In deze bijlage wordt het overzicht van thema’s en onderzoeken van de Strategische Evaluatie Agenda, zoals in hoofdstuk 2.3 opgenomen, nader toegelicht.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage toegang, toelating en opvang vreemdelingen | Ex post | 2025 | Lopend | Periodieke rapportage met betrekking tot toegang, toelating en opvang vreemdelingen. | 37.4 |
Subthema Behandelen asielverzoeken | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | art. |
Agentschapsdoorlichting IND | Ex durante en ex post | N.t.b. | Te starten | Voor 2026 staat een agentschapsdoorlichting van de IND gepland. Deze doorliching gaat in op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de taakuitvoering door de IND. | 37.4 |
Evaluatie veranderopgave Migratieketen | Ex durante en ex post | 2025/2026 | lopend | Mede op basis van een doorlichting van EY uit 2021 is gewerkt aan de Veranderopgave Migratieketen. Dit heeft geleid tot een nieuw ketenplan met nieuwe ketendoelen en een nieuwe manier van sturing. Daarnaast is gewerkt aan stabiele financiering in de migratieketen. Inmiddels is gestart met implementatie. In 2025 vindt een interne evaluatie plaats en in 2026 een grote externe evaluatie waarbij gekeken wordt in hoeverre de aanbevelingen vanuit EY zijn gerealiseerd. | 37.4, 37.5 |
Subthema Asielopvang | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
ZBO-evaluatie COA | Ex post | N.t.b. | Te starten | Een ZBO-evaluatie van het COA is voorgenomen, maar nog niet gepland. Het doel van deze evaluatie is om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de taakuitvoering door het COA te beoordelen. | 37.4 |
Evaluatie spreidingswet | Ex ante, ex durante en ex post | 2027 | Te starten | Het wordt steeds lastiger om voldoende opvanglocaties te vinden en daarom is een meer dwingend juridisch instrumentarium ontwikkeld, de spreidingswet. De eerste cyclus zal vanaf het voorjaar van 2026 worden geëvalueerd, als de cyclus helemaal is afgerond. | 37.4 |
Flexibilisering van opvang | Ex durante en ex post | N.t.b. | te starten | Inzicht in de flexibilisering van de opvang zoals die nu wordt uitgewerkt (ook in relatie tot huisvesting vergunninghouders) en consequenties daarvan voor het COA en andere ketenpartners. Daarnaast wordt momenteel de uitvoeringsagenda flexibilisering geactualiseerd. De consequenties hiervan worden geëvalueerd wanneer van toepassing. | 37.4 |
Opvangmodaliteiten | N.t.b. | N.t.b. | Te starten | Mogelijk onderzoek volgt mochten er na bovenstaande evaluaties m.b.t. de spreidingswet en uitvoeringsagenda flexibilisering nog aanvullend kennisbehoeften zijn op het gebied van opvangmodaliteiten. | 37.4 |
Subthema Reguliere migratie | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Onderzoek naar reguliere migratie | Ex durante | Doorlopend | Lopend | Er is steeds meer inzicht en overzicht nodig van wie er Nederland binnenkomt, hoe het hen vergaat, waar zij terechtkomen, wat zij doen en hoe lang zij blijven. Deze informatie is nodig om zicht te krijgen op het behalen van de eventuele doelstellingen en gevolgen van beleid. Dit wordt continu gemonitord. | 37.4 |
Evaluatie pilotregeling essentiele start-up personeel | Ex post | 2026 | Lopend | Voor de pilotregeling essentieel start-up personeel vindt er een externe eindevaluatie plaats. Binnen deze evaluatie ligt de focus van het onderzoek ook op de mate waarin de verblijfsregeling effectief is geweest in het bereiken van haar beleidsdoelen. Op basis van deze evaluatie zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de resultaten van de externe eindevaluatie en over het besluit of de pilot omgezet wordt in staand beleid. | 37.4 |
Evaluatie aanscherpingen au-pair regeling | Ex post | 2026 | Te starten | Per 1 oktober 2022 zijn er twee aanvullende voorwaarden aan de au-pairregeling toegevoegd . Deze aanvullende maatregelen zijn genomen naar aanleiding van signalen over oneigenlijk gebruik van de au-pairregeling, om arbeid te faciliteren in plaats van culturele uitwisseling te stimuleren. Dit externe evaluatieonderzoek heeft als doel om antwoord te geven op de vraag in hoeverre het tegengaan van oneigenlijk gebruik in de periode sinds inwerkingtreding is bereikt en welke verbetermogelijkheden hier eventueel zijn. | 37.4 |
Evaluatie werking Wet vaststellingsprocedure staatloosheid | Ex post | 2028 | Te starten | Het tijdig en zorgvuldig behandelen van verzoeken is de kern van het migratiebeleid. Een onderzoek dat op de planning staat dat inzicht biedt in deze doelstelling is de Evaluatie werking Wet vaststellingsprocedure staatloosheid (2028). | 37.4 |
Subthema Grensbeheer | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Evaluatie implementatie European Integrated Border management (EIBM) | Ex durante | 2027 | Te starten | Tussentijdse evaluatie van European Integrated Border management (EIBM) strategie van Nederland: in hoeverre draagt implementatie van de EIBM strategie bij aan het behalen van beleidsdoelstellingen? | 37.4 |
Schengenevaluatie | Ex post | 2026 | Te starten | Nederland is in 2021 geëvalueerd in het kader van de Schengenevaluatie buitengrenzen. Nederland voert tussen 2021-2026 het Schengenevaluatie actieplan uit om de aanbevelingen voortkomend uit de evaluatie te implementeren. Centraal bij dit onderzoek is de vraag in hoeverre het actieplan is geïmplementeerd en dit heeft bijgedragen aan de verbetering van grenstoezicht in Nederland. | 37.4 |
Overig onderzoek | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Longitudinaal Onderzoek Syrische Statushouders (LOCS) | Ex post | Doorlopend | Lopend | Het LOCS is een doorlopend onderzoek. Tussen 2016-2021 voerden het SCP, WODC, RIVM en CBS op verzoek van de ministeries van SZW, JenV, en VWS een longitudinaal onderzoek uit, waarin cohorten statushouders die vanaf 2014 in Nederland zijn aangekomen door de tijd heen zijn gevolgd. In het kader hiervan hebben verschillende deelonderzoeken plaatsgevonden. In de vervolgstudie worden dezelfde groepen statushouders nog vijf jaar gevolgd. Het onderzoek bestaat uit zowel kwantitatieve trendanalyses als kwalitatieve en kwantitatieve verdiepende studies. De longitudinale opzet levert voorheen niet bekende data over de ontwikkeling in de sociaaleconomische positie van individuele statushouders. Dit is voor migratiebeleid relevant, omdat o.a. wordt gekeken naar (lange termijn effecten van) de asielopvang en –procedure. In 2025 en 2026 volgen weer deelonderzoeken in het kader hiervan. | 37.4 |
Toegang, toelating en opvang van vreemdelingen
Subthema Behandelen asielverzoeken
Eén van de belangrijke doelstellingen binnen het migratiebeleid is dat de Rijksoverheid, binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijnen, beslist op door vreemdelingen ingediende asielaanvragen. Uitgangspunt is dat asiel zoekers snel duidelijkheid krijgen over hun verblijfperspectief. In dit proces gaat het naast tijdigheid, ook om zorgvuldigheid, kwaliteit en om respect voor asielzoekers. Binnen dit subthema kan er zicht worden gekregen op de effectiviteit en efficiëntie van beleid door verschillende onderwerpen te evalueren.
Mede op basis van een doorlichting van EY uit 2021 is gewerkt aan de Veranderopgave Migratieketen. Dit heeft geleid tot een nieuw ketenplan met nieuwe ketendoelen en nieuwe manier van sturing. Daarnaast is gewerkt aan stabiele financiering in de migratieketen. Inmiddels is gestart met implementatie. In 2025 vindt een interne evaluatie plaats waarbij gekeken wordt in hoeverre de aanbevelingen vanuit EY zijn gerealiseerd. In 2026 volgt een externe evaluatie van de ketengovernance.
Subthema Asielopvang
Wie in Nederland asiel aanvraagt, heeft recht op opvang. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) draagt zorg voor de opvang van vreemdelingen in Nederland. Een ZBO-evaluatie van het COA zal volgen. Voor de SEA op dit onderdeel is het relevant om rekening te houden met de bredere context en in het bijzonder de opvangcrisis die sinds de zomer van 2022 speelt. Mede naar aanleiding daarvan is er gewerkt aan een Fundamentele Heroriëntatie Asielbeleid en asielstelsel. Dit rapport en de adviezen die eruit zijn gevolgd zullen ook van invloed zijn op het opvangdomein en de planning van beleidswijzigingen en evaluaties. Het opvangbeleid is gericht op de opvang van asielzoekers gedurende de asielprocedure. Daarnaast biedt het COA onderdak aan vreemdelingen die meewerken aan hun terugkeer en aan gezinnen met minderjarige kinderen die zijn uitgeprocedeerd. In de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers en onderliggende regelgeving is geregeld dat het zelfstandig bestuursorgaan COA is belast met onder andere de volgende taken:
– veilige en leefbare opvang bieden aan asielzoekers en vergunning houders in afwachting van huisvesting in gemeenten;
– hen begeleiden naar een toekomst in Nederland of daarbuiten;
– opvanglocaties verwerven en beheren;asielzoekers voorzien van verstrekkingen (leefgeld, toegang tot medische zorg etc.).
Ook in de periodieke rapportage (zie hieronder) zullen deze taken terugkomen. Hierbij kan worden geput uit verschillende bestaande (evaluatie)onderzoeken, die ingaan op een of meerdere van deze taken. Daarnaast is er behoefte om in de toekomst meer inzicht te krijgen op de volgende onderwerpen:
– Voor het bieden van onderdak zijn opvanglocaties nodig, die moeten worden verworven. Hierbij is samenwerking met gemeenten essentieel. Gemeenten bieden thans op vrijwillige basis locaties aan het COA aan. Het wordt echter steeds lastiger om voldoende opvanglocaties te vinden en daarom is een meer dwingend juridisch instrumentarium ontwikkeld, de spreidingswet. De eerste cyclus van deze wet is in 2026 afgerond en zal worden geëvalueerd. Inmiddels speelt de vraag of de spreidingswet wel of niet wordt ingetrokken. Welke gevolgen dit gaat hebben voor de kennisbehoeftes is nog onbekend.
– De asielopvang moet kunnen reageren op fluctuaties in het aantal migranten dat asiel aanvraagt. Daarnaast vormt de asielopvang en bijbehorende begeleiding de start van integratie en participatie voor hen die in Nederland mogen blijven. Dit is ook onderdeel van de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen die op hoofdlijnen is vastgesteld in april 2024. De voortgang van de implementatie van deze uitvoeringsagenda zal dan ook gemonitord moeten worden. Hierin dienen ook overwegingen als het voorkomen/aanpakken van overlast, het verminderen van het aantal verhuisbewegingen en het behouden/ vergroten van draagvlak te worden betrokken. Daarnaast is meer inzicht nodig in de mogelijkheden om de voorspelbaarheid van de instroom in COA en daarmee de benodigde opvangcapaciteit te vergroten. Ook inzicht in het creëren van (meer) stabiele opvangstabiliteit is nodig.
– In het asielopvanglandschap spelen gemeenten een belangrijke faciliterende rol in het mogelijk maken van asielopvang. Gezien de ontwikkelingen, uitdagingen en veranderingen in het asielopvanglandschap, is er vanuit gemeenten, het COA en het ministerie van Asiel en Migratie behoefte aan een actueel inzicht in de brede uitvoeringsbaten- en lasten voor gemeenten in het kader van het faciliteren van (nieuwe) asielopvang. Er wordt regelmatig gekeken of en wanneer onderzoek nodig is, bijvoorbeeld het beter inzichtelijk krijgen van de actuele uitvoeringspraktijk voor gemeenten en de bijkomende lasten en baten.
Subthema Reguliere migratie
Binnen dit deel van het migratiebeleid vallen verschillende vormen van migratie: gezinsmigratie, arbeidsmigratie, studiemigratie en de verblijfs doelen uitwisseling, bijzonder verblijf en humanitair tijdelijk en niet tijdelijk. Onderdeel van het reguliere migratiebeleid is dat vreemdelingen met hun (huwelijks)partner of kinderen kunnen samenleven in gezinsverband in Nederland. Doelstelling van het Nederlandse beleid is daarnaast om uitnodigend te zijn voor reguliere migranten van buiten de EU die een bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse kenniseconomie, wetenschap en maatschappij. Dit vindt plaats binnen de bredere discussie over de impact van migratie op de samenleving en demografische ontwikkeling.
– Beter inzicht in en overzicht is nodig om te kunnen evalueren of beleidsdoelstellingen worden behaald. Hierbij gaat het om inzicht in en overzicht van: wie er Nederland precies binnenkomt, hoe het hen vergaat, waar zij terechtkomen, wat zij doen en hoe lang zij blijven. Voor 2026 zijn in het kader van deze inzichtbehoefte verschillende onderzoeken geagendeerd. Zo wordt de pilotregeling essentiële start- up personeel geëvalueerd, als ook de aanscherpingen van de au-pair regeling. Na 2026 staat ook al een onderzoek in de planning dat meer inzicht moet bieden in de doelstelling van dit beleidsonderdeel, namelijk een evaluatie van de werking van de Wet Vaststellingsprocedure staatloosheid. De wet is op dat moment vijf jaar in werking. Er wordt regelmatig gekeken of verder onderzoek nodig is, bijvoorbeeld ten aanzien van gezinsmigranten: hoe groot is het arbeidsmarktpotentieel van deze groep? Of ten aanzien van intra-EU migratie voor zover dit binnen het begrotingsartikel valt (bij familieleden uit derdelanden en toegang sociale voorzieningen).
– Een expliciete doelstelling van het migratiebeleid is dat migratie een bijdrage levert aan de Nederlandse samenleving. Op dit moment is onvoldoende duidelijk wat de (demografische, economische en sociale) impact van migratie is op de Nederlandse samenleving, wat voor bijdrage verschillende type migranten precies leveren en hoe migratie aansluit bij behoeften. Het kennismigratiebeleid heeft als specifiek doel om Nederland aantrekkelijk te maken voor migranten aan wie de Nederlandse kenniseconomie behoefte heeft. Er is in het verleden onderzoek hiernaar gedaan. Daarnaast voerde de IND een cohortstudie uit met het doel een beter (gekwantificeerd) beeld te krijgen van kennis werkers en zoekjaarders en hun plek in de samenleving. Ook hier wordt met regelmaat gekeken of verder onderzoek nodig is.
– Andere elementaire kennis gaat over de snelheid, kwaliteit, zorgvul digheid en efficiëntie van de procedures voor reguliere aanvragen arbeid, gezin, kennis en talent, uitwisseling, humanitair en bijzonder verblijf. De evaluatie van de wet Modern Migratiebeleid (2019), biedt een kader waarbinnen verdere verbeteringen worden doorgevoerd. De opvolging van de wetsevaluatie MoMi (2019) biedt een kader voor verder onderzoek. Zoals bijvoorbeeld de verdere stroomlijning van het erkend referentschap in het kader van arbeidsmigratie. Analoog aan de onderzoeken genoemd bij het onderwerp Behandelen asielverzoeken kan ook hier worden gekeken naar ketensamenwerking en samenwerking met partners buiten de overheid.
Subthema Grensbeheer
Effectief grensbeheer draagt onder meer bij aan de veiligheid van Nederland/het Schengengebied, voorkomen van illegale migratie en faciliteren van legale migratie. Tevens is een doel dat grensbeheer bijdraagt aan het beheersen van migratiestromen. Grensbeheer vergt een delicate balans tussen het borgen van interne veiligheid enerzijds en het bevorderen van de mobiliteit van bonafide reizigers anderzijds. Hierbij is er ook aandacht voor fundamentele rechten, privacy van data en het waarborgen van de cybersecurity van grenssystemen. Om adequaat in te spelen op uitdagingen als gestegen druk van irreguliere migratie op de buitengrenzen en toekomstige uitdagingen werkt het kabinet aan een meerjarige strategie voor Europees geïntegreerd grensbeheer.
Het EIBM-concept is in Europese wetgeving verankerd en daarmee is het een verplichting geworden voor lidstaten om dit concept te implementeren en een nationale EIBM-strategie te ontwikkelen. Kerngedachte van het EIBM-concept is dat grensbeheer een omvattende en integrale taak is die veel meer behelst dan slechts het uitvoeren van grenstoezicht op de buiten grenzen of controles op een grensdoorlaatpost. Geïntegreerd grensbeheer gaat uit van het op vier niveaus gebaseerde toegangscontrolemodel dat maatregelen omvat (1) in derde landen, onder andere in het kader van het gemeenschappelijk visumbeleid, (2) in naburige derde landen, (3) aan de buitengrenzen zelf en ten slotte (4) in het Schengengebied. Centrale aspecten worden gevormd door de EIBM elementen die zijn opgenomen in de verordening voor de Europese Grens- en Kustwacht (EGKW). De start van de implementatie van de nationale EIBM strategie kan als nulpunt worden gebruikt om te evalueren of de (strategische ) doelstellingen die in de strategie worden vastgesteld, gerealiseerd worden. Aangezien de evaluatie uitgevoerd zal worden voor het einde van de meerjarenstrategie EIBM strategie, zal dit een tussentijdse evaluatie zijn.
Om irreguliere migratie tegen te gaan, versterkte het kabinet Rutte IV verder de bescherming van de buitengrenzen van de EU. Onderdeel daarvan zijn ook de maatregelen die genomen kunnen worden in het kader van binnengrenzen. Nederland is in 2021 geëvalueerd door de Raad van de Europese Unie in het kader van de Schengenevaluatie buitengrenzen. Nederland voert tussen 2021-2026 het Schengenevaluatie actieplan uit om de aanbevelingen voortkomend uit de evaluatie te implementeren. Centraal bij dit onderzoek is in hoeverre het actieplan is geïmplementeerd en dit heeft bijgedragen aan de verbetering van grenstoezicht in Nederland.
Context en ontwikkelingen
Het nationale terrein van migratie staat momenteel in het teken van veel verandering. De afgelopen jaren is de instroom hoog geweest en zijn de uitgaven op asiel en migratie exponentieel gestegen. Het huidige demissionaire kabinet, dat op 2 juli 2024 aantrad, heeft zich in het RP voorgenomen het strengste migratiebeleid ooit te voeren. Daartoe zijn de eerste stappen genomen in de vorm van verschillende beleids- en wetsvoorstellen (zoals de asielnoodmaatregelen wet en de tweestatusstelsel wet). Op 12 juni 2026 treedt ook het EU Asiel- en Migratiepact in werking. In het pact zitten verordeningen en een richtlijn die ervoor moeten zorgen dat de instroom van asielzoekers naar Nederland en de EU afneemt en de lasten tussen de lidstaten beter worden verdeeld. Het Asiel- en migratiepact versterkt onder andere ook de Europese buitengrenzen door een betere screening van vreemdelingen. De verschillende ketenpartners zijn op dit moment bezig met de voorbereiding van de implementatie van de nieuwe wet- en regelgeving. De grondige herziening van het Nederlandse en Europese asiel- en migratieacquis heeft tot doel het vergroten van de grip op migratie.
EU-pact en asielwetten in ontwikkeling: Aankomende evaluaties en onderzoeken
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de wetsvoorstellen asielnoodmaatregelen en tweestatusstelsel. Na het zomerreces gaan de wetsvoorstellen naar de Eerste Kamer. In de komende SEA cyclus, vanaf 2026, wordt er een planning gemaakt voor de evaluaties bij inwerktreding van het EU-pact en de wetten. Er worden meerdere maatregelen voorgesteld in het kader van deze wetten met verschillende doelen, zoals instroom naar beneden halen, of uitvoering van asielbeleid faciliteren. Te zijner tijd wordt gekeken hoe de evaluaties kunnen worden vormgegeven, bijvoorbeeld per maatregel of per doelstelling.
Tegelijkertijd treedt ook het EU Asiel- en Migratiepact in werking op 12 juni 2026. De maatregelen in het kader van dit pact moeten ook worden geëvalueerd. In de nieuwe cyclus wordt gekeken naar mogelijke overlap met evaluaties van de wetsvoorstellen asielnoodmaatregelen en de tweestatusstelsel.
Inhoud periodieke rapportage
De periodieke rapportage moet inzicht geven in hoe doelmatig en doeltreffend het migratiebeleid de gestelde doelen voor begrotingsartikel 37.4 realiseert. Het migratiebeleid heeft als breed gesteld doel: een, op maatschappelijk verantwoorde wijze en in overeenstemming met interna tionale verplichtingen, gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland van vreemdelingen, alsmede verkrijging van het Nederlanderschap of de intrekking daarvan. Voor het terugkeerbeleid (artikel 37.5) is een aparte thema op de SEA ontwikkeld. Specifieke doelen binnen artikel 37.4 zijn verder af te leiden uit de beleidsdoorlichting van 2018 en in het verlengde daarvan in o.a. de Vreemdelingenwet, wet Modern Migratiebeleid, en eerdere communicatie van de regering: tijdige, snelle en zorgvuldige behandeling van verzoeken, doelmatige asielopvang en stimuleren van zelfredzaamheid van migranten. De missie van het DG Migratie is weloverwogen en uitvoerbaar migratiebeleid met respect voor de migrant en dat bijdraagt aan de Nederlandse samenleving.
Op basis van bovenstaande is een onderverdeling te maken van doelstel lingen op basis waarvan beleid ten aanzien van toegang, toelating en opvang van migranten geëvalueerd wordt:
– Humane aspecten: maatschappelijk verantwoorde werkwijze, in overeenstemming met internationale verplichtingen, respect voor de migrant, zelfredzaamheid
– Impact op de Nederlandse samenleving
– Kwaliteit: gereglementeerd en beheerst, weloverwogen, uitvoerbaar
– Processen: snelheid, zorgvuldigheid en doelmatigheid (per organisatie en ketenbreed)
Deze doelstellingen komen elk, in meer of mindere mate, in de verschillende onderdelen van het migratiebeleid terug.
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
---|---|---|---|---|---|
Periodieke rapportage terugkeerbeleid | Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot terugkeerbeleid. | 37.5 |
Subthema Begeleiding en ondersteuning bij zelfstandig vertrek | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Subthema (Toezichts-)maatregelen | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Toepassing toezichtsmaatregelen anders dan bewaring (registratie) | Ex durante en ex post | ntb | Te starten | Nu is er geen inzicht in hoe vaak welke maatregelen worden opgelegd en geregistreerd. Het doel van dit onderzoek is om inzicht hierin te verkrijgen. | 37.5 |
Effectiviteit toezichtsmaatregelen | Ex post | ntb | Te starten | Als duidelijk is welke toezichtsmaatregelen (anders dan bewaring) wanneer en hoe vaak worden opgelegd, kan worden geëvalueerd hoe effectief en efficiënt zij zijn. | 37.5 |
Subthema Samenwerking keten en internationaal | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Samenwerking migratieketen | Ex durante en ex post | 2025/2026 | lopend | Op de SEA begrotingsartikel 37.4 is dit onderwerp opgenomen onder het onderwerp ‘veranderopgave’. De daargenoemde toelichting is hier ook van toepassing. Mede op basis van een doorlichting van EY uit 2021 is gewerkt aan de Veranderopgave Migratieketen. Dit heeft geleid tot een nieuw ketenplan met nieuwe ketendoelen en een nieuwe manier van sturing. Daarnaast is gewerkt aan stabiele financiering in de migratieketen. Inmiddels is gestart met implementatie. In 2025 vindt een interne evaluatie plaats en in 2026 een grote externe evaluatie waarbij gekeken wordt in hoeverre de aanbevelingen vanuit EY zijn gerealiseerd. | 37.4, 37.5 |
Overig onderzoek | |||||
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Relatie vertrek en draagvlak migratiebeleid | Ex durante | Doorlopend | Lopend | Relatie vertrek en draagvlak migratiebeleid. In hoeverre draagt effectieve terugkeer (zowel zelfstandig als gedwongen) bij aan draagvlak voor migratie in Nederland? Wat zou je daarnaast kunnen doen om het draagvlak voor het terugkeerbeleid te vergroten? | 37.5 |
Terugkeerbeleid
Subthema Begeleiding en ondersteuning bij zelfstandig vertrek
Eén van de subdoelen binnen het begrotingsartikel is het stimuleren van zelfstandig vertrek. De onderzoeken binnen dit subthema moeten dragen bij aan het verkrijgen van meer inzicht in het behalen van het subdoel zelfstandige terugkeer (boven gedwongen vertrek). Zelfstandig vertrek wordt gefaciliteerd en ondersteund door de DT&V, maar vooral door en via de IOM, NGO’s en Frontex via het European Union Reinte gration Programme (EURP). Ook binnen de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) stond het bevorderen van zelfstandige terugkeer centraal. Het Rijk heeft de financiering van LVV’s per 1 januari 2025 stopgezet.Enkel grote gemeentes zetten deze voorziening voort uit eigen financiering. Begeleiding in het kader van de LVV werd gestoeld op aannames rondom de werking van stabilisatie (24 uursopvang), activering (participatieaanbod), sociale begeleiding (vertrouwen) en begeleiding bij toekomstoriëntatie. Ondanks eerdere evaluaties en onderzoeken is er tot nu toe onvoldoende zicht op de effectiviteit en efficiëntie van de inzet op het bevorderen van zelfstandige terugkeer (en daarmee automatisch ook van het hoofddoel, namelijk tegengaan van irregulier verblijf).
– Tussen november 2022 en maart 2024 is een ongebruikelijk ruime vorm van terugkeerondersteuning verstrekt aan zogenaamde derdelanders met een tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne. Om waar mogelijk breder lessen te trekken uit deze vorm van ondersteuning, zal geëvalueerd worden in hoeverre dit remigratiebeleid effectief is geweest en welke neveneffecten van toepassing waren.
Subthema Toezichtsmaatregelen met een vrijheidsbeperkend karakter
Als zelfstandig vertrek en begeleiding niet lukt, worden toezichtsmaatre gelen ingezet. Ook gedurende de periode waarin zelfstandig vertrek wordt gepoogd kunnen deze maatregelen van pas komen. Bij toezichtsmaatre gelen kan er worden gedacht aan het opleggen van een meldplicht of inname van reisdocumenten. Als ultimum remedium kan de vreemdeling in vreemdelingenbewaring worden geplaatst als er zicht op uitzetting is naar een land van herkomst.
Uit de vorige beleidsdoorlichting bleek dat het lastig is om harde uitspraken te doen over de effectiviteit en efficiëntie van deze maatregelen, niet in de laatste plaats omdat vertrek van veel andere factoren afhankelijk is. Naast een advies van de Adviesraad Migratie over vreemdelingenbewaring, onderzoeken van de Inspectie Justitie en Veiligheid en een studie van het EMN hierover, is er meer informatie nodig over de uitvoering en effecten van toezichtsmaatregelen. Onderstaande onderzoeken dragen bij een beter inzicht over dit vraagstuk:
– Voor vreemdelingen die terug kunnen maar niet meewerken aan hun vertrek wordt een verruiming van mogelijkheden tot ongewenstverklaring verwacht. In het Coalitieakkord van Rutte IV werd dit genoemd als sluitstuk van een zorgvuldig proces. Er werd een verkenning uitgevoerd naar de uitvoeringsconsequenties van de verruiming en een Ex-ante uitvoeringstoets (EAUT) loopt. Inmiddels is de verruiming als een aparte maatregel opgenomen in het wetsvoorstel asielnoodmaatregelen. Zie de toelichting bij «EU-pact en asielwetten in ontwikkeling: Aankomende evaluaties en onderzoeken» voor het voorgenomen vervolg.
– We weten nu weinig over de effectiviteit van toezichtsmaatregelen anders dan bewaring (zowel in termen van tegengaan illegaal verblijf als van preventieve werking, humaniteit en draagvlak). Omdat er weinig inzicht is in hoe vaak en wanneer verschillende maatregelen worden ingezet (dit blijkt onder meer uit eerder genoemd onderzoek van de Adviesraad Migratie), wordt eerst bezien hoe dit in kaart te brengen.
– Als dat duidelijk is, kan worden onderzocht wat de (relatieve) doeltref fendheid en doelmatigheid van toezichtsmaatregelen is. Deze preciezere evaluatie moet duidelijk maken hoe en in welke mate deze maatregelen bijdragen aan het tegengaan van illegaliteit, of er preventieve werking vanuit gaat, of zij bijdragen aan draagvlak en oog hebben voor mensenrechten.
Subthema Samenwerking keten en internationaal
Terugkeerbeleid vindt plaats in een bredere migratieketen, waarbij verschillende instanties een ander rol spelen in het terugkeerproces. Daarom is een goed functionerende keten cruciaal. Ook is succesvol terugkeerbeleid onder meer afhankelijk van de medewerking van landen van herkomst. Om gedwongen vertrek te realiseren is immers doorgaans medewerking van het land van herkomst nodig bij bijvoorbeeld de afgifte van noodreisdocumenten. Derhalve is Nederland voortdurend bezig om de terugkeersamenwerking met landen van herkomst te verbeteren. Dit kan op verschillende manier. Zo zet Nederland zowel bilateraal als op EU-niveau voortdurend in op het verbeteren van diplomatieke relaties met belangrijke landen van herkomst. Daarnaast sluit Nederland migratiepartnerschappen met landen van herkomst. Ook neemt Nederland als het nodig is in EU- verband negatieve visummaatregelen tegen landen van herkomst die niet voldoende meewerken aan terugkeer van hun onderdanen.
In 2022 heeft het WODC een onderzoek gepubliceerd naar hoe effectief en efficiënt terugkeersamenwerking in Europees en bilateraal verband met landen van herkomst is. Op de SEA begrotingsartikel 37.4 is het onderwerp samenwerking in de keten opgenomen onder het onderwerp ‘veranderopgave’ onder subthema 1 ‘Behandelen asielverzoeken’. De daargenoemde toelichting is hier ook van toepassing. Verder kan binnen deze context ook worden gekeken hoe effectief samenwerking binnen beleid t.a.v. specifieke groepen is.
Overkoepelend
Naast bovengenoemde onderzoeken is er een aantal onderwerpen dat niet onder een van de drie subthema’s is te scharen. Deze worden hier apart benoemd.
– Het is een belangrijke aanname dat terugkeer nodig is voor draagvlak van het migratiebeleid in brede zin, maar er is nog weinig kennis over hoe deze relatie er precies uitziet. In de meeste van bovenstaande onderzoeken worden aspecten van draagvlak meegenomen. Het kan relevant zijn om apart onderzoek te doen, om de verschillende relaties uit te diepen. Dus niet alleen hoe terugkeer bijdraagt aan draagvlak voor het algemene migratiebeleid, maar ook hoe je draagvlak voor terugkeerbeleid (prioriteiten, toezicht) kunt vergroten.
Inhoud Periodieke rapportage
De periodieke rapportage moet inzicht geven in hoe doeltreffend en doelmatig het terugkeerbeleid de gestelde doelen realiseert. Het terug keerbeleid heeft als doel om onrechtmatig verblijvende vreemdelingen te faciliteren bij vrijwillig vertrek of wanneer dat nodig is gedwongen te laten vertrekken. Om dit te bewerkstelligen wordt gevolg gegeven aan een afwijzende beschikking door zelfstandig vertrek te bevorderen en daar waar nodig gedwongen vertrek toe te passen, met oog voor een humane terugkeer. Het terugkeerbeleid beoogt te voorkomen dat mensen die niet voldoen aan de toegangsvoorwaarden voor Nederland en voorwaarden voor rechtmatig verblijf daadwerkelijk naar Nederland komen en het draagvlak voor het brede migratiebeleid te behouden.
Gelet hierop is het voor de periodieke rapportage nodig om informatie te verzamelen over:
– Tegengaan onrechtmatig verblijf (hoofddoel)
– Preventieve werking (aanname)
– Behouden draagvlak (aanname)
– Bevorderen zelfstandig vertrek (subdoel)
– Effectieve toezichtsmaatregelen (subdoel)
– Oog voor mensenrechten en menselijke maat (subdoel)
Deze doelen komen elk, in meer of mindere mate, in de verschillende onderzoeken aan bod die binnen de vier thema’s van het terugkeerbeleid worden verricht. Het plan van aanpak voor de periodieke rapportage wordt nog uitgewerkt. De Kamer wordt hier voorafgaand aan Prinsjesdag over geïnformeerd.
Thema Opvang ontheemden uit Oekraïne (37.7) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Titel onderzoek | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | art. | |
Periodieke rapportage opvang ontheemden Oekraïne | Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage met betrekking tot opvang ontheemden uit Oekraïne. | 37.7 |
Longitudinaal Onderzoek Cohort Oekraïense Vluchtelingen (LOCOV) | Ex-durante, Ex-post | 2028 | Lopend | Het overkoepelende doel van het project is om meer inzicht te verkrijgen in (a) de maatschappelijke positieverwerving van Oekraïense vluchtelingen in de eerste jaren na aankomst in Nederland, (b) hoe deze positieverwerving verschilt van andere vluchtelingengroepen, en (c) factoren die de positieverwerving belemmeren dan wel bevorderen. | 37.7 |
Beschermingsopdracht Oekraïense ontheemden in Nederland. | Ex-durante | 2026 | Lopend | Doorlopend onderzoek naar de beschermingsopdracht t.a.v. Oekrainense ontheemden in Nederland | 37.7 |
Kostprijsonderzoek | Ex-durante | 2026 | Te starten | Onderzoek naar de samenstelling van de kosten die gemeenten maken voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne, tevens de basis voor de financiële vergoeding die gemeenten ontvangen voor de opvang van ontheemden. | 37.7 |
Thema Opvang ontheemden uit Oekraïne
Ontheemden uit Oekraïne hebben, op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, recht op bescherming en opvang. Het beleid onder het thema opvang ontheemden uit Oekraïne richt zich op het realiseren van dit doel. De wijze waarop opvang wordt geboden aan ontheemden is vastgelegd in de Tijdelijke wet opvang ontheemden uit Oekraïne. Verdere uitwerking van de regelgeving staat in de Regeling opvang ontheemden uit Oekraïne (de wijze waarop gemeenten in opvang voorzien) en de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne (wijze waarop deze taak wordt bekostigd). Op deze wijze worden gemeenten in staat gesteld te voorzien in voldoende opvang voor ontheemden uit Oekraïne, in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin.
Op dit moment is nog beperkt zicht op het effect van dit beleid op de positie van ontheemden uit Oekraïne in de Nederlandse maatschappij op het gebied van o.a. arbeid, zorg en woonsituatie. Met het LOCOV onderzoek wordt inzicht verkregen op de maatschappelijke positieverwerving van ontheemden. Daarbij wordt ook gekeken naar verschillen met andere vluchtelingengroepen. In eerdere onderzoeken is gekeken naar de kosten die gemeenten maken voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne om inzicht te verkrijgen in de besteding van door het Rijk beschikbaar gestelde middelen. Deze onderzoeken moet beleidsrelevante inzichten opleveren om lessen te trekken voor, indien aan orde, toekomstige inzet van de RTB en het migratiedomein in den brede. Effectieve besteding van middelen en de gevolgen en van het beleid voor de doelgroep zijn daarbij van wezenlijk belang. Met het onderzoek naar de beschermingsopdracht wordt inzicht verkregen in de totale opgave voor Nederland als het gaat om relevante ontwikkelingen in Oekraïne, andere EU-lidstaten en Nederland voor het totaal aantal ontheemden dat onder de RTB bescherming geniet.