Base description which applies to whole site

Bijlage 4 Financieel beeld van het onderwijs - landelijk en per sector

Deze bijlage geeft een financieel beeld van het onderwijs op basis van de balans, de staat van baten en lasten en kengetallen op landelijk niveau en per sector over de periode 2019 t/m 2023.

Ter aanvulling hierop worden de 1ste, 2de en 3de geldstroom van de sector wetenschappelijk onderwijs en een overzicht van bevindingen per sector, ontleend aan de controleverklaringen van de accountant, in deze bijlage weergegeven.

De onderwijsinstellingen stellen hun jaarverslagen en verantwoording op nadat het desbetreffende kalenderjaar is afgerond en dienen deze in bij DUO op papier en via XBRL conform de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs vóór 1 juli van het opvolgende jaar. In 2024 zijn de gegevens over 2023 ontvangen en de jaarverslagen en verantwoording 2024 worden vóór 1 juli 2025 ingediend. Dat betekent dat de financiële gegevens in deze bijlage gaan over het verslagjaar 2023 van de door OCW bekostigde onderwijsinstellingen van Europees Nederland.

Databron en verwijzingen

De datasets, gebruikt voor het opstellen en controleren van deze bijlage, zijn terug te vinden op de website van DUO «Open Onderwijsdata». De data betreft de financiën van deze onderwijsinstellingen op bestuurs-, sector- en landelijk niveau. Ook zijn hier de gegevens per onderdeel uit de financiële verantwoording uit XBRL te vinden.

Op de website «Onderwijs in Cijfers» van het Ministerie van OCW wordt onder meer naar het «Dashboard Jaarrekeninggegevens» verwezen. Met dit dashboard wordt op bestuurs-, sector-, en landelijk niveau meerjarig inzicht gegeven in de financiële gegevens uit de jaarrekeningen, financiële kengetallen en de continuïteitsparagraaf van de door OCW bekostigde onderwijsinstellingen van Europees Nederland.

Voor nadere duiding van de cijfers wordt ook verwezen naar de Kamerbrief ‘Financiële Positie van het Onderwijs in 2023’ van 25 november 2024 (kenmerk 33495-125).

LET OP: er kan sprake zijn van afrondingsverschillen en mogelijk nieuwe of heraanleveringen van jaarstukken van voorgaande jaren waardoor totalen in de tabellen van deze bijlage mogelijk niet sluitend zijn met de bijlages in de departementale jaarverslagen van voorgaande jaren of met de Kamerbrief Financiële Positie van het Onderwijs.

Gehanteerde definities voor de kengetallen

Rentabiliteit:

De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief of negatief financieel resultaat, ook wel exploitatieresultaat genoemd. Dit blijft over nadat alle uitgaven van alle inkomsten worden afgetrokken. Dat bedrag wordt gedeeld door het totaalbedrag aan inkomsten en levert een waarde op (resultaat/(totaal baten + financiële baten)*100). Onderwijsinstellingen kunnen een positief financieel resultaat realiseren, maar streven geen winst na omdat dit niet past bij hun publieke taak. Als een bestuur meer heeft uitgegeven dan er geld binnenkwam, levert dat een negatief resultaat op en daarmee ook een negatieve rentabiliteit. Een negatieve rentabiliteit is niet per se zorgelijk, zolang er maar voldoende vermogen overblijft. Rentabiliteit zegt als het ware iets over het «kasboek» en niet over een eventuele «spaarrekening». De Inspectie van het Onderwijs hanteert als grenswaarde 0%. Rentabiliteit = (resultaat / (totaal van baten + financiële baten))*100

Solvabiliteit II :

De solvabiliteit geeft aan of een bestuur in staat is om op korte en langere termijn aan haar betalings- en aflossingsverplichtingen te voldoen. Dat moet blijken uit de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Met eigen vermogen bedoelen we het verschil tussen de bezittingen (inclusief specifieke spaarpotjes, zogenoemde ‘voorzieningen’) en de schulden van het schoolbestuur. Met totaal vermogen bedoelen we het eigen vermogen met daarbij opgeteld het vreemd vermogen; geld dat het bestuur heeft geleend. Als er weinig eigen vermogen is en/of er sprake is van veel geleend geld, dan heeft dat een negatieve invloed op de score op de solvabiliteit. De Inspectie van het Onderwijs houdt een grenswaarde aan van 0,30. Solvabiliteit II = (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal van passiva

Liquiditeit :

De liquiditeit (current ratio) geeft aan of een schoolbestuur in staat is om op korte termijn aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Dat zijn bijvoorbeeld aflossingen op leningen, salarissen, huisvestingslasten, enz. Om dit te kunnen bepalen wordt gekeken naar geld dat het bestuur nog tegoed heeft en wat het bestuur op de bank heeft staan. Die optelsom wordt vervolgens gedeeld door de kortlopende schulden van het bestuur. De Inspectie van het Onderwijs houdt verschillende grenswaarden aan, afhankelijk van het balanstotaal van het schoolbestuur varieert het tussen 0,75 en 1,0. Liquiditeit (current ratio) = vlottende activa / kortlopende schulden.

Licence