Base description which applies to whole site

2.3.2 Samenvatting maatregelen Belastingplan

Met het pakket Belastingplan 2026 zorgt het kabinet voor continuïteit in de fiscale wetgeving. Jaarlijks stelt het kabinet het pakket Belastingplan op. De meeste fiscale maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord zijn in het wetsvoorstel Belastingplan 2025 opgenomen, zoals de belastingvermindering voor werkenden en het terugdraaien van lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Zoals gebruikelijk heeft een groot deel van de maatregelen in het wetsvoorstel een samenhang met de begroting voor het komende jaar. Daarnaast verlengt het kabinet de verlaging van de brandstofaccijnzen met een jaar.

Dit jaar bestaat het pakket uit acht verschillende wetsvoorstellen. De acht wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan zijn uitgewerkte ambities op het terrein van arbeid en inkomen, vermogen, belastingontwijking, klimaat, vereenvoudiging en rechtsbescherming. Het Belastingplan bevat diverse maatregelen die leiden tot vereenvoudigingen voor burgers, zoals de verduidelijking van de fietsregeling in de loonbelasting en de verruiming van de ingangsdatum belastingrente en aangiftetermijn erfbelasting. Ook worden er verdere stappen gezet om opmerkelijke belastingconstructies tegen te gaan. Voorbeelden hiervan zijn de maatregelen aanpak ongelijke breukdelen bij huwelijksgoederengemeenschap, de aanpassing van de zuiveldefinitie en het uitsluiten van onzakelijk handelende gelieerde partijen van de toepassing van de leegwaarderatio. Verder bevat het wetsvoorstel een aantal maatregelen op gebied van klimaat- en autobelastingen. Een voorbeeld hiervan is de verlaging van de motorrijtuigenbelasting emissievrije personenauto’s.

Het kabinet kiest ervoor om het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport te behouden. Bij publicatie van de Voorjaarsnota 202580 op 18 april 2025 heeft het kabinet ervoor gekozen om de voorgenomen btw-verhoging op cultuur, media en sport te schrappen. Daartoe moet de Wet Belastingplan 2025 worden gewijzigd. Met deze wijziging blijft het btw-tarief op cultuur, media en sport 9%. De dekking is gevonden door de reguliere inflatiecompensatie in de inkomstenbelasting (via de tabelcorrectiefactor) per 1 januari 2026 niet volledig toe te passen. Beide maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport.

Het kabinet wil het belasten van vliegen afhankelijk maken van de eindbestemming. De vliegbelasting heeft op dit moment een vlak tarief per vertrekkende passagier van een in Nederland gelegen luchthaven. Over een korte vlucht wordt op dit moment hetzelfde bedrag aan vliegbelasting geheven als voor een lange vlucht. Onderzoek wijst uit dat de externe kosten van langeafstandsvluchten in mindere mate zijn geïnternaliseerd dan die van kortere vluchten.81 Met het wetsvoorstel differentiatie tarief van de vliegbelasting wordt het tarief van de vliegbelasting per 1 januari 2027 afhankelijk van de eindbestemming van de passagier. Dit wetsvoorstel introduceert een drieledige tariefstructuur, waarbij het tarief afhankelijk is van de eindbestemming van de passagier.

Het kabinet onderschrijft dat het wenselijk is dat belastingplichtigen het recht krijgen om inzage te krijgen in de stukken die de belastinginspecteur tot zijn beschikking heeft. Per 31 december 2025 treedt een artikel in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in werking waardoor belastingplichtigen dit recht ook krijgen.82 Dat artikel is in de huidige vorm en met de huidige inwerkingtredingsdatum echter niet uitvoerbaar voor de Belastingdienst en de Douane. Daarom wordt met het wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht een aanpassing voorgesteld zodat inzage kan worden gegeven in het fiscale dossier op een manier die op termijn uitvoerbaar is.

Het kabinet zet zich ervoor in de aanvullende regels rondom de minimumbelasting snel te implementeren. Sinds 2024 kent Nederland een nieuwe belasting, de minimumbelasting, die groepen met een (wereldwijde) omzet van ten minste 750 miljoen euro dienen te betalen als het effectieve belastingtarief in een staat lager is dan 15%. Het kan dan gaan om multinationale groepen maar ook om groepen die geheel in Nederland zijn gevestigd. De minimumbelasting is opgenomen in een afzonderlijke belastingwet, de Wet minimumbelasting 2024.83 In het wetsvoorstel Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 worden onderdelen uit de administratieve richtsnoeren van december 2023, juni 2024 en januari 2025 opgenomen in de Wet minimumbelasting 2024. Groepen die onder de reikwijdte van de minimumbelasting vallen zijn verplicht de bijheffing-informatieaangifte (informatieaangifte), bestaande uit een set aan documentatie, aan te leveren bij de desbetreffende belastingautoriteiten. In principe moet de informatieaangifte worden ingediend in elke jurisdictie waar een groepsentiteit is gevestigd. Dit betekent verhoogde regeldruk voor de relevante groep. De meest recente wijziging van de richtlijn inzake administratieve samenwerking op het gebied van belastingen, de ‘Directive on Administrative Cooperation’ (DAC) beoogt deze regeldruk te verminderen. Deze wijziging - DAC9 - voorziet in de uitwisseling van de informatieaangifte tussen lidstaten, waardoor een groep in slechts één lidstaat op centraal niveau een informatieaangifte hoeft in te dienen. De implementatie van DAC9 wordt geregeld met het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting.

Het kabinet implementeert de Europese verordening over het CBAM in nationale wetgeving. Het CBAM is een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de Europese buitengrens en richt zich op een selectie van goederen binnen bepaalde sectoren. Op grond van het CBAM moet betaald worden voor de CO2-uitstoot die vrij is gekomen bij de productie van CBAM-goederen. Hiermee wordt ‘koolstoflekkage’ tegengegaan, ofwel het verplaatsen van productie binnen de EU naar landen waar bedrijven niet of minder hoeven te betalen voor hun CO2-uitstoot. De CBAM-verordening werkt rechtstreeks en hoeft daarom niet omgezet te worden naar nationale wetgeving. Voor de operationalisering zijn echter nog wel aanvullende bepalingen in de Wet Milieubeheer nodig. Deze bepalingen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de nadere operationalisering van het mechanisme voor een koolstofcorrectie aan de grens.

De fiscale wetgeving is onderhevig aan veranderingen en vergt verschillende inhoudelijke wijzigingen en technisch onderhoud. Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen voorziet hierin, zoals ook gebruikelijk in eerdere jaren in het Belastingplan. De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben geen gevolgen voor het budgettaire beeld, maar zijn bijvoorbeeld bedoeld om fouten in wetgeving te herstellen en gerechtelijke uitspraken te codificeren. Zo bevat dit wetsvoorstel onder meer aanpassingen van onjuiste verwijzingen in bestaande wetgeving.

82

Artikel 66a AWR.

83

Deze wet strekt tot implementatie van de EU-richtlijn minimumniveau van belastingheffing, welke richtlijn is gebaseerd op de modelregels van de OESO. Na publicatie van deze OESO-modelregels zijn in internationaal verband verschillende administratieve richtsnoeren over de (nadere) invulling van de regels rondom de minimumbelasting overeengekomen.

Licence