Base description which applies to whole site

9.1 Saldibalans Nationale Schuld IXA

Tabel 59 Saldibalans per 31 december 2024 Nationale Schuld (IXA) (bedragen x € 1.000)1

Activa

31-12-2024

 

31-12-2023

 

Passiva

31-12-2024

 

31-12-2023

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1

Uitgaven ten laste van de begroting

50.291.685

 

57.765.549

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

70.942.402

 

70.982.059

3

Liquide middelen

2

 

2

3

Liquide middelen

0

 

0

4

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

17.801.020

 

9.286.799

4a

Rekening-courant RHB

0

 

0

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a

Begrotingsreserves

0

 

0

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

205.612

 

379.893

7

Schulden buiten begrotingsverband

8.750.265

 

12.120.927

8

Kas-transverschillen

11.394.349

 

15.670.743

     
          

Subtotaal intra-comptabel

79.692.668

 

83.102.986

Subtotaal intra-comptabel

79.692.668

 

83.102.986

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

22.158.394

 

18.592.675

10a

Tegenrekening vorderingen

22.158.394

 

18.592.675

11a

Tegenrekening schulden

517.514.092

 

484.656.567

11

Schulden

517.514.092

 

484.656.567

12

Voorschotten

0

 

0

12a

Tegenrekening voorschotten

0

 

0

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

0

 

0

14

Andere verplichtingen

0

 

0

15

Deelnemingen

0

 

0

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

539.672.486

 

503.249.242

Subtotaal extra-comptabel

539.672.486

 

503.249.242

          

Totaal

619.365.154

 

586.352.228

 

Totaal

 

619.365.154

 

586.352.228

1

Vanwege afrondingsverschillen zijn kleine afwijkingen zichtbaar tussen de saldibalans en de verantwoordingsstaat.

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaal­ tellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2024. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2024. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn twee rekening-courant verhoudingen: het Agentschap (artikel 11) en het geïntegreerd middelen beheer (GMB, artikel 12). De bedragen zijn per 31 december 2024 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 60 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2024

Ultimo 2023

Te ontvangen rente op swaps

0

107.180

Vooruitbetaalde disconto

131.105

204.724

Te ontvangen rente vlottende schuld

17.266

17.431

CO2-veiling

0

0

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

57.240

50.558

Totaal

205.611

379.892

Te ontvangen rente op swaps

Ultimo 2024 was er geen swapportefeuille meer aanwezig. In 2024 zijn de swaps voortijdig beëindigd naar aanleiding van het besluit om de legacy portefeuille in zijn geheel af te wikkelen.

Vooruitbetaalde disconto

Deze post betreft de te vergoeden (disconto)rente bij de uitgifte van schatkistpapier (DTC’s). Schatkistpapier is discontopapier, d.w.z. dat aan het einde van de looptijd de nominale waarde wordt terugbetaald. De aankoopprijs is de nominale waarde verrekend met de te vergoeden (disconto)rente. Gedurende de looptijd wordt het disconto toegerekend aan de rentelasten.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 61 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2024

Ultimo 2023

Te realiseren agio

1.963.312

6.085.446

Te betalen rente onderhandse leningen

1.427

2.269

Te betalen rente openbare schuld

4.435.157

3.938.316

Te betalen rente op swaps

0

84.445

Te betalen rente vlottende schuld

1.649

4.330

Derden van het Agentschap

136.363

346.676

Te betalen rente m.b.t. GMB

2.212.355

1.659.443

Totaal

8.750.264

12.120.926

Te realiseren agio

Het uitstaande saldo (€ 2,0 mld.) heeft betrekking op in het verleden gerealiseerde agio bij uitgifte vaste schuld. In 2024 lag bij de uitgifte van leningen het effectieve rendement boven de couponrente, waardoor de staat leningen met disagio heeft uitgegeven. De post ‘te realiseren agio’ is hierdoor afgenomen.

Te betalen rente openbare schuld

Deze post betreft de opgelopen rente die de staat nog moet betalen aan de tegenpartijen m.b.t. de uitgegeven staatsleningen (DSL’s).

Te betalen rente op swaps

Ultimo 2024 was er geen swapportefeuille meer aanwezig. In 2024 zijn de swaps voortijdig beëindigd naar aanleiding van het besluit om de legacy portefeuille in zijn geheel af te wikkelen.

Derden van het Agentschap

De post derden van het Agentschap bestaat voor het grootste deel uit het onderpand in contanten dat uit hoofde van derivatencontracten is gestald bij het Agentschap.

Te betalen rente m.b.t. GMB

Deze post betreft de rente die de staat nog moet betalen aan de deelnemers van schatkistbankieren over het saldo dat zij aanhouden op de rekeningen-courant en deposito’s. De te betalen rente is toegenomen omdat het gemiddelde rentepercentage in 2024 hoger was. Daarnaast is ook het saldo van aangehouden middelen in 2024 toegenomen.

8. Kas-transverschillen

Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven of ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentelasten en -baten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat ze zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten bij Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast. Dit bedrag is het saldo van alle posten in de tabellen ‘Vorderingen buiten begro­tingsverband’ en ‘Schulden buiten begrotingsverband’ van het voorgaande jaar, behalve het gestalde onderpand dat in de post Derden van het Agentschap is opgenomen. De onderpanden worden niet meegenomen in het kas-transverschil omdat voor deze post alle boekingen op kasbasis zijn waardoor geen kas-transverschillen ontstaan.

Tabel 62 Kas-transverschillen (bedragen x € 1 mln.)
  

Vorderingen buiten begrotingsverband ultimo 2023

380

Te ontvangen rente op swaps

107

Vooruitbetaalde disconto

205

Te ontvangen rente vlottende schuld

17

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

51

Schulden buiten begrotingsverband ultimo 2023

11.774

Te realiseren agio

6.085

Te betalen rente onderhandse leningen

2

Te betalen rente openbare schuld

3.938

Te betalen rente op swaps

84

Te betalen rente vlottende schuld

4

Te betalen rente m.b.t. GMB

1.659

Totaal kas-transverschillen 2024

11.394

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 63 Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2024

Ultimo 2023

Loans

450.000

450.000

GCP Basket

4.000.000

1.050.000

Deposit lend

1.600.000

2.000.000

Buy Sell Back (BSB)

0

225.259

Verstrekte leningen Agentschappen

9.243.216

8.678.805

Verstrekte leningen RWT's en derden

6.865.177

6.188.610

Totaal

22.158.394

18.592.675

De grootste vorderingen zijn verstrekte leningen aan agentschappen, RWT’s en derden: instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd midde­ lenbeheer. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de staat op de deelnemers. Deze vorderingen bedragen ultimo 2024 € 16,1 mld. Aan de agentschappen is € 9,2 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,6 mld. ten opzichte van de stand ultimo 2023. Aan RWT’s en derden is € 6,9 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,7 mld. ten opzichte van 2023. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de agentschappen circa 21 jaar en bij RWT’s circa 19 jaar. GCP Basket en deposit lend zijn geldmarktinstrumenten. Dit betreffen vorderingen met een korte looptijd. Het Agentschap maakt hiervan gebruik om over voldoende middelen te beschikken voor het financieren van de aflossingen in januari 2025. ‘Loans’ betreft de vordering die de Nederlandse staat nog op ABN AMRO heeft. Bij Buy Sell Back (BSB) transacties zet de staat middelen uit op de geldmarkt waarbij de staat schuldpapier koopt wat op een later moment weer wordt verkocht aan dezelfde tegenpartij.

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 64 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbare vorderingen

0

Op termijn opeisbare vorderingen

22.158.394

Geconditioneerde vorderingen

0

Totaal

22.158.394

11. Schulden

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 65 Schulden (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2024

Ultimo 2023

Vaste schuld1

  

Dutch State Loans

371.170.427

370.113.793

Private loans

153.156

169.118

   

Vlottende schuld

  

Dutch Treasury Certificates (DTC)

22.850.000

24.280.000

Deposit borrow in EUR

2.180.000

2.500.000

Sell Buy Back (SBB)

0

456.380

Deposit borrow in USD

0

0

Commercial Paper in USD

6.791.969

6.638.295

Commercial Paper in EUR

13.694.200

2.139.000

RC Agentschappen

4.172.693

4.117.517

RC RWT’s

25.441.088

21.432.083

RC decentrale overheden

17.442.529

14.745.923

RC sociale fondsen

51.227.579

34.456.107

   

Deposito’s

  

Deposito’s Agentschappen

0

0

Deposito’s RWT’s

807.150

1.301.850

Deposito’s decentrale overheden

1.583.300

2.306.500

Totaal

517.514.091

484.656.567

1

De vaste schuld bestaat uit financiële transacties met een oorspronkelijke looptijd van > 1 jaar.

De schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotings­verband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. De vaste schuld betreft voornamelijk de Dutch State Loans (€ 371,2 mld.). en de vlottende schuld betreft voornamelijk de Dutch Treasury Certificates (€ 22,9 mld.). Verder maakt het Agentschap gebruik van diverse geldmarktinstrumenten: Deposit borrow, Commercial Paper (CP) en Sell Buy Back (SBB) transacties. Dit betreffen schulden met een korte looptijd. Het wisselkoersrisico op Commercial Paper (CP) in buitenlandse valuta wordt altijd direct afgedekt met behulp van valutaswaps. Bij Sell Buy Back (SBB) transacties leent de staat middelen op de geldmarkt waarbij de staat schuldpapier verkoopt wat op een later moment weer wordt gekocht van dezelfde tegenpartij. Daarnaast bevatten de schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer. Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de schatkist. Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De agent­schappen hielden eind 2024 € 4,2 mld. aan op hun rekeningen-courant en hadden geen deposito’s. Het rekening-courantsaldo van RWT’s en derden nam in 2024 toe met € 4,0 mld. naar € 25,4 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam af met € 0,5 mld. naar € 0,8 mld. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden nam in 2024 toe met € 2,7 mld. naar € 17,4 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam af met € 0,7 mld. naar € 1,6 mld. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2024 uitstaande deposito’s van de RWT’s was circa 1,5 jaar en bij decentrale overheden circa 9,4 jaar.

Sociale Fondsen

De RC-saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen wat met name wordt veroorzaakt door de mate van onder- en overdekking van de desbetreffende premies. Het totale saldo van de sociale fondsen is eind 2024 € 16,8 mld. hoger dan het saldo eind 2023.

Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2024 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.

Tabel 66 Specificatie van de vaste schuld naar jaar van uitgifte1 per 31 december 2024 (bedragen x € 1 mln.)

Jaar van uitgifte

 

Openbaar

Onderhands

Totaal

 

1998

13.028,0

18,2

13.046,1

1999 t/m

2004

0,0

0,0

0,0

 

2005

17.977,4

0,0

17.977,4

 

2006

0,0

0,0

0,0

 

2007

0,0

0,0

0,0

 

2008

0,0

0,0

0,0

 

2009

0,0

0,0

0,0

 

2010

18.839,9

135,02

18.974,9

 

2011

0,0

0,0

0,0

 

2012

15.507,9

0,0

15.507,9

 

2013

0,0

0,0

0,0

 

2014

20.510,2

0,0

20.510,2

 

2015

19.925,2

0,0

19.925,2

 

2016

17.215,1

0,0

17.215,1

 

2017

17.705,9

0,0

17.705,9

 

2018

19.331,9

0,0

19.331,9

 

2019

30.350,0

0,0

30.350,0

 

2020

49.274,2

0,0

49.274,2

 

2021

45.656,9

0,0

45.656,9

 

2022

38.845,4

0,0

38.845,4

 

2023

33.648,9

0,0

33.648,9

 

2024

13.353,6

0,0

13.353,6

Totaal

 

371.170,4

153,2

371.323,6

1

Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.

2

Verplichtingen uit hoofde van schuldtitels uitgegeven door het land Nederlandse Antillen en het eilandgebied Curaçao, overgenomen door de Nederlandse staat per 10 oktober 2010.

Licence