Base description which applies to whole site

2.5 Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is in 2021 geïntroduceerd als één van de instrumenten van het herziene Rijksbrede evaluatiestelsel. Sindsdien heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) aanzienlijke vooruitgang geboekt in de kwaliteit ervan. Vorig jaar heeft JenV de thema-indeling van de SEA herijkt door het aantal hoofdthema’s te reduceren. Voor de SEA in de begroting 2026 is de focus verlegd naar een betere onderbouwing van de benodigde inzichten. Om deze inzichtsbehoeften zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen, is het essentieel om de beleidstheorie in kaart te brengen. Dit is een intensief proces waarvoor JenV een groeimodel hanteert.

Afgelopen jaar zijn diverse beleidsdirecties gestart met het opstellen van deze beleidstheoriën. Hierdoor is het mogelijk om beter te onderbouwen welke inzichten noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de thema's. Ook voor de thema's waarvoor nog geen beleidstheorie is opgesteld is extra aandacht gevraagd voor de onderbouwing van de evaluatieprogrammering. De komende jaren zal het reconstrueren van de beleidstheoriën verder worden doorgezet, wat de verdere onderbouwing van de evaluatieagenda zal verbeteren.

De SEA is een meerjarig evaluatie-instrument dat zich richt op lopend beleid. Wijzigingen in de onderzoeksprogrammering kunnen plaatsvinden op basis van de prioriteiten uit het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma van een nieuw kabinet.

Tabel 5 Strategische Evaluatie Agenda

Thema/Periodieke rapportage

Eerstvolgende Periodieke rapportage

Begrotingsartikelen

  

31

32

33

34

36

Kritische communicatie en veiligheidprocessen

2029

31.3

   

36.2

Beleid t.o.v. de continuïteit van de politieorganisatie

2030

31.2

    

Politiestelsel (wetten)

2028

31.2

    

Rechtsbestel

2028

 

32.2, 32.3

   

Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding

2027

  

33.3

  

Veiligheid en lokaal bestuur

2027

  

33.2

  

Georganiseerde ondermijnende criminaliteit

2027

  

33.3

  

Genoegdoening aan slachtoffers en samenleving

2028

   

34.3, 34.4

 

Voorkomen van (herhaald) crimineel gedrag

2026

   

34.1, 34.2, 34.3, 34.5

 

Beschermen van kinderen

2027

   

34.1, 34.5

 

Nationale Veiligheid (Contraterrorisme)

2025

    

36.2

Nationale Veiligheid (Bewaken en beveiligen; Crisisbeheersing; Cybersecurity; Statelijke Dreigingen)

2027

    

36.2

Voor het meest recente overzicht van de realisatie van periodieke rapportages (voorheen beleidsdoorlichtingen) klik op deze link: Status periodieke rapportages. In «Bijlage 3: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda»zijn alle geplande onderzoeken en evaluaties per beleidsthema nader uitgewerkt. De thema's op de Strategische Evaluatie Agenda worden onderstaand nader toegelicht.

Met ingang van het Kabinet-Schoof is de SEA op het gebied van Toegang, toelating en opvang vreemdelingen (artikel 37.4), Terugkeerbeleid (artikel 37.5) en Opvang ontheemden uit Oekraïne (artikel 37.7) overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Asiel en Migratie.

Artikel 31 en 36 - Politie en veiligheidregio's

DGPenV staat voor het creëren van de randvoorwaarden waarbinnen bestuurders, gezagen en uitvoerende organisaties – binnen rechtstatelijke waarborgen – veiligheid optimaal vorm kunnen geven voor de inwoners van Nederland. Hierbij kent zij een stelselverantwoordelijkheid voor een aantal belangrijke stelsels in het veiligheidsdomein: politie, brandweer, rampenbestrijding en risico- en crisisbeheersing. Dit betekent dat zij zorg draagt voor heldere rollen, verantwoordelijkheden en taken voor de diverse organisaties en dat de stelsels toekomstbestendig zijn. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de kwaliteit, legitimiteit en continuïteit van uitvoerende organisaties zoals de politie, veiligheidsregio's, maar ook het brandweerkorps en de politiekorpsen in Caribisch Nederland. Dit betekent dat DGPenV zorgt voor passend beleid, de juiste bevoegdheden en heldere kaders voor deze uitvoeringsorganisaties.

Ook andere DG-en maken beleid dat de politie uitvoert, bijvoorbeeld op het terrein van crisisbeheersing, rechtshandhaving, migratie, en dergelijke. Dit begrotingsonderdeel ziet louter op het beleid waar DGPenV verantwoordelijk voor is.               

Kritische communicatie en veiligheidsprocessen                      

DGPenV draagt als stelselverantwoordelijke zorg voor de rampenbestrijding, crisisbeheersing, brandweerzorg, missiekritische communicatievoorzieningen en alerteringssystemen. Vanuit de begroting worden bijdragen verstrekt aan de veiligheidsregio’s (de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding) en de Landelijke Meldkamer Samenwerking voor hun taken op dat gebied. Ook wordt een bijdrage verstrekt aan het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) om de veiligheidsregio’s bij hun taakuitvoering te ondersteunen. In die hoedanigheid heeft DGPenV een kader- en normzettende rol in de governance, maar is zij ook systeemeigenaar van een aantal belangrijke (vitale) communicatiesystemen.

Beleid gericht op de continuïteit van de politieorganisatie en politiestelsel (wetten)  

Eén van de centrale opgaven is er toe bij te dragen dat de politieorganisatie, nu en in de toekomst, berekend is op haar taak. Het gaat hier onder meer om aspecten die onder de verantwoordelijkheid van DGPenV vallen. Hierbij valt te denken aan de kaders die worden gesteld voor politiepersoneel (passende arbeidsvoorwaarden en goede personeelszorg voor actief dienend en gewezen politiepersoneel), maar ook aan samenwerkingen op internationaal terrein (t.b.v. effectieve opsporing in binnen en buitenland) en de wisselwerking tussen politie en de samenleving. Welke maatschappelijke ontwikkelingen zien we op de politie afkomen en wat betekent dit voor de organisatie? Hoe kunnen we het politiebestel effectief en efficiënt inrichten, zijn de bevoegdheden toekomstbestendig? Het doel van het beleid met betrekking tot het politiebestel is het zorgen voor een goed werkend politiebestel met de juiste balans in de sturing op de politie, en in de verhouding lokaal regionaal en landelijk. Op de planning staat de vervolgevaluatie van de Politiewet 2012, hierin worden de aanbevelingen vanuit de eerste evaluatie meegenomen.

Om de politietaak goed te kunnen uitvoeren, beschikken verschillende onderdelen van de politie over bevoegdheden, waaronder de politiële geweldbevoegdheid. Het doel van het beleid is het in kaart brengen, het toekennen en het afbakenen van bevoegdheden en het bewaken van een juiste inbedding ervan in de organisatie. Ook worden de kaders voor de politieorganisatie op het terrein van informatievergaring, -verwerking, -deling en -opslag opgesteld en/of bewaakt.

Artikel 32 - Rechtspleging en rechtsbijstand

DGRR schept de voorwaarden voor het in standhouden en verbeteren van een slagvaardig, toegankelijk en doelmatig rechtsbestel. Het thema Rechtsbestel is geclusterd in twee subthema’s: Toegang tot het recht en Strafrechtelijk bestel.

Toegang tot het recht

Toegang tot het recht is een voorwaarde voor een goed functionerende rechtsstaat. Het is één van de taken binnen DGRR om te zorgen dat rechtszoekenden toegang tot het recht vinden. Iedereen in Nederland moet een passende en duurzame uitkomst kunnen vinden voor zijn of haar (juridische) probleem. Daar wordt aan gewerkt door ervoor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot informatie, advies en ondersteuning, en een beslissing door een neutrale instantie. Daarbij wordt de rechtzoekende centraal gesteld. Zo is er aandacht voor herstelrecht, wordt de geschilbeslechtingsdelta geëvalueerd en is er aandacht voor de continuïteit in en vernieuwing van de juridische beroepen zoals notariaat en gerechtsdeurwaarders.

Strafrechtelijk bestel

Het strafrechtelijk bestel is een andere belangrijke pijler van het rechtsbestel. Het strafrechtelijk bestel verdient continue aandacht, onderhoud en vernieuwing. De beleidsdossiers zijn uiteenlopend en strafrechtelijk dan wel strafvorderlijk van aard. Op dit moment vinden belangrijke beleidsontwikkelingen plaats op drie beleidsdossiers, te weten klassenjustitie; zorgvuldig, snel en maatwerk in de rechtsbijstand (ZSM-rechtsbijstand); doorloop in de strafrechtketen. Daarnaast wordt een monitor opgezet op de ontwikkeling van mediation in strafzaken.

Toelichting planning periodieke rapportage

De laatste beleidsdoorlichting van artikel 32 is gepubliceerd in 2022. De eerstvolgende periodieke rapportage voor Rechtsbestel staat In 2028 gepland. De invulling daarvan zal in 2026 worden bepaald en aan de Kamer worden gecommuniceerd.

Artikel 33 - Veiligheid en criminaliteitsbestrijding (exclusief ondermijning)

DGRR werkt aan een veiligere samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijk aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.

Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding

Het beleid inzake rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding is gericht op het bewerkstelligen van een veiliger samenleving, het verminderen van schade aan samenleving, economie en milieu door criminaliteit, het zorgen voor een veilige publieke taak, rechtsherstel voor slachtoffers, incapacitatie van daders, het stellen en handhaven van normen en daarmee het verkrijgen van een sterkere rechtsstaat/instituties. Die doelen worden bereikt door te zorgen voor betrouwbare informatie uit sporenonderzoek ten behoeve van het opsporen van verdachten en vrijpleiten van onschuldigen, de inrichting van de rechtspraak en het openbaar ministerie, zorgvuldige rechtsgang, herstel van bij de rechtsgang gemaakte fouten, burgerbetrokkenheid c.q. -participatie, kennisvermeerdering over criminaliteitsfenomenen en specifiek beleid op afzonderlijke beleidsthema’s. Deze worden in bijlage 3 nader uitgewerkt.

Veiligheid en lokaal bestuur

DGRR zorgt voor de (wettelijke) toerusting van de burgemeester ten aanzien van haar openbare-ordetaak en voor het ondersteunen van publieke en private partners bij het tegengaan van criminaliteit. Dit vindt plaats met menskracht, financiering, beleid en wetgeving, agendering, kennis, onderzoek, gedragsbeïnvloeding en het verstevigen en bestendigen van het bestuurlijke netwerk. Dit doet DGRR nadrukkelijk nooit alleen, maar in goede samenwerking met onder andere haar partners: gemeenten, VNG, CCV, PVO’s, de RIEC’s, politie en brancheorganisaties, maar natuurlijk ook de individuele burger en individuele particuliere partners, zoals ondernemers en overige (maatschappelijke) organisaties. Hiervoor voorziet DGRR binnen het thema veiligheid en lokaal bestuur onder andere ook in een infrastructuur tussen lokaal bestuur, ondernemers en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit zijn de RIEC's, LIEC, PVO's en PVO-NL, accounthouders, en overleggen met G4, G40 en M50. Daarnaast voert DGRR  het secretariaat van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing en het Strategisch Beraad Veiligheid. Tot slot financiert DGRR het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.

Toelichting planning periodieke rapportage

De laatste beleidsdoorlichting van artikel 33 is gepubliceerd in 2021. De eerstvolgende periodieke rapportage voor Veiligheid en Lokaal Bestuur was eerder aangekondigd voor 2026. Besloten is echter om dit uit te stellen naar 2027. Dit geeft de tijd om voor de drie prioritaire subthema's de beleidstheorie gedegen te reconstrueren en aanvullend onderzoek uit te laten voeren. Op die manier is de verwachting dat voor deze drie subthema's beter onderbouwde uitspraken gedaan kunnen worden in de periodieke rapportage. Daarnaast biedt uitstel de tijd om ook voor de niet-prioritaire subthema's in ieder geval de beleidstheorie uit te werken, zodat hier ook enige aandacht aan besteed kan worden in de periodieke rapportage.

Artikel 33 - Veiligheid en criminaliteitsbestrijding (Ondermijning)

De aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit staat al jaren hoog op de politieke agenda. In de afgelopen jaren is de aanpak geïntensiveerd en is er meer geld beschikbaar gekomen om het fenomeen zoveel mogelijk te voorkomen en te bestrijden. Daarmee is er binnen DGO ook veel aandacht voor de resultaten en effecten van de aanpak. De komende jaren wordt in toenemende mate gewerkt aan het verkrijgen van beter inzicht in de behaalde resultaten van de gezamenlijke aanpak. Bij dit proces worden inzichten uit onderzoek en uitvoeringspraktijk betrokken en worden werkwijzen ontwikkeld om kennis, geleerde lessen en succesvolle voorbeelden te benutten.

Het overkoepelende thema van de SEA van DGO is ‘georganiseerde, ondermijnende criminaliteit’. De onderzoeken zijn op de SEA geplaatst langs drie verschillende pijlers.

  • 1. De eerste pijler betreft ‘voorkomen’: we streven ernaar om zoveel mogelijk te voorkomen dat georganiseerde, ondermijnende criminaliteit plaatsvindt. Binnen de SEA vallen hieronder twee subthema’s: Preventie met Gezag en het Terugdringen van de vraag naar en het aanbod van illegale drugs.

  • 2. De tweede pijler betreft ‘doorbreken’: als criminelen eenmaal actief zijn in de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit, zetten we in op het doorbreken van criminele netwerken en verdienmodellen. Binnen de SEA vallen de volgende subthema’s onder deze pijler: PPS/Veilig ondernemen, Aanpak drugssmokkel via mainports, Criminele geldstromen en de Aanpak van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s).

  • 3. De derde pijler betreft ‘bestraffen’: voor een impactvolle aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is het belangrijk het strafrecht op een adequate manier in te zetten: hierbij is het vooral van belang de pakkans te vergroten en effectief te straffen.

De subthema's worden in bijlage 3 per pijler nader toegelicht. Binnen DGO wordt er vanuit deelopgaven ook gewerkt aan aspecten van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit die nog niet terugkomen op de SEA 2026. Het betreft de volgende onderwerpen: aanpak corruptie en criminele inmenging, bestuurlijke aanpak, internationaal offensief en regionale integrale aanpak. Binnen deze deelopgaven vinden er allerlei activiteiten plaats die uiteindelijk moeten bijdragen aan het versterken van de aanpak, maar hiervoor staan momenteel nog geen evaluatieonderzoeken gepland. Daarom ontbreken deze thema’s momenteel nog op de SEA en zijn ze nog geen onderwerp van een Periodieke Rapportage tot 2030. Naar verwachting zullen vanuit deze onderwerpen wel onderzoeken geprogrammeerd gaan worden bij volgende rondes van de SEA.

Toelichting planning periodieke rapportage

DGO zal in 2027 de eerste Periodieke rapportage opleveren. Uiterlijk in 2030 volgt een tweede. De onderwerpen die onder de subthema’s voorkomen, doorbreken en bestraffen vallen, zullen op een logisch samenhangende manier verdeeld worden over de twee rapportages. De eerste rapportage zal als thema ‘voorkomen/weerbaarheid van de samenleving’ en de tweede ‘doorbreken van criminele verdienmodellen/criminele machtsstructuren’. Het derde subthema dat in de SEA wordt aangehouden, namelijk ‘bestraffen’, zal onderverdeeld worden bij de andere twee subthema’s in de Periodieke Rapportages. In de Harbersbrief voorafgaand aan de eerste Periodieke rapportage wordt de verdeling van de beleidsthema’s over beide rapportages in de onderzoeksvraag gepreciseerd.

Artikel 34 - Straffen en beschermen

Gezien de grote inhoudelijke variëteit aan beleidsterreinen is er bij DGSenB voor gekozen om voor de SEA op inhoud een onderverdeling te maken in thema’s om de begroting te dekken. Daartoe heeft DGSenB de drie hoofddoelen van haar beleid als uitgangspunt genomen:

  • Bewerkstelligen dat met een straf of op andere wijze genoegdoening wordt geboden aan het slachtoffer en aan de samenleving als geheel.

  • Voorkomen dat burgers (opnieuw) dader of slachtoffer worden van criminaliteit.

  • Volwassenen en kinderen beschermen die vanwege de kwetsbare positie waarin zij verkeren bedreigd of verleid worden door (herhaalde) criminaliteit of die bedreigd worden in hun ontwikkeling.

Genoegdoening

Binnen het thema genoegdoening staat de zorg aan slachtoffers en nabestaanden die getroffen zijn door een strafbaar feit, de uitvoering van het slachtofferbeleid en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke en geldelijke sancties centraal. De meerjarenagenda is hierbij leidend. Belangrijke vragen op dit thema zijn onder andere in welke mate slachtoffers gebruikmaken van de rechten die zij hebben en welk percentage van de slachtoffers DGSenB bereikt voor hulp en ondersteuning. Voor het sanctiebeleid wordt nog een inzichtsbehoefte opgesteld aan de hand van de beleidstheorie.

Voorkomen

Het beleid met betrekking tot het thema voorkomen omvat het voorkomen van daderschap en herhaald daderschap. DGSenB is verantwoordelijk voor het kansspelbeleid en het beschikbaar stellen van integriteitsinstrumenten (screenen, de forensische zorg, aanpak criminaliteitsfenomenen en aanpak jeugdcriminaliteit). In het kader van  het kansspelbeleid werkt DGSenB aan de doorontwikkeling van de wet kansspelen op afstand. In 2024 is de Wet kansspelen op afstand geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie en de gewijzigde beleidsvisie op kansspelen van 14 februari 2025 geven aanleiding tot een herziening van de Wet op de kansspelen. Met betrekking tot de forensische zorg werkt DGSenB aan een voldoende en passend forensisch aanbod en detentiecapaciteit. Voor de subthema’s Forensische zorg en Kansspelen wordt in 2026 een periodieke rapportage opgeleverd. De overige subthema's screenen, aanpak criminaliteitsfenomenen en aanpak jeugdcriminaliteit komen in de opvolgende jaren aan de orde in de periodieke rapportage. De subthema’s worden nader uitgewerkt in bijlage 5.

Beschermen

Het thema beschermen richt zich met name op de jeugdbescherming. Belangrijk doel is het verbeteren van de rechtsbescherming van het kind en het gezin. Tevens werkt DGSenB aan een effectiever jeugdbeschermingsstelsel en structurele workloadverlaging in de jeugdbescherming. Aan de beleidstheorie en inzichtsbehoefte op dit thema is het afgelopen jaar gewerkt. Andere beleidsterreinen waar DGSenB zich op richt die onder het thema beschermen vallen zijn adoptie, gezinsvorming en huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor deze subthema’s wordt nog een inzichtsbehoefte opgesteld.

Toelichting planning periodieke rapportage

De periodieke rapportages zijn gepland op basis van eerdere beleidsdoorlichtingen en de stand van de beleidsontwikkeling. In 2026 is de periodieke rapportage voorkomen aan de orde. Binnen dat thema is gekozen voor de subthema’s kansspelen en forensische zorg. Gezien de verschillen in onderwerp is gekozen om hier twee aparte rapportages van te maken. De keuze voor die twee onderwerpen is ingegeven door het feit dat op deze subthema’s al enige tijd wordt gewerkt met een beleidstheorie en een inzichtsbehoefte.

Artikel 36 - Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid

Het is de taak van de overheid om te zorgen voor nationale veiligheid, om te voorkomen dat de samenleving ernstig wordt geschaad. De Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029 vormt de basis voor de aanpak. Veel partijen werken hieraan mee, waaronder politie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ook andere organisaties zoals vakdepartementen, gemeenten en aanbieders van vitale processen spelen een belangrijke rol. De NCTV is binnen dit netwerk de verbinder die de inspanningen van betrokken partners coördineert. Zij brengt de fenomenen in beeld en zoekt naar de juiste balans tussen de belangen die dienen te worden beschermd, de dreigingen die op Nederland afkomen en de manier waarop we onze weerbaarheid tegen deze dreigingen kunnen versterken.

Zoals gezegd werken meerdere partijen aan de bescherming van de nationale veiligheid. Dit overzicht heeft enkel betrekking op de activiteiten van de NCTV en omvat het begrotingsartikel 36.2.

Nationale Veiligheid

Het beleidsthema nationale veiligheid kent vijf subthema's: bewaken en beveiligen; contraterrorisme; crisisbeheersing; cybersecurity en statelijke dreigingen (zie verdere toelichting in bijlage 3). De inzichtsbehoeften die op deze beleidsterreinen spelen, hebben betrekking op de te beschermen belangen; de aard, omvang en ernst van bestaande en nieuwe dreigingen voor deze belangen; en de wijzen waarop de weerbaarheid tegen die dreigingen effectief en efficiënt kan worden verbeterd. Daarbij gaat tevens aandacht uit naar nieuwe concepten, methoden en technieken om het zicht op de belangen, de dreiging en de stand van de weerbaarheid te verbeteren; de randvoorwaarden waaronder de inzet van beleidsinstrumenten kan plaatsvinden; en de kosten en baten (inclusief eventuele neven- en averechtse effecten) die een toepassing ervan met zich mee brengen.

Toelichting planning periodieke rapportage

De periodieke rapportage die op het thema Nationale Veiligheid voor 2025 staat gepland, richt zich op het subthema contraterrorisme.De overige subthema's zullen in 2027 in een periodieke rapportage worden geadresseerd.

Licence