Base description which applies to whole site

4.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 5 Belangrijkste beleidsmatige uitgaven mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand begroting 2025 (inclusief NvW)

 

59.996.991

64.414.242

67.273.411

69.328.299

71.745.052

 

Belangrijkste mutaties

       

Eerste suppletoire begroting

 

143.392

‒ 135.853

‒ 787.927

‒ 1.456.149

‒ 424.688

73.768.370

Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

1

133.742

     

Kadercorrecties Bijstand en LKS

2

‒ 217.574

‒ 210.340

‒ 192.477

‒ 237.648

‒ 249.665

‒ 193.825

Kinderopvangtoeslag (KOT)

7

33.624

‒ 200.118

419.699

268.447

173.366

163.744

Wet Kindgebonden Budget (WKB)

10

‒ 220.237

‒ 181.446

‒ 369.606

‒ 335.641

‒ 297.507

‒ 261.333

Niet-kaderrelevant

12

627.800

949.800

452.100

‒ 796.200

‒ 608.800

1.905.900

Lage-inkomensvoordeel

1

‒ 181.526

     

Banenafspraak

2

57.585

     

Invoering nieuwe financiering kinderopvang per 2029

7

‒ 38.300

‒ 611.600

‒ 2.168.900

‒ 1.742.900

‒ 155.700

‒ 47.300

Ingroeipad nieuw kinderopvangstelsel

7

19.200

295.800

850.800

1.078.600

445.900

148.400

Steilere afbouw WKB vanaf een inkomen van 60.000 euro

10

 

‒ 25.000

‒ 304.400

‒ 291.000

‒ 295.600

‒ 300.000

Afschaffen criterium samengestelde gezinnen WKB

10

 

4.600

56.200

55.100

40.800

50.200

Actieagenda integratie

13,99

4.968

10.622

15.647

22.252

26.657

21.990

Duurverkorting Werkloosheidsuitkering

div

   

18.970

110.351

80.938

Invulling Taakstellingen

div

30.500

44.085

57.901

72.238

86.530

86.530

Toedeling prijs- en loonbijstelling 2025

99

78.837

87.322

78.113

66.661

65.419

65.242

Overboekingen met andere begrotingshoofdstukken

div

‒ 117.203

‒ 108.892

‒ 128.105

‒ 86.345

‒ 3.567

‒ 7.178

Overboekingen van Aanvullende post

div

200.606

113.617

155.628

140.834

66.625

47.685

Kasschuiven

div

‒ 193.011

‒ 234.885

162.436

152.753

55.975

85.332

Uitgekeerde Eindejaarsmarge 2024

div

15.241

     

Desalderingen

div

19.650

     

Overige mutaties en extrapolatie

div

‒ 110.510

‒ 69.418

127.037

157.730

114.528

71.922.045

Mutaties Amendementen

 

55.668

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

Amendement Bontenbal Taakstelling OCW

99

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

‒ 34.332

Amendement Grinwis/Ceder Tijdelijk Noodfonds Energie

2

50.000

     

Amendement Van Kent t.b.v. sociaal ontwikkelbedrijven

2

40.000

     

Mutaties begroting 2026

 

1.116.165

1.463.142

1.287.929

1.737.237

1.532.361

1.476.491

Herverkaveling Inburgering naar SZW

div

 

421.392

353.211

345.366

312.181

271.472

Compensatie inkomens sociaal-ontwikkelbedrijven

2

 

24.575

23.759

23.063

  

WW-duurverkorting

2

   

‒ 19.274

‒ 93.198

‒ 6.834

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

10

‒ 15.401

‒ 20.307

5.939

1.111

2.406

‒ 13.843

Kinderopvangtoeslag (KOT)

7

‒ 2.107

603

‒ 3.488

‒ 22.295

‒ 35.855

‒ 43.302

Bijstelling MEV

div

7.588

6.590

‒ 6.222

2.249

5.527

40.288

Energiefonds Kasschuif amendement Grinwis

2

‒ 50.000

 

50.000

   

Niet-kaderrelevant

12

17.700

‒ 93.100

‒ 426.700

43.300

31.300

‒ 133.700

Herschikkingen met H40

div

‒ 4.979

‒ 1.320

‒ 900

‒ 3.400

‒ 8.700

‒ 15.600

Overboeken nominale ontwikkeling (van H83)

div

1.274.920

1.173.448

1.280.674

1.351.001

1.418.211

1.418.983

Overboekingen met andere begrotingshoofdstukken

div

‒ 89.218

‒ 98.965

‒ 69.528

‒ 22.675

‒ 27.970

‒ 21.260

Overboekingen van Aanvullende post

2,7

 

65.833

    

Kasschuiven

div

‒ 4.514

‒ 9.677

68.342

35.446

‒ 74.504

‒ 15.093

Desalderingen

96

‒ 985

1.815

1.615

4.015

4.015

4.015

Correctie Loon- en prijsbijstelling

7

‒ 16.881

‒ 6.514

‒ 696

‒ 172

‒ 61

‒ 4

Overige mutaties

div

42

‒ 1.231

11.923

‒ 498

‒ 991

‒ 8.631

Stand ontwerpbegroting 2026

 

61.312.216

65.707.199

67.739.081

69.575.055

72.818.393

75.210.529

Toelichting

In deze toelichting wordt de relevante informatie opgenomen. Bij beleidsmatige intensiveringen met een budgettaire mutatie van € 20 miljoen of meer in enig jaar wordt verwezen of vooruitgewezen naar een stuk met daarin de door de Kamer te ontvangen informatie conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1).

Mutaties eerste suppletoire begroting

De mutaties van de eerste suppletoire begroting zijn toegelicht in onderdeel 2.1 van de Memorie van Toelichting van de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstukken II 2024/25, 36 725 XV, nr. 2).

Mutaties Amendementen

Amendement Bontenbal Taakstelling OCW

De Kamer heeft een amendement van het lid Bontenbal aangenomen om een aanzienlijk deel van de bezuinigingen op de Begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap terug te draaien. Een deel van de dekking hiervoor is onder andere gevonden in een bezuiniging op de apparaatskosten van departementen. Voor SZW komt dit neer op een taakstelling van € 34,3 miljoen.

Amendement Grinwis/Ceder Tijdelijk Noodfonds Energie

De Kamer heeft een amendement van het lid Grinwis aangenomen om € 50 miljoen extra beschikbaar te stellen voor het Tijdelijk Noodfonds energie.

Amendement Van Kent t.b.v. sociaal ontwikkelbedrijven

De Kamer heeft een amendement van het lid van Kent aangenomen om € 40 miljoen extra beschikbaar te stellen ter compensering van fiscale maatregelen sociaal ontwikkelbedrijven.

Mutaties begroting 2026

Herverkaveling Inburgering naar SZW

Met ingang van 2026 vallen de inburgeringsactiviteiten weer onder de begroting van het Ministerie van SZW. De middelen voor inburgering zijn overgeheveld van de begroting van Justitie en Veiligheid. Dat betekent dat artikel 13 van de SZW-begroting vanaf 2026 zowel om integratie als inburgering handelt.

Compensatie inkomens sociaal-ontwikkelbedrijven

Voor de compensatie van de inkomens van de medewerkers SO-bedrijven wordt het budget opgehoogd voor 2026 t/m 2028.

WW-duurverkorting

In de begroting is een besparingsverlies als gevolg van een jaar uitstel van de WW-duurverkorting verwerkt omdat de beoogde datum van inwerkingtreding van 1 januari 2027 niet uitvoerbaar is voor UWV. Dit leidt ten opzichte van de Voorjaarsnota 2025 tot lagere uitgaven aan bijstand, Toeslagenwet en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

De verwachte uitgaven aan het kindgebonden budget (WKB) worden structureel naar beneden bijgesteld. Onderliggend spelen er daarbij verschillende tegengestelde effecten. Enerzijds stijgen de structurele uitgaven aan WKB namelijk op basis van de cMEV-raming. Dit komt onder meer doordat de prognose voor de tabelcorrectiefactor (de relevante indexatiefactor voor de WKB) door het CPB naar boven is bijgesteld, waardoor de afbouwgrens voor paren en de vermogensgrenzen meerjarig hoger uitkomen dan eerder verwacht, met hogere WKB-uitgaven tot gevolg. Anderzijds is er een technische correctie gedaan vanwege de bij Voorjaarsnota genomen maatregelen op het kindgebonden budget (het inrichten van een extra knikpunt en het verlagen van de vermogensgrenzen), omdat er nog geen onderscheid was gemaakt tussen nabetalingen en terugontvangsten. Dit leidt tot minder uitgaven aan WKB. Per saldo leiden de bijstellingen tot lagere uitgaven aan het kindgebonden budget in 2030.

Kinderopvangtoeslag (KOT)

De uitgaven aan de kinderopvangtoeslag worden naar beneden bijgesteld op basis van twee ontwikkelingen. Ten eerste komt de werkloze beroepsbevolking op basis van de cMEV-raming van het CPB hoger uit dan eerder werd verwacht. Dit leidt tot minder gebruik van kinderopvang en als gevolg daarvan ook tot lagere uitgaven aan de kinderopvangtoeslag. Daarnaast vindt er een correctie plaats op de jaarlijkse indexatie. Bij het op prijsniveau 2025 brengen van de uitgaven aan de kinderopvangtoeslag was er nog geen rekening mee gehouden dat de nabetalingen over de periode tot en met 2024 niet meestijgen. Dit wordt nu gecorrigeerd, met lagere uitgaven als gevolg.

Bijstelling MEV

Ramingsbijstellingen op basis van de nieuwe CPB-prognose (MEV 2026).

Niet-kaderrelevant

De geraamde uitgaven aan de rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds voor de kosten van heffingskortingen en het vermogenstekort worden bijgesteld op basis van de MEV-raming van het CPB.

Herschikkingen met H40

Er zijn diverse herschikkingen en doorverdelingen naar het premiegefinancierde begrotingshoofdstuk, waaronder een budgetneutrale schuif tussen het begrotings- en premiegefinancierde budget voor de uitvoeringskosten van UWV. Dit is een gevolg van de jaarlijkse prijsherijking van de uitvoeringskosten.

Overboeken nominale ontwikkeling (van H83)

Dit betreft de nominale ontwikkeling in de budgetten van 2025 als gevolg van de mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen op basis van de macro-economische raming van het CPB.

Overboekingen met andere begrotingshoofdstukken

Er zijn in totaal 54 overboekingen met andere departementen, waarvan de grootste overboekingen zijn:

  • Een overboeking naar BZK voor beschut werk. Dit betreft een (tijdelijke) ophoging van de rijksbijdrage beschut werk bij BZK (onderdeel van de IU Participatie). De ophoging volgt uit de voorjaarsnota 2025 en bedraagt in 2026 € 36,7 miljoen.

  • Een overboeking naar het gemeentefonds voor de implementatie van de Participatiewet. Voor de implementatie van Participatiewet in balans spoor 1 wordt er binnen de begrotingshorizon cumulatief € 55,5 miljoen van de SZW-begroting overgemaakt naar het cluster Participatie van het Gemeentefonds (€ 15,2 miljoen in 2026).

  • Een overboeking naar BZK van € 10,0 miljoen in 2026 voor de ontwikkeling van de sociale agenda. In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Nij Begun), is de ontwikkeling van een sociale agenda aangekondigd.12

  • Overboeking naar Financiën voor de uitvoeringskosten die met de uitvoering van het opheffen van het handhavingsmoratorium DBA per 1 januari 2025 samenhangen (€ 7,4 miljoen in 2026).

  • Overboeking naar JenV van € 6,2 miljoen in 2026. Het Ministerie van SZW draagt bij in de kosten van de dienstverlening van het Juridisch Loket, voor zover deze uitgebreid of aangepast moet worden om de doelgroep te bereiken.

Overboekingen van Aanvullende post

Er zijn twee overhevelingen van de Aanvullende post bij het Ministerie van Financiën naar het Ministerie van SZW. Voor het energiefonds gaat het om een bedrag van € 60 miljoen en voor het opdrachtenbudget van het nieuwe kinderopvangstelsel € 5,8 miljoen. Voor de mutatie betreffende het energiefonds ontvangt uw Kamer de onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) voordat hierover wordt gestemd.

Kasschuiven

Er zijn 30 kasschuiven waarvan de grootste zijn:

  • Om het kasbudget van MDIEU voor 2025 in overeenstemming te brengen met verwachte uitgaven wordt er € 10 miljoen van 2026 naar 2025 geschoven.

  • Op de begroting zijn middelen gereserveerd om geleidelijk toe te groeien naar de nieuwe financiering voor de kinderopvang en voor de invoering daarvan per 2029. Om deze middelen in het juiste kasritme te plaatsen wordt het budget herverdeeld over de jaren 2025 tot en met 2030.

  • De uitvoeringstoetsen van Vbar en Flex zijn inmiddels herijkt. Door de vertraging in de inwerkingtreding zal de Belastingdienst per saldo voor beide wetsvoorstellen in 2025 en 2026 minder budget claimen, maar in de latere jaren hogere uitvoeringskosten hebben dan momenteel rekening mee is gehouden. Daarom wordt er € 3,6 miljoen in 2025 en € 1,1 miljoen in 2026 doorgeschoven naar 2027 en verder.

  • De nabetalingen voor WIA-herstelacties lopen vertraging op. Met deze boeking wordt rekening gehouden met latere nabetalingen op WIA-uitkeringen, waardoor de besparing op de TW tevens later plaats zal vinden als gevolg van de herstelactie voor loonloze tijdvakken in de WIA. Daarom wordt er budget vanuit 2027 (€ 5,0 miljoen) naar 2025 (€ 3,4 miljoen) en 2026 (€ 1,6 miljoen) geschoven.

  • Er wordt vanuit 2028 € 1 miljoen en vanuit 2029 € 3 miljoen naar 2026 geschoven voor de schuldhulpverlening.

  • Er wordt € 3 miljoen van 2025 naar 2026 geschoven voor de subsidie van-werk-naar-werk.

Desalderingen

Er zijn diverse desalderingen waarvan de grootste zijn:

  • De uitgaven en ontvangsten van de rijksschoonmaakorganisatie worden opgehoogd zodat die aansluiten bij de voorziene werkzaamheden.

  • Aanpassing van de uitgaven en ontvangsten van het onderdeel van de UVB die de Europese subsidies (ESF) uitvoert en daarvoor vergoeding krijgt vanuit de Europese Commissie.

Correctie Loon- en prijsbijstelling

Eerder is de loon- en prijsbijstelling 2025 overgeheveld om het totaal van de uitgaven aan kinderopvangtoeslag op prijspeil 2025 te brengen. Doordat de nabetalingen over de jaren tot en met 2024 niet worden beïnvloed door het nieuwe prijspeil ontstaat een meevaller, met name in 2025 en 2026.

Overige mutaties

Er zijn diverse kleinere mutaties.

Tabel 6 Belangrijkste beleidsmatige ontvangsten mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand begroting 2025 (inclusief NvW)

 

2.501.533

2.498.357

2.465.891

2.373.867

2.304.405

 

Belangrijkste mutaties

       

Eerste suppletoire begroting

 

23.017

‒ 1.600

50.743

151.052

191.733

2.390.502

Bijstelling boete-ontvangsten

1

‒ 900

‒ 900

‒ 900

‒ 900

‒ 900

‒ 900

Terugontvangsten TOZO

2

8.013

‒ 1.100

‒ 1.000

‒ 300

  

Terugontvangsten TW

2

1.536

     

Terugontvangsten IOW

2

2.458

     

Terugontvangsten TSB

6

2.639

     

Uitvoeringsmutaties KOT

7

15.602

25.743

23.186

13.389

2.535

‒ 4.094

Ontvangsten WKB

10

‒ 29.932

‒ 20.184

‒ 16.595

‒ 20.021

‒ 20.898

‒ 20.598

Intensiveringen KOT

7

 

‒ 4.450

‒ 4.650

‒ 4.200

‒ 1.200

‒ 1.150

Invoering nieuwe financiering kinderopvang per 2029

7

 

‒ 500

45.400

158.900

212.600

143.800

Intensiveringen WKB

10

 

‒ 4.450

‒ 4.450

‒ 4.350

‒ 4.250

‒ 4.150

Diverse kasschuiven

div

 

4.200

9.900

8.800

4.200

1.500

Desalderingen

4

19.650

     

Overige mutaties en extrapolatie

div

3.951

41

‒ 148

‒ 266

‒ 354

2.276.094

Mutaties begroting 2026

 

120.745

133.570

131.193

118.920

114.788

124.018

Herverkaveling Inburgering naar SZW

13

 

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

10

5.695

8.168

2.397

‒ 12.026

‒ 18.522

‒ 20.714

Kinderopvangtoeslag (KOT)

7

2.573

7.657

12.804

15.907

15.176

10.428

Niet-kaderrelevant

7

109.475

111.102

114.701

116.613

120.755

132.294

Overboeken nominale ontwikkeling (naar H83)

10

3.987

3.883

3.940

3.958

3.922

3.873

Desalderingen

96

‒ 985

1.815

1.615

4.015

4.015

4.015

Overige mutaties

div

0

‒ 2.055

‒ 7.264

‒ 12.547

‒ 13.558

‒ 8.878

Stand ontwerpbegroting 2026

 

2.645.295

2.630.327

2.647.827

2.643.839

2.610.926

2.514.520

Toelichting

Mutaties eerste suppletoire begroting

De mutaties van de eerste suppletoire begroting zijn toegelicht in onderdeel 2.1 van de Memorie van Toelichting van de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van SZW (XV) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstukken II 2024/25, 36 725 XV, nr. 2).

Mutaties begroting 2026

Herverkaveling Inburgering naar SZW

Zoals hierboven beschreven vallen de inburgeringsactiviteiten met ingang van 2026 weer onder de begroting van het Ministerie van SZW.

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

De verwachte terugontvangsten van het kindgebonden budget worden per saldo naar beneden bijgesteld. Dit heeft voornamelijk te maken met de technische verwerking van de bij Voorjaarsnota genomen maatregelen op het kindgebonden budget (het inrichten van een extra knikpunt en het verlagen van de vermogensgrenzen). Omdat er structureel minder uitgaven aan de WKB zijn, worden er structureel ook minder terugontvangsten verwacht. De verwerking van de cMEV-raming van het CPB leidt juist tot iets hogere verwachte terugontvangsten. Per saldo worden de verwachte terugontvangsten in 2030 naar beneden bijgesteld.

Kinderopvangtoeslag (KOT)

De verwachte terugontvangsten van de kinderopvangtoeslag worden per saldo naar boven bijgesteld. Dit betreft voornamelijk een correctie op de toegepaste indexatie. Bij de indexatie voor 2025 zijn de ontvangsten nog niet op prijsniveau 2025 gebracht. Dit wordt nu gecorrigeerd. Als gevolg van het nieuwe prijspeil komen de ontvangsten over de toeslagjaren 2025 en verder hoger uit. De verwerking van de cMEV-raming van het CPB leidt juist tot iets lagere verwachte terugontvangsten. Per saldo worden de geraamde terugontvangsten naar boven bijgesteld.

Niet-kaderrelevant

De werkgeversbijdrage kinderopvang is een vast percentage van de totale loonsom. De totale loonsom is naar boven bijgesteld. Dit leidt tot hogere ontvangsten werkgeversbijdrage.

Overboeken nominale ontwikkeling (van H83)

Dit betreft de nominale ontwikkeling als gevolg van de mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen op basis van de macro-economische raming van het CPB.

Desalderingen

Zie de toelichting onder uitgaven.

Overige mutaties

Er zijn diverse kleinere mutaties.

Tabel 7 Belangrijkste beleidsmatige premiegefinancierde uitgaven mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand begroting t-1 (inclusief NvW)

 

83.107.660

88.106.216

92.565.256

97.348.163

102.772.039

 

Belangrijkste mutaties

       

Eerste suppletoire begroting

 

395.649

794.369

1.089.650

644.440

222.238

108.157.812

Compensatieregeling transitievergoeding - LAO

1

23.670

30.470

13.370

17.216

21.187

25.288

Werkloosheidswet (WW)

5

‒ 197.741

‒ 295.213

‒ 383.229

‒ 406.076

‒ 325.828

‒ 247.234

Verlofregelingen

6

45.563

46.544

51.455

58.047

63.421

68.971

Ziektewet (ZW)

6

99.180

79.073

96.209

119.702

137.351

140.668

Algemene Ouderdomswet (AOW)

8

‒ 11.752

‒ 34.069

‒ 55.882

‒ 72.255

‒ 82.082

‒ 82.920

Uitvoeringskosten SVB en UWV (uitvoeringsinformatie)

11

13.362

79.533

58.163

34.630

47.324

47.408

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) (uitvoeringsinformatie)

div

319.416

463.971

488.955

396.561

401.505

300.719

Duurverkorting Werkloosheidsuitkering

5

 

5.000

200.000

66.630

‒ 308.454

‒ 323.672

Uitvoeringskosten SVB en UWV (beleidsmatig))

11

29.800

33.600

35.700

   

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) (beleidsmatig)

div

‒ 31.985

166.677

211.746

196.536

214.274

224.048

Overige intensiveringen en ombuigingen

div

57.529

‒ 116.157

‒ 136.817

39.954

341.887

‒ 5.742

Bijstelling nominaal

div

130.192

233.643

398.740

302.302

153.927

‒ 209.134

Taakstelling HLA

11

 

‒ 10.780

‒ 21.821

‒ 33.267

‒ 44.658

‒ 45.163

Taakstelling OCW

11

‒ 23.996

‒ 24.489

‒ 24.567

‒ 24.567

‒ 24.567

‒ 24.567

Overboekingen naar andere departementen

11

‒ 6.426

     

Overboekingen naar Begrotingshoofdstuk 15

div

2.507

5.064

7.850

10.855

13.391

15.731

Overboekingen van de Aanvullende post

div

16.995

15.163

11.108

3.000

  

Diverse kasschuiven

div

‒ 15.442

‒ 1.258

8.700

1.000

4.000

3.000

Overige mutaties en extrapolatie

div

‒ 55.223

117.597

129.970

‒ 65.828

‒ 390.440

108.270.411

Mutaties begroting 2026

 

4.318.840

4.430.335

4.842.797

5.492.842

6.081.346

6.095.298

WW-beëindiging op eigen initiatief

5

 

‒ 20.908

‒ 43.205

‒ 22.297

0

0

WW-duurverkorting

div

 

‒ 5.000

5.000

134.345

369.432

0

Vervroegen invoering RIV-toets

3, 11

  

2.000

5.800

13.600

18.900

Uitstel re-integratie 2de spoor

div

  

‒ 1.700

‒ 12.200

‒ 27.279

‒ 19.461

Niet-kaderrelevant

div

‒ 9.959

‒ 7.876

6.711

24.341

79.742

443

Kadercorrecties

div

14.288

‒ 178.441

‒ 198.902

16.102

73.019

212.743

Herschikkingen

div

4.979

1.320

900

3.400

8.700

15.600

Overboekingen met andere begrotingshoofdstukken

div

30

220

1.080

1.140

990

‒ 200

Bijstelling MEV

div

5.768

51.479

58.024

74.452

47.892

61.099

Kasschuiven

div

‒ 71.962

‒ 18.912

90.874

   

Sociale lasten

div

4.375.587

4.606.677

4.920.265

5.267.465

5.516.194

5.807.330

Overige mutaties

div

109

1.776

1.750

294

‒ 944

‒ 1.156

Stand ontwerpbegroting 2026

 

87.822.149

93.330.920

98.497.703

103.485.445

109.075.623

114.253.110

Toelichting

In deze toelichting wordt de relevante informatie opgenomen. Bij beleidsmatige intensiveringen met een budgettaire mutatie van € 20 miljoen of meer in enig jaar wordt verwezen of vooruitgewezen naar een stuk met daarin de door de Kamer te ontvangen informatie conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1).

Mutaties eerste suppletoire begroting

De mutaties van de eerste suppletoire begroting zijn toegelicht in onderdeel 2.1 van de Memorie van Toelichting van de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van SZW (XV) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstukken II 2024/25, 36 725 XV, nr. 2).

Mutaties begroting 2026

WW-beëindigen op eigen initiatief

Met deze buitenwettelijke maatregel wordt het tijdelijk makkelijker gemaakt voor WW-gerechtigden om op eigen verzoek door UWV de WW-uitkering te laten beëindigen. Er vindt dan tijdelijk geen beoordeling meer plaats door UWV op de geldende voorwaarden voor het stopzetten van een WW-uitkering. Dit zorgt voor lagere uitkeringslasten WW van cumulatief € 86 miljoen. De vrijgekomen uitvoeringscapaciteit wordt ingezet om UWV zo goed mogelijk in staat te stellen de hersteloperatie WIA-dagloon uit te voeren. Dit is onderdeel van een aantal maatregelen die tijdelijk ingevoerd worden, waarmee UWV capaciteit kan besparen die kan worden ingezet voor de uitvoering van de hersteloperatie. De andere maatregelen zijn onder andere het in het geheel niet opleggen van een maatregel indien iemand een WW-uitkering te laat aanvraagt en het uitgaan van een hedenbeslissing bij overlijden bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

WW-duurverkorting

In de begroting is een besparingsverlies als gevolg van een jaar uitstel van de WW-duurverkorting verwerkt omdat de beoogde datum van inwerkingtreding van 1 januari 2027 niet uitvoerbaar is voor UWV. Dit leidt ten opzichte van de Voorjaarsnota 2025 tot hogere uitgaven aan de WW- en loongerelateerde WGA-uitkering.

Vervroegen invoering RIV-toets

De meest recente prognoses wijzen op een nog groter oplopende achterstand bij het sociaal medisch beoordelen (SMB). Daarom gaat het wetsvoorstel RIV-toets (re-integratieverslagtoets) vanaf de ingangsdatum (1 januari 2028) gelden voor alle ziekmeldingen in plaats van alleen voor personen die vanaf dan hun eerste ziektedag hebben. Het wetsvoorstel gaat nog steeds in op 1 januari 2028, maar heeft de facto 2 jaar eerder effect. Hierdoor bespaart het wetsvoorstel al vanaf 2028 verzekeringsartsencapaciteit bij het UWV.

Uitstel re-integratie 2de spoor

Het wetsvoorstel re-integratie 2de spoor wordt uitgesteld met twee jaar naar 1 januari 2030. Dit wetsvoorstel regelt dat kleine en middelgrote werkgevers de re-integratie van zieke werknemers in het tweede ziektejaar in principe richten op re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Dit wetsvoorstel wordt uitgesteld gelet op de toenemende achterstanden bij het sociaal-medisch beoordelen (SMB) en de extra uitvoeringscapaciteit die dit wetsvoorstel van UWV vraagt.

Niet-kaderrelevant

Dit betreft de bijstelling van de nominale ontwikkeling als gevolg van de mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen op basis van de laatste macro-economische raming van het CPB (MEV).

Herschikkingen met H15

Er zijn diverse herschikkingen en doorverdelingen van het begrotingsgefinancierde begrotingshoofdstuk, waaronder een budgetneutrale schuif tussen het begrotings- en premiegefinancierde budget voor de uitvoeringskosten van UWV. Dit is een gevolg van de jaarlijkse prijsherijking van de uitvoeringskosten.

Overboekingen naar andere begrotingshoofdstukken

Dit betreft een teruggave van middelen over de jaren 2025 tot 2029 door uitstel van het Besluit inkomstenverhouding. Vanaf 2030 is er sprake van een structurele verhoging van het budget.

Bijstelling MEV

Dit betreft de bijstelling van de nominale ontwikkeling als gevolg van de mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen op basis van de macro-economische raming van het CPB.

Kasschuiven

Er zijn diverse kasschuiven waarvan de grootste zijn:

  • De herstelacties WIA-dagloon en Loonloze tijdvakken zullen dit jaar nog niet starten met uitbetalen. Daarom schuiven de middelen voor de uitvoering van 2025 door naar 2027 (€ 13,4 voor herstelactie WIA-dagloon en € 3,6 miljoen voor Loonloze tijdvakken).

  • Het later uitbetalen bij bovengenoemde herstelacties samen met de herstelactie WIA-indexatie heeft effect op de WGA en IVA. Voor de WGA wordt € 28,2 miljoen in 2025 en € 14,2 miljoen in 2026 doorgeschoven naar 2027 (€ 42,3 miljoen). Voor de IVA gaat het in totaal voor 2025 om € 24,3 miljoen en in 2026 om € 7,3 miljoen dat wordt doorgeschoven naar 2027 (€ 31,6 miljoen).

  • Daarnaast is er een kasschuif in verband met de vertraging bij het wetsvoorstel proactieve dienstverlening, hierdoor verschuiven de implementatiekosten (€ 2,5 miljoen) voor de TW van 2025 naar 2026.

Sociale lasten

Vanaf 2025 worden voor een aantal uitkeringsregelingen de over deze uitkeringen betaalde werkgeverspremies toegevoegd aan de SZW-begroting. Deze wijziging heeft een technisch karakter. Het CBS classificeert werkgeverspremies die betaald worden over uitkeringen voortaan als overheidsuitgaven.

Overige mutaties

Er zijn diverse kleinere mutaties.

Tabel 8 Belangrijkste beleidsmatige premiegefinancierde ontvangsten mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand begroting t-1 (inclusief NvW)

 

245.359

281.534

305.685

336.827

349.087

 

Belangrijkste mutaties

       

Eerste suppletoire begroting

 

13.203

8.795

‒ 3.421

8.697

14.822

363.229

Bijstelling UFO ontvangsten

5

25.010

20.410

9.367

21.312

27.155

14.973

Bijstelling UFO ontvangsten nominaal

5

‒ 11.807

‒ 11.615

‒ 12.788

‒ 12.615

‒ 12.333

‒ 15.425

Overige mutaties en extrapolatie

5

0

0

0

0

0

363.681

Mutaties begroting 2026

 

0

280

292

334

352

2

Bijstelling MEV

5

0

280

292

334

352

2

Stand ontwerpbegroting 2026

 

258.562

290.609

302.556

345.858

364.261

363.231

Toelichting

Mutaties eerste suppletoire begroting

De mutaties van de eerste suppletoire begroting zijn toegelicht in onderdeel 2.1 van de Memorie van Toelichting van de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van SZW (XV) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstukken II 2024/25, 36 725 XV, nr. 2).

Mutaties begroting 2026

Bijstelling MEV

Dit betreft de bijstelling van de nominale ontwikkeling als gevolg van de mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen op basis van de macro-economische raming van het CPB.

Licence