstelling is gesteld op een tevredenheidspercentage richting de 60%. Ondanks een mogelijk negatieve uitkomst van het geschil, die de tevredenheid altijd sterk kleurt, is hiermee het doel gesteld dat meer dan de helft van de partijen (heel) tevreden zal zijn over de Huurcommissie.

Productie per dienst

Sinds enkele jaren worden veel zaken beslecht met een kennelijke voorzittersuitspraak. Een kennelijke voorzittersuitspraak is mogelijk als over de uitkomst van een zaak geen twijfel bestaat. Hierdoor hoeft het geschil niet op zitting te komen en kan het daarmee snel binnen de wettelijke doorlooptijd worden afgewikkeld. Bij de toepassing van kennelijke voorzittersuitspraken zijn de belangen van huurder en verhuurder goed gewaarborgd, onder meer door de mogelijkheid van kosteloos verzet.

Omschrijving specifiek deel

Vanaf 2026 worden naast de reeds bestaande doelmatigheidsindicatoren vier nieuwe indicatoren teogevoegd op het gebied van externe communicatie. Hieronder worden de verschillende indicatoren toegelicht.

Geschilafwikkeling (binnen vier maanden)

De Huurcommissie werkt met twee verschillende doorlooptijden. In de eerste plaats de doorlooptijd voor de hele procedure, gebaseerd op de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. Deze telt vanaf het moment dat de verzoeker het voorschot op de leges heeft betaald tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd. De relatief eenvoudige huurverhogingsgeschillen kunnen in meer dan 90% van de gevallen binnen de termijn van vier maanden worden afgewikkeld. Voor de overige geschillen is dit bij 70% het geval. Vanwege de toegenomen complexiteit bij het intakeproces Servicekosten wordt, mede met behulp van een externe blik, nader bezien waar versnelling mogelijk is danwel welke doorlooptijd passend is bij deze zaaksoort.

Behaalde ADR-termijnen

In de tweede plaats wordt gekeken naar de doorlooptijd van ADR-geschillen, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumentenvoorschrijft. Deze telt vanaf het moment dat het dossier van een zaak compleet is, tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd. Het doel van meer dan 90% van de geschillen binnen de termijn afdoen is ongewijzigd gebleven ten opzichte van de voorgaande jaren.

Verzetspercentage

Tegen een voorzittersuitspraak (VZU) kan kosteloos verzet worden aangetekend. Een doel van de Huurcommissie is om heldere VZU’s te schrijven en heldere informatie te verschaffen over de verzetsgronden die er zijn. Onnodig verzet moet immers worden voorkomen.

Aantal unieke websitebezoekers

De website is in 2024 uitvoerig gewijzigd en klantvriendelijker gemaakt. Hij wordt ook steeds meer bezocht. Door middel van onder andere de website en het klantcontactcentrum wil de Huurcommissie de verhuurders en huurders zo goed mogeljk informeren om hiermee ook geschillen te kunnen voorkomen.

Aantal volledig ingevulde Huurprijschecks

Op de eerder genoemde website van de Huurcommissie is ook de geheel in 2024 vernieuwde Huurprijscheck voor zelfstandige en onzelfstandige woonruimten te vinden. Hiermee kunnen zowel huurders als verhuurders zien wat de maximale huurprijs voor een woning is. Daarnaast kunnen verhuurders zien welke verbeteringen aan de woning tot een hogere huur kan leiden wat voor de huurder een kwalitatief betere woning oplevert. Bij deze indicator wordt gemeten hoe vaak de huurprijscheck volledig wordt ingevuld.

Afgewikkelde telefonische vragen en bereikbaarheid

Het klantcontactcentrum streeft ernaar om 75.000 telefoontjes per jaar af te wikkelen waarin vragen van huurders en verhuurder worden beantwoord. Meerjarig is de verwachting dat dit aantal iets toeneemt. De bereikbaarheid tijdens kantooruren was in 2024 75%. Het streven is om de bereikbaarheid te verbeteren en in 2026 op of boven de 80% uit te komen.

Licence