Wereld in transitie
De wereld bevindt zich op een geopolitiek kantelmoment, gekenmerkt door nieuwe coalities, opkomende middenmachten, een assertiever China, een agressieve machtspolitiek van Rusland en een veranderende houding van de Verenigde Staten. Multilaterale afspraken en regels verliezen aan kracht, terwijl het Westen niet meer vanzelfsprekend de boventoon voert. Door deze nieuwe machtsstructuren en patronen zijn ook vrijhandel, markttoegang en open aanvoerlijnen geen vanzelfsprekendheden meer. Dit vereist een sterk en realistisch buitenlandbeleid, om de belangen van Nederland, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk1 te borgen.
Daarom voert dit kabinet een buitenlandbeleid dat Nederland en de Nederlanders dient, onze vrijheden verdedigt en onze waarden niet uit het oog verliest. Dit vergt dat wij onze positie in deze geopolitiek en onze veiligheid centraal stellen.
Als gevolg van deze geopolitieke ontwikkelingen, moeten Nederland en Europa zich sterker inzetten voor de eigen veiligheid, en een grote verantwoordelijkheid nemen voor de stabiliteit in en rondom Europa. Voor de eigen veiligheid zet Nederland de steun aan Oekraïne, militair en niet-militair, onverminderd voort. Ook is Nederland voorstander van blijvende druk op Rusland, een versterkt NAVO-bondgenootschap, investeringen in Europese defensie en nauwere samenwerking met gelijkgestemde Europese landen. De Verenigde Staten blijft een cruciale partner en bondgenoot, waardoor het in Nederlands belang is en blijft om in de trans-Atlantische band te investeren. Dat betekent onder meer een serieuze verhoging van de uitgaven ten behoeve van onze eigen veiligheid.
Een sterk Europa vraagt om een volwassen Unie die haar geopolitieke en economische rol volwaardig vervult. Onze welvaart vereist veiligheid, en omgekeerd is een innovatieve en veerkrachtige economie essentieel om die veiligheid te waarborgen. Nederland zet zich binnen de EU actief in voor prioriteiten die daaraan bijdragen, zoals migratie, het landbouwbeleid en de EU-begroting. In aanloop naar het EU-voorzitterschap in 2029 draagt Nederland bij aan een Unie die daadkrachtig en toekomstbestendig is.
Het behartigen van de belangen van het Koninkrijk in een wereld waarin veiligheid en welvaart onder druk staan vraagt om slagvaardige diplomatie. In de huidige geopolitieke en geo-economische context betekent dat er steeds vaker een afweging gemaakt moet worden tussen waarden, welvaart en weerbaarheid. Een toekomstbestendige diplomatie vraagt het ministerie scherper te kiezen om op te komen voor het Nederlands belang. Door het Hoofdlijnenakkoord van kabinet-Schoof is bepaald dat er een taakstelling nodig is. De taakstelling, waarbij bezuinigd moet worden op zowel de apparaatskosten als (non-ODA) programmamiddelen, legt extra druk op deze opdracht en vraagt om keuzes. Dat heeft gevolgen voor het postennet: sommige posten zullen sluiten, anderen krimpen. Dat doet pijn, maar het is nodig om met minder middelen effectief te blijven in een kantelende wereldorde.
Artikelsgewijze inzet
Veiligheid: vrede, veiligheid en defensie
Afschrikking, verdediging en strategische stabiliteit
De NAVO is de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Een sterke collectieve afschrikking en verdediging, zoals door de bondgenoten verankerd in het NAVO-verdrag, is noodzakelijk in het licht van de huidige geopolitieke dreigingen. Nederland én Europa zetten sterker in op de eigen veiligheid. De Europese Unie dient hier een belangrijke ondersteunende rol in te spelen.
Het kabinet blijft zich inzetten voor een effectief Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) - waaronder door het verbeteren van de coherentie van het EU-buitenlandbeleid - en de versterking van de Europese veiligheid en defensiecapaciteiten via actief EU beleid. In het bijzonder heeft de EU een belangrijke rol in het versterken van de verdedigings- en afschrikkingscapaciteit van lidstaten en de NAVO, voornamelijk door actief defensie-industriebeleid en het versterken van maatschappelijke weerbaarheid. Nederland werkt in de Joint Expeditionary Force (JEF) samen met gelijkgezinde partners op gebied van onder meer civiel-militaire samenwerking, trainingen, militaire oefeningen, operaties en crisismanagement. De JEF biedt een platform voor kennisdeling, afschrikking en coalitievorming en discussie over defensie en veiligheidsonderwerpen. Het kabinet continueert de inzet op strategische stabiliteit in Europa, mede in het licht van de zorgelijke Russische nucleaire retoriek en de toename van het Chinese kernwapenarsenaal.2 Het Non-Proliferatieverdrag3 (NPV), waarvan de toetsingsconferentie in 2026 plaatsvindt, blijft de steunpilaar van het wapenbeheersing en non-proliferatiebeleid.
Nationale veiligheid en weerbaarheid
De Rijksbrede Veiligheidsstrategie4 vormt het kader voor de versterking van onze nationale veiligheid. Focus ligt op het verhogen van de weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen. Gezien de internationale aard van de actuele dreigingen, is het van belang ook in internationaal verband te werken aan de gezamenlijke weerbaarheid5, in eerste instantie via het versterken van de Europese samenwerking op het tegengaan van hybride dreigingen. Dit doet BZ onder meer via de Internationale Cyberstrategie6. maar ook door in internationaal verband samen te werken ter bescherming van onderzeese en digitale infrastructuren.
Maritieme Veiligheid krijgt daarbij bijzondere aandacht – niet alleen in de Noordzee en de daarmee samenhangende economische belangen van internationale vrijhandel en veiligheid – maar ook met het oog op Nederlandse belangen wereldwijd. Denk aan de belangen in de Oost- en Baltische zee, in het Midden-Oosten, de Indo-Pacifische regio en het Caribisch gebied.
Technologische ontwikkelingen, zoals op het gebied van AI, vormen in toenemende mate een uitdaging voor de nationale veiligheid. Nederland blijft inzetten op intensievere samenwerking met Europese partners ter versterking van de Europese tech-infrastructuur en pleit bij bedrijven en organisaties voor het belang van veiligheid en mensenrechten in de ontwikkeling van technische standaarden voor digitale technologieën.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken blijft werken aan het tegengaan van desinformatie, manipulatieve deepfakes en online buitenlandse inmenging en richt zich daarbij op het herkennen en beperken van desinformatie, zonder daarbij de vrijheid van meningsuiting aan te tasten. Met gelijkgezinde landen werkt Nederland aan het bevorderen en bestendigen van informatie-integriteit.
Missies en operaties
Ook conflicten en oorlogen verder buiten het NAVO-verdragsgebied kunnen onze veiligheid en welvaart en die van onze bondgenoten bedreigen. Daarom blijft het kabinet in ieder geval inzetten op bijdragen aan missies en operaties met militair, civiel en politieel personeel in: i) Europa (Westelijke Balkan, Moldavië en Zuidelijke Kaukasus); ii) het Midden-Oosten; iii) de Rode Zee-regio; iv) de Indo-Pacific; v) West-Afrika; en vi) kleinschalige missiebijdragen. Ook is het mogelijk dat Nederland om ondersteuning aan Oekraïne wordt gevraagd na een bestand.
Contraterrorisme
Terrorisme is niet weg en kent geen grenzen. Zo blijft het jihadisme en andere vormen van de radicale Islam de grootste terrorismedreiging7; dragen online ontwikkelingen bij aan snelle radicalisering van jongeren; winnen jihadistische groeperingen terrein in Afrika; blijft Islamitische Staat (IS) aanwezig en onvoorspelbaar en zijn ook de ontwikkelingen in het Midden-Oosten reden voor nauwlettende monitoring op gebied van contraterrorisme.
Het kabinet is evenwel genoodzaakt scherpe keuzes te maken in de inzet tegen terrorisme en blijft daarbij de onmiskenbare link met nationale veiligheid zwaar meewegen. De kennisfunctie op het gebied van internationaal terrorisme van BZ wordt strategischer ingezet. Zo draagt Nederland het co-voorzitterschap van de Terrorist Travel Working Group van de Anti Isis Coalitie (AIC), samen met de Verenigde Staten, Turkije, Koeweit en Interpol. Het kabinet blijft daarnaast inzetten in den brede op een versterkte rol in internationale (multilaterale) allianties, via de EU, de AIC, het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) en de VN.
Europese samenwerking
In een wereld gekenmerkt door geopolitieke instabiliteit en onzekerheid heeft Nederland baat bij een krachtige en weerbare Unie, als mede-behartiger van onze belangen. Samen staan we immers sterker. Samen kunnen we onze eigen normen en waarden beter beschermen, onze economie en landbouwsector meer laten floreren en onze veiligheid en democratische rechtsstaat effectiever versterken.
Unie voorbereiden op de toekomst
Een goed functionerende EU is niet mogelijk zonder een toekomstbestendige Europese begroting. Hier zijn scherpe keuzes voor nodig: de begroting moet zich primair richten op beleidsterreinen met de meeste EU-toegevoegde waarde. De Europese begroting dient daarnaast effectiever ingericht te worden door middel van versimpeling en meer flexibiliteit. Het kabinet blijft zich inzetten op een verantwoorde omvang van het volgend MFK, leidend tot een Nederlandse afdracht die in lijn is met de besparingsopgave uit het Hoofdlijnenakkoord.
Naast een toekomstbestendige begroting is het belangrijk dat de Unie zich gedegen voorbereidt op toekomstige uitbreiding. Het kabinet vindt het belangrijk dat de gevolgen van uitbreiding voor de Unie in kaart worden gebracht op het gebied van waarden, beleid, begroting en bestuur.
Het kabinet staat zeer kritisch tegenover EU-uitbreiding en houdt streng vast aan de eisen voor lidmaatschap, inclusief de Kopenhagen-criteria. Hervormingen op het gebied van goed bestuur, transparantie en de rechtsstaat zijn essentieel, net als adequate implementatie van het EU-acquis en aansluiting bij het EU-GBVB. Dit is mede van belang om de integriteit van de interne markt van de EU te borgen.
Duurzame welvaart en concurrentievermogen
Het kabinet zal zich blijven richten op verdere verdieping van de interne markt, als fundament van ons concurrentievermogen. Hierbij wordt ingezet op het tegengaan van onnodige regeldruk voor burgers en bedrijven, een gelijk speelveld, een circulaire en weerbare economie, met aandacht voor digitalisering en sleuteltechnologieën zoals semicon en AI, en op onderzoek en innovatie als katalysator voor productiviteit en welvaart.
Migratie
Het kabinet blijft zich in Europees verband inzetten voor een strikt asielbeleid, het versterken van buitengrenzen en brede Europese partnerschappen met derde landen om irreguliere migratie te beperken en terugkeer te bevorderen, met inachtneming van internationaal en Europees recht. Ook wordt opvang van vluchtelingen in de regio nagestreefd. Ook blijft het kabinet zich inzetten voor de implementatie van het Asiel- en Migratiepact en het verbeteren van terugkeer, o.a. door een ambitieuze inzet op de herziening van Europese terugkeerwetgeving, en innovatieve partnerschappen met derde landen, waaronder terugkeerhubs.
Onze levenskwaliteit in stand houden: voedselzekerheid, water en natuur
Het kabinet blijft met voorrang inzetten op de dossiers mest, pulsvisserij en de herijking van Natura 2000-gebieden. Om voedselzekerheid en internationale handel op het terrein van de landbouw op de lange termijn te borgen, blijft het kabinet ook inzetten op een strategische Europese handelspolitiek. Deze draagt bij aan een gelijk speelveld en het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden.
Onze democratie beschermen en waarden hoog houden
Het kabinet vindt het van belang dat het beschikbare EU-rechtsstaatinstrumentarium zo volledig mogelijk wordt ingezet voor eerbiediging van de rechtsstaat en de andere fundamentele waarden in EU-lidstaten. Verder blijft het kabinet nadenken over manieren om het huidige EU-rechtsstaatinstrumentarium te versterken en te vereenvoudigen.
Sancties
Als onderdeel van een brede Europese aanpak van bedreigingen voor de internationale stabiliteit en rechtsorde waarop onze veiligheid, vrijheid en welvaart gebaseerd zijn, heeft Nederland een voortrekkersrol binnen de EU in de ontwikkeling van sancties. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om maatregelen die de Russische oorlogscapaciteit inperken, waarmee gevolgen worden verbonden aan mensenrechtenschendingen, en tegengaan van omzeiling via derde landen in samenwerking met internationale partners. Om de EU-brede naleving van sancties te versterken, zet Nederland in op uitvoering van het Nederlandse non-paper 8over dit thema, dat is gepresenteerd tijdens de sanctieconferentie in januari 2025. Nationaal krijgt de modernisering van het sanctiestelsel vorm middels het Wetsvoorstel Internationale Sanctiemaatregelen9 en de oprichting van het Centraal Meldpunt Sancties binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken. In het kader van de voorjaarsnota maakte het kabinet structureel 36,5 miljoen euro vrij voor de instandhouding en verdere versterking van sanctienaleving in Nederland10. De structurele middelen zijn bedoeld voor departementen, handhaving en toezicht.
Specifieke landen/regio’s
Terwijl politieke rivaliteit toeneemt, verplaatst het geopolitieke machtscentrum zich steeds verder oost- en zuidwaarts. Wij leven in een veranderende wereld die vraagt om diversificatie van partnerschappen en het verminderen van strategische afhankelijkheden. Nederland zal assertiever opkomen voor onze belangen en waarden en gericht inzetten op het aangaan van brede partnerschappen met opkomende landen waarmee Nederland geopolitieke en economische belangen deelt11.
Alle belangen die Nederland ten aanzien van een land heeft, alsmede de wensen en verwachtingen van het land ten aanzien van Nederland, worden in brede samenhang bezien en afgewogen. Het kabinet zal waar nodig scherpe keuzes blijven maken. Ook in EU-verband zal Nederland pleiten voor een betere afweging van economische en veiligheidsbelangen en een strategische inzet van Europese instrumenten. Daarbij blijft het kabinet de verdere ontwikkeling en implementatie van Global Gateway12 steunen om het aanbod van de EU aan partnerlanden te versterken door de kracht van diplomatie, handel en ontwikkelingshulp te bundelen. Tegelijkertijd blijft ook de brede samenwerking met de VS als partner en bondgenoot, cruciaal voor onze welvaart en veiligheid.
Bilaterale relaties binnen de EU
Goede Europese samenwerking is van belang in een wereld onder toenemende geopolitieke spanning. Draagvlak voor Nederlandse belangen wordt immers in belangrijke mate in Europese hoofdsteden gecreëerd. Nederland koestert de relaties met haar buren, te weten onze Benelux-partners, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ook blijft Nederland stevig inzetten op een samenwerking met Polen, de landen in de Noordse en Baltische regio en Italië. Nederland zet bovendien in op bredere coalitievorming in Europees verband en effectief multilateralisme.
Steun aan Oekraïne
Al ruim drie jaar voert Rusland een agressieoorlog tegen Oekraïne. Niet alleen het lot van Oekraïne staat op het spel, ook dat van Nederland, Europa en de Europese veiligheid. Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zo lang als dat nodig is. Mede door de gewijzigde inzet van de Verenigde Staten is de geopolitieke dynamiek veranderd. Dat vraagt meer van Nederland en bondgenoten, onder andere in het kader van de EU, de NAVO en nieuwe verbanden zoals de Coalition of the Willing. Europese steun is opgevoerd om Oekraïne in een zo sterk mogelijke positie te brengen, waardoor Oekraïne een flexibele positie heeft tijdens mogelijke onderhandelingen of een mogelijk bestand. Binnen de EU heeft Nederland het voorstel van EU-Hoge Vertegenwoordiger Kallas voor militaire hulp gesteund. Tegelijkertijd wordt de druk op Rusland opgevoerd en blijft Nederland werken aan aanvullende sancties.
Het kabinet blijft zich inspannen om Oekraïne financieel op de been te houden door middel van macro-financiële steun, herstel van kritieke infrastructuur en wederopbouw, zoals de energie-infrastructuur. Nederland zal inzet van het bedrijfsleven blijven aanjagen en faciliteren, humanitaire hulp verstrekken en bijdragen aan het bewerkstelligen van accountability (rekenschap).13 Zo is Nederland coördinator van inspanningen om gerechtigheid voor Oekraïne te bewerkstelligen, en levert Nederland daarnaast een substantiële bijdrage aan capaciteitsopbouw in Oekraïne zelf voor het opsporen, vervolgen en berechten van internationale misdrijven. Nederland zit in de kerngroep van landen die hebben onderhandeld over een agressietribunaal en leidt de onderhandelingen voor een claimscommissie voor schade als gevolg van de Russische internationale misdrijven. Voor beide toekomstige instellingen heeft Nederland - onder voorwaarden - gastlandschap aangeboden.
Oostelijke nabuurregio
Nederland continueert de steun voor hervormingen op het gebied van stabiliteit, democratie en rechtsstaat in nabijheid van de EU, inclusief Oekraïne, Moldavië en Armenië en de Westelijke Balkan. Het kabinet wil via o.a. het Oostelijk Partnerschap inzetten op versterking van de dialoog en samenwerking op het gebied van economie, digitalisering en handel. Ook steunt het kabinet samenwerking bij de aanleg van energie-infrastructuurprojecten, waardoor de Europese energie afhankelijk van Rusland kleiner wordt.
In Turkije volgt Nederland kritisch de interne ontwikkelingen rondom de rechtsstaat en mensenrechten. Tegelijkertijd blijft Turkije een belangrijke strategische samenwerkingspartner voor Nederland en de EU op terreinen als veiligheid, migratie en economie.
Zuidelijke nabuurregio en Midden-Oosten
Ook de zuidelijke nabuurregio van Europa (waaronder Noord-Afrika) is van strategisch belang voor Nederland en de EU, met name op het gebied van stabiliteit en veiligheid, migratiebeheer, economische samenwerking en handel en investeringen. Net als veel andere Europese lidstaten is Nederland actief betrokken bij de regio en verwelkomt het kabinet de gezamenlijke inspanning van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de Commissie bij de ontwikkeling van het New Pact for the Mediterranean (een nieuw EU-beleidskader voor het Zuidelijk Nabuurschap).
De situatie in Syrië blijft ook na de val van het Assad-regime volatiel. Nederland blijft zich inzetten voor een inclusieve politieke transitie en duurzame stabiliteit in Syrië, wat ten goede komt aan de Nederlandse belangen op het gebied van migratie en veiligheid.
Daarnaast blijft Nederland inzetten op een hernieuwd staakt-het-vuren in de Gazastrook en een duurzaam einde van het geweld. Dit is belangrijk met het oog op de verslechterende humanitaire situatie, voor de vrijlating van de gijzelaars en ten behoeve van de wederopbouw van de Gazastrook. Nederland blijft ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict streven naar een duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij het uitgangspunt de twee-staten-oplossing blijft.
Tot slot houdt Nederland zorgen over Iran, zowel de rol die Iran in de regio speelt, de militaire samenwerking met Rusland en voor wat betreft het nucleaire dossier. Nederland blijft de inspanningen voor een nieuwe nucleaire deal met Iran steunen, met name de inspanningen van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland.
Indo-Pacific
Nederland blijft inzetten op intensivering van de samenwerking met landen in de Indo-Pacific regio in het algemeen en in het bijzonder met India en Indonesië. Daarmee behartigt Nederland tegelijkertijd Nederlandse en Europese strategische en economische belangen, waaronder duurzame handel, veiligheid en stabiliteit, maritieme veiligheid en een internationale orde gebaseerd op regels en recht.
Op veiligheidsgebied blijft Nederland inzetten op intensivering van de samenwerking van de NAVO met de Indo-Pacific 4 (Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland), gelet op de directe link tussen de veiligheidssituatie in Europa en in de Indo-Pacific.
De relatie met China vraagt om een gebalanceerde aanpak in samenwerking met partners binnen en buiten Europa. Daarbij ligt de nadruk op het beschermen van Nederlandse belangen en (economische) veiligheid. China blijft tegelijkertijd een belangrijke partner voor het innovatie-en verdienvermogen van Nederland en in de aanpak van wereldwijde uitdagingen zoals klimaatverandering, volksgezondheid en voedselzekerheid.14
Voortgang Afrikastrategie
De Nederlandse Afrikastrategie 2023-203215 zet in op de wederzijdse belangen tussen Nederland en de landen van het Afrikaanse continent. Veranderende geopolitieke verhoudingen vergroten het belang van samenwerking met landen in de Hoorn van Afrika, de Sahel en West-Afrika, met een nadruk op respectievelijk het Nederlandse veiligheidsbelang; stabiliteit en het tegengaan van irreguliere migratie; en handels- en economische betrekkingen.
Waarden, mensenrechten en internationale rechtsorde
Internationale rechtsorde
Een sterke internationale rechtsorde is van cruciaal belang voor de bescherming van de Nederlandse weerbaarheid, welvaart en waarden. Nederland zet zich in, als onderdeel van het brede buitenlandbeleid en vanuit zijn grondwettelijke taak (art. 90), voor de handhaving van fundamentele internationale rechtsnormen door het ter verantwoording roepen van staten en individuen voor de meest ernstige schendingen van het internationaal recht. Tegelijkertijd stelt Nederland ook realistische prioriteiten met oog voor het Nederlandse belang, een Nederlandse meerwaarde en een handelingsperspectief met tastbare vooruitgang.
Nederland benut hiervoor onder meer zijn lidmaatschap van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) voor de periode 2024-2026, de Raad van Europa en de Peace Building Commission.
Nederland heeft een sterke reputatie en een belangrijke verantwoordelijkheid als gastland en verdragspartij van de internationaalrechtelijke instellingen die in Den Haag gevestigd zijn, waaronder het Internationaal Strafhof. Mede daarom hecht het kabinet aan opsporing (waaronder bewijsvergaring), vervolging en berechting van misdrijven gepleegd door Da’esh. Ook de Nederlandse voortrekkersrol op accountability voor de internationale misdrijven begaan tegen Oekraïne in de context van Ruslands illegale, grootschalige oorlog valt hieronder.
Het kabinet doet er samen met andere getroffen landen alles aan om waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap te bewerkstelligen voor het neerhalen van vlucht MH17, onder meer door zich er voor in te blijven zetten dat de daders en andere verantwoordelijken hun straf en aansprakelijkheid niet ontlopen evenals door de opvolging van het besluit van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie (ICAO) inzake de vlucht MH17-procedure en van de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de statenklacht van Nederland tegen de Russische Federatie.
Mensenrechten
Binnen het mensenrechtenbeleid houdt het kabinet vast aan de bestaande prioriteiten uit de beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde. Daarnaast moet het kabinet scherpere keuzes maken, met meer oog voor ons concrete handelingsperspectief, de geopolitieke context, en de integrale afweging met onze andere belangen. Mede in het licht van de bezuinigingen op programmabudgetten en in opvolging van de recente IOB-evaluatie van het Nederlandse mensenrechtenbeleid16 kiest het kabinet voor een sterkere concentratie van het Mensenrechtenfonds op een beperkter aantal prioriteitslanden, om de impact van het mensenrechtenbeleid te behouden in de landen waar Nederland aantoonbaar verschil kan maken.
Multilaterale samenwerking
Het kabinet steunt de uitgangspunten om de VN efficiënter te maken, mandaten tegen het licht te houden en met structurele hervormingen17 de VN fit-for-purpose te houden. Anderzijds ziet het kabinet ook de enorme druk die op het VN-systeem is gezet door zowel financiële beperkingen als druk op gezamenlijke taal en (mensenrechten)normen ingegeven door geopolitieke belangen (the battle of narratives). Hervormingen moeten wat dit kabinet betreft dan ook gericht zijn op het versterken van de fundamentele beginselen van de VN en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.18
Nederland Wereldwijd & Consulair
Consulaire dienstverlening
Naar aanleiding van de motie Van der Burg en Piri (kst-21501-02-3000) zullen de preventieve handelingsopties ten aanzien van gijzeldiplomatie worden onderzocht, waaronder via het reisadvies en een bredere consulaire communicatieaanpak. De samenwerking met gespecialiseerde partners in de begeleiding van gedetineerden in het buitenland wordt vormgegeven in een nieuw subsidiebeleidskader 2026-2030 en gericht op het bevorderen van welzijn, adequate rechtsgang en resocialisatie van de gedetineerden. Het jaarlijkse budget wordt ingezet met een accent op de activiteiten resocialisatie en aanvullend juridische ondersteuning.
Het hoge aantal paspoortaanvragen (‘paspoortpiek’) zal tot eind 2028 duren. De in 2025 genomen maatregelen blijven dan ook in 2026 van kracht. Daarnaast wordt samen met BZK bezien hoe het reisdocumentenproces zo betrouwbaar en efficiënt mogelijk ingericht kan worden om fraude tegen te gaan, alsmede de Nederlandse burger in het buitenland goede consulaire dienstverlening te bieden. Om consulaire bescherming te bieden aan niet-vertegenwoordigde EU-burgers wordt de afgifte van het EU-noodreisdocument in 2026 zo veel mogelijk gedigitaliseerd, overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving.
Al enkele jaren volgen crisissituaties elkaar in hoog tempo op. Na beëindiging van de crisis vindt standaard een (interne) evaluatie plaats. Mede op basis van de aanbevelingen uit die evaluaties is geïnvesteerd in de versterking van de crisisparaatheid van het ministerie en het postennet, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van burgers leidend blijft.
In 2024 steeg het aantal KVV Schengen visumaanvragen verder door naar 728.600. Dat is, hoewel minder hoog dan aanvankelijk voorzien, een stijging van zo’n 9% t.o.v. het voorgaande jaar. Het nieuw geïmplementeerde visumverwerkingssysteem Kairos 3 zal naar verwachting in de loop van 2025 zijn uitgerold, waarna een doorontwikkeltraject volgt. Een belangrijk deel van de doorontwikkeling zal gefinancierd worden vanuit beschikbare EU-fondsen.
Cultuur
Kunst en cultuur geven betekenis en vorm aan onze relaties: ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en geven een positieve impuls aan de bilaterale relatie. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2025-2028) wordt deze verbinding met name gezocht in de relaties met Europese landen, en handelsbevordering voor de creatieve industrie, en een aantal voor Nederland belangrijke landen in de rest van de wereld.
Culturele samenwerking ondersteunt ook de andere prioriteiten van buitenlandbeleid, zoals inzet op het beschermen van identiteit en culturele objecten in gewapend conflict; het stabiliseren van beschadigd erfgoed en training van professionals om cultuurobjecten te beschermen; en museale samenwerking met herkomstlanden van cultuurgoederen uit een koloniale context.
Postennet
Het postennet van BZ is er voor alle inwoners van het Koninkrijk en de meer dan één miljoen Nederlanders in het buitenland. Nederlandse burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties moeten erop kunnen rekenen dat Nederland internationaal hun belangen behartigt. Een adequaat postennet is hiervoor essentieel.
Een adequaat postennet betekent dat Nederland posten heeft op plekken waar Nederland beschikt over handelingsperspectief: Nederland moet daar aanwezig zijn, waar Nederland effectief kan opkomen voor de Nederlandse belangen in een veranderende internationale en nationale context.
Op basis van een weging van een combinatie van belangen, handelingsperspectief en kosten, heeft Nederland besloten vijf ambassades en twee consulaten-generaal te sluiten: in Bujumbura (Burundi), Havana (Cuba), Juba (Zuid-Soedan), Tripoli (Libië), Yangon (Myanmar), Consulaat-Generaal Antwerpen en Consulaat-Generaal Rio de Janeiro.19 Op een later moment wordt de besluitvorming over de sluiting van nog vier posten verder ingevuld. Bij dit besluit worden de geopolitieke en economische ontwikkelingen meegewogen.
Onderdeel van de bezuinigingen is ook het af- en opschalen van posten als gevolg van nieuwe beleidskeuzes. Naast de geografische prioriteiten van het regio- en landenbeleid gaat het bijvoorbeeld om wijzigingen van prioriteiten op het terrein van ontwikkelingshulp en de herbezinning en bezuiniging op de non-ODA budgetten en het zoeken naar synergie op rijksbrede beleidsterreinen, bijvoorbeeld binnen het economische en het veiligheidsdomein.
Zowel bij het sluiten, alsook het afschalen van capaciteit op posten raakt dit direct de medewerkers ter plaatste. Een zorgvuldige afstemming met de medezeggenschap is dan ook een voorwaarde om het komend jaar deze taakstelling in te vullen.