Ontvangsten (x € 1 000)

Uitgaven (x € 1 000)

Inhoudsopgave Jaarverslag 2006 Staten-Generaal (IIA) blz.

1. ALGEMEEN

1. Door de minister getekende voorwoordbladzijde

2. DECHARGEVERLENING

Verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de Staten-Generaal aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2006 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van de Staten-Generaal (IIA).

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in de jaarverslagen;

d. de departementale saldibalansen;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

van de Staten-Generaal (IIA). Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag/de onderhavige jaarverslagen en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.

b. de slotwet van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2006; deze slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd. Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen;

c. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2006 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.

d. De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2006 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2006 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2006 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 84, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001). Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

3. LEESWIJZER

VBTB

De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal spannen zich in om de begroting en verantwoording zoveel mogelijk op te stellen conform de VBTB-regels. Nieuw ten opzichte van het Jaarverslag 2005 is het terugkijken op de speerpunten 2006 in de paragraaf 2 en de componenten financiële rechtmatigheid en niet-financiële beleidsinformatie in de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Opbouw Jaarverslag

Het jaarverslag over 2006 bestaat conform de regelgeving uit de volgende delen:

A. het algemene deel met o.a. dechargeverlening;

B. de totaaltabel (IIA) budgettaire gevolgen van beleid;

C. de jaarrekening.

De paragraafindeling van de artikelen 1 en 3 is als volgt:

1. Algemeen

2. Speerpunten 2006

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Financiële toelichting

3b. Beleidsmatige toelichting (tabel beleidsprestaties)

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de afwijkende opbouw van de artikelen 2 en 4 is gekozen om de volgende redenen.

De artikelen 2, 3 en 4 hebben betrekking op de Tweede Kamer. Om dubbelingen te voorkomen is de bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen bij het daartoe meest aangewezen artikel, te weten artikel 3. Aangezien in de begroting voor artikel 4 geen beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd is ervoor gekozen om de paragrafen 2b, 3 en 4 weg te laten.

Er is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2006 en de realisatie 2006.

Aanbevelingen Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer constateert (zie de Audit Actielijst 2006 die is opgesteld naar aanleiding van het rechtmatigheidsonderzoek voor het begrotingshoofdstuk IIA) geen onvolkomenheden. De Algemene Rekenkamer noemt wel het volgende aandachtspunt, namelijk dat het financieel beheer bij de Eerste Kamer niet geheel voldoet aan de eisen: bij het inkoopbeheer zijn fouten geconstateerd en de administratieve organisatie is onvoldoende beschreven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van artikel 1 geeft de Eerste Kamer aan welke maatregelen zijn genomen.

Om herhaling van informatie te voorkomen is ervoor gekozen om geen afzonderlijke bijlage Aanbevelingen Algemene Rekenkamer op te nemen.

Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens

Onderzoek heeft uitgewezen dat bij de Staten-Generaal geen sprake in 2006 is geweest van beloning van functionarissen die het gemiddelde belastbare loon per jaar van de ministers te boven gaan. Derhalve geldt voor het Jaarverslag 2006 van de Staten-Generaal geen verplichte melding van topinkomens in verband met de inwerkingtreding van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.

B. BELEIDSVERSLAG

4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid voor IIA

5. DE ARTIKELEN

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

1. Algemene beleidsdoelstelling

De Eerste Kamer heeft als hoofddoelstelling het toetsen van de door de Tweede Kamer aanvaarde wetsvoorstellen. In de Kanteling (de visie op het functioneren van de eerste Kamer richting toekomst) is besloten dat het ambtelijke apparaat hierbij meer (inhoudelijke) ondersteuning zal bieden. Jaarlijks wordt de Verenigde Vergadering verzorgd.

2. Speerpunten 2006

De ambtelijke diensten van de Eerste Kamer hebben ten doel de leden van de Eerste Kamer in staat te stellen hun wetgevende en beleidscontrolerende taak naar behoren te vervullen. De wijze waarop deze doeleinden worden bereikt vloeit voor uit het werkaanbod voor de Eerste Kamer en de wensen van haar leden bij het vervullen van hun taken. Er is verder ingezet op de ontwikkeling van de inhoudelijke ondersteuning ten behoeve van leden en commissies. De samenwerking met de Tweede Kamer is op het gebied van facilitaire ondersteuning verder uitgebreid.

De beleidscontrolerende taak van de leden beslaat ook de (implementatie van de) Europese regelgeving, de Europese integratie en belangrijke regeringsnota’s. Tenslotte heeft de Eerste Kamer – gelijktijdig met de Tweede Kamer – het zelfstandig recht om in te stemmen met of instemming te onthouden aan voorgenomen besluiten in het kader van de derde pijler van de Europese Unie die het Koninkrijk bindend karakter hebben.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Financiële toelichting

De hogere realisatie op artikelonderdeel 1.1 wordt met name verklaard door een verhoging van de begroting bij 1e suppletore begroting 2006 voor versterking van de beleidsinhoudelijke ondersteuning, het intensiveren van de communicatie en verschillende kosten voor facilitaire zaken zoals beveiliging en onderhoud. De hogere realisatie voor de Ledenvergoedingen op artikelonderdeel 1.2 is het gevolg van de jaarlijkse bijstelling van deze vergoedingen.

3b. Beleidsmatige toelichting

3. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Faciliteren wetgevingsproces

Door het aantrekken van beleidsmedewerkers zijn er 28 zogenaamde wetgevingsdossiers opgesteld. Naar de mening van de leden, getoetst door de toenmalige Directeur, zijn deze dossiers een goede aanvulling voor het toetsen van de door de Tweede Kamer aanvaarde wetsvoorstellen.

Informeren kamerleden

De leden van de Eerste Kamer zijn door de Informatiespecialisten, die beschouwd worden als inhoudelijke deskundigen, tot tevredenheid geïnformeerd.

4. De bedrijfsvoeringparagraaf

a. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering is in het algemeen rechtmatig verlopen. Dat neemt niet weg, dat er bij het aangaan of doorlopen van verplichtingen spanning is geconstateerd met de Europese aanbestedingsregels. Tevens zijn er verplichtingen aangegaan zonder contracten. Per saldo gaat het om € 0,65 mln aan onrechtmatigheden. Het betreft hier onder meer het ten onrechte niet salderen van verschillende aanbestedingen en het verlengen van contracten waardoor de grensbedragen zijn overschreden. De Eerste Kamer zal zo goed als mogelijk maatregelen nemen om herhaling in de toekomst te voorkomen.

b. Totstandkoming niet financiële beleidsinformatie

Via het Contentmanagementsysteem waarmee de website van de Eerste Kamer wordt beheerd wordt tevens de voortgang van de behandeling van wetsvoorstellen geregistreerd. Daarnaast wordt deze informatie voor het publiek in bewerkte vorm op de website van de Eerste Kamer gepubliceerd. Daarnaast wordt per week, d.m.v. de voorlopige agenda (met name de interne informatievoorziening), bijgehouden wat de stand van zaken is voor een desbetreffend wetsvoorstel.

c. Financieel en materieel beheer

De voorraden zijn in kaart gebracht. Met de Auditdienst wordt hierover nader overlegd. Tevens is er een inkoopbeleidsplan opgesteld dat voor toetsing naar de Auditdienst is gestuurd. Het materieel is gedeeltelijk in kaart gebracht.

d. Overige aspecten: organisatieontwikkeling

De implementatie van de reorganisatie heeft zijn beslag gekregen. Alle functies zijn vervuld en er is een evaluatie en werknemerstevredenheidsonderzoek gehouden. Mogelijk wordt de organisatiestructuur aangepast. Daarbij zullen dan ook (eventueel) de bedrijfsprocessen op onderdelen worden aangepast.

Er is hernieuwd onderzoek gedaan naar de beveiliging. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een aantal aandachtspunten. Om deze aandachtspunten c.q. aanbevelingen te realiseren is in samenwerking met de Tweede Kamer een projectplan Integrale Beveiliging opgesteld.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

1. Algemene beleidsdoelstelling

Zorg dragen voor het doen van uitgaven met betrekking tot:

– de schadeloosstelling en de reis- en overige kosten van de leden van de Tweede Kamer,

– de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer en hun nabestaanden,

– de schadeloosstelling van de Nederlandse leden van het Europese Parlement.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

2a. Financiële toelichting

Artikelonderdeel 2.1

De lagere realisatie 2006 ten opzichte van de begroting 2006 wordt verklaard door een lagere realisatie in de reiskosten dan geraamd. Daarnaast is een deel van het budget overgeheveld naar artikel 3 voor fractieondersteuning (3.4) en onderzoeksbudget (3.2).

Artikelonderdeel 2.2

De onderuitputting in 2006 is met name het gevolg van het, tot aan de verkiezingen in november, afgenomen beroep op de wachtgeldregeling. De nieuwe beroepen op de wachtgelden na de Tweede Kamerverkiezingen komen pas tot uitbetaling in 2007.

Artikelonderdeel 2.3

In de begroting 2006 was een lager budget opgenomen voor de schadeloosstellingen en ziektekosten voor Europarlementariërs. Bij 1e suppletore begroting is dit budget met € 0,25 mln verhoogd.

2a. Beleidsmatige toelichting

3. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Outplacement

In 2006 is door zeven deelnemers gebruikt gemaakt van de outplacementfaciliteit.

In beginsel kunnen alle niet-herkozen leden een beroep doen op deze vrijwillige regeling. Hieraan is namelijk geen kwalitatieve dan wel kwantitatieve doelstelling aan gekoppeld. De ervaring leert dat direct na verkiezingen het aantal deelnemers toeneemt.

Kengetallen m.b.t. artikelonderdeel 2.2 pensioenen en wachtgelden

* Tot en met het begrotingsjaar 2005 had de vermelding van het aantal wachtgelden alleen betrekking op betaalde wachtgelden en niet op wachtgelden die door korting van neveninkomsten niet tot betaling leidden. De overgang naar een andere uitvoeringsorganisatie kende als onbedoeld gevolg dat deze verbijzondering over 2006 niet (meer) mogelijk is. Dientengevolge zijn, met het oog op de onderlinge vergelijkbaarheid, aan de eerder gemeld aantallen wachtgelden in de periode 2003–2005 ook de niet tot betaling gekomen wachtgelden toegevoegd.

Overige getallen

* waaronder ook in voorgaande jaren ingediende wetsvoorstellen, moties en vragen.

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

1. Algemene beleidsdoelstelling

Naast de apparaatskosten van de Tweede Kamer in strikte zin, zijn onder dit artikel ook de budgetten voor onderzoek, drukwerk kamerstukken, fractieondersteuning, de uitzending van leden en, indien van toepassing, enquêtes opgenomen.

2. Speerpunten 2006

De in de begroting genoemde speerpunten (zie ook onderstaande paragraaf 3b en de daarbij behorende nadere toelichting in paragraaf 4) zijn grotendeels succesvol gerealiseerd.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Financiële toelichting

Het verschil van € 3,6 mln op artikelonderdeel 3.1 tussen de hogere realisatie en de begroting 2006 kan onder meer worden verklaard door uitbreiding van de formatie voor beveiliging en automatiseringsprojecten.

Daarnaast heeft een budgetoverheveling plaatsgevonden vanuit het budget voor drukwerk op artikelonderdeel 3.3. Op het drukwerk is bezuinigd waardoor budgettaire ruimte op dat budget ontstond. Hiermee kan ook het verschil van € 1,0 mln op artikelonderdeel 3.3 worden verklaard.

Het verschil op artikelonderdeel 3.4 van € 1,5 mln voor de fractiekosten kan worden verklaard door een budgetoverheveling vanuit artikelonderdeel 2.1 schadeloosstellingen waardoor meer financiële ruimte ontstond voor de fractieondersteuning.

De budgettaire overhevelingen die hierboven zijn beschreven zijn verwerkt bij 1e suppletoire begroting 2006.

3b. Beleidsmatige toelichting

4. Nader geoperationaliseerde doelstellingen

Zelfstandige begrotingsautoriteit

De Tweede Kamer streeft naar een zo groot mogelijke onafhankelijkheid van de regering waar het gaat om het vaststellen van haar eigen begroting. Naar aanleiding van het wetsvoorstel voor de tweede wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 833, nrs. 1–2) heeft in juni 2005 plenair debat plaatsgevonden over de mogelijkheden voor wettelijke vastlegging. De Tweede Kamer en de regering verschillen van mening over de mate waarin de Grondwet en de Comptabiliteitswet hiervoor ruimte bieden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 833, nrs. 3–6). De huidige stand van zaken is dat de Kamer zich nog beraadt op enkele amendementen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 833, nrs. 8 en 9).

Samenwerking Eerste Kamer

• Commissies. De samenwerking komt tot uitdrukking bij de EU-ondersteuning en het gemeenschappelijk bezoeken van seminars. Voorts is sprake van een gemeenschappelijk griffie Verzoekschriften. Daarnaast zijn ambtelijk Tweede Kamernotities beschikbaar voor griffiers van de Eerste Kamer.

• Bedrijfsvoering. De bedrijfsdoelstellingen m.b.t. de bedrijfsvoering van de beveiligingsdienst zijn alle gerealiseerd. Het reorganisatieproces is afgerond, de nieuwe organisatiestructuur is per 1 oktober 2006 gestart, het aantal FTE is geformaliseerd en de dienstverleningsovereenkomst met de Tweede Kamer is geformuleerd. De dienstverlenings-overeenkomst (DVO) met de Eerste Kamer is geëvalueerd en de intentie is uitgesproken dat deze verder zal worden gecontinueerd.

• In 2006 is de IT dienstverlening aan de Eerste Kamer door de Dienst Automatisering van de Tweede Kamer geoperationaliseerd.

Besluitvorming over het onderbrengen van het apparaat en het bevoegde gezag bij de Griffie interparlementaire betrekkingen (IB)

De Gemengde commissie van toezicht op de Griffie IB heeft in 2006 op verzoek van de Ondernemingsraden van de beide Kamers een extern onderzoek laten verrichten naar de Griffie IB. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in 2007 worden betrokken bij de verdere besluitvorming.

De ondersteuning van de kerntaken van het parlement (medewetgeving en controle)

• Algemeen. Er is een protocol voor amendering en initiatiefwetgeving opgesteld dat de procedure bij voorbereiding, ondersteuning en indiening van amendementen en initiatiefwetten én de rechten en plichten van de kamerleden daarbij uiteen zet.

• De samenwerking met de Academie voor de Wetgeving heeft in 2006 nader vorm gekregen. Momenteel zijn twee stagiaires van de Academie voor twee jaar bij de Tweede Kamer gedetacheerd en worden de mogelijkheden voor een derde stagiair bekeken. Daarnaast biedt de Tweede Kamer gedurende het gehele jaar kortlopende stageplaatsen van vier weken aan studenten van de Academie aan. Als gevolg van de vervroegde verkiezingen, heeft het voor het najaar 2006 geplande symposium over wetgevingskwaliteit in de Kamer geen doorgang gevonden.

• De Griffie is betrokken bij de Begeleidingscommissie Digitale ondersteuning van wetgeving die onderzoek doet naar het Tasmaanse digitale systeem Enact dat wetgevingsjuristen ondersteunt bij het opstellen en de consolidatie en publicatie van wetgeving. Hieraan verwant is de samenwerking met de UvA voor een soortgelijk project. De Universiteit van Amsterdam (UvA) is bezig met het ontwikkelen van een «Smart Environment for Assisting the drafting and debating of Legislation» (SEAL). Dit is een systeem om bij nieuwe of gewijzigde wetgeving direct de consequenties in aanpalende wetgeving in kaart te brengen. De Kamer levert een bijdrage aan het testen hiervan.

• VBTB/Jaarverslagen. VBTB-doelstelling en -procedures zijn opgenomen in de werkwijze van de Kamer en commissies.

• Ondersteuning controlerende taak van de Tweede Kamer. De fusie tussen het Onderzoeks- en Verificatiebureau (OVB) en de staf van de commissie Rijksuitgaven is in gang gezet.

• Wet op de parlementaire enquête. Het betreffende wetsvoorstel ligt sinds eind december 2006 ter behandeling bij de Eerste Kamer.

Papierarm parlement/E(lectronic)-parlement/Parlis

• In 2006 heeft verdere ontwikkeling plaatsgevonden van het educatieve programma en de bijbehorende website.

• Er bleek sprake van een verhoogd bereik van de doelgroep door markeringinspanning, aanpassing en uitbreiding van lespakketten en een vernieuwd aanbod op de website.

• Verdere ontwikkeling van de internet- en intranetsite. Dit is mede noodzakelijk voor het mogelijk maken van meer interactieve toepassingen.

• De vernieuwde website is in september 2006 opgeleverd.

• In 2006 is verder vorm gegeven aan integrale informatievoorziening in de richting van de leden en andere belanghebbenden.

• Er is gestart met het maken van informatiedossiers die geplaatst worden opwww.tweedekamer.nl.

• Het Parlementair Informatiesysteem (Parlis) is in 2006 gedeeltelijk gerealiseerd. De bouw van het systeem is voltooid. Definitieve implementatie van het systeem wordt aan het eind van het eerste kwartaal van 2007 verwacht, waarmee een grote stap voorwaarts is gezet naar een integrale informatievoorziening ten behoeve van de leden.

• In het kader van de reeds in 2003 vastgestelde notitie «Papierarm parlement» zijn, in samenwerking met de Eerste Kamer, verdere stappen gezet naar de terugdringing van de oplage van kamerstukken. Met de komst van Parlis zal een verdere, naar verwachting forse, besparing van papieren stukken mogelijk zijn.

• Nieuwe vormen van informatiepresentatie zijn ontwikkeld.

• Het project «smartphones kamerinfo» is door het ontbreken van de benodigde personele capaciteit niet in 2006 van start gegaan. Voor het digitale televisiekanaal «Politiek24» heeft de kamer opnames van de plenaire debatten ter beschikking.

• Verdere inbedding van e-parlement in de organisatie van de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden.

• Het beheerdocument voor projecten en nieuwe diensten is opgesteld en de informatiearchitectuur is vastgesteld.

• Het toegankelijk maken van de informatie in de plenaire zaal is niet gerealiseerd omdat in december 2005/begin januari 2006 duidelijk werd dat er onvoldoende tijd beschikbaar was om te garanderen dat deze voorzieningen vóór het einde van het zomerreces van 2006 gerealiseerd waren. Het risico was te groot dat er – bij een tegenvaller in het project – onvoldoende marge was om deze garantie af te kunnen geven. Er is toen besloten om dit naar 2008 te verplaatsen.

Financieel beheer

• Het voldoen aan de verlangens van klanten op de terreinen van operationele, tactische en strategische managementinformatie. Door de invoering van de toepassing Cognos wordt de managementinformatie (operationeel en tactisch) beschikbaar gesteld via het intranet aan de leden van het managementteam, diensthoofden en bepaalde medewerkers. De doelstelling is daarmee (grotendeels) gerealiseerd.

• Zoveel mogelijk papierloos te werken door gebruik te maken van scanapparatuur en het elektronisch accorderen van facturen en verplichtingen. In 2006 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden van de bestaande systemen om het proces van aanvraag tot en met betalen te digitaliseren. De uitkomst van het onderzoek is dat met één van de bestaande systemen een proefopstelling wordt ingericht. De doelstelling is daarmee nog niet gerealiseerd.

Personeelsbeleid

• Verzuimbeleid en -begeleiding. Het in 2005 vernieuwde verzuimbeleid leidde tot trainingen in 2005 en 2006. De conclusie is opnieuw gerechtvaardigd dat deze trainingen en de intensieve aandacht voor het verzuimbeleid tot een verdere daling hebben geleid van het verzuimpercentage naar 4,4% (was in 2005 5,3%) en van de meldingsfrequentie naar 1,6 (was in 2005 1,8). Dit betekent dat het door het Managementteam voor 2006/2007 vastgestelde streefcijfer van 4,4% voor de gehele organisatie (op basis van de Verbaannorm) al in 2006 is gehaald. Het streefcijfer van 1,5 voor de meldingsfrequentie is net niet gehaald.

• Competentiemanagement. Alle leidinggevenden tot en met het niveau onder het diensthoofd hebben inmiddels een competentieprofiel. Het traject van het opstellen van competentieprofielen tot en met medewerkerniveau is in 2006 begonnen en wordt in 2007 afgerond. Gelet op de evaluatie in 2006, de besluitvorming omtrent het vervolgtraject en het selecteren van een extern bureau, is het vervolgtraject later begonnen dan was gepland. Daarom is deze doelstelling niet volledig gehaald in 2006. Het traject zal waarschijnlijk pas tegen de zomer van 2007 afgerond zijn.

• Uitbesteding schoonmaak. De proef met uitbesteding van de schoonmaak bij de Tweede Kamer is gestart in november 2006. Deze proef verloopt naar tevredenheid. Einde van de proef is gesteld op 31 maart 2008.

5. De bedrijfsvoeringsparagraaf

a. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering is in het algemeen rechtmatig verlopen. Dat neemt niet weg, dat er bij het aangaan of doorlopen van verplichtingen spanning is geconstateerd met de Europese aanbestedingsregels. Per saldo gaat het om € 2,9 mln aan onrechtmatigheden. Het betreft hier onder meer het ten onrechte niet salderen van verschillende aanbestedingen en het verlengen van contracten waardoor de grensbedragen zijn overschreden.

Voor de Tweede Kamer is dit een extra argument om een aantal reeds in 2006 ingezette maatregelen met kracht door te voeren. Ten eerste wordt de positie van Inkoop versterkt door Inkoop te koppelen aan de stafdienst FEZ. Ten tweede wordt met voorrang (en zo mogelijk in interdepartementaal verband) gewerkt aan een aantal (Europese) aanbestedingen om de meeste aanbestedingen binnen mantelcontracten onder te kunnen brengen. Ten derde worden de interne procedures voor de afhandeling vereenvoudigd, onder meer om de bewaking van de meer risicovolle aanschaffingen te kunnen verbeteren.

b Totstandkoming niet-financiële informatie

De niet-financiële beleidsinformatie, ook bij artikel 2, is ontleend aan diverse, mede daartoe bijgehouden, administraties. Dit betreft ook de administraties van uitvoeringsorganisaties.

c. Financieel beheer en materieel beheer

Het financieel beheer van het restaurantbedrijf is verder verbeterd. Inmiddels wordt gewerkt met een nieuw verkoopregistratiesysteem (Point-of-salessysteem) en een nieuw financieel systeem (Oracle Financials). De laatste fase, het invoeren van een nieuw logistiek systeem, is in 2006 nog niet gerealiseerd. Voorts is in 2006 de beschrijving van de administratieve processen van alle diensten binnen de Tweede Kamer afgerond. Een groot deel van deze beschrijvingen is ter beoordeling voorgelegd aan de Auditdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Over het verwerken van het advies van de Auditdienst zijn afspraken gemaakt.

Met het beschrijven van het materieelbeheer is in 2006 een aanvang gemaakt door het opstellen van een plan van aanpak. Uitgangspunt is dat op basis van een risicoanalyse de zaken worden benoemd waarvoor een administratie wordt aangelegd.

d. Overige aspecten

Het jaar 2006 heeft in het teken gestaan van een herbezinning op de financiële functie binnen de Tweede Kamer. Een externe organisatie heeft aan de hand van interviews en workshops een analyse gemaakt van de huidige inrichting van de financiële functie en op basis daarvan voorstellen gedaan om die functie anders in te richten, waardoor beter wordt aangesloten bij ontwikkelingen binnen de Rijksoverheid.

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1. Algemene beleidsdoelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget betreft, naast de apparaatskosten van de Griffie interparlementaire betrekkingen, tevens de kosten van interparlementaire activiteiten.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

2a. Financiële toelichting

Met name op artikelonderdeel 4.3 doet zich een verschil voor. Verwezen wordt naar onderstaande tabel waarin de verschillen tussen de begroting en realisatie nader zijn uitgesplitst.

Artikel 10. Nominaal en Onvoorzien

2. Budgettaire gevolgen van beleid

C. JAARREKENING

6. VERANTWOORDINGSSTAAT

7. SALDIBALANS

Toelichting op de saldibalans van de Staten-Generaal (II A) over het jaar 2006

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2006

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2006).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Het totaalbedrag van € 31 652 is als volgt opgebouwd:

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag in overeenstemming met het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 2 954 682 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Ad a. Vorderingen kasbeheerders Staten-Generaal

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit voorschotten BNN Brandwacht (€ 14 470), reisdeclaraties/vliegtickets (€ 5 067), openstaande kantine nota’s (€ 1 203), gesprekskosten mobiel (€ 1 325) en aankoop kerstkaarten personeel (€ 858).

Het grootste deel van de vorderingen van de Tweede Kamer bestaat uit voorschotten reizen (€ 137 412), afdracht loonheffing ambtenaren (€ 2 740 043) en posten in onderzoek (€ 23 821).

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 4 884 479 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Ad a. Schulden kasbeheerders Staten-Generaal

De intra-comptabele schulden van de Eerste Kamer bestaan voor het grootste gedeelte uit loonbelasting december (€ 151 932), sociale lasten (€ 25 902) en pensioenpremies (€ 39 756). Deze zullen worden afgewikkeld in januari 2007.

De intra-comptabele schulden van de Tweede Kamer bestaan voor het grootste gedeelte uit afdracht loonheffing, sociale premies en pensioenen (€ 4 620 328).

Ad 8. Extra-comptabele vorderingen

Ad 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het totaalbedrag van € 741 720 is als volgt opgebouwd:

De posten van de Tweede Kamer betreffen een vordering van de Stichting Bedrijfsrestaurant van de Tweede Kamer (€ 68 946) en vorderingen op diverse debiteuren (€ 672 774).

Ad 10. Extra-comptabele voorschotten

Ad 10a. Tegenrekening extra-comptabele voorschotten

De saldi van de per 31 december 2006 openstaande voorschotten en van de in 2006 afgerekende voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december 2006:

Overzicht afgerekende voorschotten in 2006:

Toelichting stand openstaande voorschotten:

De posten van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan Loyalis 2006 (€ 48 496) en Fractieondersteuning 2006 (€ 65 200).

De posten van de Tweede Kamer bestaan uit voorschotten Fractiekosten die in 2004, 2005 en 2006 zijn verstrekt (€ 36 138 269). Afrekening vindt plaats na vaststelling Presidium. Daarnaast zijn in 2004 en 2005 voorschotten verstrekt aan de USZO (€ 8 638 202), het ABP (€ 8 945 391) en Loyalis (€ 6 918 627). Afwikkeling van deze voorschotten kan plaatsvinden nadat een (goedkeurende) accountantsverklaring is ontvangen. In afwachting op een afrekening van Kidsconcern staat nog een voorschot open van € 438 550.

Ad 11. Openstaande garantieverplichtingen

Ad 11a. Tegenrekening openstaande garantieverplichtingen

Het bedrag van € 6 828 923 aan openstaande garanties is als volgt opgebouwd:

De garanties vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 12. Openstaande verplichtingen

Ad 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 8 006 857 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd: