Base description which applies to whole site

Voorstel van Wet

Vergaderjaar 2024‒2025

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,R.Tieman

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, die worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter dan of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de Suppletoire Begroting September 2025 weer. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen.

Tabel 2 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Suppletoire begroting September) (bedragen x €1.000)
  

Artikel

Uitgaven 2025

 

Vastgestelde begroting 2025

 

14.091.734

 

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

14.180.808

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1.

Overboekingen Ministeries

 

‒ 14.549

2.

Kasschuiven

 

‒ 51.633

 

- Regulier

Diversen

‒ 26.211

 

- Klimaatfonds

Diversen

‒ 15.131

 

- Nationaal Groeifonds

Diversen

‒ 10.291

3.

Verrekening NS

16

50.000

4.

Overboekingen HXII/Fondsen

 

167.086

 

- Mobiliteitsfonds

26

‒ 138.655

 

- Deltafonds

26

‒ 28.431

5.

Overige mutaties

Diversen

‒ 13.519

    
 

Stand suppletoire begroting september 2025

 

14.182.158

Toelichting

  • 1. Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting. De grootste zijn:

    • Een overboeking naar het Provinciefonds van € 1,9 miljoen voor de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO) voor het uitvoeren van decentrale structurele en wettelijke taken en voor de financiering van innovatie en projecten voor besluit risico zware ongevallen (BRZO+) en publieksreeks gevaarlijke stoffen (PGS).

    • Een overboeking naar het Gemeentefonds van € 3,9 miljoen voor de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO) voor het uitvoeren van decentrale structurele taken en voor de financiering van innovatie en projecten voor het Register Externe veiligheid.

  • 4. Er wordt in totaal € 51,7 miljoen uit 2025 naar latere jaren geschoven waarvan de grootste kasschuiven zijn:

    • Op artikel 11 is voor het NGF project UPPwater € 9,9 miljoen vanuit 2025 naar 2026 geschoven. Drie subsidieregelingen worden pas medio Q4 opgesteld. Rekening houdende met de doorlooptijden worden de kasmiddelen in het juiste ritme geplaats.

    • Op artikel 14 is € 8,1 miljoen naar lateren jaren doorgeschoven. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ontvangt middelen in het kader van Schoon en Emissieloos Bouwen. In eerste instantie werd aangenomen dat het RVB deze middelen in één keer op zou vragen, maar ze vragen het verdeeld over de jaren op. De middelen worden in overeenstemming gebracht met de reeks waarin het RVB zal factureren.

  • 7. Verrekening NS: Het hogere uitgavenbudget hangt samen met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSLinfrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen. De vastlegging in de begroting vindt plaats via een desaldering.

  • 8. Per saldo is € 167,1 miljoenover geboekt vanuit Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds en Deltafonds. Voor beide fondsen gaat het met name om de toedeling van de loon- en prijsbijstelling. Dit geld was met de 1ste suppletoire begroting ontvangen op artikel 99 en wordt nu overgeboekt naar het Mobiliteitsfonds.

  • 9. Dit betreft diverse kleinere mutaties.

Tabel 3 Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Suppletoire begroting September) (bedragen x €1.000)
    
 

Vastgestelde begroting 2025

 

41.090

 

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

111.266

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1.

Verrekening NS

16

50.000

2.

Terugontvangsten subsidies

Diversen

10.261

3.

Overige mutaties

Diversen

5.595

    
 

Stand suppletoire begroting September 2025

 

177.122

    
    

Toelichting

  • 1. Verrekening NS: Het hogere uitgavenbudget hangt samen met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSLinfrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen. De vastlegging in de begroting vindt plaats via een desaldering.

  • 2. Voor verschillende subsidies die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd door RVO hebben we een eindafrekening ontvangen. De eindafrekeningen vallen € 10,3 miljoen lager dan aan RVO betaald is. Dit bedrag ontvangt IenW in 2025 weer terug.

  • 3. Dit betreft diverse kleinere mutaties.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Integraal Waterbeleid (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

67.703

‒ 15.392

52.311

     
 

Uitgaven

90.303

‒ 8.683

81.620

     

11.1

Algemeen waterbeleid

59.543

‒ 181

59.362

 

Opdrachten

18.941

‒ 4.218

14.723

 

Partners voor Water (HGIS)

11.835

‒ 3.010

8.825

 

Overige HGIS opdrachten

679

0

679

 

Regie Innovatie

911

0

911

 

Overige opdrachten

5.516

‒ 1.208

4.308

 

Subsidies (regelingen)

18.315

3.068

21.383

 

Incidentele subsidie WKB

100

420

520

 

Overige HGIS subsidies

4.700

200

4.900

 

Partners voor Water 5 (HGIS)

3.000

3.010

6.010

 

NGF NL2120

9.530

‒ 688

8.842

 

Overige subsidies

985

126

1.111

 

Bijdrage aan agentschappen

17.855

276

18.131

 

Bijdrage aan agentschap RWS

16.982

235

17.217

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

873

41

914

 

Bijdrage aan medeoverheden

4.432

293

4.725

 

NGF NL2120

4.394

293

4.687

 

Overige bijdragen

38

0

38

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

400

400

 

Overige bijdragen

0

400

400

11.2

Waterveiligheid

1.683

‒ 45

1.638

 

Opdrachten

1.683

‒ 45

1.638

 

Waterveiligheid

1.583

‒ 35

1.548

 

Overige opdrachten

100

‒ 10

90

11.3

Grote oppervlaktewateren

1.135

93

1.228

 

Opdrachten

1.135

93

1.228

 

RWS Zuid-Westelijke Delta

762

0

762

 

Overige opdrachten

373

93

466

11.4

Waterkwaliteit

27.942

‒ 8.550

19.392

 

Opdrachten

5.442

1.046

6.488

 

Noordzee en oceanen

1.649

429

2.078

 

Overige opdrachten

3.793

617

4.410

 

Subsidies (regelingen)

20.644

‒ 9.596

11.048

 

NGF UPPWater

18.707

‒ 9.871

8.836

 

Overige subsidies

1.937

275

2.212

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.856

0

1.856

 

Overige bijdragen

1.856

0

1.856

     
 

Ontvangsten

0

196

196

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 15,4 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties en de volgende verplichtingenmutaties:

  • Opvragen verplichtingenruimte: Er wordt in 2025 voor € 4,0 miljoen aan verplichtingenruimte opgevraagd voor subsidies voor het Partners voor Water. Het aanvragen van additionele verplichtingenruimte is het gevolg van een herijking van activiteiten tussen Opdrachten en Subsidies binnen het PvW5-programma n.a.v. HGIS-taakstelling. Subsidies hebben veelal een langere doorlooptijd voordat beschikkingen kunnen worden geslagen vergeleken met betalingen voor opdrachten, waarbij de verplichtingenruimte gereserveerd blijft staan. De herijking van de uit te voeren activiteiten staat uitgewerkt in de opdrachtbrief aan het RVO.

Uitgaven

Artikel 11.01 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met € 4,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Partners voor Water (HGIS): Het betreft het herschikken van € 3,0 miljoen aan verplichtingen- en kasbudget van het opdrachten- naar het subsidiebudget conform de aanvullende opdrachtbrief aan RVO. Als gevolg van de HGIS-taakstelling past DGWB het uit te voeren beleid aan binnen het beschikbare budget van het programma Partners voor Water 5, hetgeen o.a. leidt tot een nieuwe herverdeling tussen opdrachten en subsidies, waaruit dit programma bestaat.

Overige opdrachten: Het opdrachten budget wordt met € 1,2 miljoen verlaagd en komt met name door:

  • Een overboeking van dit artikel naar het Deltafonds voor de bijdrage aan Deltares van € 1,0 miljoen. Er zijn meerkosten voor Digitalisering, Datamanagement en Beheer en Onderhoud van software, die anders ten koste gaat van de huidige programmabudgetten.

  • Toekenning eindejaarsmarge DGWB: Het betreft het toekennen van de eindejaarsmarge aan DGWB voor openstaande verplichtingen die in 2024 zijn aangegaan (€ 1,0 miljoen).

Subsidies (regelingen)

De verhoging van het subsidiebudget met € 3,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Partners voor Water (HGIS): Dit betreft de hierboven genoemde budgetoverheveling van € 3,0 miljoen voor Partners voor Water van opdrachten naar subsidies.

Artikel 11.04 Waterkwaliteit

Subsidies (regelingen)

De verlaging van het subsidiebudget met € 9,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Nationaal Groeifonds UPPWater: Er wordt € 9,9 mln. vanuit 2025 naar 2026 geschoven. Drie subsidieregelingen worden medio Q4 opgesteld. Rekening houdende met de doorlooptijden worden de kasmiddelen in het juiste ritme geplaats. De verplichtingenreeks staat reeds in het juiste ritme.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

58.619

22.435

81.054

     
 

Uitgaven

135.665

334

135.999

     

13.4

Ruimtegebruik bodem

135.665

334

135.999

 

Opdrachten

13.235

11.941

25.176

 

Bodem en STRONG

7.917

11.850

19.767

 

RWS Leefomgeving

1.835

0

1.835

 

Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)

792

‒ 114

678

 

Overige opdrachten

2.691

205

2.896

 

Subsidies (regelingen)

28.058

‒ 7.122

20.936

 

Bedrijvenregeling

17.380

‒ 7.050

10.330

 

Subsidie Caribisch Nederland

10.285

‒ 72

10.213

 

Overige subsidies

393

0

393

 

Bijdrage aan agentschappen

11.362

404

11.766

 

Bijdrage aan agentschap RWS

4.669

0

4.669

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

6.693

404

7.097

 

Bijdrage aan medeoverheden

83.010

‒ 4.889

78.121

 

Meerjarenprogramma Bodem

83.010

‒ 4.889

78.121

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 22,4 miljoen verhoogd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties en de volgende verplichtingenmutaties:

  • Ophoging verplichtingenbudget eindetermijnseffect Bedrijvenregeling: Het verplichtingenbudget wordt met € 22,4 miljoen opgehoogd, omdat er meer aanvragen zijn ontvangen vanwege het beëindigen van de Bedrijvenregeling. Bedrijven hadden de gelegenheid om een saneringsplan in te dienen tot en met 31 december 2024. In Q1-Q2 2025 worden de aanvragen beoordeeld en volgens de huidige prognoses is deze verplichtingenruimte nodig om de activiteiten in gang te kunnen zetten. De (betaling voor de) bodemsaneringen wordt meerjarig ingepland over de instrumenten opdrachten, bijdragen aan medeoverheden en subsidies.

  • Verplichtingenmutaties Bedrijvenregeling: Bij de Voorjaarsnota 2025 is er binnen de bodembudgetten op dit artikel middelen vanuit opdrachten (Bodem en STRONG) en bijdragen aan medeoverheden (het Meerjarenprogramma Bodem) tijdelijk middelen naar de Bedrijvenregeling gealloceerd, zodat de beschikkingen in de eerste kwartalen van dit jaar vastgelegd (verplicht) konden worden. Dit wordt met deze Ontwerpbegroting teruggegeven (€ 9,9 miljoen). Binnen deze drie bodembudgetten wordt meerjarig de bodemsaneringen ingepland.

Uitgaven

Artikel 13.04 Ruimtegebruik bodem

Opdrachten

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 11,9 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Bodem en STRONG: Het betreft een kasoverheveling binnen artikel vanuit de Bedrijvenregeling en het Meerjarenprogramma Bodem naar Bodem en Strong ten behoeve van de sanering van het EMK-terrein in Krimpen aan den IJssel van € 11,9 miljoen

Subsidies (regelingen)

De verlaging van het subsidiebudget met € 7,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Bedrijvenregeling: Het betreft met name de hierboven genoemde budgetoverheveling Bodem en STRONG waarbij het deel van het subsidiebudget van ‒ € 7,0 miljoen aan kasbudget is overgeheveld.

Bijdrage aan medeoverheden

De verlaging van bijdragen aan medeoverheden met € 4,9 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Meerjarenprogramma Bodem: Het betreft met name de hierboven genoemde budgetoverheveling Bodem en STRONG waarbij het deel van de bijdragen aan medeoverheden van ‒ € 4,8 miljoen aan kasbudget is overgeheveld.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties geweest op dit artikel.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

567.513

‒ 27.089

540.424

     
 

Uitgaven

451.626

‒ 38.089

413.537

     

14.1

Netwerk

39.570

‒ 11.145

28.425

 

Opdrachten

22.546

‒ 12.477

10.069

 

Wegverkeersbeleid

3.956

163

4.119

 

Voertuigen en Digitale Infrastructuur

7.103

‒ 2.653

4.450

 

Overige opdrachten

11.487

‒ 9.987

1.500

 

Subsidies (regelingen)

150

270

420

 

Overige subsidies

150

270

420

 

Bijdrage aan agentschappen

10.860

257

11.117

 

Bijdrage aan agentschap RWS

8.237

0

8.237

 

Overige bijdragen

2.623

257

2.880

 

Bijdrage aan medeoverheden

6.014

0

6.014

 

Bijdrage aan Caribisch Nederland

6.000

0

6.000

 

Regionale bijdrage MIRT

14

0

14

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

805

805

 

Overige bijdragen

0

805

805

14.2

Verkeersveiligheid

29.164

‒ 10.434

18.730

 

Opdrachten

3.983

1.023

5.006

 

Opdrachten Verkeersveiligheid

2.583

1.023

3.606

 

Overige opdrachten

1.400

0

1.400

 

Subsidies (regelingen)

10.941

‒ 376

10.565

 

Veilig Verkeer Nederland (VVN)

3.984

0

3.984

 

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV)

4.437

0

4.437

 

Overige subsidies

2.520

‒ 376

2.144

 

Bijdrage aan agentschappen

789

0

789

 

Bijdrage aan agentschap RWS

789

0

789

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

2.451

‒ 81

2.370

 

Bijdrage aan CBR

2.051

‒ 81

1.970

 

Overige bijdragen

400

0

400

 

(Schade)vergoeding

11.000

‒ 11.000

0

 

Stint

11.000

‒ 11.000

0

14.3

Slimme en duurzame mobiliteit

382.892

‒ 16.510

366.382

 

Opdrachten

67.229

‒ 7.687

59.542

 

Innovatie en Intelligente Transportsystemen

8.747

806

9.553

 

Klimaatakkoord

0

2.942

2.942

 

Verkeersemissies

236

504

740

 

KF: Laadinfra wegverkeer

30

0

30

 

Programma Vergroening Reisgedrag

1.560

612

2.172

 

Verduurzaming logistiek

5.111

2.333

7.444

 

NGF: Dutch Metropolitan Innovations (DMI)

23.744

0

23.744

 

KF: Laadinfra bouw

14.900

‒ 14.900

0

 

KF: Zero-emissie zones

250

0

250

 

Overige opdrachten

12.651

16

12.667

 

Subsidies (regelingen)

236.729

‒ 300

236.429

 

Duurzame Mobiliteit

18.291

‒ 200

18.091

 

Elektrisch Vervoer

58.444

0

58.444

 

Laad en AanZET

67.013

‒ 300

66.713

 

Bronmaatregelen Stikstof

34.029

0

34.029

 

KF: Laadinfra wegvervoer

32.832

0

32.832

 

KF: Laadinfra Bouw

6.200

0

6.200

 

Vergroenen reisgedrag

1.250

200

1.450

 

KF: SWIM

14.486

0

14.486

 

Overige Subsidies

4.184

0

4.184

 

Bijdrage aan agentschappen

39.674

‒ 8.523

31.151

 

Bijdrage agentschap RWS

4.505

‒ 144

4.361

 

Bijdrage agentschap NEA

6.052

0

6.052

 

Bijdrage agentschap RVO

19.750

40

19.790

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

567

49

616

 

Overige bijdragen aan agentschappen

8.800

‒ 8.468

332

 

Bijdrage aan medeoverheden

36.050

0

36.050

 

Duurzame Mobiliteit

25.050

0

25.050

 

Mobiliteit en Gebieden

1.000

0

1.000

 

KF - Laadinfra

10.000

0

10.000

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

710

0

710

 

Overige bijdragen

710

0

710

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

2.500

0

2.500

 

Overige bijdragen

2.500

0

2.500

     
 

Ontvangsten

5.782

3.840

9.622

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 27,1 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 14.01 Netwerk

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met ‒ € 12,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Voertuigen en Digitale Infrastructuur (VDI): Het opdrachtenbudget is met € 2,7 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Door de val van het Kabinet is het beleidsterrein van VDI vertraagd. Dit betekent dat de in 2025 gereserveerde middelen pas in 2026 worden verplicht en betaald. Gevolg hiervan is dat € 2,9 miljoen wordt doorgeschoven van 2025 naar 2026.

  • In het kader van de CER- en NIS-2-richtlijn ontvangt VDI middelen om opdrachten uit te voeren. Het gaat om € 1,2 miljoen.

Overige opdrachten: Het opdrachtenbudget is met € 10,0 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • De ontvangen prijsbijstelling wordt deels ingezet voor de dekking van de HXII-opgave Voorjaar 2025 van IenW. € 4,1 miljoen wordt ingezet ten behoeve van IenW-brede problematiek.

  • De ontvangen LPO was bij Voorjaarsnota verzameld op artikel 14. De € 1,6 miljoen die bestemd was voor Openbaar Vervoer en Spoor wordt nu overgeboekt naar artikel 16.

  • Ten behoeve van de implementatie van CER/NIS2 wordt € 1,2 miljoen aan algemeen opdrachtenbudget van de afdeling Voertuigen en Digitale Infrastructuur herschikt.

  • € 1,3 miljoen gaat naar het artikel van de Inspectie Leefomgeving en Transport ter dekking van het uitvoeren van nieuwe taken.

  • KIWA voert taken op het gebied van vergunningsverlening uit voor DGMo, maar hanteerde tarieven die niet volledig kostendekkend waren. Ter compensatie hiervoor wordt € 0,9 miljoen overgeboekt naar artikel 24, omdat de vergoeding via de ILT loopt.

  • IenW heeft voor de voorbereiding op en uitvoering van sectorale CSIRT-taken € 1,0 miljoen aan middelen gereserveerd die overgeheveld worden naar het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC) van Justitie en Veiligheid. Het NCSC gebruikt deze middelen voor de daadwerkelijke uitvoering van de sectorale CSIRT-taken op basis van de NIS2-richtlijn.

  • Vanwege terugontvangsten van subsidies en SPUKs is er een meevaller op het opdrachtenbudget van € € 2,7 miljoen. Dit wordt overgeboekt naar artikel 18 voor een knelpunt bij wettelijke verplichte eFTI- en EMSWe-verordeningen voor de Digitale Transport Strategie.

Artikel 14.02 Verkeersveiligheid

(Schade)vergoedingen

De verlaging van het budget voor (schade)vergoedingen met ‒ € 11,0 miljoen wordt veroorzaakt door:

Stint: Het subsidiebudget is met € 11,0 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Vanwege het uitstellen van de rechtzaak wordt € 5,5 miljoen van de gereserveerde middelen voor de schadevergoedingen van de Stint onder andere ingzet om een tekort op het apparaatsbudget bij het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol te dekken.

  • Vanwege het uitstellen van de rechtzaak wordt € 5,5 miljoen van de gereserveerde middelen voor de schadevergoedingen van de Stint onder andere ingezet om de tekorten bij het Regeringsvliegtuig te dekken.

Artikel 14.03 Slimme en Duurzame Mobiliteit

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met ‒ € 7,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

KF: Laadinfra Bouw: Het opdrachtenbudget is met € 14,9 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • € 13,6 miljoen wordt overgeboekt naar het MF, waar Rijkswaterstaat het inzet ten behoeve van laadinfrastructuur en baterijsystemen op de bouwplaats, onderzoekskosten en capaciteit bij RWS GPO.

  • De overheveling van middelen naar RWS is over de jaren heen verdeeld. Er wordt € 1,3 miljoen van 2025 naar latere jaren verschoven, zodat na overheveling aansluit bij de verwachte uitgaven.

Klimaatakkoord: Het oprachtenbudget is met € 2,9 miljoen verhoogd. We hebben in 2024 teveel betaald aan RVO voor de uitvoeringskosten. Deze middelen ontvangen we in 2025 weer terug van RVO waardoor we meer uitgavenbudget hebben.

Bijdragen aan agentschappen

De verlaging van de bijdragen aan agentschappen met ‒ € 8,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Overige bijdragen aan agentschappen: De overige bijdragen aan agentschappen zijn met € 8,5 miljoen verlaagd. Het betreft met name de € 8,1 miljoen die naar lateren jaren wordt doorgeschoven. Het Rijksvastgoedbedrijf ontvangt middelen in het kader van Schoon en Emissieloos Bouwen. In eerste instantie werd aangenomen dat het RVB deze middelen in één keer op zou vragen, maar ze vragen het verdeeld over de jaren op. De middelen worden in overeenstemming gebracht met de reeks waarin het RVB zal factureren.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

76.368

101.535

177.903

     
 

Uitgaven

96.275

88.912

185.187

     

16.1

OV en Spoor

77.513

88.912

166.425

 

Opdrachten

3.543

2.718

6.261

 

OV & Stations

491

1.079

1.570

 

ACM

826

305

1.131

 

Overige opdrachten

2.226

1.334

3.560

 

Subsidies (regelingen)

69.805

64.612

134.417

 

NS Sociale Veiligheid

2.300

0

2.300

 

NS-concessie

0

16.966

16.966

 

Overige subsidies

67.505

47.646

115.151

 

Bijdrage aan agentschappen

1.059

112

1.171

 

Bijdrage aan agentschap RWS

768

112

880

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

16

0

16

 

Bijdrage aan agentschap RVO

275

0

275

 

Bijdrage aan medeoverheden

3.004

21.470

24.474

 

CLU Betuweroute en HSL

2.439

570

3.009

 

Overige bijdragen

565

20.900

21.465

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

102

0

102

 

Overige bijdragen

102

0

102

16.2

Maatregelenpakket OVS

18.762

0

18.762

 

Subsidies (regelingen)

18.762

0

18.762

 

Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

3.204

0

3.204

 

Transitievangnet OV

15.558

0

15.558

     
 

Ontvangsten

65.370

50.112

115.482

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2025 met € 101,5 miljoen verhoogd. Dit wordt onder andere verklaard door een verplichtingenschuif met betrekking tot de maatregelen uit het regeerakkoord (€ 12 miljoen) en een verplichtingenschuif om de opdracht van nut en noodzaak Gnoe vast te leggen (€ 0,6 miljoen). Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 16.01 OV en Spoor

Opdrachten

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 2,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Algemene opdrachten mutaties:

  • Het opdrachtenbudget is met € 1,6 miljoen verhoogd door de toedeling van de Loon- en Prijsbijstelling.

  • Het opdrachtenbudget is met € 0,9 miljoen verhoogd door de correctie die is opgevoerd op de IenW-brede dekkingsopgave van het Voorjaar 2025. Middels deze mutatie wordt dit uit de prijsbijstelling gedekt.

OV & Stations: Het opdrachtenbudget is met € 1,1 miljoen verhoogd en wordt met name verklaard door:

  • De prijsbijstelling gelden ter hoogte van € 0,6 miljoen worden overgeboekt naar het opdrachtenbudget waarvandaan het bij Najaarsnota naar artikel 24 wordt overgeboekt. De middelen zijn bestemd voor de taken die de ILT uitvoert in het kader van OV en Spoor.

  • Een overboeking van € 0,3 miljoen naar HXII artikel 24 voor taken die de ILT uitvoert in het kader van ERTMS. De uitrol van ERTMS en de digitalisering van het spoor is een complexe veranderopgave die een impact heeft voor de volledige spoorbranche in Nederland. De ILT zal met die veranderingen moeten meebewegen en continue een passende organisatie in stand houden om haar rol als toezichthouder adequaat te blijven vervullen. Daarvoor is aanvullende capaciteit nodig en moeten ICT-kosten worden gemaakt.

  • Diverse mutaties (€ 0,1 miljoen): Tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.

Subsidies (regelingen)

De verhoging van het subsidiebudget met € 64,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Overige subsidies: Het subsidiebudget is met € 64,6 miljoen verhoogd en wordt met name verklaard door:

  • De verrekening NS met IenW van € 50 miljoen. Het hogere uitgavenbudget hangt samen met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSL-infrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen. De vastlegging in de begroting vindt plaats via een desaldering.

  • De correctie vergoeding OV-betalen NS van € 14,7 miljoen. NS heeft in de jaren 2015-2024 kosten gemaakt voor de invoering van OV-betalen, met als doel om betalen en reizen in het openbaar vervoer gemakkelijker te maken. NS ontvangt hiervoor in 2025 een eenmalige compensatie. De middelen ter dekking van die compensatie worden overgeboekt naar HXII artikel 16, omdat de compensatie vanuit daar als een subsidie aan NS kan worden verstrekt.

  • Diverse mutaties (- € 0,1 miljoen): Tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 50 miljoen aan subsidieverplichtingen aan NS voor het jaar 2025 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de afwikkeling van enkele openstaande financiële rekeningen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSL-infrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen op grond van een vaststellingsovereenkomst tussen IenW en NS.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Bijdrage aan medeoverheden

De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 21,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Overige bijdragen: De overige bijdrage aan medeoverheden is met € 20,9 miljoen verhoogd en komt met name door een overboeking van het MF naar HXII Decentraal Spoor van € 20,9 miljoen voor de exploitatie bijdragen decentraal spoor in 2025. Dit bedrag zal in 2025 aan provincies worden beschikt via een SPUK. Het gaat om de provincies Overijssel (€ 11,9 miljoen), Drenthe (€ 2,4 miljoen), Limburg (€ 0,3 miljoen) en Utrecht (€ 6,3 miljoen).

Ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten met € 50,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  • Verrekening NS met IenW (€ 50 miljoen): Het hogere uitgavenbudget hangt samen met de afwikkeling van enkele openstaande financiële verplichtingen tussen IenW en NS uit de vorige concessieperiode. IenW en NS stellen de vergoeding voor de door IenW gestelde spoorstaafschade op de HSL-infrastructuur tot en met 2024 vast op een bedrag van € 50 miljoen. IenW en NS stellen de door NS aangevraagde vergoeding voor het op orde houden van de dienstregeling tijdens de coronapandemie vast op hetzelfde bedrag. Deze verrekening zal zonder betaling plaatsvinden vanwege de gelijke omvang van de verplichtingen. De vastlegging in de begroting vindt plaats via een desaldering.

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

213.027

13.739

226.766

     
 

Uitgaven

83.872

‒ 756

83.116

     

17.1

Luchtvaart

83.872

‒ 756

83.116

 

Opdrachten

20.771

‒ 2.493

18.278

 

Caribisch Nederland

395

74

469

 

NGF Project - Luchtvaart in Transitie

210

0

210

 

GIS-4 regeling

2.258

2.242

4.500

 

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

4.604

‒ 1.400

3.204

 

Luchtruim Regio Luchthaven

1.903

‒ 553

1.350

 

Luchtruimherziening

1.333

‒ 93

1.240

 

KF: Luchtvaartverkeer energie

417

350

767

 

Overige opdrachten

9.651

‒ 3.113

6.538

 

Subsidies (regelingen)

57.617

1.026

58.643

 

Tarieven Bonaire

860

0

860

 

Omploegen graanresten

1.500

0

1.500

 

NGF-project Luchtvaart in transitie

53.000

1.100

54.100

 

Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)

1.153

0

1.153

 

Overige subsidies

1.104

‒ 74

1.030

 

Bijdrage aan agentschappen

2.056

193

2.249

 

Bijdrage aan agentschap RWS

334

0

334

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

30

0

30

 

Bijdrage aan agentschap RVO

852

‒ 55

797

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

330

10

340

 

Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland)

10

0

10

 

Bijdrage aan agentschap RVO (NGF)

500

0

500

 

Overige bijdragen

0

238

238

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.427

0

1.427

 

Bijdrage Caribisch Nederland

1.427

0

1.427

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.627

0

1.627

 

ICAO (HGIS)

1.455

0

1.455

 

Overige bijdragen

172

0

172

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

374

518

892

 

Overige bijdragen

374

518

892

     
 

Ontvangsten

14.452

2.187

16.639

     
Tabel 9 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

213.027

11.767

224.794

waarvan garantieverplichtingen

73.300

0

73.300

waarvan overige verplichtingen

139.727

11.767

151.494

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is in 2025 met 13,7 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onder uitgaven toegelichte mutaties. Daarnaast, wordt het veroorzaakt door de volgende mutaties:

GIS-4 regeling

  • In 2024 is een deel van de middelen voor de GIS-4 regeling niet voor de jaarwisseling besteed. Dit deel van het budget (€ 9,7 miljoen) van 2024 wordt toegevoegd aan het budget voor 2025 om verplichtingen hiervoor te kunnen betalen.

  • Er wordt € 3,6 miljoen aan verplichtingen naar 2025 geschoven om het GIS-4 budget in het goede ritme te zetten. Er worden dit jaar meer bestekken op de markt gebracht dan verwacht bij vorig rapportagemoment.

Overige opdrachten

  • Het verplichtingenbudget wordt opgehoogd met € 5,5 miljoen. Dit betreft verplichtingen voor te Rijdt en een aantal kleine opdrachten die in 2024 niet meer aangegaan zijn en nu in 2025 verplicht worden.

  • Daarnaast zijn er een aantal verplichtingenschuiven doorgevoerd naar latere jaren zodat het beter aansluit op de programmering.

Uitgaven

Artikel 17.01 Luchtvaart

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2025 met € 2,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

GIS-4 regeling: Het opdrachtenbudget is met € 2,2 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard doordat in 2024 een deel van de middelen voor de GIS-4 regeling niet voor de jaarwisseling besteed is. Dit deel van het budget (€ 2,2 miljoen) van 2024 wordt toegevoegd aan het budget voor 2025 om verplichtingen hiervoor te kunnen betalen.

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol: Het opdrachtenbudget is met € 1,4 miljoen verlaagd. Dit komt omdat een aantal opdrachten voor het programma omgeving luchthaven Schiphol (POLS) vertraging op loopt. Dit wordt veroorzaakt door vertragingen in inhoudelijke en politieke besluitvorming, juridische procedures en zeer complexe samenhang van verschillende programma-onderdelen. Activiteiten schuiven door, waardoor er € 1,4 miljoen doorschuift naar 2027.

Overige opdrachten: Het overige opdrachtenbudget is met € 3,1 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • De herverdeling van de ontvangen prijsbijstelling van in totaal € 1,2 miljoen. Bij de voorjaarsnota is de prijsbijstelling voor de budgetten van DGLM tijdelijk gereserveerd op het opdrachtenbudget op artikel 17. Nu wordt een deel daarvan overgeboekt naar de budgetten voor subsidies, bijdrage aan agentschappen, bijdrage aan internationale organisaties en bijdrage aan ZBO’s en RWT. Daarnaast wordt een deel overgeboekt naar artikel 18, waar de prijsbijstelling ook voor is.

  • Er wordt € 1,1 miljoen vanuit 2025 naar 2027 en 2028 geschoven zodat het budget beter aansluit op de programmering.

Subsidies

Het subsidiebudget is in 2025 met € 1,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutatie:

NGF-project Luchtvaart in Transitie: Het subsidiebudget is met € 1,1 miljoen verhoogd en betreft met name door de volgende mutaties:

  • De afrekening van de subsidie van het NGF deelproject van HOT fase 1 leidt tot € 2,5 miljoen extra ontvangsten, aangezien de kosten lager zijn uitgevallen dan voorheen begroot. Deze ontvangsten worden ingezet voor het NGF deelproject HOT fase 2. De middelen die uit de afrekening van de NGF subsidie HOT fase 1 komen, zijn middels een kasschuif in het juiste ritme gezet voor de nieuwe subsidie.

  • Daarnaast wordt er € 1,4 miljoen naar latere jaren geschoven. Een aantal vertrekkingen voldeed te laat aan de eisen waardoor er vertraging is opgelopen n de opdrachten pas in 2026 verplicht en betaald worden.

Ontvangsten

De verhoging van het ontvangstenbudget met € 2,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

NGF-project Luchtvaart in Transitie: Zoals hierboven beschreven leidt de afrekening van de NGF subsidie HOT fase 1 tot hogere ontvangsten van € 2,5 miljoen. De kosten zijn lager uitgevallen dan begroot, waardoor deze ontvangsten voor het NGF deelproject HOT fase 2 ingezet kunnen worden.

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 18 Scheepvaart en Havens(bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

107.788

‒ 4.217

103.571

     
 

Uitgaven

172.523

6.505

179.028

     

18.1

Scheepvaart en havens

172.523

6.505

179.028

 

Opdrachten

39.278

‒ 4.193

35.085

 

Topsector Logistiek

6.000

‒ 271

5.729

 

Caribisch Nederland

100

0

100

 

NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek

12.193

0

12.193

 

NGF Project - Maritiem Masterplan

221

‒ 219

2

 

Zeehavens/Zeevaart

3.608

533

4.141

 

KF - Verduurzaming Zeevaart

300

‒ 195

105

 

KF: Verduurzaming Binnenvaart

480

‒ 415

65

 

Opdrachten PBNI

6.993

‒ 1.560

5.433

 

CER/NIS2

1.340

‒ 691

649

 

Overige opdrachten

8.043

‒ 1.375

6.668

 

Subsidies (regelingen)

120.531

10.756

131.287

 

Topsector Logistiek

3.500

0

3.500

 

Walstroom

46.621

7.939

54.560

 

Subsidie verduurzaming binnenvaartschepen

29.357

‒ 129

29.228

 

NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

7.397

0

7.397

 

KF - Walstroom

10.500

‒ 29

10.471

 

NGF Project - Maritiem Masterplan

21.826

3.975

25.801

 

KF - Verduurzaming Binnenvaart

1.250

‒ 1.000

250

 

Overige subsidies

80

0

80

 

Bijdrage aan agentschappen

7.683

‒ 52

7.631

 

Bijdrage aan agentschap RWS

4.006

‒ 140

3.866

 

NGF Project - Maritiem Masterplan RVO

600

0

600

 

Overige bijdragen

3.077

88

3.165

 

Bijdrage aan medeoverheden

3.000

0

3.000

 

Caribisch Nederland

3.000

0

3.000

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.757

0

1.757

 

CCR/ IMO HGIS

1.252

0

1.252

 

Overige bijdragen

505

0

505

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

274

‒ 6

268

 

Overige

274

‒ 6

268

     
 

Ontvangsten

1.663

4.232

5.895

     

Verplichtingen

De verplichtingen mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

Artikel 18.1 Scheepvaart en havens

Subsidies

Het subsidiebudget is in 2025 met € 10,8 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutatie:

Walstroom: De subsidieregeling walstroom loopt beter dan verwacht, hierdoor is in 2025 meer budget nodig om de bevoorsschotting te kunnen betalen. Daarom schuift er € 7,9 miljoen naar 2025.

De overige uitgaven mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De verhoging van het ontvangstenbudget met € 4,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Buisleidingen: op meerdere subsidieregelingen is geld terugontvangen (€ 1 miljoen) voor buisleidingen. Dit budget wordt opnieuw ingezet voor buisleidingen.

Walstroom: Op de tijdelijke subsidieregeling walstroom is geld terugontvangen (€ 2 miljoen). Dit wordt opnieuw ingezet voor Walstroom Zeehavens.

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 Internationaal Beleid (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

36.339

259

36.598

     
 

Uitgaven

10.995

672

11.667

     

19.2

Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

10.995

672

11.667

 

Opdrachten

5.754

‒ 68

5.686

 

Uitvoering internationaal HGIS

1.667

‒ 300

1.367

 

Uitvoering niet-HGIS

2.666

27

2.693

 

Overige opdrachten

1.421

205

1.626

 

Subsidies (regelingen)

340

236

576

 

Interreg

0

236

236

 

Overige subsidies

340

0

340

 

Bijdrage aan agentschappen

3.056

‒ 120

2.936

 

Bijdrage aan RWS

487

0

487

 

Bijdrage aan RVO

2.319

0

2.319

 

Bijdrage aan RIVM

250

‒ 120

130

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.845

624

2.469

 

Bijdrage HGIS

1.844

300

2.144

 

Bijdrage niet-HGIS

1

324

325

     
 

Ontvangsten

802

454

1.256

     

Verplichtingen

De verplichtingen mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

De uitgaven mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangsten mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

70.154

9.230

79.384

     
 

Uitgaven

72.526

‒ 714

71.812

     

20.1

Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

72.526

‒ 714

71.812

 

Opdrachten

16.862

296

17.158

 

Geluid- en luchtsanering

6.531

107

6.638

 

Waarvan RWS

307

0

307

 

Waarvan RIVM

7.511

70

7.581

 

Overige opdrachten

2.513

119

2.632

 

Bijdrage aan agentschappen

18.820

‒ 10

18.810

 

Bijdrage aan agentschap RWS

3.318

437

3.755

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

35

‒ 10

25

 

Bijdrage aan agentschap RVO

1.157

0

1.157

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

14.310

‒ 437

13.873

 

Bijdrage aan medeoverheden

36.788

‒ 1.000

35.788

 

Uitvoering geluidsanering

30.613

0

30.613

 

Programma NSL en SLA

6.175

‒ 1.000

5.175

 

Bekostiging

56

0

56

 

Overige bekostiging

56

0

56

     
 

Ontvangsten

1.000

0

1.000

     

Verplichtingen

De verplichtingen mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Uitgaven

De uitgaven mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangsten mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.9 Artikel 21 Circulaire Economie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 21 Circulaire Economie (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

101.465

‒ 9.254

92.211

     
 

Uitgaven

96.826

‒ 10.756

86.070

     

21.5

Duurzame Productketens

96.826

‒ 10.756

86.070

 

Opdrachten

18.503

‒ 2.834

15.669

 

Uitvoering Duurzame productketens

9.112

‒ 1.491

7.621

 

KF - Circulair doen en gedrag

1.172

‒ 621

551

 

KF - Biobased bouwen

1.118

‒ 729

389

 

Overige opdrachten

7.101

7

7.108

 

Subsidies (regelingen)

45.246

‒ 7.190

38.056

 

Subsidies duurzame productketens

19.349

‒ 75

19.274

 

KF - DEI + CE

6.527

‒ 3.682

2.845

 

KF - circulair doen en gedrag

1.380

‒ 820

560

 

KF - Plastics norm

17.990

‒ 2.693

15.297

 

KF - Biobased Bouwen

0

80

80

 

Bijdrage aan agentschappen

29.029

1.164

30.193

 

Bijdrage aan RWS

14.114

‒ 662

13.452

 

Bijdrage aan RVO

14.049

1.806

15.855

 

Bijdrage aan RIVM

866

20

886

 

Bijdrage aan medeoverheden

3.442

‒ 1.896

1.546

 

Caribisch Nederland afvalbeheer

2.442

‒ 1.797

645

 

Overige bijdragen

1.000

‒ 99

901

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

51

0

51

 

Overige bijdragen

51

0

51

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

555

0

555

 

Overige bijdragen

555

0

555

     
 

Ontvangsten

0

1.632

1.632

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 21 is in 2025 met € 9,3 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 21.05 Duurzame Productketens

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met € 2,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Uitvoering Duurzame productketens: Het opdrachtenbudget is met € 1,5 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Een overboeking naar het Mobiliteitsfonds artikel 12 van € 3,2 miljoen voor opdrachtverlening aan RWS ter uitvoering van de middelen uit het klimaatakkoord rond stimulering hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen in de Grond-. Weg- en Waterbouw (GWW).

  • Door de financiering van het Onderzoeksprogramma Monitoring en sturing van Circulaire Economie door het PBL neemt dit budget met € 2,0 miljoen af.

  • Door de correctie van de jaaropdracht RVO 2025 is dit opdrachtenbudget met € 2,0 miljoen verhoogd. De jaaropdracht aan RVO wordt jaarlijks voorgeschoten vanuit het reguliere budget en gedurende het jaar gecorrigeerd wanneer duidelijk is welke posten vanuit klimaatfondsmiddelen gedekt worden, zie ook bij de KF budgetten.

  • Door de eindafrekening RVO 2024 is het uitgavenbudget verhoogd met € 1,6 miljoen vanwege lagere realisatie dan voorgeschoten. De middelen worden ingezet voor de financiering van een aantal subsidie toekenningen inzake de circulaire ketenprojecten en omschakeling en opschaling recycling.

  • Een overboeking naar de ILT van € 1,1 miljoen in het kader van de herziene Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). De herziene verordening leidt tot veel wijzigingen die gefaseerd doorgevoerd moeten worden. De voorbereidingen voor de eerste wijzigingen zijn reeds gestart. Vanaf 2026 zullen voorbereidingen en uitvoering naast elkaar gaan lopen.

KF - Circulair doen en gedrag: Het opdrachtenbudget is met € 0,6 miljoen verlaagd en betreft met name de dekking uit het klimaatfondsbudget voor circulair doen en gedrag van € 0,5 miljoen voor de jaaropdracht aan RVO 2025.

KF - Biobased bouwen : Het opdrachtenbudget is met € 0,7 miljoen verlaagd en betreft met name een overboeking naar VRO van € 0,5 miljoen voor een subsidie aan de Stichting Building Balance in het kader van Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB). De NABB is er op gericht om de volledige keten van productie tot en met toepassingvan biobased materialen in de bouw op te schalen.

Subsidies

De verlaging van het subsidiebudget met € 7,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Algemene subsidiemutaties:

  • Jaaropdracht RVO (- € 3,2 miljoen): RVO voert verschillende subsidieregelingen uit voortkomend uit het Klimaatfonds zoals de regelingen voor omschakeling plasticverwerkers, demonstratie en innovatie projecten voor circulaire economie en circulaire plastics en de kennis en innovatie agende regeling voor circulaire economie en circulaire plastics.

KF - DEI + CE: Het subsidiebudget is met € 3,3 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door een kasschuif van € 3,0 miljoen van 2025 naar 2028, 2029 en 2030. De kasreeks wordt in lijn gebracht met de gewijzigde meerjarenprognos van RVO voor de subsidieregeling demonstratie en innovatietrajecten circulaire economie.

Ontvangsten

De ontvangsten mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

90.845

‒ 7.673

83.172

     
 

Uitgaven

87.550

‒ 7.413

80.137

     

22.1

Veiligheid chemische stoffen

27.487

217

27.704

 

Opdrachten

9.309

73

9.382

 

KF: NVS

700

0

700

 

Waarvan RWS

1.536

0

1.536

 

Waarvan RIVM

3.919

0

3.919

 

Uitvoering Veiligheid

919

262

1.181

 

Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid

1.841

‒ 212

1.629

 

Overige opdrachten

394

23

417

 

Bijdrage aan agentschappen

17.778

‒ 41

17.737

 

Bijdrage aan RWS

2.648

0

2.648

 

Bijdrage aan RIVM

14.869

0

14.869

 

Overige bijdragen

261

‒ 41

220

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

300

130

430

 

Overig

300

130

430

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

100

55

155

 

Overige Bijdragen

100

55

155

22.2

Veiligheid biotechnologie

7.018

‒ 50

6.968

 

Opdrachten

1.487

‒ 50

1.437

 

Veiligheid Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO)

956

‒ 50

906

 

Overige opdrachten

531

0

531

 

Bijdrage aan agentschappen

5.531

0

5.531

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

3.550

0

3.550

 

Bijdrage aan COGEM

1.981

0

1.981

22.3

Veiligheid bedrijven en transport

53.045

‒ 7.580

45.465

 

Opdrachten

16.796

‒ 4.096

12.700

 

Omgevingsveiligheid

7.822

‒ 3.950

3.872

 

Asbest

1.063

‒ 1

1.062

 

Waarvan RWS

2.855

0

2.855

 

VTH-stelsel

1.486

627

2.113

 

Overige opdrachten

3.570

‒ 772

2.798

 

Subsidies (regelingen)

18.720

‒ 3.525

15.195

 

inricht & transp

7.259

‒ 2.894

4.365

 

Vuurwerk

0

44

44

 

Overige subsidies

11.461

‒ 675

10.786

 

Bijdrage aan agentschappen

13.736

41

13.777

 

Bijdrage aan RWS

7.207

41

7.248

 

Bijdrage aan RVO

416

0

416

 

Bijdrage aan RIVM

6.113

0

6.113

 

Inkomensoverdrachten

3.793

0

3.793

 

Inkomensoverdrachten mesothelioom

3.793

0

3.793

     
 

Ontvangsten

250

778

1.028

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 22 is in 2025 met € 7,7 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 22.03 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met € 4,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Omgevingsveiligheid: Het opdrachtenbudget is met € 4,0 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Een overboeking naar het Provinciefonds van € 1,9 miljoen voor de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO) voor het uitvoeren van decentrale structurele en wettelijke taken en voor de financiering van innovatie en projecten voor besluit risico zware ongevallen (BRZO+) en publieksreeks gevaarlijke stoffen (PGS).

  • Een overboeking naar het Gemeentefonds van € 3,9 miljoen voor de Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid (MVO) voor het uitvoeren van decentrale structurele taken en voor de financiering van innovatie en projecten voor het Register Externe veiligheid.

  • Een overboeking naar JenV van € 1,3 miljoen voor NIS2. IenW heeft voor de voorbereiding op en uitvoering van sectorale Computer Security Incident Response Team(CSIRT)-taken middelen gereserveerd vanaf het begrotingsjaar 2025 dat overgeheveld wordt naar het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Het NCSC gebruikt deze middelen voor de daadwerkelijke uitvoering van de sectorale CSIRT-taken op basis van de NIS2.

  • Een herschikking van € 2,0 miljoen vanuit het subsidiebudget van dit artikel voor de meerjarenagenda versterking omgevingsveiligheid (MVO). De middelen worden overgeheveld ten gunste van de voorgenomen overboeking aan het provinciefonds en gemeentefonds voor de MVO.

Subsidies

De verlaging van het subsidiebudget met € 3,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Inricht & transp: Het subsidiebudget is met € 2,9 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Een herschikking van € 2,0 miljoen naar het opdrachtenbudget van dit artikel voor de meerjarenagenda versterking omgevingsveiligheid (MVO). De middelen worden overgeheveld ten gunste van de voorgenomen overboeking aan het provinciefonds en gemeentefonds voorde MVO.

  • Een overboeking naar het Gemeentefonds van € 0,9 miljoen. Dit is ter compensatie voor werkzaamheden voor het Register Externe Veiligheidsrisico's om data aan te leveren voor dit register.

  • Een herschikking van € 0,7 miljoen naar het opdrachtenbudget voor de versterking van het VTH-stelsel. Eerder was voorzien om een hoger voorschot in 2025 te verlenen voor de subsidie aan Omgevingsdienst Nederland voor onder andere het starten van verbindingsteams en het fuseren van omgevingsdiensten. Er is later besloten om het voorschot te verlagen in 2025 en te verhogen in 2026.

  • Diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.

Ontvangsten

De ontvangsten mutaties zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

78.187

260

78.447

     
 

Uitgaven

77.247

260

77.507

     

23.1

Meteorologie en seismologie

57.263

260

57.523

 

Bijdrage aan agentschappen

52.543

260

52.803

 

Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI

52.543

260

52.803

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.720

0

4.720

 

Contributie WMO (HGIS)

1.043

0

1.043

 

Contributie ECMWF (HGIS)

3.633

0

3.633

 

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

44

0

44

23.2

Aardobservatie

19.984

0

19.984

 

Bijdrage aan agentschappen

19.984

0

19.984

 

KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie

19.984

0

19.984

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

Uitgaven

De uitgavenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

229.162

6.923

236.085

     
 

Uitgaven

231.467

6.923

238.390

     

24.1

Personele uitgaven

205.631

1.006

206.637

 

Personele uitgaven

205.631

1.006

206.637

 

Eigen personeel

181.879

5.692

187.571

 

Externe Inhuur

23.752

‒ 4.686

19.066

24.2

Materiële uitgaven

25.836

5.917

31.753

 

Materiële uitgaven

25.836

5.917

31.753

 

ICT

1.246

2.796

4.042

 

Bijdragen aan SSOs

9.847

2.808

12.655

 

overige materiele uitgaven

14.743

313

15.056

     
 

Ontvangsten

15.116

748

15.864

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 24 is in 2025 met € 6,9 miljoen verhoogd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 24.01 Personele uitgaven

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is in 2025 met € 1,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

Eigen personeel: Het uitgavenbudget op eigen personeel is met € 5,7 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door:

  • De ILT had in 2024 het budget met 3,0 miljoen overschreden, hiervoor was er 3,0 miljoen budget ingehouden in 2025. Er is besloten dat de uitgaven rond de transitie KIWA-taken luchtvaart, bruine vloot en DICTU die in 2024 zorgden voor de overschrijding niet ten koste gaan van het ILT-budget in 2025. De helft van hiervan (€ 1,5 miljoen) wordt ingezet voor personele uitgaven.

  • Een bijdrage van € 1,1 miljoen van artikel 21 (DGMI) in het kader van de herziene Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). De herziene verordening leidt tot veel wijzigingen die gefaseerd doorgevoerd moeten worden. De voorbereidingen voor de eerste wijzigingen zijn reeds gestart.

  • Het budget voor externe inhuur is met € 5,0 miljoen verlaagd deels ten behoeve van het budget voor eigen personeel. Door de beheersmaatregelen op externe inhuur is het mogelijk om de uitgaven op eigen personeel en materieel te dekken. Het personeelsbudget wordt daarom met € 1,5 miljoen opgehoogd. Dit past binnen de ambitie van minder externe inhuur.

Externe inhuur: Het uitgaven budget op externe inhuur is met € 4,7 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  • Het budget voor externe inhuur is met € 5,0 miljoen verlaagd ten behoeve van het budget voor eigen personeel (€ 1,5 miljoen), voor bijdragen aan SSOs (€ 3,0 miljoen) en overige materiële uitgaven (€ 0,5 miloen). Door de beheersmaatregelen op externe inhuur is het mogelijk om de uitgaven op eigen personeel en materieel te dekken. Dit past binnen de ambitie van minder externe inhuur.

  • De ILT had in 2024 het budget met 3,0 miljoen overschreden, hiervoor was er 3 miljoen budget ingehouden in 2025. Er is besloten dat de uitgaven rond de transitie KIWA-taken luchtvaart, bruine vloot en DICTU die in 2024 zorgden voor de overschrijding niet ten koste gaan van het ILT-budget in 2025. De helft wordt ingezet voor externe inhuur.

Artikel 24.02 Materiële uitgaven

Materiële uitgaven

Het budget voor Materiële uitgaven is in 2025 met € 5,9 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

ICT: Het uitgavenbudget op ICT is met € 2,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de investering in de vernieuwde hoogbeveiligde ICT-omgeving voor IOD-ILT in 2025 valt in plaats van 2026. Hierom is er € 1,0 miljoen naar voren gehaald. Daarmee kan de laatste fase van het traject in 2025 afgerond worden.

Bijdragen aan SSOs: De bijdrage aan SSO's zijn met € 2,8 miljoen verhoogd. Dit komt voornamelijk omdat er, zoals hierboven bij Personele uitgaven beschreven wordt, materiële uitgaven gedekt worden met de herverdeelde middelen naar aanleiding van de beheersmaatregelen op externe inhuur.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

1.095.657

0

1.095.657

     
 

Uitgaven

1.320.281

0

1.320.281

     

25.1

Brede doeluitkering

1.320.281

0

1.320.281

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.320.281

0

1.320.281

 

Overige bijdragen

1.320.281

0

1.320.281

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Er hebben geen mutaties plaatsgevonden op dit artikel.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 26 Bijdrage Investeringsfonds (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

10.208.481

380.950

10.589.431

     
 

Uitgaven

10.428.481

160.950

10.589.431

     

26.1

Bijdrage Mobiliteitsfonds

8.872.462

136.855

9.009.317

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

8.872.462

136.855

9.009.317

 

Overige bijdragen

8.872.462

136.855

9.009.317

26.2

Bijdrage Deltafonds

1.556.019

24.095

1.580.114

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

1.556.019

24.095

1.580.114

 

Overige bijdragen

1.556.019

24.095

1.580.114

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 381,0 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door hieronder toegelichte uitgavenmutaties en eenzijdige correctie op de verplichtingen van € 220,0 miljoen. De kaderaanpassing op het Mobiliteitsfonds bij de 1e suppletoire begroting abusievelijk zonder verplichtingen geboekt.

Uitgaven

Artikel 26.01 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds is in 2025 met € 136,9 miljoen toegenomen. Voor meer details wordt verwezen naar de suppletoire begroting september van het Mobiliteitsfonds.

Artikel 26.02 Bijdrage aan het Deltafonds

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds is in 2025 met € 24,1 miljoen verhoogd. Voor meer details wordt verwezen naar de suppletoire begroting september van het Deltafonds.

Ontvangsten

Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 97 Algemeen Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

47.206

14.041

61.247

     
 

Uitgaven

63.873

5.338

69.211

     

97.1

Algemeen departement

60.895

5.338

66.233

 

Opdrachten

45.701

5.200

50.901

 

van A naar Beter

1.799

0

1.799

 

Externe juridische advisering

2.335

1.028

3.363

 

Onderzoeken PBL

4.695

‒ 54

4.641

 

Onderzoeken ANVS

3.761

0

3.761

 

DCC

9.109

120

9.229

 

Regeringsvliegtuig

11.125

5.126

16.251

 

Overige opdrachten

12.877

‒ 1.020

11.857

 

Subsidies (regelingen)

29

0

29

 

Overige subsidies

29

0

29

 

Bijdrage aan agentschappen

15.165

138

15.303

 

Bijdrage aan agentschap RWS

3.342

138

3.480

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

3.182

0

3.182

 

Overige bijdragen

8.641

0

8.641

97.3

Testen reizigers

2.978

0

2.978

 

Opdrachten

2.978

0

2.978

 

Testen COVID-19

2.978

0

2.978

     
 

Ontvangsten

2.301

815

3.116

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget van het artikel Algemeen Kerndepartement voor 2025 wordt met € 14,0 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil met de verhoogde uitgaven betreft eenzijdige verplichtingenverhogingen t.b.v. de extra kosten voor de NAVO Top en kosten van het regeringsvliegtuig.

Uitgaven

Artikel 97.01 Algemeen departement

Opdrachten

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 5,2 miljoen worden nagenoeg geheel veroorzaakt door:

Regeringsvliegtuig: Het opdrachtenbudget is met € 5,1 miljoen verhoogd. De extra kosten voor het regeringsvliegtuig worden enerzijds gedekt met extra bijdragen van andere departementen en anderzijds met een bijdrage vanuit het STINT-budget, omdat de daarvoor gereserveerde gelden niet worden uitgegeven in 2025 omdat de rechtszaak is uitgesteld;

Externe juridische advisering: Het opdrachtenbudget is met € 1,0 miljoen verhoogd. Dit is het gevolg van de toegenomen inzet van de Landsadvocaat, vooral voor omvangrijke civiele rechtszaken (bv Schiphol) waarbij de inzet van een advocaat verplicht is.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

4.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 98 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

544.352

760

545.112

     
 

Uitgaven

559.847

‒ 682

559.165

     

98.1

Personele uitgaven

414.262

2.604

416.866

 

Personele uitgaven

414.262

2.604

416.866

 

Eigen personeel

367.145

‒ 1.897

365.248

 

Externe inhuur

46.217

4.526

50.743

 

Overige personele uitgaven

900

‒ 25

875

98.2

Materiële uitgaven

145.585

‒ 3.286

142.299

 

Materiële uitgaven

145.585

‒ 3.286

142.299

 

ICT

52.476

‒ 1.882

50.594

 

Bijdrage aan SSO's

65.137

‒ 55

65.082

 

Overige materiële uitgaven

27.972

‒ 1.349

26.623

     
 

Ontvangsten

4.530

862

5.392

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor 2025 wordt met € 0,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Artikel 98.01 Personele uitgaven

Eigen personeel

De verhoging van de personele uitgaven van € 2,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

Eigen personeel: De uitgaven op eigen personeel is met € 1,9 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Bijdragen van LVVN en KGG voor respectievelijk de Basisfinanciering van het werkprogramma 2025 van PBL en voor adviesdiensten i.h.k.v. de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE+++);

  • Een overboeking naar art 99, t.b.v. de terugboeking van ingehouden indexatie;

  • Een overboeking vanuit het MF naar dit artiekel voor apparaatskosten t.b.v. het project Woningbouw Mobiliteitsprogramma (4% van het totaal beschikbaar budget)

  • kasschuiven naar latere jaren voor o.a. het NGF-salarisbudget van Mobiliteit en Gebieden en van Klimaatfondsgelden, Programma omgeving luchthaven Schiphol (POLS), het mitigeren van het ritme van de taakstelling en het natuurlijk verloop, het waarborgen van de continuering van de inzet voor Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) en opzet trainee-programma a.g.v. het later invullen van vacatures.

Inhuur externen: De uitgaven op inhuur externen is met € 4,5 miljoen verhoogd en wordt met name verklaard door:

  • De ontvangen gelden van het ministerie van Defensie t.b.v. opdrachten Luchtruimherziening;

  • De toedeling van Eindejaarsmarge voor diverse overlopende verplichtingen die niet meer in 2024 tot betaling zijn gekomen;

  • Een kasschuif voor apparaat Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (POLS) om de middelen voor de jaren 2025 tm 2028 in het juiste ritme te zetten;

  • Een herschikkingen vanuit ICT met name voor de inzet van externe inhuur t.b.v. het project Horizon.

  • Diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.

Artikel 98.02 Materiële uitgaven

Materiële uitgaven

De verlaging van de materiële uitgaven met € 3,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

ICT: De uitgaven op ICT is met € 1,9 miljoen verlaagd en wordt met name verklaard door:

  • Diverse interdepartementale overboekingen naar PBL, voornamelijk van LVVN en EZ t.b.v. de basisfinanciering van het werkprogramma 2025, de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE+++), alternatieve invulling Lerende Evaluatie Transitie Landelijk Gebied LETLG-projecten de Ondersteuning internationaal biodiversiteitsbeleid. Daarnaast betreft het een overboeking naar BZK voor Rijksbrede ICT-voorzieningen 2025;

  • Een herschikking naar externe inhuur met name voor de inzet t.b.v. het project Horizon;

  • Een overboeking vanuit art 21 t.b.v. de financiering van het onderzoeksprogramma Monitoring & sturing CE dat door PBL wordt uitgevoerd;

  • De ontvangen gelden van BZ voor de ontvlechting van de dienstverlening SAP (desaldering);

  • Toevoeging van Eindejaarsmarge voor overlopende werkzaamheden uit 2024;

  • Een kasschuif van 2025 naar 2030 t.b.v. Staatsgeheim (STG)-budget voor bouwkundige aanpassingen. Dit vanwege het later starten met de aanpassingen op Koningskade 4 of mogelijke verhuizing in 2030 naar zone 3 Rijksverzamelkantoor. Daarnaast is er sprake van vertraging van Werk aan Uitvoering middelen t.b.v. de aanbesteding BOSON (Bouwen Samenwerken en Ontwikkelen).

Bijdrage aan SSO's: De bijdragen aan SSO's zijn met € 0,055 miljoen verlaagd. De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

Overige materiële uitgaven: De uitgaven op overige materiële uitgaven is met € 1,3 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de verrekening van een interdepartementale overboeking naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de bijdrage in het geleden besparingsverlies op de Banenafspraak.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 99 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

201.451

‒ 201.451

0

     
 

Uitgaven

201.451

‒ 201.451

0

     

99.1

Nog Onverdeeld

201.451

‒ 201.451

0

 

Nog te verdelen

201.451

‒ 201.451

0

 

Nog te verdelen

201.451

‒ 201.451

0

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 201,5 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. De resterende € 5,1 miljoen wordt met name verklaard door een ophoging van de verplichtingen voor de uitvoering van de NAVO Top op artikel 97, door hogere verwachte kosten voor de verkeersmaatregelen van € 2,8 miljoen.

Uitgaven

Nog Onverdeeld

Nog te verdelen

Per saldo is het budget met € 201,5 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de overboeking de overboeking van de loon- en prijsbijstelling van de fondsen van - € 192,4 miljoen en de verdeling van de eindejaarsmarge van € 11,4 miljoen.

Loon- en Prijsbijstelling

Tabel 22 Tabel verdeling begrotingsposten loon- en prijsbijstelling (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Loonbijstelling

Prijsbijstelling

26

Overboeking naar het Mobiliteitsfonds

‒ 38.838

‒ 123.787

26

Overboeking naar het Deltafonds

‒ 11.346

‒ 19.244

Totaal van de verdeling

 

‒ 50.184

‒ 143.031

Nog onverdeeld

 

0

0

Het totaal van de loon- en prijsbijstelling in 2025 van € 308,4 miljoen is bij de Voorjaarsnota aan de begroting van HXII toegewezen. Een deel van de prijsbijstelling is ingezet voor de dekking van het aangenomen amendement van het lid Bontenbal C.S. Voor de terugdraaiing van de onderwijsbezuinigingen (Kamerstukken II, 2024–2025, 36 600-VIII, nr. 141). De resterende toegevoegde loon- en prijsbijstelling van HXII zijn reeds bij de 1e suppletoire begroting over de diverse artikelen heen verdeeld. De resterende toegevoegde loon- en prijsbijstelling van de fondsen van € 193,2 miljoen zijn bij de ontwerpbegroting en de suppletoire begroting september toebedeeld aan de artikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.

Verdeling Eindejaarsmarge

Het totaal van de eindejaarsmarge 2024 van € 46,0 miljoen is bij de Voorjaarsnota aan de begroting van HXII toegewezen. De eindejaarsmarge op de middelen uit het Nationaal Groeifonds van € 34,5 miljoen zijn reeds bij de 1e suppletoire begroting over de diverse artikelen heen verdeeld. De resterende eindejaarsmarge op de zogenaamde reguliere middelen van € 11,4 miljoen zijn bij de ontwerpbegroting en de suppletoire begroting september toebedeeld aan de diverse artikelen op HXII.

Ontvangsten

Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Tabel 23 Exploitatieoverzicht agentschap Rijkswaterstaat Suppletoire begroting september 2025 (bedragen x € 1.000)
 

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Baten

   

Omzet

4.375.913

265.558

4.641.471

waarvan omzet moederdepartement

3.752.495

139.770

3.892.265

waarvan omzet overige departementen

112.191

‒ 450

111.741

waarvan omzet derden

256.010

‒ 1.304

254.706

waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud

129.824

137.852

267.676

waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten

125.393

‒ 10.310

115.083

Rentebaten

42.658

‒ 9.791

32.867

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

1.500

0

1.500

Totaal baten

4.420.071

255.767

4.675.838

    

Lasten

   

Apparaatskosten

1.664.342

50.038

1.714.380

- Personele kosten

1.364.987

4.645

1.369.632

waarvan eigen personeel

1.214.781

4.435

1.219.216

waarvan inhuur externen

94.206

0

94.206

waarvan overige personele kosten

56.000

210

56.210

- Materiele kosten

299.355

45.393

344.748

waarvan apparaat ICT

51.250

7.702

58.952

waarvan bijdrage aan SSO's

72.384

4.150

76.534

waarvan overige materiele kosten

175.721

33.541

209.262

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

2.792.589

195.374

2.987.963

Rentelasten

2.549

19

2.568

Afschrijvingskosten

18.994

0

18.994

- Materieel

18.962

0

18.962

waarvan apparaat ICT

4.774

0

4.774

waarvan overige materiele afschrijvingskosten

14.188

0

14.188

- Immaterieel

32

0

32

Overige lasten

8.000

0

8.000

waarvan dotaties voorzieningen

8.000

0

8.000

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

4.486.474

245.431

4.731.905

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 66.403

10.336

‒ 56.067

Agentschapsdeel Vpb-lasten

1.300

0

1.300

Saldo van baten en lasten

‒ 67.703

10.336

‒ 57.367

Dotatie/onttrekking aan reserve Rijksrederij

2.435

0

2.435

Te verdelen resultaat

‒ 70.138

10.336

‒ 59.802

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 ad. € 139,8 miljoen is met name veroorzaakt door:

  • Ontvangen Loon- en prijsbijstelling 2025 (€ 103,0 miljoen);

  • middelen voor Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) ten behoeve van laadinfra en batterijsystemen op de bouwplaats (€ 13,6 miljoen);

  • middelen voor het Draaiend houden ringen fase 1 (€ 11,7 miljoen)

  • middelen voor verkeersveiligheid N18, voortvloeiend uit het amendement Koerthuis en van der Graaf (€ 5,8 miljoen)

  • het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen (€ 5,7 miljoen).

Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. De geraamde afname bedraagt € 267,7 miljoen. Dit is een verdere afname van € 137,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025. Bij begroting 2025 was het de verwachting dat het Saldo Op Ontvangen Bijdragen met € 155 miljoen zou toenemen.

Rentebaten

Voor 2025 zijn de verwachte rentebaten lager dan waarvan bij 1e suppletoire begroting 2025 is uitgegaan (- € 9,8 miljoen). Dit is het gevolg van daling van de rentepercentages in combinatie met een lagere rekening-courant stand bij het ministerie van Financiën.

Nieuwe Regeling Agentschappen

Per 1 januari 2025 is de nieuwe Regeling Agentschappen ingegaan. In verband met het overgangsjaar naar de nieuwe regeling is voor het uitvoeringsjaar 2025 het exploitatieoverzicht conform de begroting 2025 opgesteld. De nieuwe regeling geeft de mogelijkheid voor bekostiging op basis van output en/of input. Voor de uitvoering van het jaar 2025 wordt daarom naast het exploitatieoverzicht inzicht gegeven in de nieuwe categorieën van baten.

De bekostiging van RWS vindt plaats door middel van input-bekostiging. Dit houdt in dat er afspraken zijn gemaakt tussen de eindverantwoordelijke binnen een agentschap, de continuïteitsverantwoordelijke en tenminste één beleidsverantwoordelijke over een bijdrage voor de ingezette middelen of arbeidskrachten. Hierbij bestaat een relatie tussen de bekostiging en de ingezette middelen, in plaats van de uiteindelijke realisatie van de diensten of producten. Deze bekostigingsvorm is dus gebaseerd op het leveren van een inspanning.

Tabel 24 Nieuwe categorieën van baten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

    

Baten als tegenprestatie voor levering van input

4.120.696

138.016

4.258.712

waarvan bijdrage aan apparaat (interne kosten)

1.616.693

62.525

1.679.218

waarvan bijdrage aan exploitatie en onderhoud

2.396.691

66.185

2.462.876

waarvan bijdrage aan te verlenen diensten

107.312

9.306

116.618

Baten uit reeds ontvangen bijdragen voor levering van input

255.217

127.542

382.759

waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud

129.824

137.852

267.676

waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten

125.393

‒ 10.310

115.083

Rentebaten

42.658

‒ 9.791

32.867

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

1.500

0

1.500

Totaal baten

4.420.071

255.767

4.675.838

Toelichting

Baten als tegenprestatie voor levering van input

Bijdrage aan apparaat

De bijdrage aan apparaat dient ter dekking van de interne kosten van RWS (apparaatskosten inclusief rente- en afschrijvingskosten) die verband houden met exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling en beleidsondersteuning en –advisering.

De hogere bijdrage aan apparaat ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 ad. € 62,5 miljoen is met name veroorzaakt door:

  • Ontvangen Loon- en prijsbijstelling 2025 (€ 56,2 miljoen);

  • terugbetaling van middelen voor Net op Zee aan het ministerie van Klimaat en Groene Groei, door vertraging in de uitvoering (- € 2,8 miljoen);

  • capaciteit door verambtelijking (het omzetten van inhuur op programma (niet-kerntaken) in eigen personeel) als uitvoering van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Schoof. Deze omzetting realiseert een besparing, doordat eigen personeel goedkoper is dan inhuur (€ 2,6 miljoen);

  • middelen voor capaciteit voor het programma Vrachtwagenheffing 2025 (€ 1,5 miljoen)

  • het saldo van mutaties < € 2 miljoen (€ 5,0 miljoen).

Bijdrage aan exploitatie en onderhoud

De bijdragen aan exploitatie en onderhoud dient ter dekking van de externe kosten die samenhangen met afspraken over het basiskwaliteitsniveau (BKN) voor exploitatie en onderhoud.

De hogere bijdrage aan exploitatie en onderhoud ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 ad. € 66,2 miljoen is met name veroorzaakt door prijsbijstelling 2025 (€ 45,6 miljoen), middelen voor Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) ten behoeve van laadinfra en batterijsystemen op de bouwplaats (€ 13,4 miljoen), middelen voor Draaiend houden ringen fase 1 (€ 7,3 miljoen) en verambtelijking (het omzetten van inhuur op programma (niet-kerntaken) in eigen personeel) als uitvoering van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Schoof. Deze omzetting realiseert een besparing, doordat eigen personeel goedkoper is dan inhuur (- € 2,6 miljoen). Het restant bestaat uit het saldo van mutaties < € 2 miljoen (€ 2,5 miljoen).

Bijdrage aan te verlenen diensten

De bijdragen aan te verlenen diensten dient ter dekking van de externe kosten in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, Werken voor en met Partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. 

De hogere bijdrage aan te verlenen diensten ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 (€ 9,3 miljoen) is met name het gevolg van het ontvangen van middelen voor verkeersveiligheid N18, voortvloeiend uit het amendement Koerthuis en van der Graaf (€ 5,8 miljoen), middelen voor Draaiend houden ringen fase 1 als onderdeel van File Aanpak (€ 3,2 miljoen)en het saldo van mutaties < € 2 miljoen (€ 0,3 miljoen).

In onderstaand overzicht is weergegeven hoe de huidige omzetcategorieën, stand Suppletoire begroting september, uiteenvallen in de nieuwe specificatie van baten.

Tabel 25 Vertaling van huidige omzetcategorieën naar nieuwe omzetcategorieën (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Bijdrage aan apparaat (interne kosten)

Bijdrage aan exploitatie en onderhoud

Bijdrage aan te verlenen diensten

Totaal omzet

Omzet moederdepartement

1.509.968

2.291.176

91.121

3.892.265

Omzet overige departementen

92.597

 

19.144

111.741

Omzet derden

76.653

171.700

6.353

254.706

Totaal baten als tegenpresentatie voor levering van input

1.679.218

2.462.876

116.618

4.258.712

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting zijn de personele kosten inclusief overige personele kosten toegenomen (€ 4,6 miljoen). Deze toename komt met name door verambtelijking (12 FTE), Vrachtwagen- en tijdelijke tolheffing 2025 (10,4 FTE), Programma Draaiend houden Ringen fase 1 (9,6 FTE), Power2Tow (9 FTE), Beoordelings- en Ontwerp Instrumentarium (6,6 FTE), stimulering hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) (4 FTE), diverse kleine mutaties (7,7 FTE) en het terugbetalen van middelen voor Net op Zee aan het ministerie van Klimaat en Groene Groei, door vertraging in de uitvoering (-20 FTE).

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO’s die bedrijfvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten.

De verwachte materiële kosten voor 2025 zijn hoger dan ingeschat bij 1e suppletoire begroting 2025 (€ 45,4 miljoen), door verwachte toename van kosten voor apparaat gebonden ICT door gestegen kosten van licenties, uitbestede ICT dienstverlening en beheerkosten van de technische infrastructuur (€ 7,7 miljoen).

Daarnaast verwacht RWS een hogere realisatie van bijdrage aan SSO’s dan geprognosticeerd bij de 1e suppletoire begroting (€ 4,1 miljoen). Deze kosten worden vanuit Shared Service Organisaties aan RWS doorbelast.

Tenslotte verwacht RWS een hogere realisatie van overige materiële kosten ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 (€ 33,5 miljoen). Dit wordt met name veroorzaakt door een verwacht hogere realisatie op uitbesteding advieskosten, bureau, voorlichting en huisvesting, onderhoudskosten en huur/lease van inventaris, vaar- en voertuigen.

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

Voor 2025 verwacht RWS een verdere toename van de realisatie ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 (€ 195,4 miljoen). Deze hogere verwachting is het gevolg van het op stoom komen van de productie opgave die RWS heeft. In 2025 gaat het voor het Hoofdwegennet voornamelijk om hogere verwachte productie op verhardingen (asfalt onderhoud) en kunstwerken. Voor het Hoofdvaarwegennet om de aanpak van kunstwerken, bodems en oevers en op het Hoofdwatersysteem om onderhoud aan de stormvloedkeringen, dijken, dammen en duinen en kunstwerken.

Te verdelen resultaat

In vergelijking met de 1e suppletoire begroting 2025 valt het resultaat minder negatief uit (€ 10,8 miljoen). Dit is het gevolg van exogene tegenvallers zoals een lagere loon- en prijsbijstelling (- € 7,5 miljoen) en lagere rentebaten (- € 2,1 miljoen). Daarnaast heeft RWS maatregelen genomen om het negatieve resultaat te beperken. Met deze maatregelen verwacht RWS € 20,4 miljoen te besparen.

Tabel 26 Kasstroomoverzicht agentschap Rijkswaterstaat Suppletoire begroting september 2025 (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2025

1.433.699

0

1.433.699

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

4.165.954

127.125

4.293.079

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 4.461.880

‒ 244.331

‒ 4.706.211

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 295.926

‒ 117.206

‒ 413.132

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 57.498

0

‒ 57.498

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 57.498

0

‒ 57.498

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 15.887

0

‒ 15.887

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

54.623

0

54.623

4.

Totaal financieringskasstroom

38.736

0

38.736

5.

Rekening courant RHB 31 december 2025 (=1+2+3+4)

1.119.011

‒ 117.206

1.001.805

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 (€ 127,1 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet moederdepartement».

De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025 (€ 244,3 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere Apparaatskosten en Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Apparaatskosten» en «Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten».

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Tabel 27 Exploitatieoverzicht agentschap KNMI Suppletoire begroting september 2025 (bedragen x € 1.000)
 

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Baten

   

Omzet

121.583

292

121.875

waarvan omzet moederdepartement

76.974

292

77.266

waarvan omzet overige departementen

5.756

0

5.756

waarvan omzet derden

38.853

0

38.853

Rentebaten

400

0

400

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

121.983

292

122.275

   

0

Lasten

  

0

Apparaatskosten

102989

1.122

104.111

- Personele kosten

63.796

830

64.626

waarvan eigen personeel

58.998

884

59.882

waarvan inhuur externen

4.744

0

4.744

waarvan overige personele kosten

54

‒ 54

0

- Materiele kosten

39.193

292

39.485

waarvan apparaat ICT

17.050

0

17.050

waarvan bijdrage aan SSO's

2.298

0

2.298

waarvan overige materiele kosten

19.845

292

20.137

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

22.045

0

22.045

Rentelasten

150

0

150

Afschrijvingskosten

1.858

0

1.858

- Materieel

1.740

0

1.740

waarvan apparaat ICT

40

0

40

waarvan overige materiele afschrijvingskosten

1.699

0

1.699

- Immaterieel

118

0

118

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

127.042

1.122

128.164

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 5.059

‒ 830

‒ 5.889

Agentschapsdeel Vpb-lasten

45

0

45

Saldo van baten en lasten

‒ 5.104

‒ 830

‒ 5.934

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

Geen bijzonderheden

Omzet overige departementen

Geen bijzonderheden

Omzet derden

Geen bijzonderheden

Rentebaten

Geen bijzonderheden.

Lasten

Personele kosten

Stijging door gestegen loonkosten als gevolg van de aanpassing verlofsaldo (€ 0,9 miljoen) in 2025.

Materiële kosten

Geen bijzonderheden.

Afschrijvingskosten

Geen bijzonderheden.

Overige lasten     

Geen bijzonderheden.

Resultaat

Het begrote negatieve resultaat is gedaald van € 5,1 miljoen naar € 5,9 miljoen in 2025.

Tabel 28 Nieuwe categorieën van baten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

    

Baten als tegenprestatie voor levering van input

121.583

292

121.875

waarvan bijdrage aan basisfinanciering

  

72.274

waarvan bijdrage aan maatwerk

  

32.078

waarvan bijdrage aan subsidieprojecten

  

17.523

Rentebaten

400

 

400

Vrijval voorzieningen

   

Bijzondere baten

   

Totaal baten

121.983

292

122.275

Per 1 januari 2025 is de nieuwe Regeling Agentschappen ingegaan. In verband met het overgangsjaar naar de nieuwe regeling is voor het uitvoeringsjaar 2025 het exploitatieoverzicht conform de begroting 2025 opgesteld. De nieuwe regeling geeft de mogelijkheid voor bekostiging op basis van output en/of input. Voor de uitvoering van het jaar 2025 wordt daarom naast het exploitatieoverzicht inzicht gegeven in de nieuwe categorieën van baten.

Tabel 29 Vertaling van huidige omzetcategorieën naar nieuwe omzetcategorieën (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Baten als tegenprestatie voor levering van input

Totaal omzet

Omzet moederdepartement

77.266

77.266

Omzet overige departementen

5.756

5.756

Omzet derden

38.853

38.853

Totaal baten als tegenpresentatie voor levering van input

122.275

 
Tabel 30 Kasstroomoverzicht agentschap KNMI Suppletoire begroting september 2025 (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2025

14.413

0

14.413

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

5.023

2.967

7.990

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 7.386

‒ 608

‒ 7.994

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 2.363

2.359

‒ 4

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 6.600

‒ 32

‒ 6.632

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 6.600

‒ 32

‒ 6.632

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 1.611

18

‒ 1.629

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.250

2.382

6.632

4.

Totaal financieringskasstroom

2.639

2.364

5.003

5.

Rekening courant RHB 31 december 2025 (=1+2+3+4)

8.089

4.691

12.780

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2025

Geen bijzonderheden.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.                                                

De ontvangsten operationele kasstroom stijgen vooral vanwege het opnemen van een verlofreservering (€ 1,9 miljoen) en mutaties in de vooruitontvangen bedragen van diverse projecten (per saldo € 1,1 miljoen).

De uitgaven operationele kasstoom dalen vanwege het hogere negatieve resultaat (- € 0,8 miljoen) en mutaties in de vooruitontvangen bedragen van diverse projecten (per saldo € 0,2 miljoen).               

Investeringskasstroom

Door minimale versnelling bij de uitvoering van projecten zijn de verwachten investeringsuitgaven hoger dan begroot.                                                       

Financieringskasstroom

Door de versnelling bij de uitvoering van projecten zijn de verwachten investeringsuitgaven en daardoor ook het beroep op de leenfaciliteit hoger dan begroot.

Licence