Base description which applies to whole site

nr. 1JAARVERSLAG VAN HET INFRASTRUCTUURFONDS (A)

Aangeboden 16 mei 2007

Gerealiseerde uitgaven naar beleidsterrein voor 2006 (in € mln.)

kst-31031-A-1-1.gif

Gerealiseerde ontvangsten naar beleidsterrein voor 2006 (in € mln.)

kst-31031-A-1-2.gif

INHOUDSOPGAVE Blz.

Deel A.ALGEMEEN5
   
 VOORWOORD5
 DECHARGEVERLENING6
 LEESWIJZER11
   
Deel B.HET INFRAVERSLAG13
   
 INFRASTRUCTUURVERSLAG 200613
 DE PRODUCTARTIKELEN24
 11 Hoofdwatersystemen24
 12 Hoofdwegennet34
 13 Spoorwegen43
 14 Regionaal, lokale infrastructuur49
 15 Hoofdvaarwegennet52
 16 Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer59
 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer63
 18 Overige uitgaven66
 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk68
   
 BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF69
   
Deel C:DE JAARREKENING70
   
 DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2006 VAN HET INFRASTRUCTUURFONDS70
 SALDIBALANS71
   
BIJLAGE:AFKORTINGENLIJST79

DEEL A. ALGEMEEN

1. Voorwoord

Ambities zijn mooi, maar ze moeten ook vertaald worden in concrete prestaties.

En die prestaties moeten inzichtelijk en controleerbaar zijn. Dat is ook de kern van de inmiddels op alle ministeries ingeburgerde VBTB-methode. Op deze wijze legt de overheid verantwoording af voor haar ambities en beleidskeuzen.

VenW heeft in 2006 belangrijke resultaten geboekt. De hoofdlijnen van het beleid voor mobiliteit en infrastructuur zijn gericht op verbetering van de bereikbaarheid via een acceptabele en betrouwbare reistijd. Dit met het oog op de economische groei en de internationale concurrentiepositie van ons land. Randvoorwaarden daarbij zijn de veiligheid en de kwaliteit van de leefomgeving. In dit jaarverslag kunt u uitgebreid lezen in hoeverre en tegen welke uitgaven VenW de doelstellingen voor het jaar 2006 heeft gerealiseerd.

Het is een aaneenschakeling van concrete mijlpalen die laten zien dat VenW een denk- én doedepartement is. Samen met het jaarverslag van Verkeer en Waterstaat (HXII) bieden wij het parlement en de samenleving een venster op ons werk.

Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

2. Dechargeverlening

Verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Verkeer en Waterstaat decharge te verlenen over het in het jaar 2006 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Infrastructuurfonds.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel- en materieelbeheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in de jaarverslagen;

d. de departementale saldibalansen;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag/de onderhavige jaarverslagen en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden;

b. de slotwet van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Infrastructuurfonds) over het jaar 2006: de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd;

  het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen;

c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2006 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.

d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2006 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2006 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 84, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

  het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

mede namens

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

3. Leeswijzer

Dit Jaarverslag bestaat uit drie delen, te weten een deel A. Algemeen, een deel B. Infrastructuurverslag en een deel C. Jaarrekening.

Het deel A. Algemeen bevat het voorwoord van de minister, de dechargeverklaring en de leeswijzer.

Het deel B. begint met het Infrastructuurverslag. In feite betreft dit de tegenhanger van de Infrastructuuragenda uit de begroting 2006 van het Infrastructuurfonds. Hierin is een korte terugblik opgenomen met betrekking tot de realisatie van de belangrijkste uitvoeringsprioriteiten van VenW over het verslagjaar 2006.

Vervolgens worden de productartikelen beschreven volgens de nieuwe begrotingsindeling.

De producten van het infrastructuurfonds dragen bij aan het realiseren van de doelstellingen van de begroting van VenW (Hoofdstuk XII). Evenals in de begroting van het Infrastructuurfonds is in het jaarverslag van het infrastructuurfonds aan het begin van de artikelen aangegeven aan welk(e) beleidsartikel(en) het betreffende IF artikel is gerelateerd.

Ingegaan wordt op de realisatie van programma’s en budgettaire gevolgen van de uitvoering1. Om de hoeveelheid informatie te beperken is gekozen voor het hanteren van de hieronder aangegeven norm op productartikel niveau. Aan de hand van deze norm is bepaald of een verschil is toegelicht.

Norm bij te verklaren verschillen
BegrotingsbedragVerschil
< € 4,5 mln.> 50%
€ 4,5 – € 22,5 mln.> € 2,5 mln.
> € 22,5 mln.> 10%

Deze keuze houdt in dat die artikelen, waarbij het verschil tussen het begrotingsbedrag en de realisatie kleiner is dan de aangegeven norm, in principe niet worden toegelicht. De Tweede Kamer is over het merendeel van de mutaties al geïnformeerd door middel van de suppletore begrotingen over 2006 en de toelichtingen daarbij.

In afwijking van de hierboven genoemde norm zijn die productartikelen waarop in de begroting 2006 geen ontvangsten waren geraamd, maar wel relatief kleine bedragen op zijn verkregen, gezien de beperkte omvang van die bedragen niet apart toegelicht.

In verband met de nieuwe indeling zijn de financiële realisaties 2006 op een andere manier gegroepeerd dan cijfers van eerdere jaren, waardoor het niet mogelijk is om de realisaties van de vier voorgaande jaren op te nemen in de budgettaire tabellen. Om de gebruiker toch historisch vergelijkingsmateriaal te bieden zijn de financiële kasrealisaties uit 2005 opgenomen. Deze zijn voor dit doel technisch omgerekend naar de nieuwe begrotingsindeling. Omdat niet elke uitgave van de oude begrotingsindeling in zijn geheel is in te delen in de nieuwe systematiek is daarbij een aantal aannames gemaakt.

Deel C. begint met de (opbouw van de) Jaarrekening; een verantwoordingsstaat waarbij op artikelniveau inzicht wordt gegeven in de financiële afwijkingen tussen de begroting en realisatie. Ook is in dit onderdeel de saldibalans opgenomen.

In de bijlage is de afkortingenlijst opgenomen.

DEEL B INFRAVERSLAG

Infrastructuurverslag 2006

1. Inleiding

Met het Infrastructuurverslag 2006 legt het ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) verantwoording af over de voornemens uit de Infrastructuuragenda 2006. Het verslag bevat informatie op zowel programma- als projectniveau en geeft inzicht in de projecten waarvan in 2006 de uitvoering is begonnen en de projecten die in 2006 zijn opgeleverd. De verantwoording over de beleidsprioriteiten 2006 is opgenomen in het jaarverslag 2006 van het ministerie van VenW.

2. Algemene thema’s

2.1 Infrastructuurprogramma tot en met 2020

Op 21 februari 2006 is de planologische kernbeslissing (PKB) deel IV van de Nota Mobiliteit in werking getreden; het kader voor het verkeer- en vervoerbeleid voor 2020. In 2006 is de Nationale Mobiliteitsmonitor1 vastgesteld, waarin de opgenomen indicatoren van de effecten van de maatregelen uit de Nota Mobiliteit en de Uitvoeringsagenda van de Nota Mobiliteit zichtbaar zijn gemaakt. In aansluiting op de Nota Mobiliteit heeft VenW in samenwerking met de decentrale overheden een elftal netwerkanalyses uitgewerkt, ten behoeve van de gebiedsgerichte aanpak voor een betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid. De resultaten van de netwerkanalyses zijn besproken tijdens de bestuurlijke overleggen in oktober 20062.

2.2 Publiek private samenwerking (PPS)

In de Nota Mobiliteit is de ambitie geformuleerd om een krachtige impuls te geven aan een bredere en meer structurele toepassing van PPS. Om dit te realiseren wordt vanaf 2005 voor alle projecten in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) in de verkenningenfase een marktscan gehouden om de meerwaarde van het vroeg inschakelen van marktpartijen te onderzoeken. Voor alle projecten boven € 112,5 miljoen wordt een Public Private Comparator (PPC) uitgevoerd, waarbij de financiële meerwaarde van een Design Build Finance Maintenance (DBFM)-contract ten opzichte van de meer traditionele contractvormen wordt onderzocht. Mede op basis van de PPC wordt de meest geschikte contractvorm bepaald. In 2006 zijn PPC’s uitgevoerd voor de volgende projecten

• Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk;

• A2 Maasbracht–Geleen;

• A2 Maastricht;

• A50 Ewijk–Valburg–Grijsoord;

• A12 Utrecht–Maarsbergen;

• A4 Steenbergen.

Bij de A2 Maastricht is inmiddels een besluit genomen over de contractvorm. De gekozen vorm is Design en Construct met gebiedsontwikkeling. Voor de overige projecten moet nog (definitieve) besluitvorming over de contractvorm plaatsvinden.

Om de toepassing van PPS te bevorderen is in 2006 de PPS Kennispool opgericht. Dit is een pool van medewerkers met contractjuridische en financieel-economische expertise, die de PPS projecten in de fase van (contract)voorbereiding en aanbesteding ondersteunen. De DBFM aanbesteding van de Tweede Coentunnel is in 2005 gestart. In 2006 is de aanbesteding gestart voor de Alliantie A2 Hooggelegen en voor de A2 Maastricht.

2.3 Risicoreservering grote projecten

Eind 2005 resteerde er in totaliteit een bedrag van € 239 miljoen in de risicoreservering. Per saldo is in 2006 een totaalbedrag van € 54 miljoen onttrokken aan en is € 17 miljoen toegevoegd aan de risicoreservering. Deze toevoeging heeft betrekking op de definitieve afrekening van maatregelen voor geluidsschermen als gevolg van de vogelproblematiek welke is gemeld in de 18e Voortgangsrapportage HSL. De onttrekkingen betreffen een bedrag van € 29 miljoen als gevolg van een gewijzigd risicoprofiel bij de HSL, welke is gemeld in de 19e Voortgangsrapportage. Daarnaast betreft dit een onttrekking van € 25 miljoen (en € 12 miljoen in 2007) voor kosten voor engineering, administratie en toezicht (EAT), welke is gemeld in de 18e Voortgangsrapportage Betuweroute. Ultimo 2006 resteert er in de risicoreservering een bedrag van in totaliteit € 202 miljoen.

2.4 Onderuitputting Infrastructuurfonds

Onder andere als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is er in 2006 met name op het programma hoofdwegen onderuitputting ontstaan. Deze is bij Najaarsnota deels ingezet voor de overdracht van de N34 en N46 aan de provincies Overijssel, Drenthe en Groningen alsmede voor de overdracht van wegen aan de provincie Zeeland. In plaats van ProRail een beroep te laten doen op de leenfaciliteit is daarnaast besloten een bedrag van € 75 miljoen á fonds perdu te financieren. Dit past in het beleid van schuldreductie ProRail. In datzelfde kader is door VenW een aandeel in RIT (en via RIT in ProRail) gekocht, waarmee ProRail een lening van 60 mln vervroegd heeft afgelost. Van deze € 60 miljoen was € 25 miljoen al voorzien uit hoofde van afspraken die vorig jaar zijn gemaakt.

3. Programma’s en projecten

3.1 Beheer en onderhoud

In 2006 is de«Midterm Review Beheer en Onderhoud» (MTR) afgerond. Dit betreft een tussentijdse evaluatie van het plan van aanpakBeheer en Onderhoud Rijkswegen1 2004–2010. De MTR richt zich op de jaren 2004 en 2005. Het doel van de MTR was om na te gaan of de aanpak van het wegwerken van de achterstanden in onderhoud en vervanging verloopt conform de plannen van aanpak, de maatregelen en de inzet van middelen voldoende effectief zijn en of de verdeling van de middelen binnen de modaliteiten moet worden heroverwogen (fasering en omvang).

Uit de MTR blijkt dat het inlopen van het achterstallig onderhoud en het plegen van vervangingen bij spoor, wegen en waterwegen op schema ligt. Als de Plannen van Aanpak (inclusief de tweede fase Herstelplan Spoor) geheel worden uitgevoerd, kent het Nederlandse vervoerinfrastructuurnetwerk in 2010 voor wegen en in 2012 voor spoor een goed onderhoudsniveau dat klaar is voor de ambities van de Nota Mobiliteit. Voor waterwegen geldt dat in 2010 nog niet alle achterstand is ingelopen. De uitvoering van de Nota Mobiliteit en het Waterbeleid 21e eeuw leidt ertoe dat deze achterstanden wél worden ingelopen in de periode 2011–2020.

In lijn met de Plannen van Aanpak en de later gemaakte afspraken met de Kamer en de sector wordt de komende jaren verdere uitvoering geven aan het inlopen van het achterstallig onderhoud en het uitvoeren van de benodigde vervangingen bij spoor, wegen en waterwegen. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan de tweede fase Herstelplan Spoor om zo de doelstellingen in 2010/2012 te kunnen realiseren en daarmee een basis te leggen voor de doelstellingen in de periode Nota Mobiliteit. Hierover is door ProRail, afgestemd met VenW en de sector, een nadere uitwerking opgesteld. De Kamer wordt via de reguliere begrotingsmomenten geïnformeerd over de uitvoering van de Plannen van Aanpak in de resterende periode 2006–2010.

In 2006 is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Beleid en Onderhoud Infrastructuur afgerond. Centrale vraagstelling van het IBO was hoe de besluitvorming over (beleid en uitvoering van) onderhoud van infrastructuur beter kan worden onderbouwd. In het kader van het IBO is een aanzet gedaan tot het ontwikkelen van een kosten-batenanalyse voor onderhoud. Hoe het kabinet hiermee wil omgaan, is nader uitgewerkt in de kabinetsreactie1 op de rapportage van de IBO-werkgroep.

Hoofdwegen

Naast het reguliere onderhoud is in 2006 het plan van aanpakBeheer en Onderhoud Rijkswegen voor het inlopen van het achterstallig onderhoud uitgevoerd. Met de vervanging van 502 kilometer in 2006 en de voor 2007 geplande projecten, ligt het totale programma op schema waarmee de toegezegde 1 300 kilometer (in 2010) gerealiseerd zal worden.

Spoorwegen

Voor het uitvoeren van de tweede fase Herstelplan Spoor is in 2006 een no regret pakket samengesteld en zijn de hiervoor benodigde middelen reeds aan ProRail ter beschikking gesteld. Na afronding van de MTR zijn ook de voor het resterende deel van het programma voor 2006 benodigde middelen aan ProRail ter beschikking gesteld. Inmiddels is met de uitvoering gestart. Voor het onderdeel «Punctualiteits/capaciteitsknelpunten tweede fase Herstelplan Spoor» is het in MIT/SNIP-projectenboek 2007 een nieuw projectblad opgenomen. Hierin wordt de stand van zaken per project gemeld. Verder bestaat de tweede fase uit vervangingsinvesteringen en kleine infrastructuurprojecten. De middelen voor de tweede fase zijn inmiddels overgeboekt van het aanlegartikel naar het artikel beheer en instandhouding.

Waterwegen

In 2006 is het ministerie van VenW verder gegaan met aanpakken van achterstallig onderhoud van de volgende vaar- en waterwegen:

ProjectMTR (stand 2006)Toelichting
Amsterdam-Lemmer/IJsselmeer baggeren2006: baggeren Buiten IJ2008: baggeren Zwolse diep2010: HoutribsluizencomplexDe uitvoering van het baggeren van de Buiten IJ zal doorlopen naar 2007 in verband met vertraging in de vergunningverlening voor de stort van de baggerspecie. De voorbereiding van het Zwolse diep is vertraagd door het opnieuw moeten uitvoeren van het waterbodemonderzoek waarmee de uitvoering (waarschijnlijk) zal doorlopen naar 2009.
Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en oevers2006: baggeren2007: sluizen2008: oeversHet project Amsterdam Rijnkanaal heeft in 2006 vertraging opgelopen.• Voor een deel van de baggerwerkzaamheden is vanwege doelmatigheid gekozen om dit gezamenlijk met de baggerwerkzaamheden aan het Noordzeekanaal uit te voeren. De planning zal hierdoor naar 2007 doorschuiven.• Zowel bij de Irene- als bij de Bernardsluizen bleek de kwaliteit van te renoveren deuren tegen te vallen waardoor deze volledig vervangen moeten worden. Dit betekent zowel meerkosten als een doorloop naar 2008 voor de oplevering van de Bernardsluizen.
Baggeren IJssel2008–2010Ongewijzigd
Kanaal Gent–Terneuzen, baggeren en oevers2008: baggeren2010: oeversOngewijzigd
Maas: baggeren en kunstwerken2008: voorhavens Limburg; Sambeek; Belfeld2010: overige zakenDe baggerwerkzaamheden aan de voorhavens zullen reeds in 2007 zijn afgerond als gevolg van een snellere uitvoeringsplanning van de aannemer.
Masterplan Haringvliet: conservering staal/elektronica bewegingswerken2010 vaarwegdeel2011 watersysteemOngewijzigd
Natte Bruggen2010Ongewijzigd
Noordzeekanaal baggeren2008Ongewijzigd
Renovatie stuwen Lek2010Ongewijzigd
Rotterdam-Duitsland: baggeren en oevers2007: Merwedes/Maas2009: WaalOngewijzigd
Rotterdam-België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren 2009: Volkerak2010: overige sluizen2006–2010: baggerenAlleen voor de renovatie van de Volkeraksluizen is de planning gewijzigd. Er is definitief gekozen voor een gecombineerde uitvoering met de Haringvlietsluizen (GVO Hoofdwatersystemen). Dit gehele project is nu gepland voor oplevering in 2010. De overige sluizen en het baggeren verlopen hiermee conform planning.
Vervanging vaartuigen (reeds in 2005 voor één vaartuig gestart)2006: «vooruitgeschoven» vaartuig2010: afronding vervangingVersnellingEr zijn inmiddels 2 vaartuigen opgeleverd. T.a.v. de overige 5 op te leveren vaartuigen wordt verwacht dat deze ruim voor 2010 (reeds in 2008 of 2009) opgeleverd worden.
Wrakken Noordzee2010Ongewijzigd

3.2 Aanleg en benutting

Hieronder wordt ingegaan op de resultaten die VenW in 2006 heeft geboekt op de diverse projecten binnen de in het Infrastructuurfonds onderscheiden sectoren.

Hoofdwatersystemen

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

Verwacht 2006ProjectToelichting
Oplevering• Deltaplan grote rivieren (waterkeren)Het project bestaat uit deelprojecten, waarvan er acht in 2006 zijn afgerond. De verwachting is dat het laatste deelproject (Harlingen) zijn in 2010 is afgerond.
 • Dijkversterking Flevolland (inclusief herstel steenbekledingen) (waterkeren)Het project is in 2006 opgeleverd.
 • Inrichting IJsselmonding (waterbeheren)In verband met juridische procedures is de oplevering thans in 2007 voorzien.
 • Onderzoek hydraulische randvoorwaarden (HR206) (waterkeren)Het vaststellen van de Hydraulische Randvoorwaarden 2006 is aangehouden tot de zomer van 2007.
 • Vispassages Grave en Borgharen (waterbeheren)De vispassage Grave is in 2006 opgeleverd. Voor de vispassage Borgharen is grondwerk uitgevoerd, openstelling is voorzien eind 2007.
Start realisatie• Herstel Steenbekledingen Oosterschelde (waterkeren)In 2006 is gestart met de uitvoering van dit project.
 • Rivierverruiming Roosteren (waterkeren)De initiatieffase is gestart in 2006, de realisatiefase zal starten in 2007 en naar verwachting zal het project in 2008 gereed zijn.
 • Ruimte voor de Rivier (waterkeren)Op 7 juli 2006 is de PKB deel 3 vastgesteld door de Tweede Kamer. De start van de uitvoering is voorzien in 2007.

Hoofdwegennet

De problematiek rond luchtkwaliteit heeft de besluitvorming van een groot aantal projecten uit het aanlegprogramma in 2006 vertraagd. De Kamer is in oktober geïnformeerd over de luchtkwaliteit-problematiek in relatie tot de realisering van het MIT/ZSM programma1. Hierbij is aangegeven dat het luchtkwaliteitsprobleem en de impact daarvan op het programma tot beheersbare proporties is teruggebracht. Tachtig procent van de projecten uit het programma kan conform huidige planning in procedure worden gebracht op basis van het geldende Besluit Luchtkwaliteit 2005. Voor de overige projecten wordt ingezet op een projectspecifieke aanpak. Dit betekent dat luchtkwaliteit niet langer een belemmerende factor in de realisatie van projecten hoeft te zijn.

Een deel van de vertraging in de besluitvorming van projecten was te wijten aan de capaciteit die voor luchtonderzoeken beschikbaar was. Zoals is gemeld in de tweede voortgangsrapportage uit november 20052, bleek de besluitvorming (conform de uitspraak van de Raad van State, 15 september 2004, A2 Vught-Ekkerswijer) veel tijd te kosten maar ook gedetailleerd en complex onderzoek te vereisen. TNO bleek als enige in staat om onderzoeken van de gewenste kwaliteit te leveren. Hiervoor was het wel noodzakelijk dat de onderzoeksmethode vervolmaakt werd. De lange ontwikkelingstijd van de onderzoeksmethode en de lange wachtlijst bij TNO vanwege beperkte capaciteit resulteerde in vertraging van de projecten (ZSM (Zichtbaar, Slim en Meetbaar) en MIT). Inmiddels is het probleem van de beperkte capaciteit ondervangen door veertien extra bureaus die met de licentie van TNO kunnen werken. Met deze extra capaciteit kunnen de luchtonderzoeken sneller worden uitgevoerd.

In maart 2006 heeft het Milieu en Natuurplanbureau (MNP) bij de emissiefactoren nieuwe emissiecijfers gepubliceerd. Bij deze nieuwe cijfers is een zogenaamde disclaimer opgenomen, die inhield dat deze cijfers niet voor een snelheidsverlaging voor het hoofdwegennet naar 100 km/uur en naar 80 km/uur gebruikt konden worden. Voor projecten waarin een snelheidsverlaging wordt toegepast, zijn de luchtonderzoeken om deze reden aangehouden. Het MNP heeft in september 2006 akkoord gegeven op de cijfers en de werkmethodiek waardoor de procedures voor een aantal projecten weer konden worden hervat.

In 2006 is voor de volgende ZSM-projecten, die zich in de planstudiefase bevinden, het onderzoek in concept gereed en wordt het (Ontwerp)Wegaanpassingsbesluit ((O)WAB) in procedure gebracht, omdat deze projecten niet leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit.

• A7 Zaanstad–Purmerend;

• A2 Vught–Ekkersweijer;

• A12 Woerden–Gouda;

• A1/A6 Diemen–Muiderberg gecombineerd met Muidenberg–Almere Stad West;

• A9 Holendrecht–Diemen;

• A1 Diemen–Watergraafsmeer;

• A12 Utrecht–Bunnik, Bunnik–Driebergen en Driebergen–Maarsbergen.

Voor de exacte voortgang van de ZSM1-maatregelen wordt verwezen naar de voortgangsrapportage Tracéwet en Spoedwet najaar 20061.

Inmiddels is, met de uitspraak van 21 februari 2007 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, het Wegaanpassingsbesluit (WAB) A12 Veenendaal–Ede onherroepelijk geworden. Daarnaast is ook het WAB van de A12 Zoetermeer–Zevenhuizen–Gouda onherroepelijk geworden. Met de realisatie van deze projecten kan nu worden gestart.

In 2006 zijn in het ZSM-programma de volgende spitsstroken gerealiseerd:

• A1 Beekbergen–Deventer oost (31 km);

• A20 Capelle a/d IJssel–Terbregseplein (4,4 km);

• A27 Gorinchem–Noordeloos (5,7 km);

• A50 Arnhem centrum–Beekbergen (39,4 km);

In 2006 zijn verder de volgende resultaten geboekt:

Verwacht 2006ProjectToelichting
Oplevering• A15 Reconstructie aansluitingen Hardinxveld Giessedam–SliedrechtProject in 2006 opgeleverd.
Start realisatie• A2 Oudenrijn–DeilAls gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd.Start realisatie is thans voorzien in 2007 (Everdigen–Deil) en 2008 Oudenrijn–Deil) en oplevering in 2011.
 • A4 Dinteloord–Bergen op Zoom, onderdeel omlegging HalsterenIn 2006 is gestart met de uitvoering van het onderdeel omlegging Halsteren.
 • A4 Burgerveen–LeidenNoordelijk deel, met het Zuidelijk deel zal eerst begonnen worden na besluitvorming medio 2007 inzake luchtkwaliteitproblematiek.
 • A7 Zaanstad–Purmerend (ZSM-1)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Eind 2006 is het WAB in procedure gebracht. Start en oplevering zullen nu in 2007 plaatsvinden.
 • A7 Zuidelijke ringweg Groningen, fase 1Nieuw in de realisatie. In overleg met het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) zijn de resterende deelprojecten met 2 jaar uitgesteld. Conform planning is in juli 2006 de opdracht verleend voor start van de voorbereiding van de uitvoering van de resterende deelprojecten.
 • A12 Utrecht–Maarsbergen (ZSM-1)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Tweede kwartaal 2007 zal het WAB in procedure worden gebracht. Start realisatie is thans voorzien in 2008 en oplevering in 2011.
 • A12 Utrecht West, benutting i.s.m. Woerden–Gouda (ZSM-1)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Eerste kwartaal 2007 zal het WAB in procedure worden gebracht. Start realisatie is thans voorzien in 2008 en oplevering in 2010.
 • A74 VenloAls gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Start realisatie is thans voorzien in 2007 en oplevering in 2009.
 • N31 Zurich–HarlingenNieuw in de realisatie. Conform planning zijn de procedures in 2006 afgerond en is de realisatie in 2006 gestart.
 • N35 Zwolle–Almelo (traverse Nijverdal)Nieuw in de realisatie. Conform planning zijn de procedures in 2006 afgerond en is de realisatie in 2006 gestart.
 • N57 Veersedam–MiddelburgNieuw in de realisatie.
Tracébesluit• A1 Barneveld–DeventerHet project is conform MIT 2007 geherprioriteerd tot na 2020.
 • A1 Deventer–HengeloHet project is conform MIT 2007 geherprioriteerd tot na 2020.
 • A2 Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn 2x5 rijstroken)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd.
 • A2 Oudenrijn–DeilAls gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Start realisatie is thans voorzien in 2007 (Everdigen–Deil) en 2008 (Oudenrijn-Deil) en oplevering in 2011.
 • A2 Passage MaastrichtDe besluitvorming is met 3 jaar vertraagd. De oorzaken hiervoor zijn:• Het besluit om het MER in twee fasen op te stellen, waarbij trechtering van de alternatieven na de eerste fase plaats vindt, in plaats inde richtlijnen voor het MER;• Uitstel van de marktbenadering tot nadat bestuurlijke afspraken zijn gemaakt over een budgettair tekort en het omgaan met risico’s. Hiervoor waren aanvullende onderzoeken nodig. De afspraken zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst die 29 juni 2006 is getekend.
 • A10 Tweede Coentunnel/westrandwegAls gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd.
 • A12 Maarsbergen–Veenendaal (ZSM-2)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Daarnaast heeft een herprioritering plaatsgevonden om verkeershinder te spreiden zodat niet gelijktijdig op de A12 de A28 gewerkt zal worden. Thans zal eerst het gedeelte A12 Utrecht–Maarsbergen worden gerealiseerd, aansluitend A28 Utrecht–Hoevelaken en tenslotte de A12 Maarsbergen–Veenendaal. In het derde kwartaal 2008 zal het TB in procedure worden gebracht.
 • A28 Hattemerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28/A32 (ZSM-2)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Het TB zal het eerste kwartaal 2008 ter visie gaan.
 • A74 VenloAls gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Start realisatie is thans voorzien in 2007 en oplevering in 2009.
 • N9 Koedijk–De StolpenAls gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd.
 • N34 OmmenTracébesluit conform planning in 2006 vastgesteld.
 • N50 Ewijk–Valburg–Grijsoord (Onderdeel ZSM-2)Als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is de besluitvorming vertraagd. Het TB zal het derde kwartaal 2007 ter visie gaan. De realisatie van de benuttingsmaatregelen in knooppunten Ewijk en Valburg zal in het tweede kwartaal van 2007 worden gerealiseerd.
 • N61 Hoek–SchoondijkeAls gevolg van het nader luchtonderzoek is de besluitvorming met 1 jaar vertraagd.

Spoorwegen

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

Verwacht 2006ProjectToelichting
Oplevering• Emplacement Den HaagHet project is gerealiseerd. De sporen 11 en 12 zijn ten behoeve van RandstadRail ontkoppeld van het landelijke zware railnet. Hiervoor was het nodig de sporen 8,9 en 10 aan te passen aan de zware railverbindingen (zijnde de Leidse dienst, het nachtnet, maar ook voor de bereikbaarheid van de werkplaats Leidschendam via de Nootdorpboog).
 • Integrale spoorverdubbeling Amsterdam–Utrecht: station Bijlmer, station Abcoude, station Breukelen, station MaarssenDe indienststelling is verschoven naar het 2e kwartaal 2007 als gevolg van een vertraging bij de oplevering van het nieuwe beveiligingssysteem en de daarvoor benodigde veiligheidscertificaten.
 • Tweede perron Amsterdam Zuid/WTCHet project is opgeleverd. Door een toenemende vervoervraag op de nieuwe verbinding Schiphol–Zuid/WTC–Utrecht via de Utrechtboog was er onvoldoende capaciteit om de treindienst uit te breiden. Dit project voldoet aan de capaciteitseis tot aan het gereed komen van de eindoplossing op de Zuidas.
 • Pilot fluistertreinIn de geluidpilot op de Dolomiet-shuttle waarop K-blokken zijn aangebracht heeft een verificatie van het akoestisch effect van zowel de primaire als de secundaire maatregelen, een kennisopbouw van de LCC (life cycle costs) en kennisoverdracht van geluidsreducerende maatregelen plaatsgevonden. De wagens worden regelmatig gecontroleerd op veiligheidsaspecten en er worden metingen gedaan om het model voor de LCC te voeden.
 • Breda Centraal: 3e perron + sporenlayoutDit project is gerealiseerd m.u.v. het goederenwachtspoor aan de oostzijde van het station; dit komt begin 2007 in dienst. Het 3e perron maakt de aanlanding van HSL-treinen mogelijk zonder te hoeven schrappen in de bestaande (stop)treindiensten. Het voormalig postperron mocht door de Inspectie Verkeer en Waterstaat, i.v.m. de veiligheid, slechts tijdelijk worden gebruikt. Met de indienststelling van het 3e perron zal dit het postperron niet meer worden gebruikt. Het 3e perron maakt het derhalve mogelijk om alle goederen, HSA- en binnenlandse reizigertreinen te faciliteren.
 • HSL Oost (kopgroep): keervoorzieningen Ede Wageningen en Veenendaal centrum, blok-verdichting en geluidsmaatrege- len Brug WestervoortHet project is gerealiseerd. De capaciteit en de betrouwbaarheid op Utrecht–Arnhem en Utrecht–Rhenen zijn vergroot. Tevens zijn deze maatregelen noodzakelijk voor de dienstregeling 2007.
 • Vleuten–Geldermalsen:halte Vathorst,Utrecht ZuidzijdeUtrecht Zuilen.• De halte Amersfoort Vathorst is geopend en de keergelegenheid is gerealiseerd. De halte Amersfoort Vathorst ontsluit de VINEX-locatie Amersfoort Vathorst. Elk uur wordt deze halte aangedaan door 2 stoptreinen en 2 sneltreinen richting Amersfoort en 2 stoptreinen richting Zwolle. De keervoorziening is nodig om de sneltreinen uit de richting Amersfoort te kunnen laten keren.• Halte Utrecht Zuidzijde 7e perron is in 2006 gerealiseerd; de ingebruikname is afhankelijk van de ingebruikname van de 4-sporig- heid Amsterdam-Utrecht.• Vanaf 2005 worden deelprojecten opgeleverd. De ingebruikname van de halte Utrecht Zuilen staat gepland in het tweede kwartaal van 2007.
Start realisatie• Baarn ontvlechting knooppuntDe uitvoering is nog niet gestart. Het was niet mogelijk om het railverkeerstechnisch ontwerp tijdig af te ronden binnen de randvoorwaarden. Grootste knelpunt hierbij was de huidige toestand van het spoorbeveiligingssysteem (ATB) in het bestaande spoor van het baanvak Amsterdam–Amersfoort. Met name hierdoor hebben het opstellen van de beschikkingsaanvraag en de te doorlopen procedures vertraging opgelopen.De planning gaat nu uit van start van de uitvoering in 2007, waarbij eind 2007 een gedeeltelijke ontvlechting in dienst komt en het project in 2008 volledig in dienst wordt gesteld.
 • Breda Centraal: 3e perron + sporenlayoutHet project is in 2005 beschikt en in 2006 gerealiseerd, m.u.v. het goederenwachtspoor. Dit wordt in 2007 in gebruik genomen. Het NSP station wordt naar verwachting opgeleverd in 2010.
 • Regionet: diverse onderdelenDe aanleg van de halten Krommenie-Assendelft, Hemboog, Watergraafsmeer en Holendrecht is gestart. Dit geldt ook voor het project Hilversum capaciteitsverruiming, de beschikking van dit project is samengevoegd met de beschikking Hilversum Larenseweg.
 • Rotterdam CentraalEr is gestart met de realisatie van de tijdelijke situatie (loopbrug over de sporen, ombouwen van de fiets-/voetgangerstunnel tot een reizigerspassage, bouwen van het tijdelijke station).
 • Utrecht CentraalHet project is nog niet gestart. De vertraging is ontstaan doordat een goede uitwerking van de afspraken met NS langer duurde dan verwacht. Deze afspraken waren noodzakelijk voor het sluitend maken van de businesscase. De start van de uitvoering wordt voorzien in 2008.

Regionale/lokale infrastructuur

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

Verwacht 2006ProjectToelichting
Oplevering• Randstadrail op Zoetermeerlijn en HofpleinlijnHet project is gerealiseerd in 2006. Daadwerkelijke ingebruikname van delen van Randstadrail is uitgesteld.
Afgifte beschikking/ start realisatie• N201De Provincie heeft door een langere voorbereidingstijd de subsidieaanvraag niet in 2006 ingediend.
 • Rijn Gouwelijn OostVoordat de subsidieaanvraag kan worden ingediend, vindt in Leiden een referendum plaats. Dit referendum stond gepland in 2006, maar is uitgesteld tot 7 maart 2007 (gelijk met verkiezingen Provinciale Staten). Pas daarna volgt besluitvoering over de lijnvoering.
 • Tilburg Noordwest TangentDit project is beschikt in 2006. Het eerste deel van de Noordwesttangent tussen de N 268 (Tilburg–Waalwijk) en de Dongenseweg is reeds in gebruik genomen.

Hoofdvaarwegennet

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

Verwacht 2006ProjectToelichting
Oplevering• Vaarroute Ketelmeer fase 1De oplevering van de vaarroute Ketelmeer fase 1 is vertraagd als gevolg van noodzakelijk nader onderzoek naar innovatieve baggertechnieken en de daarmee samenhangende vergunningverlening.
 • Verdrag verdieping Westerschelde (inclusief natuurherstel)De oplevering van de verdieping Westerschelde is vertraagd als gevolg van de realisatie van natuurcompensatie ingevolge Europese wet- en regelgeving.
Start realisatie• Toekomstvisie WaalIn 2006 is begonnen met de uitvoering van dit project.
Tracébesluit/projetbesluit• Lekkanaal/3e kolk BeatrixsluisHet projectbesluit voor het Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis is als gevolg van noodzakelijk nader onderzoek vertraagd.
 • Vaarweg Lemmer–DelfzijlHet projectbesluit voor alle deelprojecten voor verbetering van de vaarweg Lemmer-Delfzijl is genomen en het project is nu in zijn geheel in realisatie genomen.
 • Zuid-Willemsvaart (gedeelte Maas–Berlicum–Den DungenVoor de Zuid-Willemsvaart is in 2006 een Kabinetsbesluit is genomen tot omlegging van de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch conform de regiovariant. Het OTB wordt naar verwachting begin 2007 definitief.
 • Zuid-Willemsvaart, vervanging sluizen 4, 5 en 6Voor sluizen 4, 5 en 6 is in 2006 een projectbesluit genomen en de uitvoering wordt momenteel voorbereid.

Grote projecten mobiliteit en water

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

ProjectToelichting
MaaswerkenBij Zandmaas is in 2006 zijn kadeversterkingen aangebracht bij Roermond, Venlo, Gennep, Mook en Middelaar en is er een rivierverruiming gerealiseerd bij de projecten herstel Rijkelse bemden en eroderende oevers (klaar). Bij Grensmaas zijn het project Meers en de eerste fase van de mitigatiemaatregelen uitgevoerd.
Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)De Tweede Kamer is op 10 oktober 2006, na een notaoverleg op 2 oktober, akkoord gegaan met de herstelde PKB PMR, het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkom- sten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De Eerste Kamer is op 20 november 2006 zonder verdere bespreking en met één hamerslag akkoord gegaan.
 PKB PMR, deel 4: definitieve tekst na parlementaire instemming is inmiddels uitgebracht. Publicatie van de PKB in de Staatscourant heeft plaats gehad op 19 december 2006. Door de parlementaire goedkeuring zijn de verplichtingen in het PMR kader definitief geworden.
 In TCI-termen is de uitwerkingsfase van PMR derhalve beëindigd. De uitvoeringsfase PMR is aangevangen. Met ingang van 2007 wordt de Tweede Kamer in het kader van de regeling Grote Projecten halfjaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de realisatie van PMR. Met het oog daarop zijn ook een Auditkader en een Beheersmodel voor PMR vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de TCI-uitkomsten. Conform toezegging van de minister aan de Tweede Kamer, is de VenW-bijdrage aan het deelproject 750 ha in één keer via de Provincie Zuid Holland/Stichting Nationaal Groenfonds betaald.
Ruimte voor de RivierOp 7 juli is de PKB deel 3 vastgesteld door de Tweede Kamer. De start van de uitvoering is voorzien in 2007.
ZuiderzeelijnHiervoor wordt verwezen naar de in het Beleidsprioriteitenverslag HXII

Net als voor de Betuweroute en de HSL-Zuid wordt voor de exacte voortgang van bovengenoemde projecten verwezen naar de halfjaarlijkse voortgangsrapportages.

3.5 Randvoorwaarden

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

Innovatieprogramma Geluid en Innovatieprogramma Luchtkwaliteit

In het Innovatieprogramma Geluid (IPG) en Innovatieprogramma Luchtkwaliteit (IPL) worden veelbelovende maatregelen onderzocht waarmee de geluid- en luchtproblematiek rond weg en spoor kosteneffectief kan worden aangepakt. Dit jaar zijn in het IPG onder andere Modulaire Geluidsschermen, Schermtoppen en Middenbermschermen marktrijp geworden. De producten uit eerdere jaren worden in het primaire proces binnen en buiten RWS toegepast. De bekendste producten zijn daarbij geluidsreducerende wegdekken en raildempers. In het IPL is op de A1 bij Terschuur een experiment uitgevoerd met de katalytische werking van Titaniumoxide. Daarnaast lopen meerdere onderzoeken naar het overkappen van snelwegen en het behandelen (zuiveren) van lucht in tunnels, vegetatie langs snelwegen, geluidsschermen, reinigen wegdek en andere projecten.

Meerjarenprogramma Ontsnippering

In 2005 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Meerjarenprogramma ontsnippering (MJPO). Dit programma1 neemt de doorsnijdingen in de ecologische hoofdstructuur door rijksinfrastructuur weg. Het oplossen van de knelpunten bij spoor, weg en waterwegen maakt uitwisseling van planten en dieren weer mogelijk. Het programma wordt samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) betaald en uitgevoerd, waarbij de inbreng van LNV met name is gericht op het robuust maken van de verbindingen tussen natuurgebieden.

In 2005 en 2006 is de regie voor het programma opgepakt door de provincies. Zij zijn verantwoordelijk voor een gebiedsgerichte aanpak van de knelpunten. De uitvoering ervan ligt bij Rijkswaterstaat, Prorail en de Dienst Landelijke Gebieden van LNV. In 2008 is een evaluatie van het programma voorzien waarvan de resultaten in het voorjaar van voorjaar 2009 beschikbaar komen.

In 2006 zijn de volgende resultaten geboekt:

nrProvincielocatievoorzieningOpgelost?Onderdeel
DR 2ADrentheA 28FaunatunnelGeheelWegen
Dr 2BDrentheA28Aanpassen onderdoorgang kanaalGeheelWegen
Fr 6AFrieslandA6, VisvijerbosOnderdoorgang TjongerGeheelwegen
FR 6BFrieslandA6Loopplank en rastersGeheelSpoor
Fr 10AFrieslandA7, De ScheidingKleine faunatunnelsGeheelWegen
FR 12FrieslandA6, TjeukermeerAanleggen duikers en rastersGeheelRobuuste Verbinding
Ge 18AGelderlandA 15, Linge bij Tiel2 passagesGeheelWegen
NB 11ANoord BrabantA4Aanpassen viaductGedeeltelijkWegen
NB 12ANoord BrabantA4 Landgoed ZoomlandEcoduikerGeheel Wegen 
NB 13ANoord BrabantA59, Baardwijkse overlaat/Moerputten1 kleinwildtunnelGedeeltelijkWegen
NB 14ANoord BrabantA59, Binnen-polder van CapelleAanpassen duikerGedeeltelijkWegen
NB 15ANoord BrabantA58, A16, Baronie2 kleine faunatun- nels, aanleg natuurvriendelijke oeversGeheelWegen
NB 15BNoord BrabantA58, A16 BaronieAanpassen viaductGeheel Wegen 
NB 16ANoord BrabantA 16 A59, Langeweg2 kleine faunatun- nels, aanpassen verbindingGedeeltelijkWegen
NB 16BNoord BrabantA 16 A59, Langeweg1 kleine faunatunnel en aanpassen duikerGedeeltelijkWegen
NB 19Noord BrabantA50–A59, Oss, Slabroek13 kleine faunatunnels, fietsecoductGeheelWegen
NB 21Noord BrabantA58, Wouw2 ecoduikersGeheelWegen
OV 4AOverijsselA1 Rijssel de BorkeldEcoductGedeeltelijkWegen
ZH 8AZuid HollandA 16Plaatsen van rastersGedeeltelijkRobuuste Verbinding

De productartikelen

Artikel 11 Hoofdwatersystemen

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Hoofdwatersystemen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII):

• artikel 31: Integraal Waterbeleid.

b. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering (in € mln.)
11. HoofdwatersystemenRealisatieBegroting 2006Verschil 2006
20052006
Verplichtingen 606 809302 259304 5501
Uitgaven475 640494 893523 648– 28 755
11.01 Watermanagement87 42561 60470 353– 8 749
11.01.01 Basispakket watermanagement87 42561 60470 3538 7492
11.02 Beheer en onderhoud217 605229 365191 85737 508
11.02.01 Basispakket B&O waterkeren118 579148 327115 55132 7763
11.02.05 Basispakket B&O integraal waterbeheren89 61774 98770 3954 592
11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer9 4096 0515 911140
11.03 Aanleg162 332191 740250 802– 59 062
11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren61 536114 277141 116– 26 8394
11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheren100 79677 463109 686– 32 2235
11.05 Verkenning en planstudie8 27812 18410 6361 548
11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen01 2981 000298
11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren4 3519 0263 1675 8596
11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheer3 9271 8606 4694 6097
Van totale uitgaven:    
Bijdrage aan baten-lastendienst 331 566309 674 
Restant 163 327213 974 
Ontvangsten 3 7316 156– 2 4258

Financiële toelichting

1 De hogere realisatie in verplichtingen heeft betrekking op de versnelde aanbesteding van de Westerschelde en de Oosterschelde en aangegane verplichtingen voor de hoogwaterbeschermingsprogramma’s Enkhuizen Hoorn en Nederlek. Daarnaast is bij slotwet 2006 een correctie van de verplichtingenstand aangebracht als gevolg van de per 2006 gewijzigde begrotingsstructuur.

2 Dit verschil van € 8,7 mln. heeft met name betrekking op hogere uitgaven in 2005, welke bij Voorjaarsnota in mindering zijn gebracht op het budget voor 2006.

3 Dit verschil van bijna € 33 mln. heeft met name betrekking op lagere uitgaven in 2005, welke bij Voorjaarsnota zijn toegevoegd aan budget voor 2006.

4 De lagere uitgaven op het realisatieprogramma waterkeren heeft meerdere oorzaken. Het bedrag van € 50 mln. dat is toegevoegd naar aanleiding van amendement 18 van het lid Snijder-Hazelhoff, inzake de versnelde aanpak van de zwakke schakels in de Nederlandse Kust en dijkversterkingen, is in 2006 voor een groot deel (ca € 40 mln.) niet gerealiseerd. Er kon formeel pas met de uitvoering van start worden gegaan na besluitvorming in de Tweede Kamer over de resultaten van de tweede toetsing en de financiering van de prioritaire projecten. Deze besluitvorming heeft pas in het najaar plaatsgevonden. Daarnaast is als gevolg van vertragingen bij de projecten aansluiting Sliedrechtse Biesbosch en Lexkesveer ca € 6 mln. bij het NURG project onbesteed gebleven. Daartegenover is de uitvoering van het herstel steenbekledingen Ooster- en Westerschelde voortvarend uitgevoerd. Een noodzakelijke versnelling om de oplevering in 2015 te realiseren is ingezet, met als resultaat dat er inmiddels meer kilometers steenbekleding is hersteld dan was voorzien en uiteindelijk is er totaal € 25 mln. meer uitgegeven dan was begroot. Ook zijn er enkele projecten met een lagere realisatie, met name NURG (zie voor de toelichtingen hierna onder het gerealiseerde programma).

5 Het overschot van € 32,2 mln. wordt met name veroorzaakt door het programma Nationaal Bestuursakkoord Water (€ 15 mln.). De opdrachtnemer heeft op basis van de voortgangsrapportage géén factuur ingediend. Dit zal nu begin 2007 geschieden. Verder is voor de subsidieregeling SUBBIED minder aan subsidies uitgekeerd dan was gepland (– € 12 mln). Dit is het gevolg van latere indiening of lagere declaraties van subsidieaanvragers (gemeenten en waterschappen). Daarnaast zijn er lagere realisaties voor het saneringsprogramma (– € 9 mln.) en Haringvliet de Kier (– € 5 mln.) en een hogere realisatie voor Depot Hollands Diep (€ 14 mln.), zie voor de toelichtingen hierna onder het gerealiseerde programma).

6 De planstudieuitgaven zijn ten opzichte van de begroting ca. € 6 mln. hoger uitgavellan, hetgeen met name betrekking heeft op het project extra Spuicapaciteit Afsluitdijk en het project Zwakke Schakels Kust. De hogere realisatie van het project Zwakke Schakels Kust betreft o.a. de toevoeging van gelden i.v.m. de uitbreiding van dit project met het kenniscoördinatiepunt.

7 Planstudie Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk is naar het planstudieprogramma Waterkeren verplaatst (– € 1,6 mln.). Daarnaast is het planstudieprogrammabudget naar beneden bijgesteld (en overgeheveld naar het realisatieprogramma) als gevolg van het onjuist doorvoeren van de conversie als gevolg van de gewijzigde begrotingsstructuur.

8 De lagere ontvangsten zijn met name het gevolg van de lagere EU ontvangst in 2006 in het kader van IRMA.

c. het actuele programma

11.01.01 Basispakket Watermanagement

Watermanagement betreft de regulering van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en de regulering van de kwaliteit van het water.

De volgende activiteiten worden uitgevoerd:

• Peilbeheer en bediening van objecten

• Monitoring en informatieverstrekking

• Crisisbeheer en -preventie

BasispakkettenAreaaleenheidOmvang begrootOmvang gerealiseerd
WatermanagementKm2 water65 25065 250

Bron: Rijkswaterstaat

De omvang van het areaal is in 2006 niet gewijzigd.

Met betrekking tot de basispakketten watermanagement zijn de volgende afspraken gemaakt:

BasispakketPIN(s)Afspraak (waarde) 2006Resultaten 2006
Prestatie(s) m.b.t. de calamiteiten- organisatie (in samenhang met het verkeersmanagement)Het hebben en uitvoeren van plannen en houden van oefeningen voor calamiteiten op het gebied van de scheepvaart, waterkwaliteit, wateroverlast en watertekort.jaja
Prestatie(s) m.b.t. betrouwbare en toegankelijk informatieIn en externe informatievoorziening volgen afspraken beschikbaarheid en kwaliteit in Basisinfoplan waterkwaliteit/kwantiteitjaja
Prestatie(s) m.b.t. adequate peil, stuw en waterkwalitietsbeheer.Het hebben en nakomen van actuele afspraken over waterverdeling en waterkwaliteit.Peilbesluiten worden uitgevoerd en waterakkoorden zijn actueel en worden nageleefd.jaja

Bron: Rijkswaterstaat

De informatieverstrekking rondom waterkwaliteit onder andere t.a.v. stormvloedwaarschuwing is op orde. Met de regionale partners zijn afspraken gemaakt over waterverdeling en peilbeheer (bijv in de Maas en op het IJsselmeer).

11.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud waterkeren

Voor het basispakket beheer en onderhoud waterkeren zijn de volgende afspraken gemaakt:

BasispakketPrestatieindicatorAfspraak (waarde) 2006Resultaten 2006
Prestatie(s) m.b.t. het suppleren zand voor de basiskustlijnSuppleren van 12 mln. kubieke meter zand per jaar volgens jaarlijks vastgesteld landelijk suppletieprogramma.12000 000 m3 (aangepast contract: 10 750 000 m3)9 900 000 m3

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting:

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand en op de vooroever (onder water). Het kustfundament wordt in stand gehouden door de zandverliezen als gevolg van onder andere de zeespiegelstijging te compenseren met het suppleren van zand op de vooroever. Jaarlijks wordt op een kustlengte van circa 350 km, waarvan circa 250 km zandige kust, gemiddeld 12 miljoen m3 zand op strand en vooroever gesuppleerd. Voor het contract 2006 is in overleg met betrokkenen in het Provinciaal Overleg Kustlijnzorg (POK) – besloten om een gedeelte van de werkzaamheden in 2007 uit te voeren. Deze verandering is meegenomen in de begroting 2007 en de service level agreement (SLA) 2007. De uitgestelde werkzaamheden vinden plaats in de provincie Zeeland. In 2006 werd zodoende de afspraak bijgesteld naar 10 750 000 m3. In 2006 is uiteindelijk aan suppleties miljoen 3,4 m3 op strand en 6,5 miljoen m3 op vooroevers gerealiseerd. De lagere realisatie in 2006 is veroorzaakt doordat eind 2005 reeds een deel van de voor 2006 geplande suppletie is gerealiseerd.

kst-31031-A-1-3.gif

Bron: Rijkswaterstaat

Beheer en onderhoud stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen

BasispakketPrestatie-indicatorWaarde 2006Realisatie 2006
Primaire waterkeringen, stormvloedkeringen dijken en stormvloedkeringGroei naar 100% voldoen aan de normen wet op waterkeringen (alle bekende maatregelen uitvoeren)Beheer en onderhoud zonder beperkingen uitvoeren85%  100%85%  100%

Bron: Rijkswaterstaat

Op basis van de toetsing van de wet op de waterkeringen in 2006 voldoet ongeveer 15% van de keringen niet aan de eisen. Dit betreft geen achterstallig onderhoud, maar heeft betrekking op het voldoen aan nieuwe functie-eisen. Gedurende 2006 is dit percentage gelijk gebleven (al het noodzakelijk onderhoud om de keringen in de toestand 2006 te houden is uitgevoerd). Om aan deze nieuwe functie-eisen te voldoen is het hoogwaterbeschermingsprogramma vastgesteld (artikel 11.03).

Het areaal aan primaire keringen is verminderd met 2,8 km als gevolg van de overdracht van het Hollands Noorderkwartier aan het Hoogheemraadschap.

AreaaleenheidOmvangTarief in 1 000€Totaalbudget 2006 in 1 000€Realisatie 2006
Dijken primaire waterkeringen in km48055,04826 42326 423
Stormvloedkeringen48 53734 14734 147
Niet primaire waterkeringen in km26822,7546 0986 098
Suppleren voor kustlijnzorg in m312000 0000,00448 88348 883

Bron: Rijkswaterstaat

11.02.05 Basispakket beheer en onderhoud integraal waterbeheer

 AreaaleenheidOmvang
BegrootVergunningen2 773
GerealiseerdVergunningen2 799

Bron: Rijkswaterstaat

Op dit moment wordt onderzocht hoe de prestaties in de vergunningverlening verder verbeterd kunnen worden. Hierbij wordt onder andere getracht een nadere uniformeringen van de werkzaamheden te realiseren. Daarnaast wordt de procesgang om tot verlening van vergunningen te komen nader onderzocht. In dit proces zijn er echter ook processtappen waarop de invloed van Verkeer en Waterstaat beperkt is.

De nieuwe structuur van de Kustwacht is in 2006 vastgesteld in het Besluit instelling Kustwacht waardoor de formele start nieuwe Kustwacht per 1 januari 2007 mogelijk werd. De aansturingsorganen voor de nieuwe Kustwacht zijn reeds vanaf tweede kwartaal 2006 in werking. De Kustwacht werkt nog niet geheel volgens de nieuwe structuur maar dat zal naar verwachting in de eerste helft van 2007 zijn beslag krijgen. Ook de overdracht van middelen zal in 2007 plaats vinden. Besluitvorming over de Rijksrederij heeft plaatsgevonden en het is de bedoeling dat deze per 1 januari 2008 van start gaat.

11.02.08 Groot variabel onderhoud Waterbeheren

In het kader van de investeringsimpuls «achterstallig onderhoud» uit 2004 wordt een aantal projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben een lange looptijd en komen pas gereed na 2006. Het gaat om de volgende projecten:

ProjectenOplevering ontwerpbegroting 2006Opleveringen cf Mid Term Review 2006 bij begroting 2007Huidige planning
Renovatie stuwen Lek201020102010
Masterplan Haringvliet: conservering staal/elektronica bewegingswerken200920112011

Bron: Rijkswaterstaat

Vanwege de complexiteit van deze projecten duurt de voorbereiding ongeveer een half jaar langer dan vooraf was ingeschat. Vooralsnog is het de verwachting dat de projecten in 2010 worden gerealiseerd, zoals reeds is gemeld in de Midterm Revieuw (MTR). Dit geldt niet voor de reeds gemelde vertraging in het deelproject Conserveren Haringvlietschuiven.

11.03.01 Realisatie Waterkeren

Waterkeren (Hoofdwatersystemen)Realisatie IF 11.03.01
 uitgaven 2006 in EUR mln. Gereed
OmschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegr. 2006Real. 2006
CATEGORIE 0  
Deltaplan grote rivieren98– 1 200620101
      
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming projecten (inter)nationaal     
NURG71– 6a20152015 
Participatie20– 2b  
Projecten landsdeel Oost     
Doorlatend maken spoorbrug Oosterbeek     
Projecten landsdeel Zuid     
Keent1120102010 
      
DijkversterkingProjecten landsdeel West     
Flevoland en Noordoostpolder 77c200520062
Herstel steenbekledingProjecten (inter)nationaal     
Onderzoek Hydraulische randvoorwaarden (HR 2006)1120062006 
Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart (VNK)0020052005 
Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart 2 (VNK2)01  
Projecten landsdeel West     
Noordoostpolder en Flevoland114– 7c20062006 
Projecten landsdeel Zuid     
Oosterschelde9189d20152015 
Westerschelde233916d20152015 
HoogwaterbeschermingProjecten (inter)nationaal     
Hoogwaterbeschermingsprogramma 1e en 2e toetsing6827– 40e20202020 
Hoogwaterbeschermingsprogramma overige projecten75– 2 20202020 
Zwakke Schakels Nederlandse Kust     
Zeewering Den Helder   20052005 
Overig     
Kleine projecten41– 3f  
Totaal realisatieprogramma 11.03.01141114– 27   

Toelichting

Financiële toelichting

a Dit is het gevolg van vertragingen bij de projecten aansluiting Sliedrechtse Biesbosch en Lexkesveer. Bij de aansluiting Sliedrechtse Biesbosch is de vertraging veroorzaakt door problemen met de vergunningverlening, bij de Lexkesveer door vertraging in de grondaankopen.

b Dit project hangt samen met het NURG-programma. Door vertragingen in het NURG-programma was minder inzet vanuit RWS benodigd.

c De projecten: Dijkversterking Flevoland en Noordoostpolder en Steenbekleding Flevoland en Noordoostpolder moeten in samenhang worden beoordeeld. De verbetering van de dijken van de Noordoostpolder en Flevoland langs het IJsselmeer en het Markermeer is in 2006 afgerond. De verbetering bestond uit verhoging en/of versterking van de waterkering of uit vervanging van de bestaande steenbekleding.

d Het project is versneld om de realisatie in 2015 te behalen. Voor versnelling was meer budget benodigd. Het gaat hier om een kasschuif en niet om een kostenstijging. Het totale project herstel steenbekleding Ooster- en Westerschelde is voortvarend opgepakt. In totaal is nu 111,6 km verbeterd, waarvan 104,8 km in de Westerschelde en 6,8 km in de Oosterschelde. In 2006 is 20,3 km verbeterd hetgeen een (bijna) verdubbeling betekent ten opzichte van de afspraak.

e Het bedrag van € 50 mln. dat is toegevoegd naar aanleiding van amendement 18 van het lid Snijder-Hazelhoff, inzake de versnelde aanpak van de zwakke schakels in de Nederlandse Kust en dijkversterkingen, is in 2006 voor een groot deel (ca € 40 mln.) onuitgeput gebleven. Er kon formeel pas met de uitvoering van start worden gegaan na besluitvorming in de Tweede Kamer over de resultaten van de tweede toetsing en de financiering van de prioritaire projecten. Dit heeft pas in het najaar plaatsgevonden. In 2006 konden de volgende subsidies nog wel worden uitgekeerd: Maaskaden, Keersluis Lauwersoog, Markermeerdijk Enkhuizen-Hoorn en Pr. Hendrikpolder–Texel.

f Kleine projecten: De campagne «Nederland leeft met Water» is ten laste van Hoofdstuk XII, artikel 41 uitgevoerd.

Afwijkingen in de planning

1 De planning voor het gereed komen van het totale programma Delta plan Grote Rivieren (DGR) is verschoven naar 2009 als gevolg van het project herversterking Harlingen dat nog moet starten. Dit project is nog niet in uitvoering bij Provincie.

2 Zie de toelichting bij c.

11.03.02 Realisatieprogramma Waterbeheren

Waterbeheren (Hoofdwatersystemen)Realisatie IF 11.03.02
 uitgaven 2006 in EUR mln.Programma gereed
ProjectomschrijvingBegr.RealisatieVerschilBegr 2006Realis. 2006
CATEGORIE 0  
Projecten (inter)nationaal     
Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB)43– 1 20082008 
Sanering waterbodems2718– 9adiversdivers 
Stimuleringsregeling hergebruik baggerspecie (SVB)10– 1b20092009 
Subsidie baggeren bebouwd gebied (SUBBIED)2715– 12c201020111
Projecten landsdeel Oost     
Inrichting IJsselmonding10– 1d200620072
Integrale inrichting Veluwe randmeer (IIVR)2320112011 
Projecten landsdeel West     
Natte natuurprojecten IJsselmeergebied61– 5e200720093
Depot Hollandsch Diep122614f20082008 
Haringvliet De Kier61– 5g200620094
Klein Profijt000h20052005 
Uitbreiding gemaalcapaciteit IJmuiden00,60,6h200520065
Projecten landsdeel Zuid     
Aanleg baggerdepots (voorheen Depot Koerogspolder)20– 2i200720066
Doorlaatmiddel Veerse Meer012004nvt7
Vispassages Grave en Borgharen21– 1j200620098
Overig     
Nieuwe projecten Herstel en Inrichting (H&I, excl. B&O-deel)671kn.v.t.  
Nationaal Bestuursakkoord Water (vanaf 2005)140– 14l  
Totaal realisatieprogramma11077– 33   

Toelichting

Financiële toelichting

a In 2006 wordt het verschil grotendeels veroorzaakt door vertragingen in de uitvoering en latere betalingen. Het gaat hierbij om: (1) Bij de sanering Malburgerhaven is vertraging ontstaan door latere aanbesteding en vertraging bij start van de uitvoering van het werk als gevolg van discussie met de aannemer over het risico van het aantreffen van niet gesprongen explosieven. (2) Bij de sanering Oevers Markerink kon als gevolg van vertraging van onderzoek bij de provincie (beproeving grondwatersanering) het saneringsplan pas later worden opgesteld. (3) Het project Sanering Driel/Rosandepolder is wel in 2006 opgeleverd, maar betaling is in 2007 voorzien. In 2006 is minder subsidie verleend dan was ingeschat. Dit is het gevolg van latere indiening of lagere declaraties van subsidieaanvragers (gemeenten en waterschappen) in het kader van de Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied (SUBBIED).

b Vanaf 21 juli 2006 is de SVB regeling vervallen en kunnen geen nieuwe subsidie aanvragen meer worden ingediend. De Subsidieregeling Verwerking Baggerspecie (SVB) blijft wel van toepassing op de afhandeling van aanvragen ingediend vóór 21 juli 2006. Net voor de sluitingsdatum van 20 juli, zijn er acht pro-forma aanvragen binnengekomen, hiervan zijn twee aanvragen naderhand aangevuld en positief beschikt. In 2006 zijn heeft er geen realisatie plaatsgevonden.

c Sinds de invoering van de regeling in juli 2002 zijn (eind juni 2006) in totaal aan 44 aanvragen subsidies toegekend en zijn 14 aanvragen na subsidietoekenning alsnog ingetrokken (omdat uitvoering niet haalbaar bleek). In totaal is aan de 30 niet-ingetrokken aanvragen voor € 3,6 miljoen subsidie toegekend. Hiermee is het plafond van de subsidie bereikt. In totaal zijn er tot nu toe acht projecten vastgesteld en uitbetaald.

d In verband met juridische procedures is het project inrichting IJsselmonding vertraagd; oplevering wordt nu in 2007 voorzien.

e De projecten Eemmeer, Natte As, Kreupel, Kamperhoek en Edam/Volendam zijn vertraagd en konden in 2006 nog niet worden aanbesteed. Deze vertragingen komen voort uit vergunningsprocedures met betrekking tot berging van grond bij Eemmeer, de functionele specificering van nieuwe innovatie contracten bij Natte As, procedures inzake wijzigen bestemmingplannen bij Kamperhoek alsmede het verkrijgen van overeenstemming met Staatsbosbeheer inzake beheersafspraken rondom Kreupel.

f Voorspoedige uitvoering en aansturing op versnelling, dus betreft dit een kasverschuiving. Daarnaast is op dit project ook het saneringsdeel geboekt, omdat dit als één project wordt uitgevoerd.

g In het Bestuursakkoord uitvoering Besluit Beheer Haringvlietsluizen (december 2004), afgesloten tussen het ministerie van LNV, V&W en de Provincie Zuid-Holland, heeft de provincie de verantwoordelijkheid gekregen voor de uitvoering van het project zoetwatervoorziening en natuurontwikkeling Noordrand Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten. De uitvoering bij de provincie loopt achter, waardoor ook de subsidie-uitkering achterblijft.

h Projecten zijn uitgevoerd en opgeleverd. Enkele restpunten worden nog uitgevoerd, waardoor de financiële afronding in 2007 plaatsvindt.

i Het baggerspeciedepot Koerogspolder 5 is niet doorgegaan. De financiële afwikkeling is thans afgerond. Het resterende bedrag is in in 2006 ingezet bij VNK-2.

j Als gevolg van problemen in de acceptatietest kon Grave niet worden opgeleverd. De vispassage is echter wel opengesteld. De oplevering is nu in het eerste kwartaal van 2007 voorzien. Bij Borgharen is de start van de uitvoering vertraagd als gevolg van een juridische procedure tegen de Wbr-vergunning. Openstelling is voorzien eind 2007 en de oplevering in 2009.

k Herstel & Inrichting: In 2006 is een begin gemaakt met de toetsing van alle projecten aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water voorzover deze bekend en uitgewerkt zijn. Deze toetsing wordt in 2007 afgerond. De verdere uitwerking van de projecten wordt ingevuld op basis van de uitkomsten van deze toetsing. In 2006 is geïnvesteerd in de aanleg van een natuurvriendelijke oever bij Duursche Waarden (IJssel) en de aankoop van gronden voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers (met name langs de Maas). Voor de overige projecten is de planvorming verder uitgewerkt. De uitgaven passen binnen het totaal budget dat voor H&I beschikbaar is.

l De tijdelijke subsidieregeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast (de zogenaamde «100 miljoen-regeling») is per 1 april 2004 in werking getreden en snel daarna ingevuld met projecten. De eerste projecten zijn reeds afgerond. Het betreft bijvoorbeeld de realisatie van een retentiepolder bij het waterschap Fryslan, het afkoppelen en infiltreren van regenwater in de gemeente Rijssen-Holten en de bouw van een gemaal bij waterschap de Dommel. De laatste projecten worden 2010 afgerond. De opdrachtnemer heeft op basis van de voortgangsrapportage géén factuur ingediend, waardoor er in 2006 € 14 mln. onbesteed is gebleven. Dit zal nu begin 2007 tot betaling leiden.

Afwijkingen in de planning

1 De uitvoering van de saneringen worden gerealiseerd tot en met 2010. Verwacht wordt dat de financiële afwikkeling doorloopt in 2011.

2 In verband met juridische procedures is oplevering thans in 2007 voorzien.

3 Door vertraging in het vergunningenproces wordt oplevering van het laatste project voorzien in 2009.

4 Door vertraging in het proces bij de provincie wordt de oplevering in 2009 voorzien.

In het kader van bestrijding van wateroverlast wordt gewerkt aan de realisatie van twee gemalen te Gouda en IJmuiden. Beide projecten zijn in 2006 opgeleverd.

5 Voor gemaal IJmuiden worden in het eerste kwartaal van 2007 nog enige restpunten uitgevoerd.

6 Het baggerspeciedepot Koegorspolder is niet doorgegaan. De financiële afwikkeling is thans afgerond. Het resterende bedrag is in 2006 ingezet bij VNK-2.

7 Het project is in 2004 opgeleverd. De financiële afwikkeling is in 2006 afgerond.

8 In verband met juridische procedures is oplevering voorzien in 2009.

11.05 Verkenningen en planstudies

11.05.01 Verkenningenprogramma Hoofdwatersystemen

Verkenningenprogramma IF 11.05.01
LokatieIndicatie ModaliteitProbleemGereed
  Begroting 2006Realisatie 2006
Landsdeel (internationaal)    
RampenbeheersingsstrategieWaterbeherenVeiligheid20062006
Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden)    
Landsdeel Noord    
Natuurontwikkelingsplan EemsWaterbeherenNatuur20072007
Landsdeel West    
Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kustWaterkerenKustuitbreiding20062006
Landsdeel Zuid    
Herinrichting Waals Ned. GrensmaasWaterbeherenWaterbeheersing en KRW20072007
Integrale Verkenning Maas (IVM)WaterkerenDuurzame hoog- water-bescher- ming20052005

11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheren

Planstudieprogramma Hoofdwatersystemen (artikel IF 11.05.03)
 Gereed
OmschrijvingBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 1  
Projecten (inter)nationaal  
Volkerak Zoommeerpb20081
Landsdeel Zuid  
Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuariumpb20072
Peilbesluit Veerse meerpb20073

Legenda:

tb/pb tracébesluit/projectbesluit

Afwijkingen in de planning

1 Vertraagd door aanvullend onderzoek verzilting. Oplevering wordt voorzien in 2008.

2 De milieueffectrapportage (MER) is uitgelopen in de onderzoeksfase in verband met discussie over de te maken keuzes van uit de verschillende voorliggende varianten. Medio 2007 wordt het hoofdrapport MER ter vaststelling voorgelegd. Als gevolg daarvan en de nog te bewandelen procedures rondom de MER en Ontwerp Tracébesluit (OTB) zal het Tracébesluit (TB) pas eind 2007 plaatsvinden.

3 Vanwege de procedures rondom de MER zal het projectbesluit pas in 2007 plaatsvinden.

12 Hoofdwegennet

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel hoofdwegen is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:

• artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;

• artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;

• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.

b. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering (in € mln.)
12. HoofdwegennetRealisatieBegroting 2006 Verschil 2006
20052006
Verplichtingen 2 701 1072 075 087626 0201
Uitgaven1 628 5602 110 7432 492 951– 382 208 
12.01 Verkeersmanagement48 86061 95154 2927 659 
12.01.01 Basispakket verkeersmanagement48 86056 63354 2922 341 
12.01.02 Service verkeersmanagement Filevermindering 5 318 5 3182
12.02 Beheer en onderhoud688 2681 039 854836 106203 748 
12.02.01 Basispakket B&O Infrast. Hoofdwegen612 086879 537677 447202 0903
12.02.02 Servicepakket B&O infrastr. Hoofdwegen76 183160 317158 6591 658 
12.03 Aanleg, benutting en planstudie ná tracébesluit858 083660 3941 122 628– 462 234 
12.03.01 Realisatieprogramma Hoofdwegen823 296496 923674 703– 177 7804
12.03.02 Planstudieprogramma ná tracébesluit34 787163 471447 925– 284 4544
12.04 Geintegreerde contractvormen/PPS12 892123 224117 9785 246 
12.04.01 Geintegreerde contractvormen/PPS12 892123 224117 9785 246 
12.05 Verkenningen en planstudies vóór tracébesluit20 457225 320361 947– 136 627 
12.05.01 Verkenningen 7047004
12.05.02 Planstudieprogramma vóór tracébesluit20 457224 616361 247– 136 6314
Apparaatsuitgaven   
Baten-lastendiensten 1 408 5431 189 339219 204 
12.09 Ontvangsten 64 20932 76431 4455

Financiële toelichting

1 De hogere verplichtingenrealisatie ten opzichte van de ontwerpbegroting heeft voornamelijk betrekking op de A2 Tangenten Eindhoven en de A4 Burgerveen–Leiden. Deze projecten zijn innovatief aanbesteed, waardoor de verplichtingen voor het betreffende project in één keer zijn aangegaan en niet in onderdelen of gefaseerd.

2 In 2006 is het Programma Filevermindering gestart om landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen. Hiervoor zijn in 2006 bij Najaarsnota aan dit artikelonderdeel middelen toegevoegd. Uiteindelijk is er voor € 5,3 mln. aan uitgaven gerealiseerd.

3 De hogere uitgaven voor het basispakket beheer en onderhoud zijn nagenoeg geheel veroorzaakt door de overdracht van de N34 en N46 en een aantal rijkswegen in Zeeland, aan respectievelijk de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Zeeland. De Kamer is hierover geïnformeerd bij Najaarsnota 2006. De afkoopsom die met deze overdracht gepaard ging, bedroeg ruim € 194 mln.

4 De achtergrond en oorzaken van de lagere realisaties op de realisatie- en planstudieprojecten zijn in 2006 aan de Kamer gemeld en toegelicht (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 560 A, nr. 2; suppletoire wet samenhangende met de Voorjaarsnota 2006). Hierbij is ondermeer aangegeven dat – om zoveel mogelijk te voorkomen dat na 2005 opnieuw in 2006 de feitelijke betalingen achterblijven bij de ramingen – het noodzakelijk was de kasprognoses van de projecten op het Infrastructuurfonds nauwgezet te monitoren en te herijken. Tezamen met de technische verwerking van de in de brief van 6 december 2005 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 29) aangekondigde kasmaatregelen, was dit aanleiding om ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2006 een forse verlaging aan te brengen bij Voorjaarsnota. Voorname verschuivingen hebben plaatsgehad bij de wegenprojecten als A1/A6/A9 Craag, A12 en een deel van de Zichtbaar, Slim en Meetbaar (ZSM)-projecten.

5 De meerontvangsten zijn hieronder apart inzichtelijk gemaakt. De oorzaak houdt veelal verband met de individuele voortgang bij de afzonderlijke projecten. De post «diverse ontvangsten» betreft onder andere bijdragen die verkregen zijn voor de RW4 Dinteloord-Bergen op Zoom en RW9 Badhoevedorp.

Gespecificeerde ontvangsten van dit productartikel (x 1000 €)
 Realisatie 2005Begroot 2006Realisatie 2006Verschil 2006
rw 2 Holendrecht–Oudenrijn 1 59418 99217 398
rw 2 Everdingen–Deil–Zaltbommel–Empel 2 400764– 1 636
rw 4 Dintel–Bergen op Zoom 010 11610 116
rw 9 Badhoevedorp 016 60916 609
rw 10 Coentunnel/West.randweg 04 1484 148
rw 12 Den Haag–Gouda 01 7621 762
rw 15 Reconstructie aansluitingen 2 9000– 2 900
rw 31 Leeuwarden–Drachten 5 8000– 5 800
rw34 Ommen  656656
rw 35 Zwolle–Almelo combiplan  991991
Diverse ontvangsten 20 07010 171– 9 899
Totale ontvangsten70 04032 76464 20931 445

c. Het actuele programma

12.01 Verkeersmanagement

12.01.01 Basispakket verkeersmanagement

Verkeersmanagement is gericht op de beperking van voertuigverliesuren en het vergroten van de betrouwbaarheid van het netwerk. Op dit gebied is in 2006 vooruitgang geboekt. Onderdeel hiervan is de verkeersgeleiding, welke in toenemende mate wordt gebruikt om verkeers- en vervoersstromen actief te sturen (omleidingroutes, dynamische snelheden). Zo zijn er pilots uitgevoerd met blokrijden en dynamische snelheidslimieten. Ter bevordering van het incidentmanagement zijn er weginspecteurs met verkeersregelende bevoegdheden opgeleid en ingezet. Dit heeft geleid tot snellere aanrij- en afhandeltijden bij incidenten. Verder is in 2006 een proef uitgevoerd met het versneld bergen van vrachtauto’s in de regio Utrecht en is onderzoek gedaan naar de oorzaken van incidenten met vrachtwagens. De resultaten hiervan zijn begin 2007 aan de Tweede Kamer gestuurd. Ten slotte wordt in alle verkeerscentrales op dit moment met een drietal regelscenario’s gebruikt, één voor de situatie tijdens de spitsen, één voor evenementen en één in geval van calamiteiten.

Met het project Groot Onderhoud is in 2006 een nieuwe aanpak gebruikt bij werkzaamheden op de weg met als doel verkeershinder zoveel mogelijk te beperken. In 2006 was de filezwaarte veroorzaakt door wegwerkzaamheden 4% van de totale filezwaarte. Het gemiddelde in voorgaande jaren was dit 5%. De aanpak is gebaseerd op het goed en intensief informeren het publiek, het op een «slimme» wijze uitvoeren van plannen door het goed op elkaar afstemmen van werkzaamheden en het samenwerken met partners. Bij de grote projecten wordt, waar dat kan helpen in het verminderen van de overlast, gebruik gemaakt van de inzet van Openbaar Vervoer-alternatieven.

Eenheidt/m 2004t/m 2005Begroot t/m 2006Realisatie t/m 2006
VerkeerssignaleringKm997,3999,31 047,61 224**
Verkeerscentralesstuks7666
Spits- en plusstrokenstuks1927*47*33
Doelgroepstroken, incl. busvoorzieningenstuks36383896**

* De luchtkwaliteitproblematiek heeft invloed op de voortgang van de planning van spitsstroken.

** Binnen Verkeer en Waterstaat met het Netwerk InformatieSysteem (NIS) de areaalomvang van verkeerssignalering en doelgroepstroken per 31 december 2006 opnieuw vastgesteld. Deze is nu volledig actueel.

Bron: Rijkswaterstaat

12.01.02 Servicepakket verkeersmanagement

In de tweede helft van 2006 is gestart met het Programma Filevermindering, ook wel «Fileproof» genoemd. Het doel van dit programma is om met belanghebbenden en andere overheden in de jaren 2006, 2007 en 2008 met creatieve oplossingen duidelijke resultaten te boeken in de vermindering van files. Hierbij zijn in 2006 in totaliteit bijna drieduizend ideeën door externe deskundigen beoordeeld op de haalbaarheid. Dat heeft geresulteerd in een programma met circa veertig projecten. Op een aantal projecten is in 2006 reeds resultaten geboekt:

• er is een «Groene-Golfteam» gevormd dat vanaf medio januari 2007 de doorstroming bij de verkeerslichten in Nederland doorlicht;

• er is een Bestuurlijk Convenant (In de ban van de ring) getekend om de reguliere doorstroming te verbeteren op de ring A10 Amsterdam;

• de openingstijden van diverse bruggen zijn gewijzigd: ze gaan niet meer open tijdens de spits;

• de verkeerscentrales worden ondersteund bij het optimaliseren van draaiboeken bij incidenten en werk in uitvoering door een mobiel team;

• er is een ZOAB reiniger beschikbaar, die bij ongevallen de weg sneller schoon kan maken;

• de inzet van nieuwe calamiteitenschermen om kijkfiles te minimaliseren;

• er is een grootschalige praktijkproef gehouden met het ritsen in blokken van 5 tot 10 auto’s. Hiervan komen definitieve resultaten in het voorjaar 2007 beschikbaar.

12.02 Beheer en onderhoud

De areaalgegevens voor rijkswegen zijn opgenomen in de volgende tabel.

Specificatie areaal rijkswegen
  20042005Begroot 2006Realisatie 2006
Soort beheer en onderhoud     
rijbaanlengte (in km)hoofdrijbanen5 7895 8205 8205 635*
rijbaanlengte (in km)verbindingswegen en op- en afritten1 7471 7501 7501 259**
zwart onderhoud (in km2)hoofdrijbanen70717170,4
zwart onderhoud (in km2)verbindingswegen en op- en afritten15151510,2**
– groen onderhoud (in km2) 186188188186

* Als gevolg van de overdracht van de N34 (provincies Overijssel en Drenthe) en N46 (provincie Groningen) en enkele wegen in Zeeland, is de rijbaanlengte afgenomen.

** Bij de digitalisering van het areaal is de lengte van verbindingswegen en op- en afritten opnieuw gedefinieerd. Het gevolg hiervan is dat de in- en uitvoegstroken, die vroeger meegerekend werden als onderdeel van de verbindingsweg en op-/afrit, nu niet meer meetellen. Deze worden nu gezien als onderdeel van de hoofdrijbaan.

Bron: Rijkswaterstaat

12.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud

Ten aanzien van de afgesproken prestatie-indicatoren voor het basispakket Beheer en Onderhoud zijn in 2006 de volgende resultaten behaald:

BasispakketPrestatie indicatorEenheidBegroot 2006Realisatie 2006
Voorzieningenniveau InfrastructuurVoldoen van wegen aan de afgesproken normen% areaal85%96%
Waarborg voor verkeersveiligheid, doorstroming en publiekvriendelijk werkenBij het (tijdelijk) niet voldoen aan de normen van de wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels worden binnen maximaal 24 uur na constatering maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te waarborgenaantal malen niet voldaan binnen afgesproken tijd10

Het is het afgelopen jaar niet voorgekomen, dat niet binnen de afgesproken tijd maatregelen waren genomen om de verkeersveiligheid te waarborgen, na constatering van het (tijdelijk) niet voldoen aan de normen van wegen, viaducten, auqaducten, bruggen en tunnels.

Zoals gemeld in de Mid Term Review Beheer en Onderhoud bij de ontwerpbegroting 2007 begint de staat van beheer en onderhoud van het areaal rijkswegen op orde te komen. Daaraan liggen twee redenen ten grondslag.

1. Er in het kader van regulier onderhoud 250 km meer asfalt vervangen dan vooraf was berekend.

2. Daarnaast wordt Beheer en Onderhoud niet gelijkmatig verdeeld over de jaren. Het aantal wegvakken waar in 2006 het asfalt vervangen moest worden lag bijvoorbeeld onder het gemiddelde. Hierdoor was er dat jaar meer ruimte om achterstand in te lopen. (Uiteraard zijn er ook jaren waarin de hoeveelheid te vervangen asfalt hoger is dan gemiddeld). Daarnaast is ook het budget van de impuls 2003 (12.02.02) gebruikt om achterstallig onderhoud in te lopen.

Bron: Rijkswaterstaat

12.02.02 Servicepakket Beheer en Onderhoud

Impuls 2003

De uitvoering van het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud Rijkswegen, waarmee wordt beoogd de meest urgente beheer- en onderhoudsachterstanden weg te werken, ligt op schema. Tot en met 2006 is 826 km achterstallig verhardingsonderhoud weggewerkt. Voor 2007 is de vervanging van 474 km voorzien, waarmee de toegezegde 1300 km achterstallig verhardingsonderhoud zal zijn gerealiseerd.

JaarGerealiseerd (km’s)Planning (km’s)Totaal
2004179 179
2005145 145
2006502 502
2007 474474
Totaal8264741 300

Daarnaast zijn in 2006 uit de impuls beheer en onderhoud de twee geplande renovaties aan de Hagesteinse brug en de brug Keizersveer gerealiseerd.

Bron: Rijkswaterstaat

Servicepakket meer vlot

In het kader van het servicepakket meer vlot is in 2006 de vrachtwagenparkeergelegenheid op de verzorgingsplaats «De Paal» langs de A1 uitgebreid. Tevens is nader onderzoek verricht naar de ongevallen op de A67 tussen Geldrop en Leenderheide. Als follow-up hiervan zullen in 2007 pech-havens voor vrachtverkeer aangelegd worden.

Servicepakket meer veilig

In 2006 is gestart met de realisatie van de verkeersveiligheidsimpuls voor niet-autosnelwegen die in beheer zijn van het Rijk. Met de ombouw van de N50 (Hattemerbroek-Kampen) is de veiligheid hier aanzienlijk verbeterd. Daarnaast zijn langs een tweetal wegen bermverhardingen aangebracht, zijn twee kruispunten verbeterd en zijn essentiële herkenbaarheidskenmerken aangebracht op de N57, de N59 en de N60.

Het budget dat bestemd was voor verkeersveiligheidsmaatregelen op de N34 en N46 is met de overdracht van deze wegen ter beschikking gesteld aan respectievelijk de provincies Overijssel, Drenthe en Groningen. Met deze provincies is overeengekomen dat zij de afgesproken maatregelen zullen realiseren.

Servicepakket meer kwaliteit leefomgeving

Met het servicepakket meer kwaliteit leefomgeving wordt een bijdrage geleverd aan de uitvoering van het meerjarenprogramma ontsnippering.

In het kader van ontsnippering zijn in 2006 o.a. de faunatunnels N34 en A28 (beide provincie Drenthe) gereed gekomen. Momenteel zijn in uitvoering de faunatunnels onder de A67 en N69 (provincie Noord-Brabant), een amfibietunnel onder A27 (Noord-Brabant) en looprichels onder de A20, A16 (provincie Zuid-Holland). Verder is in 2006 gestart met de voorbereidingen van de realisatie van ecoducten over de A2 (Kruisberg, Weerterbos, beide provincie Limburg), A28 (Huis ter Heide, provincie Utrecht), de A1 (Laren) en de A27 (De Bosberg) (beiden provincie Noord-Holland).

12.03 Aanleg, benutting en planstudie na tracébesluit

12.03.01 Realisatieprogramma hoofdwegennet

De lagere uitgaven op het ZSM-programma worden veroorzaakt door de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit. Hierdoor bleek het noodzakelijk om in de voorbereidende fase nieuwe en/of aanvullende luchtkwaliteitsonderzoeken uit te voeren. De uitvoeringsplanning van een groot aantal projecten is om deze reden vertraagd (zie ook het Infraprioriteitenverslag).

De mutaties in de kasuitgaven hebben overigens geen effect op de geplande opleveringsdatums en de totale projectkosten. Voor een aantal projecten is in de tabellen nadere informatie terug te vinden.

3. Realisatieprogramma Aanleg Rijkswegen IF 12.03.01)
ProjectOmschrijvinguitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
Projecten landsdeel Noord     
31Leeuwarden-Drachten337– 26a20082008 
7Rw Zuidelijke ringweg Groningen, fase 1033b 2009 
37Hoogeveen-Holsloot-Emmen-Duitse grens2624– 2 20072007 
Projecten landsdeel Oost     
2Everdingen–Deil–Zaltbommel–Empel5222– 30a20102010 
35Zwolle–Almelo (traverse Nijverdal)022b 2013 
35Wierden – Almelo2319– 4c20082008 
Projecten landsdeel West     
2Holendrecht-Oudenrijn111102– 9 201220131
2Knpt. Oudenrijn (rw12)-Knpt. Everdingen (rw27), incl. 2e brug o/d Lek bij Vianen en verzorgingsplaats011d20052005 
14Wassenaar-Leidschendam (verlengde Landscheidingsweg incl. aansluiting Hubertusviaduct4328– 15a20082008 
15Europaweg (Dintelhavenbrug; Calandtunnel en 3 aansluitingen)285– 23e20052005 
15Aansluiting Vondelingenplaat2320052005 
15Reconstructie aansluiting bij H-Giessendam en Sliedrecht13218f20062006 
Projecten landsdeel Zuid     
 Maatregelenpakket Limburg122– 10g 2009 
2Rondweg Den Bosch7111– 60a20102010 
2Tangenten Eindhoven293910h20102010 
4Dinteloord-Bergen op Zoom, omleiding Halsteren022b 2007 
50Eindhoven-Oss asw 2x21815– 3 20052005 
73/74Venlo-Maasbracht ism Rw 74, N68 en OTR236167– 69i20072007 
Overig     
 Dynamisch verkeersmanagement00nvtnvt 
 Filevermindering011jnvtnvt 
 Kleine projecten/Afronding projecten15227knvtnvt 
 Verkeersveiligheid infrastructuurpakket HWN en N33131– 12lnvtnvt 
 Totaal categorie 0725497– 228   
 Amendement 43 (Gerkens)– 50    
Totaal Realisatieprogramma IF 12.03.01675497– 178   

a Voor deze kasritme-aanpassingen wordt verwezen naar de toelichting bij punt 4 onder de tabel Budgettaire gevolgen van de uitvoering.

b Deze projecten zijn nieuw opgenomen in het realisatieprogramma en doorgestroomd vanuit planstudieprogramma na tracébesluit.

c Als gevolg van vertraging bij het verleggen van kabels en leidingen is op dit project € 4 mln. minder uitgegeven.

d Dit betreft naijlende betalingen. Het project is opgeleverd.

e Dit betreft de post onvoorzien bij dit project, waar in 2006 geen beroep op is gedaan. Deze schuift door naar 2007.

f De hogere uitgaven op dit project zijn o.a. het gevolg van hogere kosten voor benodigde asfaltreparaties, aanpassing van de grondslag waardoor een tweetal extra kunstwerken nodig waren en het nemen van extra verkeersmaatregelen. Hierover is de Tweede Kamer bij Voorjaarsnota 2006 (30 560A, nr. 3) geïnformeerd.

g Deze lagere uitgave valt samen met de daaarmee corresponderende bijdrage van de provincie Limburg. Deze waren in 2006 voorzien, maar zullen eerst in 2007 gerealiseerd worden.

h Dit houdt verband met een bijstelling van de BLS-dienst bijdrage aan RWS. Voor 2006 resulteert dit in hogere uitgaven. In latere jaren staat hier een verlaging tegenover.

i Hier is sprake van vertraging, mede veroorzaakt door luchtkwaliteitproblematiek.

j Dit betreft middelen voor het project filevermindering die ten laste van het realisatieprogramma aanleg rijkswegen worden gebracht.

k Het gaat hier om diverse kleine projecten en projecten die in afronding zijn. Per saldo is er over 2006 sprake van hogere uitgaven. Dit is onder andere het geval bij de N33, de trajecten Appingedam–Spijk en Spijk–Eeemshaven.

l Een langere procedure was nodig door de keuze van verdubbeling.

1 Het onderdeel Hooggelegen één jaar later gereed vanwege vertraging bij het alliantiecontract.

De volgende openstellingen van wegen hebben plaatsgevonden:

RWWegvakOpenstelling in JaarIn MaandAantal kmTotaal aantal rijstrokenTotaal aantal rijbanen
2Oudenrijn–Everdingen2005Jan262
15Aansluiting Vondelingenplaat2005Julinvtnvtnvt
15Europaweg2005Decnvtnvtnvt
50Eindhoven–Oss, gedeelte Uden–Oss2005Dec8,542
33Spijk–Eemshaven2005Aug621
15Reconstructie aansluitingen Hardinxveld–Giessendam en Sliedrecht2006Decnvtnvtnvt

Bron: Rijkswaterstaat

12.03.02 Planstudieprogramma na tracébesluit

Op de beide planstudieprogramma’s (zowel na als vóór tracébesluit) is in 2006 ten opzichte van de stand in de begroting € 414 mln. onbesteed gebleven. Voor de motivatie wordt verwezen naar de toelichting punt 4 onder de tabel Budgettaire gevolgen van de uitvoering en de planstudietabel onder 12.05.

12.04 Geïntegreerde contractvormen

Geintegreerde contracten Hoofdwegen IF 12.04
Project:Omschrijvinguitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
 Categorie 0     
 Projecten landsdeel West     
 Aflossing tunnels5149– 21  
 RW 11 Alphen aan de Rijn–Bodegraven betaling PPS constructie66  
 Projecten landsdeel Zuid     
 Exploitatie Westerscheldetunnel475032  
 RW59 Rosmalen–Geffen, PPS141843  
 Totaal categorie 0118123  

1 De betaling voor de Wijkertunnel en Tunnel de Noord is neerwaarts bijgesteld in verband met de contractuele aanpassing van de prijs per passage.

2 Bij de Westerscheldetunnel is sprake van een € 3 mln. hogere uitgave vanwege een ontoereikende indexering van het budget in het verleden.

3 In 2006 zijn de kosten van de afwikkeling van de grondverwerving bovenop de jaarlijkse PPS-bijdrage van € 14 mln. gekomen.

12.05 Verkenningen en planstudieprogramma vóór tracébesluit

BeschrijvingGereedToelichting
 Begr. 2006Real. 2006 
CATEGORIE 1   
    
Categorie 1 (na tracebesluit)   
Projecten landsdeel west   
RW4 Burgerveen–Leidenpr2007Tracébeluit is in 2006 genomen, de procedures bij de RvS worden naar verwachting in 2007 afgerond.
    
Categorie 1 (voor tracebesluit)   
Projecten landsdeel Noord   
RW31 Zurich–HarlingenprJa 
    
Projecten landsdeel Oost   
RW 28 Hattemerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28 en A32tb2007Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is het tracébesluit vertraagd naar 2007.
RW 34 omleiding Ommen in comb met RW 35 Zwolle Almelopr2007Het tracébesluit is maart 2006 vastgesteld, de procedures bij de RvS worden naar verwachting in 2007 afgerond.
RW 50 Ewijk–Valburg–Grijsoordtb2007Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit worden de tracébesluiten voor zowel het traject Ewijk-Valburg als het traject Valburg – Grijsoord in 2007 verwacht.
Projecten landsdeel West   
RW1/RW6/RW9 Benuttingwab2007Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is het WAB vertraagd naar begin 2007.
RW2 Amsterdam Utrecht (Holendr–Oudenrijn) 2x5tb2007Vanwege een scopewijziging (van 2x4 naar 2x5) in mei 2006 is het tracébesluit een jaar uitgesteld.
RW2 Oudenrijn–Deiltb/pr2007/2008Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit voor zowel het traject Oudenrijn–Everdingen als het traject Everdingen–Deil zijn de tracébesluiten vertraagd naar 2007.
RW 7 Zaanstad–Purmerend Benuttingwab/pr2007Het WAB is in 2006 vastgesteld, de procedures bij de RvS worden naar verwachting in 2007 afgerond.
RW 9 Velsen–Badhoevedorp Benuttingwab/pr2008Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is het WAB vertraagd naar 2008. Naar verwachting worden de procedures bij de RvS eveneens in 2008 afgerond.
RW 9 Koedijk–De Stolpen BenuttingtbJa 
RW 10 Tweede Coentunnel en Westrandwegtb2007Het betreft twee afzonderlijke procedures. Het OTB voor de Coentunnel is in december 2006 vastgesteld, het tracébesluit voor de Coentunnel wordt begin 2007 vastgesteld. Het tracébesluit van de Westrandweg wordt naar verwachting in de loop van 2007 vastgesteld.
RW12 Den Haag–Gouda Benuttingpr2007Het WAB is in 2006 vastgesteld, de procedures bij de RvS worden naar verwachting in 2007 afgerond.
RW 12 Maarsbergen–Veenendaaltb2008Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is een vertraging opgetreden. Naar verwachting wordt het tracébesluit in 2008 genomen.
RW 12 Utrecht–Maarsbergen en Veenendaal–Edepr2007Traject Utrecht–Maarsbergen: vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is het WAB vertraagd naar 2007; naar verwachting worden procedures bij de RvS eveneens in 2007 afgerond. Traject Veendendaal–Ede: het WAB is in 2006 vastgesteld.
RW 12 Utrecht West Benutting ism Woerden–Goudapr2007Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is het WAB vertraagd naar 2007.
RW 50 Ramspol–Enstb2007Op verzoek van de Tweede kamer wordt het standpunt herzien, waarna een nieuw OTB zal worden opgesteld.
Projecten landsdeel Zuid   
RW 61 Hoek–Schoondijketb/pr2007Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is een vertraging opgetreden van 1 jaar.
RW74 Venlo ism rw73 zuid, N68 en Oosttangent Roermondpr2007Vanwege de problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit is de planstudie vertraagd.
RW2 Passage Maastrichttb2010Door diverse oorzaken, waaronder problematiek op het gebied van de luchtkwaliteit en een scopewijziging, is er een vertraging opgetreden.
    
Categorie 3   
Projecten landsdeel Oost   
RW1 Barneveld–DeventertbNeeProject beëindigd. Er is een verkenning opgestart voor het traject Apeldoorn-Deventer; de regio voert deze uit.

Bron: Rijkswaterstaat

12.05.01 Lopende verkenningen

LocatieProbleemReferentiekaderGereed
Landsdeel Oost   
Aansluiting A15 (Ressen)–A12 (Zevenaar)BereikbaarheidBestuurlijk Overleg2006
Landsdeel West   
Gebiedsgerichte verkenning Utrecht (netwerkanalyse)BereikbaarheidNota Mobiliteit2006

Bron: Rijkswaterstaat

13 Spoorwegen

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikelen:

– artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;

– artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;

– artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.

b. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering (in € mln.)
13 SpoorwegenRealisatieBegroting 2006Verschil
2005200620062006
Verplichtingen 2 597 4942 532 36365 131 
Uitgaven1 848 4382 069 3571 775 840293 517 
13.01 Railverkeersleiding91 36493 25175 97017 2811
13.02 Onderhoud en vervanging1 135 1311 547 391927 542619 849 
13.02.01 Regulier onderhoud1 135 131710 634412 042298 5922
13.02.02 Grote onderhoudsprojecten 625 493409 000216 4933
13.02.03 Rentelasten 188 654106 50082 1544
13.02.04 Betuweroute 22 610022 6105
13.03 Aanleg601 988372 286718 358– 346 072 
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer0315 090645 061– 329 9716
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer529 39530 75046 851– 16 1017
13.03.03 Uitgeven leenfaciliteit versnelde aanleg72 59326 44626 446
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS 47 52444 3743 150 
13.05 Verkenningen en planstudies19 9568 9059 596– 691 
13.05.01 Planstudieprogramma personenvervoer8 2475 2746 487– 1 213 
13.05.02 Planstudieprogramma goederenvervoer9 7091 1311 04784 
13.05.03 Verkenningenprogramma20002 5002 062438 
Apparaatsuitgaven 1 7831 129654 
Baten-lastendiensten 000 
13.09 Ontvangsten 1 04738 200– 37 1538
HSA 015 000– 15 000 
Overig 1 04723 200– 22 153

Financiële toelichting

1 Dit betreft bijna geheel de toevoeging van BTW en loon- en prijsbijstelling.

2 De voornaamste oorzaken van de hogere realisatie in 2006 zijn:

• De BTW die op basis van declaraties (en verantwoording over de werkelijk betaalde BTW over de relevante onderdelen) uit een aanvullende post van het ministerie van Financiën is gecompenseerd (137 mln). De begroting is exclusief BTW geraamd, terwijl de realisatie inclusief BTW is. Tot en met 2006 (dus ook in Jaarverslag) moet BTW elk jaar geclaimd worden uit de aanvullende post bij het Ministerie van Financiën op grond van de betaalde projecten. Daarom is in het Jaarverslag 19% bij de begroting opgeteld. Vanaf 2007 is dit veranderd, aangezien het Ministerie van Financiën vanaf 2007 structureel de BTW naar de begroting van VenW heeft overgeboekt.

• Een kasschuif om de middelen voor Beheer en Instandhouding beter aan te laten sluiten op de financiële behoefte van ProRail zoals die blijkt uit het beheerplan 2006, rekening houdend met de productie 2005 (€ 70 mln);

• In plaats van ProRail een beroep te laten doen op de leenfaciliteit is besloten een bedrag van € 75 mln á fonds perdu te financieren. Dit past in het beleid van schuldreductie ProRail.

• Aan de NS is in 2006 een subsidie verleend van € 45 mln voor aanloopverliezen bij de Thalys;

• Om de kosten voor onderhoud Betuweroute apart inzichtelijk te maken zijn de kosten van 13.02.01 Regulier onderhoud overgeboekt (ca. € 23 mln) naar het nieuwe artikelonderdeel 13.02.04.

3 De hogere realisatie op dit artikelonderdeel is m.n. veroorzaakt door:

• De BTW die op basis van declaraties (en verantwoording over de werkelijk betaalde BTW over de relevante onderdelen) uit een aanvullende post van het ministerie van Financiën is gecompenseerd (€ 100 mln). De begroting is exclusief BTW geraamd, terwijl de realisatie inclusief BTW is.

• De voor de 2e fase van het Herstelplan benodigde middelen zijn in 2006 overgeboekt (€ 143 mln) vanuit realisatieprogramma personenvervoer naar het Onderhoud en Vervanging. Dit omdat de verschillende onderdelen van het Herstelplan (vervangingen, oplossen capaciteitsknelpunten, kleine projecten) vallen onder de definitie van Beheer en Instandhouding. In lijn met het amendement Van Hijum – Van der Ham (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 16) zal overigens € 105 mln. binnen het programma worden bestemd voor capaciteitsknelpunten in Brabant en de Randstad. Mede als gevolg van besluitvorming over de Mid-Term Review (MTR) is uiteindelijk € 40 mln. van het budget van de 2e fase van het Herstelplan niet tot betaling gekomen;

• een overboeking vanuit VWS voor de Valysregeling (€ 10 mln);

4 De gerealiseerde rentelasten zijn hoger begroot omdat de BTW die op basis van declaraties (en verantwoording over de werkelijk betaalde BTW over de relevante onderdelen) uit een aanvullende post van het ministerie van Financiën is gecompenseerd (20 mln). De begroting is exclusief BTW geraamd, terwijl de realisatie inclusief BTW is. Daarnaast is in het kader van de schuldreductie ProRail is 60 mln extra afgelost. Dit past in het beleid om de schulden van ProRail te saneren. Hiervan was € 25 mln. al voorzien uit hoofd van afspraken die vorig jaar in dit kader zijn gemaakt.

5 In de begroting 2006 was hiervoor geen apart artikelonderdeel opgenomen. Om de kosten voor onderhoud Betuweroute apart inzichtelijk te maken zijn de kosten van 13.02.01 Regulier onderhoud bij Najaarsnota overgeboekt naar dit nieuwe artikelonderdeel.

6 De voornaamste oorzaken van het verschil met de ontwerpbegroting 2006 zijn:

• De BTW die op basis van declaraties (en verantwoording over de werkelijk betaalde BTW over de relevante onderdelen) uit een aanvullende post van het ministerie van Financiën is gecompenseerd (€ 50 mln). De begroting is dus exclusief BTW geraamd, terwijl de realisatie inclusief BTW is.

• De voor de 2e fase van het Herstelplan benodigde middelen zijn in 2006 overgeboekt (€ 143 mln) vanuit realisatie personenvervoer naar het Onderhoud en Vervanging. Dit omdat de verschillende onderdelen van het Herstelplan (vervangingen, oplossen capaciteitsknelpunten, kleine projecten) vallen onder de definitie van Beheer en Instandhouding (zie ook ad2)).

• Diverse kasritme-aanpassingen bij de projecten (– € 243 mln). De oorzaken zijn project gewijs nader toegelicht onder de 13.03.01 realisatieprogramma railwegen (personenvervoer).

• Overboeking naar Realisatieprogramma goederenvervoer (stillere remblokken) (– € 4 mln)

7 De voornaamste oorzaken van het verschil met de ontwerpbegroting 2006 zijn:

De BTW die op basis van declaraties (en verantwoording over de werkelijk betaalde BTW over de relevante onderdelen) uit een aanvullende post van het ministerie van Financiën is gecompenseerd (€ 6 mln). De begroting is dus exclusief BTW geraamd, terwijl de realisatie inclusief BTW is. Daarnaast zijn er diverse kasritme-aanpassingen bij de projecten (– € 28 mln). De oorzaken zijn voor de betreffende projecten nader toegelicht onder 13.03.02 realisatieprogramma railwegen (goederenvervoer).

8 De volgende geraamde ontvangsten zijn niet ontvangen in 2006. Veelal ligt er een relatie met de uitgavenprogrammering: • HSA (– € 15 mln);

• Bijdrage TEN CAU (Corridor A’dam – Utrecht) (– € 5 mln);

• ProRail Taakstelling EAT (Engeneering, Administratie, Toezicht) (– € 11 mln); deze ontvangst zal nu in 2007 worden verkregen);

• Bijdragen Sloelijn (– € 7 mln);

• Diverse ontvangsten (teveel betaalde voorschotten voorgaande jaren) (€ 1 mln).

c. Het actuele programma

13.03 Realisatieprogramma personen- en goederenvervoer

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

Realisatieprogramma Railwegen (Personenvervoer) (13.03.01)
Projectuitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BeschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
Benutten     
BB21(ontw. Bev21, VPT+, 25KV, ontw + implement. GSM-R)1613– 3adiversdivers
Geluid (emplacementen en innov. ontwikkeling)127– 5bdiversdivers
Kleine projecten473cdiversdivers
2e fase betrouwbaarbenutten1230– 123  
A’dam – Utrecht – Maastricht/Heerlen     
Integrale spooruitbreiding Amsterdam-Utrecht8148– 33d20062006/2007
Stations en stationsaanpassingen     
Kleine stations75– 2ediversdivers
Overige projecten/lijndelen enz.     
Afdekking risico’s spoorprogramma’s900– 90fdiversdivers
AKI-plan en veiligheidsknelpunten3027– 3gdiversdivers
Intensivering Spoor in steden820– 82hdiversdivers
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten770diversdivers
Traject Oost106– 4i2004/20062004/2006
Utrecht–Arnhem–Zevenaar     
Arnhem 4e peron81– 7j2007/20102007/2011
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)792k20092009
Amsterdam–Den Haag–Rotterdam–Dordrecht     
R’dam Zuid-Dordrecht:4/6-sporig54– 1l19971997
Rotterdam/Den Haag–Utrecht     
Woerden-Harmelen: 4-sporig fase 211110m20052005
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen     
Vleuten-Geldermalsen 4/6 sp. incl. Randstadspoor235027n2005 e.v.2005 e.v.
A’dam/Schiphol – Den Helder/Hoorn     
Uitgeest de Kleis (Regionet 1e fase)22020052005
Haarlemmermeer–Almere     
Extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid (2e eilandperron)2419– 5o20062006
Stations en stationsaanpassingen     
A’dam CS spoor 10/1540– 4p20042004/2007
A’dam Zuidas; deel stationsstalling (t.b.v. NSP)121q20062006
Breda Centraal (t.b.v. NSP)561r2006/20092006/2010
Den Haag Centraal (t.b.v. NSP)15 – 15s20082009
Den Haag emplacement106– 4t20062006
Fietsenstalling Amsterdam CS30– 3u2007/20112008/2011
Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)1513– 2v20092010
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)10 – 10w2009/20112009/2012
Overige projecten/lijndelen enz.     
Hanzelijn3321– 12x2012/20132012/2013
Nootdorpboog41– 3y20052005
Regionet (incl. verkeersmaatregelen Schiphol)31– 2zdiversdivers
Totaal categorie 0645265– 380  
Ruimte voor planstudies0    
BTW 5050  
Totaal realisatieprogramma645315– 330  

a Enkele voor 2006 geplande betalingen hebben al in 2005 plaatsgevonden. Daarnaast zijn er ook betalingen doorgeschoven van 2006 naar 2007 als gevolg van discussie over contractuele verplichtingen en dan met name vanwege te late en niet juiste leveringen.

b Voor het programma emplacementen geluid bleken in 2006 minder maatregelen nodig dan voorzien. Daarnaast is de doorlooptijd van enkele innovatieve maatregelen langer.

c Het verschil wordt veroorzaakt door de opname in deze post van het project Hilversum Capaciteitsverruiming dat hiervoor onderdeel uitmaakte van de post Regionet. Daarnaast is eind 2006 de door ProRail voorgefinancierde AK (Algemene Kosten) aan ProRail betaald.

d De indienststelling is verschoven naar het 2e kwartaal 2007 als gevolg van een vertraging bij de oplevering van het nieuwe beveiligingssysteem en de daarvoor benodigde veiligheidscertificaten. Dit heeft ook effect gehad op de geplande uitgaven. Daarnaast heeft er in 2006 een correctie plaatsgevonden in de AK, lopen de eindafrekeningen van enkele contracten langer dan gepland en zijn de kosten van het herstel van bovenleidingportalen lager uitgevallen dan vooraf aangenomen.

e Onderdeel halte Helmond Brandevoort is conform planning opgeleverd maar een deel van de geplande werkzaamheden (trap/liftgebouw noordzijde) is doorgeschoven tot na de indienststelling.Ten aanzien van het onderdeel Arnhem Zuid duurt de afhandeling van meer- en minder werk langer dan gedacht.

f Voor de post afdekking risico’s spoorprogramma’s geldt dat de daarvoor beschikbare gelden dit jaar niet tot betalingen hebben geleid;

g De afhandeling van meer- en minder werk duurt langer dan voorzien en een aantal afrondende werkzaamheden van een aantal reeds in dienstgestelde projecten is doorgeschoven naar 2007. Voorbeelden zijn aanvullende wensen/eisen van de gemeente ten aanzien van de tegels en belijning nieuwe tunnel, opbreken van een overweg omdat de tunnel later in dienst gesteld is vanwege vertraging in procedures. Het opheffen van de overweg Arnhemseweg te Apeldoorn is doorgeschoven naar 2007 omdat de tunnel die de overweg moet vervangen niet in dienst kon worden genomen omdat de aansluitende omgeving niet gereed is.

h Er was bij het opstellen van de begroting 2006 nog geen zicht op een reële kasplanning omdat aanvragen nog ingediend en beoordeeld moesten worden.

i De voorschotaanvraag 4e kwartaal voor dit project is achteraf te laag geweest.

j Medio 2005 heeft het project Sporen in Arnhem, waaronder Arnhem 4e perron, een herstart gemaakt omdat de uitgangspunten zijn gewijzigd. Zo wordt de gedachte viersporig-heden op de lijn Utrecht – Arnhem op de middellange termijn (voor 2020) niet voorzien, vervalt een derde goederenspoor en wijzigt de functionele inrichting van richting- naar lijnbedrijf (wat beter aansluit op de toekomstige vervoerwaarde en lijnvoering). Daarnaast dient het project een verkorte tracéwetprocedure te doorlopen waardoor realisatie en kasbudgetten verschuiven.

k Verschillende oorzaken liggen hieraan ten grondslag. – een te hoge voorschotaanvraag 4e kwartaal; – een verwachte verrekening met NS heeft niet plaatsgevonden; – enkele werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2007.

l De uitgaven betreffen feitelijk alleen nog verrekeningen met Rijkswaterstaat.

m Realisatie conform begroting.

n Op dit project is sprake van onderuitputting door startproblemen bij de conditioneringsfase (grondverwerving en verleggen kabel en leidingen) van diverse deelprojecten en verwerkt ten laste van de tweede fase Herstelplan.

o De post onvoorzien is niet helemaal benut.

p De aanbesteding van de toegevoegde scope (perronkappen) heeft langer geduurd dan verwacht. De indienststelling van deze kappen is voorzien in 2007.

q De aanvraag is pas medio 2006 binnengekomen. Om die reden zijn de geplande uitgaven 2005 doorgeschoven naar 2006.

r Als gevolg van een scopewijziging, het integreren van vastgoed (kantoren en woningen) in het ontwerp van de OV-terminal en het formuleren van de eisen die daaraan gesteld worden, is een vertraging ontstaan in de planning, met effect op de geplande uitgaven.

s De beschikkingsaanvraag is nog niet ingediend omdat eind 2006 nog overleg plaatsvond tussen de gemeente Den Haag en NS over de financiële bijdrage van NS aan de realisatie van het Integrale Ontwerp betreffende de OV-Terminal en de commerciële ruimten van NS.

t De lagere realisatie is een uitwerking van de tweede fase Herstelplan. Daarnaast is een deel van de scope (restwerkzaamheden bovenleiding, schouwpaden e.d) doorgeschoven naar 2007. Een deel van de scope wordt gelet op de korte bruikbaarheid (tot 2010) niet meer gerealiseerd. De bestaande infra kan toch zodanig worden gebruikt dat aan de functionele vraag kan worden voldaan.

u Het beoogde plan voor het postzakkengebouw (1e fase), waarvoor een beschikking is afgegeven, wordt bij nadere uitwerking van het totaalplan herzien, waardoor de geplande bouwactiviteiten 2006 niet zijn uitgevoerd en de indienststelling voor de 1e fase is verschoven naar 2008.

v Kasrealisatie 2006 blijft achter als gevolg van een vertraging in de aanbestedingsprocedure van de loopbrug door onenigheid over definitief ontwerp OV.

w De vertraging is ontstaan doordat een goede uitwerking van de afspraken met NS langer duurde dan verwacht. Deze afspraken waren noodzakelijk voor het sluitend maken van de businesscase. De verwachte uitgaven in 2006 zijn hierdoor ook niet gerealiseerd.

x De achterblijvende uitgaven worden voornamelijk veroorzaakt door het niet conform planning verwerven van gronden.

y Lagere uitgaven worden veroorzaakt door het verwerken van een aanbestedingsmeevaller en doordat post Onvoorzien niet geheel benodigd was.

z Lagere uitgaven worden met name veroorzaakt door de overheveling van het project Hilversum capaciteitsverruiming naar de post «Kleine Projecten».

Voor de toelichting op het verschil van de datum van oplevering wordt verwezen naar de toelichting die hierboven is gegeven voor het verschil tussen de begroting en realisatie 2006.

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvevoer

Realisatieprogramma Railwegen (goederenvervoer) (13.03.02)
Projectuitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BeschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
Projecten (inter)nationaal     
Aslasten Cluster II109– 1 20092009
PAGE risicoreductie4 – 4aDiversDivers
Pilot Fluistertreinen143b20062007
Projecten landsdeel West     
Spoorontsluiyng NW Hoek Maasvlakte84– 4c20072007
      
Projecten landsdeel Zuid     
Sloelijn2410– 14d2009 
Totaal categorie 04727– 20   
BTW 4  
Totaal realisatieprogramma *4731– 16   

a Er is € 4 mln. minder uitgegeven dan begroot. Er zijn geen nieuwe projecten gestart en de besluitvorming van de lopende projecten is nog niet afgerond.

b Er is € 3 mln. meer uitgegeven dan begroot. Dit komt doordat er een extra pilot is toegevoegd: het verzamelproject «Geluidpilot LL-remblokken op goederentreinen». De daarvoor benodigde middelen zijn afkomstig uit de voor het Innovatieprogramma Geluid (IPG) gereserveerde middelen.

c Er is € 4 mln. minder uitgegeven dan begroot. De beschikkingsaanvraag is later (medio 2006) ingediend, waardoor pas in het najaar van 2006 met de aanleg is begonnen. Hierdoor wordt een aanzienlijk deel van de geplande uitgaven doorgeschoven naar 2007.

d Er is € 14 mln. minder uitgegeven dan begroot. Het onderzoek naar en het opruimen van «niet gesprongen explosieven» hebben een forse vertraging opgeleverd. Hierdoor is een vertraging opgetreden van ruim een half jaar en schuiven de geplande uitgaven naar achteren. Daarnaast worden de geluidsmaatregelen aan de Zeeuwse lijn later getroffen dan gepland en is het aanbrengen van de raildempers is verschoven naar 2008 in verband met vrijgave van nieuwe typen.

13.04 Geïntegreerde contractvormen PPS

Realisatieprogramma Railwegen (Geïntegreerde contractvormen spoor) (art 13.04)
Projectuitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BeschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
Reeks infraprovider (IP) beschikbaarheidsvergoeding (13.04)4444  
Reeks infraprovider (IP) onderhoud (13.02)10– 11  
Totaal categorie 04544– 1   
BTW 3  
Totaal realisatieprogramma*4547  

1 Afronding

13.05 Verkenningen en planstudies

13.05.02 Planstudieprogramma spoorwegen goederenvervoer

 Begroting 2006Realisatie 2006
Projectomschrijving Categorie 1  
Projecten (inter)nationaal  
Aslasten cluster III pr 20062007

Bron: DG Personenvervoer

13.04.03 Verkenningenprogramma spoorwegen goederenvervoer

GereedBegroting 2006Realisatie 2006
Landsdeel (Inter)nationaal  
Overdracht spooraansluitingen  
Motie (TK 27 482, nr 55) V en W20062006

Bron: DG Personenvervoer

14. Regionaal, lokale infrastructuur

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Regionale/lokale infrastructuur verantwoord. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikel 34.3 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd/decentrale netwerken.

b. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering (in € mln.)
14 Regionaal/lokale infraRealisatieBegroting 2006Verschil
2005200620062006
Verplichtingen 76 567225 977– 149 4101
Uitgaven460 728275 263327 108– 51 845 
14.1 Grote regionaal/lokale projecten366 401256 122225 56730 555 
14.1.1 Verkenningen    
14.1.2 Planstudieprogramma reg/lok4782 9835 992– 3 0092
14.1.3 Realisatoeprogramma reg/lok365 923253 139219 57533 5643
14.2 Regionale mob. Fondsen94 32719 141101 541– 82 400 
14.2.1 Rijksbijdrage11 37419 14159 680– 40 5394
14.2.2 Terugsluisopbrengsten82 953041 861– 41 8615
Apparaatsuitgaven 102 102 
Baten-lastendiensten 7293 254– 2 525 
14.03 Ontvangsten 000

Financiële toelichting

1 De eerder voor 2006 voorziene aanvraag voor een subsidiebijdrage voor de N 201 wordt pas in 2007 ingediend i.v.m. de langere voorbereidingstijd van de provincie Noord Holland o.a. door de luchtproblematiek. Hierdoor zijn in 2006 minder verplichtingen aangegaan.

2 Er zijn minder aanvragen voor planstudies ontvangen dan geraamd.

3 De overschrijding op dit artikel onderdeel is met name het gevolg van extra betalingen aan Randstadrail en (eerder dan geplande) betalingen voor de Beneluxmetro. Daarentegen zijn andere projecten achtergebleven, te weten:   – N201 Masterplan: Wegens luchtproblematiek heeft er geen realisatie plaatsgevonden.   – Noord Zuid lijn: Als gevolg van het niet halen van de mijlpalen door gemeente Amsterdam is er minder betaald.   – Randstadrail 1e fase: Op dit project is 130 mln meer betaald conform afspraak met de Kamer dat indien de ruimte op het artikel het toelaat er meer rekeningen kunnen worden betaald.

4 Vanuit de regionale mobiliteitsfondsen zijn aanvragen niet danwel te laat ingediend. Hierdoor is er in 2006 minder uitgegeven. De middelen die in 2006 niet zijn uitgegeven komen via het voordelig saldo beschikbaar in latere jaren.

5 Er zijn in 2006 geen betalingen verricht. Dit is het gevolg van het feit dat de compensatie voor het niet doorgaan van de proef met het spitstarief van € 81,6 mln voor de drie BOR regio’s, reeds geheel in het jaar 2005 was betaald.

c. Het actuele programma

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

14.01.03 Realisatieprogramma regionaal/lokaal

Realisatieprogramma regionale lokale infra
Projectuitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BeschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
Categorie 0     
Projecten landsdeel West     
Beneluxmetro (VINEX)203919a20022002
Duurzaam veilig West Zeeuws-Vlaanderen154b  
N201380– 38c20102011
Noord – Zuidlijn Noord WTC13546– 89d2010/20112011
Randstadrail 1e fase32163131e2006/20082006/2008
Zuid tangent kerntraject fase 2  20022002
Rijn Gouwelijn Oost 020102010
Tilburg Noord west tangent 020082009
Overig     
Experimenteerfonds4 – 4e  
Totaal categorie 023025323   
Amendement 23– 10    
Totaal realisatieprogramma22025333   

a De hogere uitgaven betreffen hoofdzakelijk de niet in 2005 uitgegeven gelden. Deze zijn in 2006 aan de begroting voor dat jaar toegevoegd en ook tot betaling gekomen.

b Op dit project heeft een niet geraamde afrekening plaatsgevonden.

c Voor de N201 is de beschikkingsaanvraag nog niet compleet, waardoor geen betaling heeft kunnen plaatsvinden (zie ook de toelichting bij de verplichtingen, zoals opgenomen onder de tabel budgettaire gevolgen van uitvoering). De verwachting is dat de beschikking in 2007 kan worden afgegeven.

d De lagere kasrealisatie voor het project NZ-lijn komt doordat de gemeente Amsterdam pas na het behalen van mijlpalen kan declareren. Dit was nog niet aan de orde.

e In lijn met de gemaakte afspraken over de bijdragen aan het project Randstadrail, fase 1 is dit deel van de bijdrage eerder betaald dan was voorzien. Het project is gerealiseerd in 2006. De daadwerkelijke ingebruikname van de belangrijkste delen van Randstadrail is uitgesteld. De aansluiting op Rotterdam Centraal staat gepland voor 2008.

f Voor het Experimenteerfonds zijn in 2006 geen uitgaven verricht. In 2006 zijn geen experiment of bijzondere projecten uitgevoerd

14.01.02 Planstudieprogramma regionaal/lokaal

Planstudieprogramma regionale lokale infrastructuur
 Gereed
 Begroting 2006Realisatie 2006
Categorie 1 Projectbesluit t/m 2006  
Projecten landsdeel West  
Hilversum mediaparkpbnvt1
Rijn Gouwelijn Oostpr/uo 
Projecten landsdeel Zuid  
Eindhoven BOSEpb 
Tilburg Noord west Tangentpr/uo 

1 Hilversum Mediapark is een BDU project geworden.

De projecten RijnGouwelijn-Oost en Tilburg Noordwest tangent zijn overgegaan naar de realisatiefase.

Voor de RijnGouwelijn Oost wordt de beschikking verwacht in 2007. Het jaar 2006 bleek niet haalbaar door de langere voorbereidingstijd en het referendum in Leiden. Voor Tilburg Noordwest tangent is in 2006 de beschikking voor de VenW-bijdrage afgegeven.

Voor Eindhoven BOSE is in 2006 geen projectbesluit genomen, omdat de SRE (stadsregio Eindhoven) weliswaar een voorkeurstracé heeft gekozen, maar er ook nog onderzoek naar alternatieve mogelijkheden wordt uitgevoerd. Pas als de keuze is vastgesteld zal het projectbesluit worden genomen. Als taakstellend budget is een bijdrage van € 50 miljoen (prijspeil 2005) toegezegd.

15 Hoofdvaarwegennet

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. De verantwoording van het onderliggende beleid is terug te vinden in het Jaarverslag 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel Hoofdvaarwegennet is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:

• artikel 33: Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s;

• artikel 34: Betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden;

• artikel 35: Mainports en logistiek;

• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.

b. De budgettaire gevolgen van uitvoering

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)
15. HoofdvaarwegennetRealisatieBegroting 2006Verschil 2006
20052006  
Verplichtingen 461 754455 0906 664 
Uitgaven574 837479 040502 210– 23 170 
15.01 Verkeersmanagement92 60872 20973 558– 1 349 
15.01.01 Basispakket verkeersmanagement92 60872 20973 558– 1 349 
15.02 Beheer en onderhoud432 545296 072299 062– 2 990 
15.02.01 Basispakket B&O hoofdvaarwegen352 787187 541137 77449 7671
15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen63 66220 35346 000– 25 6472
15.02.04 Groot variabel onderhoud16 09688 178115 288– 27 1103
15.03 Aanleg en planstudie na tracebesluit44 15292 23997 504– 5 265 
15.03.01 Realisatieprogramma hoofdvaarwegen44 15289 60889 58424 
15.03.02 Planstudieprogramma na tracebesluit 2 6317 920– 5 2894
15.05 Verkenning en planstudies voor tracebesluit5 53218 52032 086– 13 566 
15.05.01 Verkenningen 6 3716 446– 75
15.05.02 Planstudieprogramma voor tracebesluit5 53212 14925 640– 13 4915
Van totale uitgaven:    
– Bijdrage aan baten-lastendienst 341 610306 45635 154 
– Restant 137 430195 754– 58 324 
Ontvangsten 9 05922 732– 13 6736

De totale kosten voor Beheer en Onderhoud zijn verantwoord in de jaarrekening van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat. Deze is opgenomen in het jaarverslag van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (hoofdstuk XII). De bij 15.1 en 15.2 opgenomen bedragen hebben betrekking op de bijdragen van het moederdepartement. De mutaties ten opzichte van de begrote bijdragen zijn hieronder toegelicht.

Financiële toelichting

1 De hogere uitgavenrealisatie heeft voornamelijk betrekking op de versnelling van het onderhoud van de vaarwegen. De toevoeging van de daarvoor bestemde begrotingsgelden heeft bij de tweede suppletore begroting over 2006 plaatsgevonden.

2. De lagere realisatie is het gevolg van het feit dat een aantal afkopen in het kader van Brokx-nat niet in 2006 maar in 2007 zal plaatsvinden.

3. Deze lagere realisatie is onder andere het gevolg van vertraging bij de volgende projecten:   • Amsterdam-Rijnkanaal, doordat de deuren van de Prinses Irenesluis vervangen moeten worden in plaats van gereviseerd;   • Maas, bij baggeren en kunstwerken doordat werkzaamheden geclusterd worden waardoor de contractvoorbereidingen iets meer tijd vergden;   • Baggeren Noordzeekanaal, als gevolg van een aanpassing in de uitvoeringsplanning.

4 Het project Maasroute, modernisering fase 2, verruiming tot klasse Vb is in 2006 officieel gestart in plaats van 2005. Als gevolg van technische omstandigheden hebben de werkzaamheden bij sluis Weurt in 2006 vertraging opgelopen. De vertraging wordt naar verwachting in 2007 ingelopen.

5. De lagere uitgaven op dit onderdeel worden voornamelijk verklaard doordat er bij de Zuid-Willemsvaart (gedeelte Maas-Den Dungen) minder grond en vastgoed is aangekocht, vanwege het ontbreken van een tracébesluit.

6 Er zijn minder ontvangsten gerealiseerd doordat in de raming van de VBS (VerkeersBegeleidingsSysteem) ontvangsten rekening is gehouden met een niet geëffectueerde tariefverhoging. Verder zijn de investeringen in de Schelderadarketen lager, waardoor de inkomsten analoog daaraan ook minder zijn.

c. Het gerealiseerde programma

15.01 Verkeersmanagement

Verkeersmanagement (begeleide vaarweg in km)Bediende objecten in aantallen
Begroot1 372,5108
Gerealiseerd1 372,5108

Bron: Rijkswaterstaat

15.01.01 Basispakket Verkeersmanagement hoofdvaarwegen:

Met betrekking tot het basispakket verkeersmanagement hoofdvaarwegen zijn de volgende afspraken gemaakt:

BasispakketPIN(s)Afspraak (waarde) 2006Realisatie 2006
Prestatie(s) m.b.t. het bedienen van sluizen en beweegbare bruggenDe bedieningstijden van de sluizen en beweegbare bruggen voldoen aan de streefwaarden bedieningstijden beroepsvaart en de richtlijnen bedieningstijden voor de recreatievaart (BPRW 2005–2008).100%100%

Bron: Rijkswaterstaat

De prestaties op het gebied van het bedienen van sluizen en beweegbare bruggen is conform de streefwaarden bedieningstijden beroepsvaart en de richtlijnen bedieningstijden voor de recreatievaart (BPRW 2005–2008).

15.02.01 Basispakket Beheer en Onderhoud infrastructuur hoofdvaarwegen

BasispakketPrestatie indicatorAfspraak (waarde) 2006Realisatie 2006
Prestatie(s) m.b.t. het voorzieningenniveau van de infrastructuurToegangsgeulen zeehavens voldoen aan de normen voor het vaarwegprofielStreefwaarde: 95%95 % – 100%
Prestatie(s) m.b.t. het voorzieningenniveau van de infrastructuurHet percentage van de vaarwegmarkeringen Hoofdvaarwegen en overige vaarwegen voldoet aan normen, is even veel of meer dan dat in 2005.Streefwaarde: 85%95% – 100%

Bron: Rijkswaterstaat

Er is voldaan aan de beoogde prestaties op het gebied van het voorzieningenniveau van de infrastructuur. Er is echter wel sprake van een hoger stremmingsniveau voor minder prioritaire vaarwegen. Dit is het gevolg van het achterstallig onderhoud, waardoor de hoeveelheid storingen en herstelwerkzaamheden toenemen.

Rijkswaterstaat heeft op bovenstaande prestie-indicatoren eind 2006 een waarde van 100% gemeten (marge 5%). De gemiddelde waarde over 2006 is lager en valt in de range tussen 95% en 100%. RWS streeft overigens geen – suboptimale – waarde van 100% na. Het is echter wel zo dat in de 2e helft van 2006 er extra aandacht voor vaarwegmarkeringen is geweest waardoor de waarde hoog is uitgevallen.

Om dit achterstallig onderhoud in te lopen is bij ontwerpbegroting 2004 het «plan van aanpak beheer en onderhoud» bijgevoegd (artikel 15.02.03).

15.02.02 Servicepakketten beheer en onderhoud hoofdvaarwegen

In het servicepakket Hoofdvaarwegen zijn de contracten rond Brokx-nat en het convenant met Friesland en Groningen opgenomen. Zowel de contracten als het convenant zijn uitgevoerd.

15.02.04 Groot variabel onderhoud

In het kader van de impuls «achterstallig onderhoud» uit 2004 wordt een aantal projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben een lange looptijd en komen grotendeels na 2006 gereed. Het gaat om de volgende projecten:

GVO-projectenOpleveringen begroting 2006Toelichting
Noordzeekanaal baggeren2004–2009Zoals reeds in MTR aangegeven reeds naar verwachting in 2008 gereed.
Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en oevers/Noordzee- kanaal Baggeren2006: baggeren2007: sluizen2008: oeversHet gehele project Amsterdam Rijnkanaal heeft vertraging opgelopen in 2006. De redenen hiervoor zijn:• Voor een deel van de baggerwerkzaamheden is gekozen om dit gezamenlijk met de baggerwerkzaamheden aan het Noordzeekanaal uit te voeren. De planning zal hierdoor in ieder geval naar 2007 doorschuiven.• Dit betreft zowel de Irene- als de Bernardsluizen; de kwaliteit van te renoveren deuren was dusdanig dat deze volledig vervangen moeten worden. Dit betekent zowel meerkosten als een doorloop naar 2008 voor de oplevering van de Bernardsluizen.
Rotterdam–Duitsland: baggeren en oevers2007: Merwedes/Maas2009: WaalOngewijzigd
Rotterdam–België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren2009: Volkerak2010: overige sluizen2006–2010: baggerenAlleen voor de renovatie van de Volkeraksluizen is de planning gewijzigd. Er is definitief gekozen voor een gecombineerde uitvoering met de Haringvlietsluizen (GVO Hoofdwatersystemen). Dit gehele project is nu gepland voor oplevering in 2010.
Kanaal Gent–Terneuzen, baggeren en oevers2008: baggeren2010: oeversOngewijzigd
Maas: baggeren en kunstwerken2008: voorhavens Limburg; Sambeek; Belfeld2010: overige zakenDe baggerwerkzaamheden aan de voorhavens zullen reeds in 2007 zijn afgerond, i.v.m. snellere uitvoeringsplanning van de aannemer. De eindoplevering van de gehele impuls voor eind 2010 staat bij enkele deelprojecten van «Maas: baggeren en kunstwerken» wel onder druk. Dit door de gewenste koppeling met de projecten van «Maasroute» dat een langere doorlooptijd heeft. De mogelijkheden om alsnog alles uit de impuls in 2010 te kunnen realiseren worden momenteel onderzocht. Verwacht wordt dat de vertraging die dit jaar is opgelopen volgend jaar zal worden ingehaald.
Amsterdam–Lemmer/IJsselmeer baggeren2006: baggeren Buiten IJ2008: baggeren Zwolse diep2010: HoutribsluizencomplexVoor beide baggerprojecten wordt vertraging verwacht. De uitvoering van het baggeren van de Buiten IJ zal doorlopen naar 2007 i.v.m. vertraging in de vergunningverlening t.a.v. de stort van de baggerspecie. De voorbereiding van het Zwolse is vertraagd door het opnieuw moeten uitvoeren van het waterbodemonderzoek. De uitvoering zal hierdoor waarschijnlijk wel naar 2009 doorlopen.
Wrakkenberging Noordzee2010Ongewijzigd
Vervanging vaartuigen (reeds in 2005 voor één vaartuig gestart)2006: «vooruitgeschoven» vaartuig2010: afronding vervangingEr zijn inmiddels 2 vaartuigen opgeleverd. T.a.v. de overige 5 op te leveren vaartuigen wordt verwacht dat deze ruim voor 2010 (reeds in 2008 of 2009) opgeleverd worden.
Baggeren IJssel2008–2011Is zoals reeds in MTR aangeven naar verwachting gereed in 2010.
Natte Bruggen2010Ongewijzigd

Bron: Rijkswaterstaat

15.03.01 Realisatieprogramma hoofdvaarwegen

Realisatieprogramma hoofdvaarwegen (IF artikel 15.03.01)
 uitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
ProjectomschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 0     
Projecten (inter)nationaal     
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va13229a20122012
Verbeteren vaargeul IJsselmeer Amsterdam-Lemmer10– 1b20102010
Walradarsystemen44n.v.t.n.v.t.
Projecten landsdeel Oost     
Twentekanalen verruiming (fase 1)1518200820101
Vaarroute Ketelmeer (excl. EU-bijdrage)32– 1 200620092
Projecten landsdeel West     
Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen31– 2c200720083
Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden69200520074
Walradar Noordzeekanaal41– 3d20082008
Projecten landsdeel Zuid     
Maasroute fase 1, brugverhogingen Roosteren en Echt91120072007
Maasroute fase 1, voorhavens en wachtplaatsen000e20042004
Tweede Sluis Lith000f20022002
Verdrag verdieping Westerschelde, incl. natuurherstel51– 4g20062006
Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II208– 12h20082008
Overig     
Kleine projecten6115in.v.t.n.v.t.
TBBV/SBV01n.v.t.n.v.t.5
Totaal categorie 0 realisatieprogramma8989  

a In 2006 is overeenstemming bereikt over de kostenverdeling tussen rijk en provincies over alle deelprojecten binnen dit project. De realisatie van verschillende deelprojecten verloopt inmiddels voorspoedig.

b De voortgang van dit project is mede afhankelijk van de marktvraag naar winbaar zand. De marktvraag is in 2006 lager geweest dan van tevoren is ingeschat.

c Bij dit project is vertraging opgetreden door wijziging van het bestemmingsplan in de projectomgeving en een noodzakelijke actualisering van de Milieu Effect Rapportage.

d Door onzekerheden over de noodzakelijke bijdrage van het Havenbedrijf Amsterdam is de start van de uitvoering van dit project tijdelijk uitgesteld. Dit hangt samen met de uitkomsten van de besprekingen tussen VenW en de overige beheerders over het nautisch beheer van het Noordzeekanaal.

e Het project is opgeleverd in 2004. De definitieve financiële afwikkeling zal plaatsvinden in 2007.

f Het project is opgeleverd in 2002. De definitieve financiële afwikkeling is nog niet gerealiseerd, omdat formele afronding nog niet heeft kunnen plaatsvinden. Er is sprake van een herinrichtingskwestie met de bestuurlijke partner. Dit komt onder meer omdat de omgevingseisen gedurende de looptijd van het traject verscherpt zijn. Er worden momenteel nadere herinrichtingsafspraken voorbereid, waarna formele afwikkeling van het project naar verwachting alsnog kan plaatsvinden in 2007.

g De werkzaamheden ten behoeve van de transportfunctie (de verdieping zelf) zijn inmiddels afgerond. De natuurcompensatiewerkzaamheden ingevolge Europese wet- en regelgeving zijn nog niet afgerond; thans resteert nog de realisatie van het onderdeel «Perkpolder».

h In 2006 zijn de kosten voor de vervanging van de sluizen beduidend lager uit gevallen dan begroot, maar er is desondanks ook sprake van enige vertraging in de uitvoering.

i In het kader van het amendement van het lidGerkens cs. (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 43) is in 2006 een versnelde aanleg van diverse ligplaatsvoorzieningen gerealiseerd.

Afwijkingen in de planning

1 De oplevering van het project is vertraagd van 2008 naar 2010 door aanpassing van het baggercontract.

2 Nader onderzoek naar innovatieve baggertechnieken om de vaarweg Ketelmeer West te realiseren in het verontreinigd gebied en het verkrijgen van een Wet bodembeschermingbeschikking hiervoor, leiden tot een vertraging in de oplevering van drie jaar.

3 Bij dit project is vertraging opgetreden door wijziging van het bestemmingsplan in de projectomgeving en een noodzakelijke actualisering van de Milieu Effect Rapportage.

4 De renovatie van de sluizen is reeds in 2005 afgerond. In het kader van afspraken over het beter en veiliger bereikbaar maken van het sluizencomplex vinden binnen deze projectscope enkele aanvullende maatregelen plaats in de voorhaven en de toegangsgeul. Deze maatregelen zullen naar verwachting in 2007 zijn afgerond.

5 De aanvraagtermijn voor de TBBV/SBV-regeling is formeel geëindigd per 31 december 2003. Aanvragen die in het kader van de SBV-regeling tijdig zijn ingediend kunnen tot na deze datum nog leiden tot uitvoering van projecten.

15.03.02/15.05.02 Planstudieprogramma hoofdvaarwegen

Planstudieprogramma hoofdvaarwegen na tracebesluit (IF artikel 15.03.02) en voor tracebesluit (IF artikel 15.05.02)
 Gereed
ProjectomschrijvingBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 1 (na tracebesluit)  
Projecten landsdeel Zuid  
Maasroute, modernisering fase 2, verruiming tot klasse Vb uo1
CATEGORIE 1 (voor tracebesluit)  
Projecten landsdeel Oost  
Vaarweg Meppel–Ramspol (keersluis Zwartsluis)pb20072
Waal, toekomstvisieuouo3
Projecten landsdeel West  
Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluistb4
Projecten landsdeel Zuid  
Zuid-Willemsvaart, gedeelte Maas–Den Dungen + afbouw Den Dungen–Vegheltb20075
Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6tn/pbpb 

1 Het project is in 2006 officieel gestart in plaats van 2005. Als gevolg van technische omstandigheden hebben de werkzaamheden bij sluis Weurt in 2006 vertraging opgelopen. De vertraging wordt naar verwachting in 2007 ingelopen.

2 Aanpassing van randvoorwaarden (waterpeil en normen waterkering) en aanpassing van (het aantal) oplossingsalternatieven zorgen voor latere oplevering van de projectnota. Het projectbesluit zal naar verwachting in 2007 worden genomen.

3 In het kader van het amendement van het lidGerkens cs. (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 43) is de verdieping van de Waal naar 2,80 meter bij OLR (Overeengekomen Lage Rivierafvoer) in 2006 versneld gerealiseerd. De overige deelprojecten (uitwijkhavens Lobith, Weurt en Haaften) zitten nog in de planstudiefase.

4 Op dit moment bestaat er geen duidelijkheid over de maatschappelijk economische toegevoegde waarde van dit project. Hiernaar vindt nader onderzoek plaats. Tot deze onderzoeken zijn afgerond is de start van de voorbereiding voor het ontwerp-tracébesluit uitgesteld.

5 Als gevolg van een nader luchtkwaliteitsonderzoek ten behoeve van het ontwerp-tracébesluit is het nemen van het tracébesluit uitgesteld tot 2007.

15.05.01 Verkenningen

Verkenningenprogramma hoofdvaarwegen (IF artikel 15.05.01)
LokatieReferentiekaderVerantwoordelijkGereed
   Begroting 2006Realisatie 2006
Landsdeel inter(nationaal)    
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-DelfzijlNota MobiliteitVenW 20072
Landsdeel Oost    
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJsselNota MobiliteitVenW 20072
Verkenning Sluis EefdeNota MobiliteitVenW2006 20071
Landsdeel West    
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-LemmerNota MobiliteitVenW 20072
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-RijnkanaalNota MobiliteitVenW 20062
Verkenning Verkeerssituatie Splitsing Hollands Diep-Dordtse KilRisico-atlas vaarwegenVenW2006 2006 
Landsdeel Zuid    
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen in de Rijn/ScheldeverbindingNota MobiliteitVenW 20062

1 De verkenning Sluis Eefde zal in 2007 worden afgerond. Hier is enige vertraging ontstaan door uitgebreide consultatie van een groot aantal belanghebbende partijen.

2 In 2006 is een start gemaakt met verkenningen ten aanzien van capaciteitsuitbreiding van ligplaatsen langs diverse vaarwegen. Deze verkenningen zijn deels in 2006 afgerond. Het amendement van het lidGerkens cs. (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 43) heeft geleid tot een versnelde aanpak van de problematiek rond ligplaatsvoorzieningen. De resterende verkenningen worden naar verwachting begin 2007 afgerond.

16 Megaprojecten niet-verkeer en vervoer

a. Relatie producten en beleid

Op dit artikel worden de producten van de volgende megaprojecten niet-verkeer en vervoer verantwoord:

• Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR);

• Ruimte voor de Rivier;

• Maaswerken.

De verantwoording van het onderliggende beleid is terug te vinden in het Jaarverslag 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het project PMR is gerelateerd aan beleidsartikel artikel 35: mainports en logistiek. De projecten Ruimte voor de Rivier en Maaswerken zijn gerelateerd aan beleidsartikel 31: integraal waterbeleid.

b. De budgettaire gevolgen van uitvoering

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)
16. Megaprojecten niet-verkeer en vervoerRealisatieBegroting 2006Verschil 2006
20052006
Verplichtingen 923 59379 934843 6591
Uitgaven87 96278 78686 054– 7 268 
16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam5 40636 12316 79819 325 
16.01.01 Planstudie PMR 00
16.01.02 Realisatieprogramma PMR5 40636 12316 79819 3252
16.02 Ruimte voor de Rivier57 78416 1606 02410 1363
16.03 Maaswerken24 77226 50363 232– 36 7294
Van totale uitgaven:    
– Bijdrage aan baten-lastendienst 19 91010 1819 729 
– Restant 58 87675 873– 16 997 
Ontvangsten 1 62901 6295

Financiële toelichting

1 Na de parlementaire goedkeuring van het Bestuursakkoord en Uitwerkingsovereenkomsten alsmede de planologische kernbeslissing voor het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) en publicatie daarvan in de Staatscourant (19 december 2006), zijn met name voor de deelprojecten Landaanwinning en BTW Landaanwinning de betalingsverplichtingen, door middel van een verschuiving in de ramingen uit de latere jaren, vastgelegd.

2 De hogere realisatie is enerzijds het gevolg van de toezegging aan de Provincie Zuid Holland om, na parlementaire goedkeuring van de PKB PMR, de bijdrage van VenW voor het PMR-deelproject 750 ha Natuur- en recreatieterreinen in 2006 in één keer in de vorm van een eenmalige vaste bijdrage over te maken aan de Provincie Zuid Holland. Anderzijds zijn minder uitgaven verricht als gevolg van het noodzakelijk gebleken hersteltraject van de PKB, waardoor de uitvoering is opgeschort. In samenhang met het PKB-hersteltraject hebben slechts voorbereidende werkzaamheden voor de natuurcompensatie plaats gehad, met name ten behoeve van de instelling van het Zeereservaat en in het kader van de nulmeting.

3 De extra uitputting op «16.02 Ruimte voor de rivier» is veroorzaakt door extra grondaankopen en de start van de koplopers (de eerste projecten uit Ruimte voor de Rivier).

4 De onderuitputting voor «16.03 Maaswerken» in 2006 is veroorzaakt door het niet synchroon lopen van de masterplanning voor 2006 en de kasritmes zoals deze in de begroting 2006 waren opgenomen, vertragingen in de realisaties van kades cluster 2 en 3 en rivierverruiming (uitgaven schuiven door naar 2007) en minder uitgaven door risicobeheersing bij de uitvoering (Rijkelse Bemden en Lith).

5 Verkeer en Waterstaat heeft samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gezamenlijk een grondbureau. LNV heeft in 2006 grondaankopen laten doen door het grondbureau waarbij de begroting van Verkeer en Waterstaat is belast. Hiervoor zijn van LNV ook gelden ontvangen. Daarnaast zijn er gelden ontvangen als vergoeding van uren ingezet voor onteigening voor Consortium Grensmaas.

c. Het actuele programma

16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)

Planstudie PMR (IF artikel 16.01.01)
 Gereed
ProjectomschrijvingBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 1  
Projecten (inter)nationaal  
Project Mainportontwikkeling Rotterdamprpr
Realisatieprogramma PMR (IF artikel 16.01.02)
 Uitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
ProjectomschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 0     
Projecten (inter)nationaal     
Uitvoeringsorganisatie143apmpm
750 ha23028bpm2020
Groene verbinding0020112011
Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)10– 1cpm2020
Landaanwinning     
Voorfinanciering FES natuurcompensatie10– 1d20062007
Voorfinanciering FES visonderzoek122– 10epmpm
Totaal categorie 0 realisatieprogramma173619   

Financiële toelichting

a De uitgaven zijn hoger dan oorspronkelijk begroot door de noodzakelijke inhuur van externen voor de sterk toegenomen activiteiten als gevolg van het hersteltraject PKB.

b Conform toezegging van de minister aan de Tweede Kamer is de VenW-bijdrage aan het deelproject 750 ha in één keer via de Provincie Zuid Holland aan de Stichting Nationaal Groenfonds betaald.

c In overleg met betrokken partijen is gegeven het tijdstip van vaststelling van de PKB besloten de jaarlijkse VenW bijdrage over 2006 aan de leefbaarheidsprojecten in de Rotterdamse regio (Bestaand Rotterdams Gebied) in 2007 tot betaling te brengen.

d Het project voorfinanciering FES natuurcompensatie is onder de noemer van het project voorfinanciering FES visonderzoek gebracht. 2006 is het laatste jaar waarin nog van dit project voorfinanciering FES natuurcompensatie gebruik is gemaakt.

e De daadwerkelijke aanleg van de Natuurcompensatie deelprojecten was oorspronkelijk voorzien in de periode vanaf 2006. Door het noodzakelijk gebleken hersteltraject van de PKB is die uitvoering opgeschort. In samenhang met het PKB-hersteltraject hebben slechts voorbereidende werkzaamheden voor de natuurcompensatie plaats gehad, met name ten behoeve van de instelling van het Zeereservaat en in het kader van de nulmeting.

16.02 Ruimte voor de rivier

Ruimte voor de RivierRealisatie IF 16.02.02
 Uitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
ProjectomschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 0     
Ruimte voor de Rivier   20152015
Uitvoering PKB en lopende projecten     
Projecten (inter) nationaal     
Projecten landsdeel Oost     
Hondsbroeksche Pleij21– 1  
Planstudie     
Projecten (inter) nationaal     
Projectburo en planstudie lopende projecten41511a  
Projecten landsdeel Oost     
Dijkteruglegging Lent     
Toegangsdam stuw Amerongen     
Bato’s erf     
Projecten landsdeel West     
* Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch     
* Zuiderklip     
* Batenburg     
EU en projectgebonden ontvangsten     
Totaal Ruimte voor de Rivier61610  

Financiële toelichting

a De extra uitputting op 16.02 Ruimte voor de Rivier is veroorzaakt door de motie Gerkens, versnelling van het programma (+ € 25 mln. voor 2006). De versnelling is ten dele gerealiseerd, onder andere door de (start van de) koplopers.

16.03 Maaswerken

 Begroting 2006Realisatie
PrestatieindicatorenZandmaasGrensmaasZandmaasGrensmaas
Hoogwaterbescherming70% in 2008/100% in 2015100% in 201770% in 2008/100% in 2015100% in 2017
Natuurontwikkelingbeperkttenminste 1000 habeperkttenminste 1000 ha
Delfstoffen tenminste 35 mln ton tenminste 35 mln ton

Bron: Rijkswaterstaat

MaaswerkenRealisatie IF 16.03.01 en IF 16.03.02
 Uitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
ProjectomschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
CATEGORIE 0     
Projecten landsdeel Zuid     
Grensmaas11020222022
Zandmaas6225– 37a20152015
Totaal Maaswerken6327– 37  

Financiële toelichting

a De onderuitputting voor «16.03 Maaswerken» in 2006 is veroorzaakt door het niet synchroon lopen van de masterplanning voor 2006 en de kasritmes zoals deze in de begroting 2006 waren opgenomen, vertragingen in de realisaties van kades cluster 2 en 3 en rivierverruiming (uitgaven schuiven door naar 2007) en minder uitgaven door risicobeheersing bij de uitvoering (Rijkelse Bemden en Lith).

17 Megaprojecten verkeer en vervoer

a. Relatie producten en beleid

In dit productartikel worden eerst de producten van deWesterscheldetunnel (WST) beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is nu gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen van de begroting van Verkeer en Waterstaat (HXII) beleidsartikel 32 (veiligheid in mobiliteit) en beleidsartikel 34 (betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden).

In het productartikel 17.2 zijn de producten van de Betuweroute beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is gerelateerd aan beleidsartikel 35 Mainports en logistiek.

Vervolgens zijn in het productartikel 17.3 de producten van de Hogesnelheidslijnen beschreven alsmede de producten van spoorwegen en rijkswegen van werken die qua planning en bouw met de aanleg van de Hogesnelheidslijnen zijn verbonden. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (hoofdstuk XII). Het productartikel nu is met name gerelateerd aan beleidsartikel 34 betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden. De relatie met de Infraprovider is beschreven in artikel 13.4 (van het Infrastructuurfonds) Geïntegreerde contractvormen.

In productartikel 17.4 worden de uitgaven voor anders betalen voor mobiliteit verantwoord. Ontwikkeling voor anders betalen voor mobiliteit is afhankelijk van de besluitvorming in de Nota Mobiliteit, inclusief de uitvoeringsagenda.

Ten slotte worden binnen dit artikel de producten van het project Zuiderzeelijn verantwoord. Het productartikel Zuiderzeelijn is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in beleidsartikel van de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII) 34 betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden.

b. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering (in € mln.)
17 Megaprojecten verkeer en vervoerRealisatieBegroting 2006Verschil 2006
20052006
Verplichtingen 315 069243 72971 3401
Uitgaven882 646705 924644 58361 341 
17.01 Westerscheldetunnel24272 722
17.02 Betuweroute347 831377 496325 56151 9353
17.03 Hoge snelheidslijn530 227318 444311 6056 8394
17.03.01 Realisatie HSL-zuid523 307288 461300 605– 12 144
17.03.02 Realisatie HSL-zuid spoorwegen 2 9322000932
17.03.03 Realisatie HSL-zuid hoofdwegen6 92027 0519 00018 051
17.04 Anders betalen voor mobiliteit 3 4142 3981 016 
17.05 Zuiderzeelijn4 3466 4985 0191 479 
Apparaatsuitgaven 1 569 1 569 
Baten-lastendiensten 58 52959 023– 494 
17.09 Ontvangsten 45 25233 98811 2645

Financiële toelichting

1 De verplichtingenbijstelling komt voort uit de vordering bij de Betuweroute voor achterstallige BTW 2005 en betreft overlopende verplichtingen vanuit 2005 die eerst in 2006 zijn vastgelegd.

2 Op 14 maart 2003 is de Westerschelde tunnel voor het publiek opengesteld. Voor dit project worden alleen nog uitgaven verricht voor de afhandeling van schadeclaims.

3 De hogere uitgaven bij de Betuweroute hebben bijna geheel betrekking op de hiervoor genoemde naheffing van BTW uit 2005.

4 De verhoging bij de HSL is het gevolg van een kasritmewijziging in de betalingen van de A16 (een aanpassing ter hoogte van Breda) en de A4 (aanpassingen Hoogmade). In de uiteindelijke realisatie heeft een verschuiving tussen de betreffende onderdelen plaatsgevonden op grond van de juiste toerekening.

5 Dit betreft met name EU-ontvangsten voor HSL en Betuweroute, welke in 2006 hoger waren dan geraamd.

c. Het actuele programma

Voor een nadere toelichting bij deze projecten wordt tevens verwezen naar de reguliere voortgangsrapportages die in het kader van de procedure Grote Projecten apart aan de Kamer worden gezonden.

17.02 Betuweroute

 uitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
ProjectBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
17.02 Realisatie Betuweroute32637751  
Totaal 17.02 betuweroute32637751  

17.03 HSL

 uitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
ProjectBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
17.03.01 Realisatie HSL-zuid301288– 132006/07 
17.03.02 Realisatie HSL-zuid railwegen231  
17.03.03 Realisatie HSL-zuid hoofdwegen92718  
Totaal 17.03 HSL31231861  

1 Dit verschil is toegelicht onder punt 4 van de financiële toelichting van de tabel «budgettaire gevolgen van uitvoering».

18. Overige uitgaven

a. Relatie producten en beleid

Artikel 18 bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen. Bij elk onderdeel zal het verband met het artikel uit de begroting van Hoofdstuk XII worden vermeld. Vanaf 2005 worden de kosten voor bodemsanering (18.02) toegerekend aan de projecten waar zich bodemverontreiniging voordoet.

Met de aan Railinfrabeheer (18.05) verstrekte lening worden middelen beschikbaar gesteld om de doelstellingen die betrekking hebben op het onderhoud van het spoor, zoals beschreven in artikel 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden van de begroting van V&W (Hoofdstuk XII), uit te voeren.

b. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering (in € mln.)
18 Overige uitgavenRealisatieBegroting 2006 Verschil 2006
20052006
Verplichtingen 44 08249 500– 5 4182
Uitgaven117 11675 68850 11425 574 
18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen  00 
18.02 Bodemsanering  00 
18.03 Intermodaal vervoer2 0424233 087– 2 6641
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Noordvleugel)3011 0121 00012 
18.05 Railinfrabeheer109 94668 39740 21528 1822
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise4 8275 8565 81244 
18.07.01 Nationale basisinformatievoorziening en ov. Uitgaven4 8275 8565 81244 
Apparaatsuitgaven 44 44 
Baten-lastendiensten 5 8565 83521 
18.09 Ontvangsten108 26168 39740 21528 1822
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen0231 1780231 1783

Financiële toelichting

1 Met betrekking tot de Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT) zijn alle projecten in beschikkingen juridisch en budgettair vastgelegd. De afwikkeling van de gehonoreerde projecten zal afhankelijk van planning en uitvoering naar verwachting doorlopen tot in 2009. Een deel van het planstudiebudget was verder gereserveerd voor uitbreiding van Rail Service Centra, maar er is vertraging ontstaan doordat de diverse partijen die hierbij betrokken zijn het nog niet eens kunnen worden over deze uitbreiding.

2 Het tekort wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de vervroegde aflossing van schatkistleningen bij Financiën in het kader van schuldreductie ProRail. Een en ander verloopt budgettair neutraal (zie ontvangsten). De uitgaven betreffen de betalingen van rente (en aflossing) van VenW aan Financiën en de ontvangsten betreffen de betalingen van rente (en aflossing) door ProRail aan VenW.

3 Dit betreft het saldo van de afgesloten rekeningen (een saldo van lagere uitgaven en hogere ontvangsten). Dit bedrag is in 2006 geheel toegevoegd aan de ontvangstenkant van artikel 18.10 (Saldo van afgesloten rekeningen).

18.03 Intermodaal vervoer

Realisatieprogramma Intermodaal vervoer (art 18.03)
Projectuitgaven 2006 in EUR mln.Gereed
BeschrijvingBegrotingRealisatieVerschilBegroting 2006Realisatie 2006
Regionale terminals20– 21diversdivers
Totaal categorie 020– 2   
Ruimte voor planstudies10– 11  
Totaal realisatieprogramma30– 3   

1 Voor de toelichting bij de afwijkingen wordt verwezen naar de Financiële toelichting onder de tabel Budgettaire gevolgen van uitvoering.

19. Bijdragen t.l.v. andere begrotingen van het Rijk

a. Relatie producten en beleid

19.09 Bijdragen ten laste van de begroting van VenW

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord, die ten laste van de begroting van Verkeer en Waterstaat komen. Het productartikel is gerelateerd aan beleidsartikel 39 Bijdragen aan het Infrastructuurfonds.

19.10 Bijdragen ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking

Op dit artikel wordt de bijdrage ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) verantwoord. Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

b. De budgettaire gevolgen van uitvoering

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (in EUR mln)
BeleidsterreinRealisatieBegrotingVerschil
Ontvangsten6 334 8456 296 24538 600
19.09 Bijdragen t.l.v. de begroting van V&W4 705 0184 745 454– 40 436
19.10 Bijdragen van het Fes1 629 8271 550 79179 036

BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid

Met ingang van het verslagjaar 2006 is afgesproken dat in de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt gerapporteerd over de rechtmatigheid in termen van fouten en onzekerheden. Hiervoor gelden kwantitatieve rapportagegrenzen op artikel- en op totaalniveau1. De financiële verantwoording over 2006 van het Infrastructuurfonds bevat geen rechtmatigheidsfouten dan wel -onzekerheden die deze grenzen overschrijden. Dit beeld is bevestigd door de controle van de financiële verantwoording door de Departementale Auditdienst.

Totstandkoming beleidsinformatie

In het departementaal jaarverslag van Verkeer en Waterstaat wordt gerapporteerd over de totstandkoming van de beleidsinformatie. Het departementaal jaarverslag rapporteert over de beleidsdoelstellingen van VenW (de beleidsartikelen). Het verslag Infrastructuurfonds rapporteert over de uitvoering van producten die voortvloeien uit de beleidsagenda op het gebied van de infrastructuur (de productartikelen). In het verslag Infrastructuurfonds wordt de relatie aangegeven tussen de producten van het Infrastructuurfonds en de beleidsdoelstellingen van VenW (zoals opgenomen in het departementaal jaarverslag van VenW).

DEEL C. DE JAARREKENING

Verantwoordingsstaat 2006 van het Infrastructuurfonds

Bedragen in EUR1000
  (1)(2)(3)=(2)-(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatie1Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  VerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangsten
 TOTAAL 6 402 5086 470 300 6 289 6946 759 347 – 112 814289 047
           
11Hoofdwatersystemen302 259523 6486 156606 809494 8933 731304 550– 28 755– 2 425
12Hoofdwegennet2 075 0872 492 95132 7642 701 1072 110 74364 209626 020– 382 20831 445
13Spoorwegen2 532 3631 775 84038 2002 597 4942 069 3571 04765 131293 517– 37 153
14Regionale, lokale infrastructuur225 977327 108076 567275 2630– 149 410– 51 8450
15Hoofdvaarwegennet455 090502 21022 732461 754479 0409 0596 664– 23 170– 13 673
16Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer79 93486 0540923 59378 7861 629843 659– 7 2681 629
17Megaprojecten Verkeer en Vervoer243 729644 58333 988315 069705 92445 25271 34061 34111 264
18Overige uitgaven en ontvangsten49 50050 11440 21544 08275 688299 575– 5 41825 574259 360
19Bijdragen andere begrotingen Rijk  6 296 245  6 334 845  38 600

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond

Mij bekend,

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Saldibalans per 31 december 2006 van het Infrastructuurfonds en de bij die saldibalans behorende toelichting

Activa:  
Begrotingsuitgaven 6 289 688 997,74
Extra-comptabele vorderingen    27 775 644,12
Deelnemingen   159 875 354,00
Leningen u/g   709 000 000,00
Voorschotten 1 736 878 383,71
Tegenrekening leningen o/g   708 999 999,54
Tegenrekening openstaande verplichtingen16 957 071 697,59
Tegenrekening garantieverplichtingen 1 328 853 981,38
Sluitrekening met VenW (XII)   469 654 848,90
Totaal-activa28 387 798 906,98
   
Passiva:  
Begrotingsontvangsten 6 759 343 846,64
Leningen o/g   708 999 999,54
Openstaande verplichtingen16 957 071 697,59
Openstaande garantieverplichtingen 1 328 853 981,38
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen    27 775 644,12
Tegenrekening deelnemingen    159 875 354,00
Tegenrekening leningen u/g   709 000 000,00
Tegenrekening voorschotten 1 736 878 383,71
Totaal-passiva28 387 798 906,98

1 Inleiding

Samenstelling

Als een minister meer dan één begroting beheert, in dit geval van Verkeer en Waterstaat (XII) en van het Infrastructuurfonds, moet per begroting een saldibalans worden opgesteld. Daarom zijn twee overzichten opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van de in de begrotingsadministratie van het SAP vastgelegde gegevensstructuur, waarin voor iedere begroting afzonderlijk een hoofdstuknummer is opgenomen. Posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII).

Daarmee is de saldibalans volgens het gestelde in de RDB samengesteld.

Uitzonderingen daarop zijn de leningen en de openstaande garantieverplichtingen.

Hoewel deze een onderdeel vormen van de extra-comptabele vorderingen en schulden, respectievelijk de openstaande verplichtingen, worden deze omwille van de inzichtelijkheid, afzonderlijk gepresenteerd.

Opgemerkt wordt dat de agentschapsvorming Rijkswaterstaat per 1 januari 2006 invloed heeft gehad op de omvang van de balansposten ten opzichte van voorgaande jaren, met name bij de balansposten voorschotten en openstaande verplichtingen.

2 Activa

2.1 Begrotingsuitgaven € 6 289 688 997,74

Grondslag

De begrotingsuitgaven van het Infrastructuurfonds sluiten aan op de Rekening.

Ze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het fonds welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.

2.2 Extra-comptabele vorderingen € 27 775 644,12

De cijfers

De openstaande aantallen en totaalbedragen van de extra-comptabele vorderingen zijn in tabel 1 gespecificeerd. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2004 en 2005 te vermelden.

Tabel 1: Extra-comptabele vorderingen (bedragen x € 1 000)
Openstaand200620052004
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
posten ≤ 1 jaar5025 1811 67014 2222 75535 119
posten > 1 jaar652 5951 10511 6592 17519 215
Totaal11527 7762 77525 8814 93054 334

Toelichting

De extra-comptabele vorderingen kunnen grotendeels als direct opeisbare vorderingen worden beschouwd.

Slechts een vordering is vermeldenswaardig, namelijk een die is ontstaan op de provincie Noord-Holland (€ 15 mln.) als gevolg van een bijdrage in de projectkosten van de zuidelijke omlegging rijksweg A9 bij Badhoevedorp, welke vordering vermoedelijk in 2007 wordt ontvangen.

2.3 Deelnemingen € 159 875 354,00

Grondslag

De verworven aandelen door de Staat der Nederlanden in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen zijn, conform het gestelde in de RDB, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd.

De cijfers

Tabel 2 geeft de deelneming in de privaatrechtelijke onderneming weer.

Tabel 2: Deelnemingen (x € 1 000)
NaamBedrag
Railinfratrust B.V.159 875
Totaal159 875

Toelichting

Ten opzichte van de saldibalans over het jaar 2005 heeft zich slechts een wijziging voorgedaan. Zo is het aandelenbezit in Railinfratrust B.V. door de aankoop van één aandeel, met een nominale waarde van € 450, en waarop voor circa € 60 mln. aan agio is betaald, toegenomen. Het ontvangen bedrag aan agio is door Railinfratrust B.V. aangewend ter aflossing van uitstaande leningen.

2.4 Leningen u/g € 709 000 000,00

Grondslag

Een door VenW verstrekte geldlening (niet zijnde voorschotten) wordt afzonderlijk weergegeven. Deze lening kan, gezien het specifieke karakter, zowel als op korte termijn opeisbare vordering, als op lange termijn opeisbare vordering worden beschouwd.

De cijfers

Tabel 3 geeft het openstaande bedrag van de verstrekte geldlening aan de geldnemer weer.

Tabel 3: Leningen u/g (x € 1 000)
NaamBedrag
ProRail B.V.709 000
Totaal709 000

Toelichting

Tussen het ministerie van Financiën, ProRail en VenW zijn in 2001 en 2002 twee convenanten gesloten ter grootte van € 483 mln. en € 323 mln. voor de financiering van investeringen. Daar het ministerie van Financiën voornemens is tot het afkopen van de bestaande leningen bij banken, is het aantrekken van de benodigde middelen bij derden niet wenselijk. Zodoende heeft VenW in 2001 een lening ontvangen ter grootte van € 483 mln. die per gelijke datum aan ProRail is verstrekt.

In 2002 is een lening ter grootte van € 323 mln. ontvangen die eveneens per gelijke datum aan ProRail is verstrekt. De convenanten worden geacht te zijn beëindigd als de laatste betaling van rente en aflossing voor de betreffende leningen heeft plaatsgehad.

Op laatstgenoemde lening heeft ProRail in 2005 € 65 mln. vervroegd afgelost in het kader van de schuldreductie. In dat kader is in 2006, van het ontvangen agio ad. circa € 60 mln. (vermeld bij de balanspost Deelnemingen), circa € 35 mln. gebruikt om vervroegd af te lossen. Echter als gevolg van een door het ministerie van Financiën toegepaste marktcorrectie is de netto schuldreductie € 3 mln. lager, zodat op de lening in 2006 € 32 mln. is afgelost.

2.5 Voorschotten € 1 736 878 383,71

Grondslag

De opgenomen voorschotten betreffen betalingen waarvan nog niet is vastgesteld dat aan alle relevante voorwaarden is voldaan. Het gaat met name om subsidies en bijdragen.

De cijfers

Tabel 4 geeft inzage in de aantallen en totaalbedragen van de openstaande voorschotten die in het dienstjaar 2006 en ook in voorgaande jaren zijn verstrekt. Dit is verdeeld in posten die korter dan een jaar openstaan en posten die langer dan een jaar openstaan.

Tabel 4: Voorschotten (bedragen x € 1 000)
Openstaand200620052004
 aantalbedragaantalbedragaantalbedrag
posten ≤ 1 jaar150848 498115920 928175997 439
posten > 1 jaar425888 380270997 2323602 247 737
Totaal5751 736 8783851 918 1605353 245 176

In tabel 5 wordt informatie verstrekt over de in 2006 afgerekende voorschotten.

Tabel 5: Afgerekende voorschotten (x € 1 000)
Stand per 1 januari 20061 893 643
In 2006 vastgelegde voorschotten2 482 623
 4 376 266
In 2006 afgerekende voorschotten– 2 639 388
Openstaand per 31 december 20061 736 878

Toelichting

In het kader van onder andere het Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR) is een pakket van maatregelen getroffen welke zijn gericht op de verbetering van de bereikbaarheid in het algemeen en de randstad in het bijzonder. Daartoe zijn aan kaderwetgebieden vanaf 2000 subsidies verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van circa € 654 mln., zoals aan het Stadsgewest Haaglanden (ruim € 289 mln.), het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) (ruim € 140 mln.), het Bestuur regio Utrecht (ruim € 113 mln.), diverse provincies (ruim € 61 mln.), de regio Twente (€ 25 mln.), het samenwerkingsverband KAN (ruim € 17 mln.) en de regio Eindhoven (ruim € 6 mln.). Deze subsidies worden grotendeels aan openbaar vervoerprojecten besteed en moeten voldoen aan de door de regionale partijen vastgestelde criteria die worden gebruikt bij de prioriteitenstelling. Afwikkeling wordt uiterlijk in 2011 verwacht.

Bij ProRail zijn diverse projecten, zoals opgenomen in het MIT/SNIP-projectenboek, gefinancierd. In dit kader is voor een gezamenlijk bedrag van ruim € 349 mln. aan voorschotten verstrekt, zoals aan het project Sloelijn (ruim € 11 mln.), het Aslasten cluster II (circa € 9 mln.) en de pilot Fluistertrein (circa € 8 mln.). Deze voorschotten worden naar verwachting in de jaren 2007 en 2008 afgerekend.

Ook zijn voorschotten verstrekt aan ProRail (€ 5 mln.) om het huidige spoor Utrecht-Arnhem beter te benutten door het uitvoeren van diverse maatregelen, ook wel Traject-oost genoemd. Afwikkeling wordt in 2007 verwacht.

Om de leefomgeving in het Rijnmond te verbeteren worden binnen het project Mainportontwikkeling Rotterdam drie nieuwe natuur- en recreatiegebieden rond Rotterdam gecreëerd. In dat kader is aan de provincie Zuid-Holland ten behoeve van de stichting Groenfonds een bijdrage van ruim € 30 mln. verstrekt welke bijdrage wordt afgewikkeld zodra verantwoording is afgelegd.

In het kader van de Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT) zijn voorschotten verstrekt (€ 2 mln.) voor investeringen in de infrastructuur voor het intermodaal vervoer welke naar verwachting in 2009 worden afgewikkeld.

De hoogte van het bedrag aan voorschotten wordt mede bepaald doordat bij het directoraat-generaal Rijkswaterstaat, waaronder negentien diensten ressorteren, een groot aantal voorschotten van geringe omvang uitstaat.

Een aantal posten is echter vermeldenswaardig, zoals aan de gemeente Den Haag (ruim € 20 mln.) voor de Hubertustunnel, aan de gemeente Amsterdam (ruim € 6 mln.) voor het project Verlegde Noordzeeweg, aan de provincie Friesland (circa € 5 mln.) voor de Staande Mastroute als onderdeel van de verdubbeling N31 en aan Eneco Energie (ruim € 4 mln.) voor het verleggen van kabels en leidingen bij onder andere de Dintelhavenbrug, rijksweg A2 ter hoogte van gemeente Breukelen en knooppunt Holendrecht-Maarssen.

Daarnaast worden voor het project Betuweroute per kwartaal voorschotten verstrekt aan ProRail. Per 31 december 2006 stond nog voor een bedrag van ruim € 396 mln. open. De afwikkeling vindt in 2007 plaats.

Onder de hoofdproducten Waterkeren en -beheren zijn diverse projecten opgenomen zoals rivierverruimingsmaatregelen en het Deltaplan Grote Rivieren.

Voor eerstgenoemd project zijn diverse bijdragen verstrekt met een gezamenlijk bedrag van circa € 200 mln., zoals aan de gemeente Nijmegen in 2003 (circa € 91 mln.) voor het project De Waalsprong dat naar verwachting in 2015 wordt afgewikkeld.

Zo ook aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (ruim € 20 mln.) voor onder meer de projecten Andijk en Petten, aan het Waterschap Rivierenland (circa € 18 mln.) voor de projecten Westerstraat–Kleindiep, Sliedrecht en verbetering Waalkade Nijmegen, aan het Hoogheemraadschap van Schieland (circa € 12 mln.) voor het project Nederlek en tot slot aan het Wetterskip Fryslân (circa € 3 mln.) voor de waterkering Terschelling-Harlingen.

In het kader van het Deltaplan Grote Rivieren, waarvan de versnelling van de rivierdijkversterkingen een onderdeel vormt, zijn eveneens diverse voorschotten verstrekt.

Een tweetal is vermeldenswaardig zoals aan het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (circa € 15 mln.) voor onder meer de locaties Schuwacht–Lekkerkerk en Noord-Molendijk. Vanaf de jaren 1999 aan het Waterschap Rivierenland (circa € 7 mln.) voor dijkversterkingen voor onder meer het project Papendrecht.

Ook noemenswaardig zijn de verstrekte voorschotten aan SenterNovem (ruim € 14 mln.) voor de regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied (Subbied), aan de provincie Zeeland (circa € 5 mln.) welk in 1999 is verstrekt voor natuurcompensatie Westerschelde, aan de provincie Overijssel (circa € 3 mln.) voor het project Olst-Wijhe en aan de provincie Zuid-Holland (ruim € 2 mln.) voor het project Haringvliet De Kier.

In het kader van duurzaam veilig zijn gelden verstrekt aan de provincie Zeeland (circa € 7 mln.) waarvan de afwikkeling in 2007 wordt verwacht.

Tot slot zijn voor het project Hogesnelheidslijn-Zuid aan derden diverse voorschotten verstrekt voor het verleggen van kabels en leidingen. Dit voor een gezamenlijk bedrag van circa € 10 mln., waaronder aan Brabant Water N.V. (ruim € 4 mln.).

2.6 Tegenrekeningen € 18 994 925 678,51

Grondslag

Voor de extra-comptabele rekeningen aan de passiva-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt.

Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.

2.7 Sluitrekening met VenW (XII) € 469 654 848,90

Grondslag

Deze rekening dient als sluitrekening met de saldibalans, behorend tot de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII), omdat géén gescheiden administratie wordt gevoerd voor deze begroting.

3 Passiva

3.1 Begrotingsontvangsten € 6 759 343 846,64

Grondslag

De begrotingsontvangsten van het Infrastructuurfonds sluiten aan op de Rekening en zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het fonds welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.

3.2 Leningen o/g € 708 999 999,54

Grondslag

Zoals reeds vermeld bij de leningen u/g wordt ook de door VenW opgenomen geldlening afzonderlijk als extra-comptabele schuld weergegeven.

De cijfers

Tabel 6 geeft de openstaande schuld aan de geldgever weer.

Tabel 6: Leningen o/g (x € 1 000)
NaamBedrag
Ministerie van Financiën709 000
Totaal709 000

Toelichting

Onder deze balanspost is een lening bij het ministerie van Financiën opgenomen.

Zo zijn, zoals reeds vermeld bij de balanspost Leningen u/g, tussen het ministerie van Financiën, ProRail en VenW in 2001 en 2002 twee convenanten gesloten inzake de financiering van investeringen.

Zodoende is in 2001 een lening opgenomen in vier tranches voor een gezamenlijk bedrag van € 483 mln., in 2002, eveneens in vier tranches, een lening van € 323 mln., tezamen € 806 mln.

Op laatstgenoemde lening heeft ProRail in 2005 € 65 mln. vervroegd afgelost in het kader van de schuldreductie. In dat kader is in 2006, van het ontvangen agio ad. circa € 60 mln. (vermeld bij de balanspost Deelnemingen), circa € 35 mln. gebruikt om vervroegd af te lossen. Echter als gevolg van een door het ministerie van Financiën toegepaste marktcorrectie is de netto schuldreductie € 3 mln. lager, zodat op de lening in 2006 € 32 mln. is afgelost.

Dit saldo is conform de saldobevestiging per 31 december 2006, die met een brief van het ministerie van Financiën, d.d. 7 februari 2007, kenmerk BZ 2007 – 55 M, aan dit ministerie kenbaar is gemaakt.

De lening voor anticiperende grondaankoop voor de verbreding van rijksweg A4 (Dinteloord-Bergen op Zoom) is in 2006 versneld afgelost. Dit in tegenstelling tot wat in 2002 tussen de projectdirectie Vastgoed van het ministerie van Financiën en VenW is overeengekomen. Deze lening, met een bedrag van circa € 1 mln., zou in 2012 worden afgelost.

3.3 Openstaande verplichtingen € 16 957 071 697,59

Grondslag

Het saldo van de openstaande betalingsverplichtingen per 31 december 2006 is opgebouwd uit de in het jaar 2006 aangegane verplichtingen, en ook de in voorgaande jaren aangegane en nu nog lopende verplichtingen, die niet tot een kaseffect in het dienstjaar 2006 hebben geleid.

Opgemerkt wordt dat onder de verplichtingen, voor het directoraat-generaal Personenvervoer, onder meer een overeenkomst was opgenomen die een financieringskarakter kende. Het betrof een verplichting van de Staat der Nederlanden aan ProRail voor het versneld uitvoeren van infrastructuurprojecten in de periode 1991 tot en met 1993. Deze lening met een oorspronkelijke grootte van € 245 mln. werd vanaf 1994 op annuïteitenbasis in 15 jaarlijkse termijnen afgelost.

Als gevolg van een versnelde aflossing in 2005 is de looptijd tot en met 2006 ingekort. Met een laatste aflossing in 2006 is de lening komen te vervallen.

De cijfers

In tabel 7 wordt de samenstelling van de openstaande betalingsverplichtingen binnen begrotingsverband weergegeven.

Tabel 7: Openstaande verplichtingen (x € 1 000)
Stand per 1 januari 200615 520 289
Aangegaan in 20067 726 472
 23 246 761
Tot betaling gekomen in 2006– 6 289 689
Openstaand per 31 december 200616 957 072

3.4 Openstaande garantieverplichtingen € 1 328 853 981,38

Grondslag

In die gevallen waarbij geen bijdrage wordt verleend voor ondersteuning van op zichzelf wel wenselijk geachte activiteiten, verleent het ministerie garanties aan instellingen of particulieren. Met deze staatsgarantie achter zich, zijn deze in staat leningen af te sluiten en kunnen bepaalde zaken worden gefinancierd.

Toelichting

Een wijziging in de garantieverplichtingen ten opzichte van het jaar 2005 is vermeldenswaardig. Zo heeft ProRail € 25 mln. van de ontvangen agio ad. € 60 mln. (zie Deelnemingen) gebruikt om leningen op de geldmarkt af te lossen, waardoor het risico voor VenW met een identiek bedrag afneemt.

Het saldo van de garantieverplichtingen per 31 december 2006 heeft betrekking op circa 30 toezeggingen, waarvan de grootte varieert van € 2 mln. tot met € 522 mln.

De te betalen rente op deze toezeggingen varieert van 3% tot circa 7%.

De cijfers

Tabel 8 geeft de samenstelling van het uiteindelijke risico weer, op grond van de uitstaande garantieverplichtingen per 31 december 2006.

Tabel 8: Garantieverplichtingen (x € 1 000)
Stand per 1 januari 20061 354 217
Nieuw verstrekt in 20060
 1 354 217
Afname van het risico in 2006– 25 363
Openstaand per 31 december 20061 328 854

3.5 Tegenrekeningen € 2 633 529 381,83

Grondslag

Voor de extra-comptabele rekeningen aan de activa-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt, zoals de tegenrekeningen extra-comptabele vorderingen, deelnemingen, leningen u/g en voorschotten. Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.

BIJLAGE: AFKORTINGENLIJST

A.  
ATB=Automatische treinbeïnvloeding
   
B.  
B&W=Burgemeester en Wethouders
BOR=Bereikbaarheidsoffensief Randstad
BPRW=Beheerplan voor de Rijkswateren
BRG=Bestaand Rotterdams Gebied
BTW=Belasting Toegevoegde Waarde
   
C.  
CAU=Corridor Amsterdam Utrecht
CW=Comptabiliteitswet
   
D.  
DAD=Departementale Audit Dienst
DB=Decibel
DBFM=Design-Build-Finance-Maintenance
DGTL=Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart
DGP=Directoraat Generaal Personenvervoer
DGW=Directoraat Generaal Water
   
E.  
EAT=Engineering, Administratie en Toezicht
EZ=Ministerie van Economische Zaken
   
F.  
FES=Fonds Economische Structuurversterking
   
H.  
HSL=Hogesnelheidslijn
H&S=Herstel & Inrichting
   
I.  
IBO=Interdepartementaal Beleidsonderzoek
IIVR=Integrale Inrichting Veluwe Randmeer
IP=Infraprovider
IPG=Innovatieprogramma Geluid
IPL=Innovatieprogramma Luchtkwaliteit
IVW=Inspectie Verkeer en Waterstaat
   
K.  
KRW=(Europese) Kaderrichtlijn Water
   
L.  
LCC=Life Cycle Costs
LNV=Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
   
M.  
MER=Milieu Effect Rapportage
MIT=Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport
MNP=Milieu en Natuurplan
MJPO=Meerjarenprogramma Ontsnippering
MTR=Midterm Review
   
N.  
NIS=Netwerk Informatiesysteem
NoMo=Nota Mobiliteit
NS=Nederlandse Spoorwegen
NSP=Nieuwe Sleutel Projecten
NURG=Nadere Uitwerking voor het Rivierengebied
   
O.  
OLR=Overeengekomen Lage Rivierafvoer
OTE=Ontwerp Tracébesluit
   
P.  
PAGE=Plan van Aanpak Goederen Emplacementen
PKB=Planologische Kernbeslissing
PMR=Project Mainportontwikkeling Rotterdam
POK=Provinciaal Overleg Kustlijnzorg
PPC=Public Private Comparator
PPS=Publiek-private samenwerking
PZH=Provincie Zuid-Holland
   
R.  
RWS=Rijkswaterstaat
   
S.  
SBB=Staatsbosbeheer
SBV=Subsidieregeling Bedrijfsgebonden Vaarwegaansluitingen
SLA=Service Level Agreement
SNIP=Spelregelkader Natte Infratructuur Projecten
SOIT=Subsidieregeling voor Openbare Inlandterminals
SRE=Stadsregio Eindhoven
SUBBIED=Subsidie Baggeren Bebouwd Gebied
SVB=Stimuleringsregeling Verwerking Baggerspecie
   
T.  
TB=Trace Besluit
TBBV=Tijdelijke Beleidsregeling Bijdragen Vaarwegaansluitingen
TCI=Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten
   
V.  
VBS=Verkeersbegeleidingssysteem
VenW=Ministerie van Verkeer en Waterstaat
VNK=Veiligheid Nederland in kaar
   
W.  
WAB=Wegaanpassingsbesluit
WBR=Wet Beheer Rijkwaterstaatwerken
WST=Westerschelde Tunnel
   
Z.  
Zoab=Zeer Open Asfalt Beton
ZSM=Zichtbaar, Slim en Meetbaar
Licence