Base description which applies to whole site

nr. 1JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE (VI)

Aangeboden 16 mei 2007

Gerealiseerde ontvangsten 2006 (bedragen in miljoen €)

Totaal € 1 111,5 miljoen

kst-31031-VI-1-1.gif

Gerealiseerde uitgaven 2006 (bedragen in miljoen €)

Totaal € 5 709,3 miljoen

kst-31031-VI-1-2.gif

INHOUDSOPGAVE blz.

A. Algemeen6
Hoofdstuk 1 Voorwoord6
Hoofdstuk 2 Dechargeverlening7
Hoofdstuk 3 Leeswijzer11
   
B. Beleidsverslag15
Hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten15
Hoofdstuk 5 Beleidsartikelen23
 11 Nederlandse rechtsorde23
 12 Rechtspleging en rechtsbijstand35
 13 Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding46
 14 Jeugd70
 15 Vreemdelingen84
 16 Integratie101
 17 Internationale rechtsorde108
Hoofdstuk 6 Niet-Beleidsartikelen112
Hoofdstuk 7 Bedrijfsvoeringsparagraaf114
Hoofdstuk 8 Toezichtrelatie ZBO/RWT116
Hoofdstuk 9 Raad voor de rechtspraak119
   
C. Jaarrekening123
Hoofdstuk 10 Verantwoordingsstaat123
Hoofdstuk 11 Departementale saldibalans124
Hoofdstuk 12 Baten-Lastendiensten132
 IND133
 DJI136
 CJIB139
 NFI142
 dienst JUSTIS144
 GBO147
   
D. Bijlagen150
Hoofdstuk 13 Overzichtsconstructies150
 13.1 Asiel en Migratie150
 13.2 Integratiebeleid etnische minderheden158
Hoofdstuk 14 Toezeggingen Algemene Rekenkamer183
Hoofdstuk 15 Publicatieplicht op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens bij het ministerie van Justitie185
Hoofdstuk 16 Lijst met afkortingen186
   
Stroomschema strafrechtketen192
Stroomschema vreemdelingenketen193

A ALGEMEEN

HOOFDSTUK 1 – VOORWOORD

Met dit jaarverslag over de Justitiebegroting 2006 geef ik inzicht in de resultaten die zijn bereikt bij de uitvoering van het beleid in het jaar 2006. In dit jaarverslag maakt Justitie, volgens de regels van de beleidsverantwoording, inzichtelijk in hoeverre eerder aangekondigde doelen zijn bereikt en welke financiële gevolgen daaraan verbonden waren. Daarnaast is ook de financiële verantwoording over het jaar 2006 in de vorm van een jaarrekening in dit departementale jaarverslag opgenomen.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

HOOFDSTUK 2 – VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Justitie aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Justitie decharge te verlenen over het in het jaar 2006 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het ministerie van Justitie.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel en materieel beheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in de jaarverslagen en jaarrekeningen;

d. de departementale saldibalansen;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

van het ministerie van Justitie. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2006; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden;

b. de slotwet van het ministerie van Justitie over het jaar 2006; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd. Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen;

c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2006 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel Jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden;

d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2006 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2006 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2006 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001); het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

HOOFDSTUK 3 – LEESWIJZER

Algemeen

In dit Departementaal Jaarverslag 2006 legt het ministerie van Justitie verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2006. Met ingang van de begroting 2005 van het ministerie van Justitie is de structuur van de begroting aangepast met als doel meer duidelijkheid, samenhang en overzichtelijkheid. In de begroting 2006 is voortgegaan op het ingezette traject van 2005. Bij de beleidsartikelen is, behoudens de artikelen 11 «Nederlandse rechtsorde» en 17 «Internationale rechtsorde», ingegaan op de motivering van overheidshandelen op de betreffende terreinen en de specifieke bijdrage en verantwoordelijkheid van Justitie daarin. Tevens zijn de succesfactoren bij het realiseren van de beleidsdoelstellingen benoemd. Dit vindt uiteraard zijn weerslag in dit jaarverslag over 2006.

Dit jaarverslag valt uiteen in:

– deel A Algemeen;

– deel B Beleidsverslag;

– deel C Jaarrekening;

– deel D Bijlagen.

Deel A – Algemeen

In deel A zijn opgenomen het voorwoord van de Minister van Justitie alsmede het verzoek tot dechargeverlening aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal en deze leeswijzer.

Deel B – Beleidsverslag

In deel B wordt ingegaan op de beleidsmatige resultaten. Hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten geeft een overzicht van de belangrijkste door Justitie behaalde successen in 2006, die ook maatschappelijk in het oog springen. Hoofdstuk 5 Beleidsartikelen schetst per beleidsartikel de resultaten van het in 2006 gevoerde beleid. Hierbij is nadrukkelijk gekeken naar de doelstellingen uit de begroting 2006. De realisatie van deze doelstellingen wordt in dit jaarverslag toegelicht, evenals de politiek en maatschappelijk relevante resultaten. Hoofdstuk 6 bevat de niet-beleidsartikelen. In deel B is tevens opgenomen de Bedrijfsvoeringsparagraaf (hoofdstuk 7), een overzicht toezichtrelatie ZBO/RWT (hoofdstuk 8) en het hoofdstuk Raad voor de rechtspraak (hoofdstuk 9).

De indeling van de beleidsartikelen volgt de indeling van de begroting 2006, te weten:

11 Nederlandse rechtsorde;

12 Rechtspleging en rechtsbijstand;

13 Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding;

14 Jeugd;

15 Vreemdelingen;

16 Integratie;

17 Internationale rechtsorde.

Naast deze beleidsartikelen kent Justitie ook een drietal niet-beleidsartikelen, te weten:

91 Algemeen;

92 Nominaal en onvoorzien;

93 Geheim.

Deel C – Jaarrekening

Deel C bestaat uit de verantwoordingsstaat van het departement, de departementale saldibalans en de samenvattende verantwoordingsstaat van de Baten-lastendiensten. Per Baten-lastendienst wordt de balans, de staat van baten en lasten en het kastrooomoverzicht gepresenteerd.

In de beleidsartikelen in deel B is het jaarrekeninggedeelte terug te vinden in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid met bijbehorende financiële toelichting. In de toelichtende paragraaf zijn in de regel alle verschillen en mutaties toegelicht die groter zijn dan € 5 miljoen, danwel politiek of anderszins relevant. Mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletore begrotingen) aan de Tweede Kamer zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen vermeld.

Deel D – Bijlagen

Deel D bevat de volgende bijlagen:

– overzichtsconstructie Asiel en Migratie;

– overzichtsconstructie Integratiebeleid Etnische Minderheden;

– toezeggingen aan de Algemene Rekenkamer;

– overzicht uit publieke middelen gefinancierde topinkomens bij het ministerie van Justitie.

Tevens zijn als sluitstuk van het jaarverslag twee stroomschema’s opgenomen, één voor de strafrechtketen en één voor de vreemdelingenketen. Deze schema’s bieden inzicht in de diverse organisatie-onderdelen die deel uitmaken van de keten en hun onderlinge relaties.

Afspraken ten aanzien van de begroting 2006

Zoals in de begroting 2006 is vermeld heeft het ministerie van Justitie met betrekking tot een aantal punten specifieke afspraken gemaakt met het ministerie van Financiën. De afspraken die ook doorwerken in deze verantwoording worden hieronder gememoreerd.

Motivering

De uitzonderingen rond het vermelden van de motivering van overheidshandelen betreffen de beleidsartikelen 11 «Wetgeving» en 17 «Internationale rechtsorde». De taak van het ministerie van Justitie op deze terreinen spreekt voor zich.

Actoren

In de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt onder het niveau van de operationele doelstellingen een zogenaamd instrumentniveau voorgeschreven. Justitie maakt inderdaad gebruik van dat niveau, maar gebruikt in plaats van de term «instrument» de term «actor».

Positionering apparaatsuitgaven

Alle apparaatsbudgetten van de beleidsdirecties – met uitzondering van het apparaatsbudget van de Directie Wetgeving – zijn bij het niet-beleidsartikel 91 «Effectieve besturing van het Justitie-apparaat» ondergebracht.

Subsidies

Bij de tabellen betreffende de budgettaire gevolgen van beleid worden subsidieverplichtingen niet gespecificeerd.

Positionering baten-lastendiensten

De uitgaven van alle uitvoerende diensten, inclusief de baten-lastendiensten van het ministerie van Justitie, worden wat betreft de begrotingsindeling aangemerkt als programma-uitgaven.

Toelichten van programma- en apparaatsuitgaven met volume- en prijsgegevens

In overleg met het ministerie van Financiën is afgeweken van het toelichten van apparaats- en programma-uitgaven met volume- en prijsgegevens indien Justitie dit niet zinvol acht.

Outcome- en outputindicatoren

Bij de beleidsartikelen 11 «Wetgeving» en 17 «Internationale Rechtsorde» ontbreken mogelijk outcome- en outputindicatoren. Een goed functionerende rechtsorde laat zich niet in outcome- en output-indicatoren vangen. Een selectie van de belangrijkste wetsvoorstellen uit het wetgevingsprogramma geeft in beleidsartikel 11 overigens wel inzicht in de activiteiten van Justitie op dit terrein. Bij brief van 22 juni 2005 is de Tweede Kamer over dit onderwerp door middel van de zogenaamde «comply or explain-brief» geïnformeerd (TK 29 949, nr. 24).

Onderscheid prestatiegegevens

Het ministerie van Financiën maakt bij prestatiegegevens een onderscheid tussen gegevens die regulier van aard zijn en gegevens die niet-regulier van aard zijn. Het ministerie van Justitie maakt eveneens dit onderscheid, maar hanteert daarbij andere begrippen. Hiervoor is gekozen vanwege het feit dat deze andere begrippen ingeburgerd zijn in de organisatie. Reguliere gegevens worden aangeduid als «kengetallen» en niet-reguliere gegevens hebben betrekking op evaluatieonderzoeken.

Interpretatie (financiële) instrumenten

Onder financiële instrumenten verstaat het ministerie van Justitie «middelen die worden ingezet om de beleidsdoelstellingen te realiseren». Financiële beleidsinstrumenten zijn onder andere subsidies, leningen, garanties en deelnemingen.

Raad voor de rechtspraak

In de Wet op de Rechtelijke Organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en de Raad voor de rechtspraak. Daarmee heeft de Minister van Justitie geen directe verantwoordelijkheid meer voor de bedrijfsvoering. Wel heeft de minister een verantwoordelijkheid als toezichthouder.

Vanaf 1 januari 2005 geldt een nieuwe bekostigingssystematiek voor de rechtspraak. De nieuwe bekostigingswijze is volledig gebaseerd op outputfinanciering. Bij de rechtspraak is per 1 januari 2005 het baten-lastenstelsel ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop de Raad in de begroting en verantwoording wordt gepositioneerd. Door Justitie is gekozen voor een «bijdrage-constructie». Dit betekent dat op beleidsartikel 12 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de gerealiseerde bijdrage aan de Raad is opgenomen en de Raad niet in de begrotings- en verantwoordingsstaat inzake baten/lastendiensten is opgenomen. Voor de Raad is een apart hoofdstuk opgenomen (deel B, hoofdstuk 9).

Gehanteerde toerekeningssleutels

Het komt voor dat een budgethouder of organisatie-eenheid een bijdrage levert aan meerdere doelstellingen. Daar waar geen betere informatie voorhanden is, zijn bij de verantwoording de toerekeningssleutels toegepast zoals gehanteerd bij de begroting 2006.

Derdeninformatie

Daar waar informatie verkregen van derden is opgenomen, wordt dit specifiek in de toelichting bij de betreffende operationele doelstelling vermeld.

Relatie rijksbijdrage en baten-lastendiensten

Het ministerie van Justitie draagt aan de diverse baten-lastendiensten (IND, DJI, CJIB, NFI, Dienst Justis, GBO) een jaarlijkse bijdrage af. Omdat deze diensten vaak beschikken over meerdere inkomstenbronnen en zij onder andere hun uitgaven ten laste kunnen brengen van meerdere jaren is het niveau van de gerealiseerde uitgaven ten laste van het ministerie (de rijksbijdrage) meestal niet gelijk aan de kosten van de Baten-lastendienst in het betreffende kalenderjaar. In de Justitiebegroting en het Jaarverslag zijn de (gerealiseerde) rijksbijdragen op de betreffende operationele doelstellingen vermeld. Voor een juist beeld van de kosten en het exploitatieresultaat van de baten-lastendiensten wordt verwezen naar de specifieke verantwoording over de baten-lastendiensten (deel C, hoofdstuk 12).

B BELEIDSVERSLAG

HOOFDSTUK 4 – BELEIDSPRIORITEITEN

A. Beleidsprogramma

Inleiding

In het Beleidsprogramma 2004–2007 stond een aantal thema’s centraal voor Justitie. De afgelopen jaren is hieraan hard gewerkt door het departement. Daarbij ging het om:

– Vermindering van (jeugd)criminaliteit;

– Verbetering veiligheidsketen/strafrechtketen;

– Modernisering rechtsorde;

– Restrictief toelatingsbeleid;

– Aanpak illegaliteit en effectief terugkeerbeleid;

– Integratie.

Daarnaast waren er vele andere dossiers die de aandacht vroegen en die tot de core business behoren van Justitie. De meest in het oog springende beleidsontwikkelingen in 2006 worden hieronder toegelicht.

Rechtshandhaving en sanctietoepassing

Veiligheidsprogramma

Het Veiligheidsprogramma «Naar een veiliger samenleving» beoogt een daling van criminaliteit en overlast in het publieke domein met 20 tot 25% in de periode 2008–2010. In de periode 2002–2005 zijn goede resultaten geboekt. Het aantal door burgers ondervonden vermogensdelicten is in genoemde periode afgenomen met 9,3%. Het aantal door burgers ondervonden geweldsdelicten is gedaald met 10,8%. Van de algehele doelstelling van het Veiligheidsprogramma is daarmee een daling van zo’n 10% gerealiseerd. Voor de periode tot en met 2008–2010 moet nog een verdere daling van zo’n 10 tot 15% worden gerealiseerd. Op basis van cijfers van de nieuwe Veiligheidsmonitor Rijk blijkt dat de dalende trend zich ook in de periode 2005–2006 voortzet. Voorjaar 2007 zal moeten blijken of deze trendmatige ontwikkeling continueert1.

Met de ontwikkeling van de gevoelens van onveiligheid gaat het eveneens de goede kant op. Het percentage burgers dat zich wel eens onveilig voelt, is in de periode 2002–2005 gedaald van 30,8% naar 24%. Dit is een substantiële verbetering, zoals werd beoogd. Uit de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2006 (TK 28 684, nr. 111) blijkt dat vergeleken met 2004 de criminaliteit is gedaald in alle onderzochte sectoren, te weten de bouwnijverheid, de detailhandel (bijvoorbeeld diefstal: – 20%), de horeca, de transportsector en de zakelijke dienstverlening. Hetzelfde geldt voor de totale schade. Deze bedroeg in 2006 naar schatting € 569 miljoen, een afname van 17%.

In mei 2006 heeft het vorige kabinet de vooruitblik op het Veiligheidsprogramma aan de Tweede Kamer gezonden (TK 28 684, nr. 85). Hierin gaf het vorige kabinet de hoofdlijnen aan waarlangs het veiligheidsbeleid de komende jaren vormgegeven zou kunnen worden: naast blijvende aandacht voor het strafrechtelijk optreden, zou meer nadruk gelegd moeten worden op preventie van criminaliteit en overlast, en ingezet moeten worden op een intensieve aanpak van cybercrime, financieel-economische criminaliteit en de georganiseerde misdaad, en op het beter benutten van technologische ontwikkelingen.

Politiebestel

In 2005 concludeerde de Stuurgroep Evaluatie Politieorganisatie (de Commissie Leemhuis) dat het huidige regionale politiebestel veel knelpunten kent en dat fundamentele wijzigingen van het politiebestel noodzakelijk zijn. Het kabinet nam naar aanleiding hiervan het standpunt in dat een oplossing voor de knelpunten niet uit mag blijven en dat omvorming van het regionale politiebestel tot een landelijke politieorganisatie met een eigen rechtspersoonlijkheid noodzakelijk is.

Op 8 en 21 februari 2006 hebben de beide politieministers het kabinetsstandpunt met de Tweede Kamer besproken. Op 1 juni 2006 is het ontwerp voorstel van wet, na consultatie van alle bij de politie betrokken partijen, voor advies aan de Raad van State gezonden. Op 26 oktober 2006 heeft de Raad van State het advies uitgebracht. Op 21 november 2006 is het wetsvoorstel tot vaststelling van een nieuwe Politiewet bij de Tweede Kamer ingediend.

Verbetering handhaving decentrale overheden

Eind 2000 stelde de minister van Justitie voor een periode van vijf jaar de stuurgroep Handhaven op niveau (HoN) in. De Stuurgroep kreeg tot taak nieuwe initiatieven te nemen en bestaande te ondersteunen ter verbetering van de samenwerking bij en professionalisering van de handhaving van ordeningswetgeving. De stuurgroep introduceerde een tweetal programmalijnen, te weten de «best practices» en «programmatisch handhaven». De activiteiten en producten van HoN hebben de nodige bekendheid verworven. Met name de bekendheid van de activiteiten rondom programmatisch handhaven is goed. Bijna driekwart van de ambtenaren en bestuurders van decentrale besturen menen dat de activiteiten van Handhaven op Niveau hebben bijgedragen aan de verbetering van de handhaving. 85% van de Nederlandse gemeenten zegt inmiddels een handhavingsprogramma te hebben.

Reclassering

In alle arrondissementen zijn zogenaamde Reclasseringsbalies ingericht waarmee voor de justitiële opdrachtgevers OM, ZM en DJI één aanspreekpunt is gerealiseerd. Vanaf 1 januari 2007 zijn deze balies operationeel. Daarnaast zijn vanaf begin 2007 de adviestaken functioneel afgescheiden van de overige taken van de reclassering. Om de vorm en inhoud van de adviezen beter aan te laten sluiten op de behoefte van OM, ZM en DJI is door de reclasseringsorganisaties in 2006 een nieuw samenstel van adviesproducten ontwikkeld. Tenslotte zal ook de verdere ontwikkeling van wetenschappelijk onderbouwde diagnostiek-instrumenten die in 2006 heeft plaatsgevonden, verder bijdragen aan een betere advisering door de reclassering.

Daarnaast is een groot aantal gedragsinterventies (voor jeugdigen en volwassenen) ingediend bij de in 2005 ingestelde Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Inmiddels zijn zes gedragsinterventies voorlopig erkend door de Erkenningscommissie.

Plan van aanpak TBS

In juni 2006 is het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie TBS naar de Tweede Kamer gezonden. Hierin wordt tegemoet gekomen aan de aanbevelingen die de commissie Visser heeft gedaan om het TBS-stelsel te verbeteren. De commissie concludeerde in haar rapport «TBS, vandaag over gisteren en morgen» dat het TBS-systeem aan zijn taakstelling voldoet, maar dat de uitvoering moet worden aangepast aan de eisen van deze tijd.

De maatregelen om het systeem te verbeteren zijn concreet uitgewerkt in het plan van aanpak dat op 10 oktober 2006 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Op verzoek van de Kamer is het plan nog op enkele punten aangescherpt. Over de uitvoering zal twee maal per jaar aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd, voor het eerst in juni 2007.

De belangrijkste maatregelen zijn:

– de uitbreiding van het aantal voorzieningen voor TBS-gestelden en voor gedetineerden met psychiatrische problemen;

– de verlenging van de duur van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS met dwangverpleging én van de TBS met voorwaarden naar maximaal 9 jaar;

– de verdere professionalisering van de verloftoetsing;

– de vergroting van de forensisch-psychiatrische deskundigheid.

Overigens ziet het plan van aanpak ook toe op de uitvoering van het kabinetsstandpunt inzake uitvoering van de motie-Van de Beeten over de aansluiting tussen justitiële en zorgvoorzieningen.

Naast de bovenstaande maatregelen, worden ook maatregelen genomen om het verlof verder te beveiligen. Daartoe worden de geweldsinstructie en het verlofbeleid aangepast. Belangrijkste wijziging in het verlofbeleid is dat in het begeleid verlof een nieuwe fase mogelijk wordt: de beveiligde fase. In de geweldsinstructie worden de mogelijkheden die begeleiders hebben om een onttrekking tegen te gaan uitgebreid.

Aanpak jeugdcriminaliteit

Het in 2003 gestarte en begin 2007 afgeronde kabinetsprogramma «Jeugd Terecht» richt zich op de aanpak van jeugdcriminaliteit, met name op het terugdringen van recidive. Daarbij staat een samenhangende justitiële ketenaanpak centraal en het Justitieel casusoverleg (JCO) speelt daarin een belangrijke rol. Er is een landelijk kader voor een instrument risicotaxatie ontwikkeld waarmee risico’s bij jongeren in kaart worden gebracht. Er is een kader ontwikkeld waarin de verantwoordelijkheden en taken zijn vastgelegd van de verschillende organisaties die bij nazorg na detentie, betrokken zijn. Tussen politie en de Bureaus Jeugdzorg is het landelijk convenant «Vroegsignalering en doorverwijzing 0–18 jaar» operationeel. De groeiende aandacht voor het slachtoffer en de pedagogische opdracht van het jeugdstrafrecht komen tot uitdrukking in de landelijke invoering van slachtoffer-dadergesprekken als aanvulling op de justitiële afdoening. Ook is geëxperimenteerd met een ambulante, zeer intensieve begeleiding van jongeren én hun ouders.

Op 10 juli 2006 zijn in een brief aan de Tweede Kamer verbetervoorstellen voor de uitvoering van de PIJ-maatregel1 geformuleerd. Zowel voor de fase van het strafproces, als bij de uitvoering van de maatregel en de nazorg zijn doelen geformuleerd en extra middelen beschikbaar gesteld om de resultaten bij de aanpak tot gedragsverandering van deze zwaarste doelgroep van jeugdige criminele jongeren te verbeteren en de veiligheid van de samenleving beter te beschermen. De implementatie van deze maatregelen zal grotendeels in de komende kabinetsperiode plaatsvinden.

Terrorismebestrijding

Alertering

Het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb) is in 2006 verder ontwikkeld en het aantal sectoren is uitgebreid. Aan de vitale bedrijfssectoren die al op het systeem waren aangesloten (zoals spoor, luchtvaart, drinkwater, etcetera) is in 2006 de financiële sector toegevoegd. Er zijn verschillende regiobijeenkomsten georganiseerd met als doel de lokale samenwerking tussen security-managers van bedrijven, regionale politiefunctionarissen en gemeenteambtenaren te bevorderen. Daarnaast is voor het eerst geoefend met de op het systeem aangesloten bedrijven. De oefeningen hadden tot doel om te leren van het complexe informatie- en besluitvormingstraject dat voorafgaat aan een terroristische aanslag, nadat de inlichtingendiensten een dreiging hebben geconstateerd. De oefeningen zijn goed verlopen en de oefendoelen zijn gerealiseerd.

Publiekscampagne

In 2006 is de publiekscampagne «Nederland tegen terrorisme» gestart. In de campagne wordt aandacht besteed aan wat de overheid doet op het gebied van terrorismebestrijding en wat mensen zelf kunnen doen. De kennis over wat men zelf kan doen om een terroristische aanslag te helpen voorkomen, is toegenomen (50% zegt te weten waarop te moeten letten; was 38% in 2005). Het publieksonderzoek 2006 laat positieve effecten zien van de eerste fase van de publiekscampagne. De bezorgdheid onder Nederlanders rondom terrorisme is gedaald. Noemde in augustus 2005 nog 39% van de ondervraagden «terrorisme» spontaan als eerste zorg, nu is dat percentage teruggelopen tot 20%. Daarnaast is het vertrouwen in de overheid als bestrijder van terrorisme toegenomen van 27% in 2005 tot 40% in 2006.

Oprichting Dienst Speciale Interventies

Het stelsel van speciale eenheden is in 2006 fundamenteel herzien. Hierdoor is meer samenhang in het stelsel gewaarborgd. Daartoe is op 1 juli 2006 de nieuwe, overkoepelende Dienst Speciale Interventies (DSI) bij het Korps Landelijke Politiediensten opgericht waarin militair en politiepersoneel op unieke wijze in één organisatie samenwerken. Deze dienst is belast met de operationele aansturing van de speciale eenheden in het geval van terrorismegerelateerde situaties, situaties van grof geweld en in bijzondere gevallen.

Rechtsorde en rechtspleging

Evaluatie modernisering rechterlijke organisatie

In 1998 luidde het rapport «Rechtspraak bij de tijd» van de Commissie Leemhuis de start in van een ingrijpende reorganisatie van de rechtspraak, vastgelegd in twee wetten die in 2002 van kracht werden: de Wet Organisatie en bestuur gerechten en de Wet Raad voor de rechtspraak.

In 2004 is de Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie (Commissie Deetman) ingesteld met de opdracht om de modernisering van de rechterlijke organisatie te evalueren.

De commissie concludeerde in het in december 2006 gepresenteerde eindrapport «Rechtspraak is kwaliteit» dat de Nederlandse rechtspraak na een majeure stelselwijziging grotendeels weer bij de tijd is. Alle beoogde doelstellingen zijn bereikt. Er is meer eenheid en transparantie, de bestuurskracht is vergroot, en er wordt sneller gewerkt. Hierdoor nam de tevredenheid van burgers en professionele gebruikers van de rechtspraak toe. Het rapport is op 12 december 2006 aan de Tweede Kamer gezonden (TK 29 279, nr. 42). In de loop van 2007 zal een kabinetsreactie volgen.

Administratieve lasten

Per 1 januari 2007 zullen de taxonomie en infrastructuur voor het opstellen en aanleveren van de jaarrekening met behulp van XBRL1 operationeel zijn. Verschillende accountantsorganisaties en softwareleveranciers zijn klaar met implementatie in hun organisaties en producten, zodat de jaarrekeningen van circa 150 000 vennootschappen, met name in de MKB-sector, vanaf die datum in XBRL-formaat opgemaakt kunnen worden. In de loop van 2007 zal dit aantal nog aanzienlijk groeien.

Integratie

Nieuw inburgeringsstelsel

De voorbereidingen van het nieuwe inburgeringsstelsel zijn in 2006 afgerond. De Wet inburgering is op 6 juli door de Tweede Kamer en op 28 november door de Eerste Kamer aangenomen. Daarmee geldt per 1 januari 2007 een resultaatgerichte inburgeringsplicht voor zogeheten «onderdanen uit derde landen». Aan deze inburgeringsplicht wordt voldaan wanneer het inburgeringsexamen met succes is afgelegd. Bij de uitvoering van de Wet inburgering vervullen de gemeenten een belangrijke rol. Zo kunnen gemeenten een inburgeringsvoorziening aanbieden aan uitkeringsgerechtigden en oudkomers zonder inkomsten uit werk of uitkering en zijn zij verplicht om een inburgeringsvoorziening aan te bieden aan asielgerechtigden en geestelijke bedienaren. Naast de Wet inburgering is voor 2007 een tijdelijke regeling ontwikkeld, die het mogelijk maakt dat gemeenten ook een inburgeringsvoorziening kunnen aanbieden aan personen die niet inburgeringsplichtig zijn maar wel een inburgeringsachterstand hebben. Inburgeringsplichtigen die geen inburgeringsvoorziening van de gemeente krijgen aangeboden kunnen vanaf 1 januari 2007 een beroep doen op een stelsel van leningen en vergoedingen, dat in samenwerking met de IB-groep is ontwikkeld.

De Wet inburgering in het buitenland is per 15 maart 2006 in werking getreden. De implementatie van het technische systeem en de invoering op de posten in het buitenland is zonder noemenswaardige problemen verlopen. In 2006 zijn ongeveer 3 000 examens afgenomen met een slagingspercentage van 86%.

Vreemdelingenbeleid

In- en oprichting Dienst Terugkeer en Vertrek

In 2006 is de Kwartiermakersorganisatie Terugkeer van start gegaan, onder verantwoordelijkheid van de projectDirecteur-Generaal Herinrichting Vreemdelingenketen. Vanaf januari 2007 is deze Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) verantwoordelijk voor het hele vertrekproces van vreemdelingen die het land dienen te verlaten. De DT&V heeft als taakorganisatie van Justitie het doel het daadwerkelijke vertrek te bevorderen en realiseren van, in het kader van het vreemdelingentoezicht of grensbewaking aangehouden, illegale vreemdelingen en van alle asielzoekers die het land dienen te verlaten. De DT&V doet dit in samenwerking met de partners in de vreemdelingenketen: Vreemdelingenpolitie (VP), Koninklijke Marechaussee (KMar), Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, Dienst Justitiële Inrichtingen en de Internationale Organisatie voor Migratie.

B. Overzichtstabel met belangrijkste beleidsmatige mutaties 2006

Tabel 1: Belangrijkste beleidsmatige mutaties x € 1 000

 ODBegroting 2006
 1 Meeropbrengst griffierechten1216 500
 2 Sanctiecapaciteit/TBS13/1438 200
   TBS-plaatsen1330 900
   Extramurale trajecten134 800
   Taakstraffen13/142 500
 3 Verscherpt verlof tbs-ers131 047
 4 Terrorismebestrijding1321 990
 5 Veelplegers ISD139 400
 6 Gezinsvoogdij146 600
 7 Justitiële Jeugdinrichtingen14– 14 000
 8 Pleegzorgmiddelen14– 14 198
 9 Enveloppe Jeugd1412000
10 Asiel: bezetting COA15124 700
11 Asiel: opvang ex-amv’s1515 000
12 Asiel: COA nieuw opvangmodel1515 400
13 Asiel: ramingsbijstelling productieaantallen15– 12 100
14 Asiel: lagere kosten terugkeer 26 00015– 9 600
15 Voortzetten remigratiewet1611 113
16 Co-financiering ESF1622 500

– Negatieve reeks = lagere uitgaven/hogere ontvangsten

Toelichting op de belangrijkste beleidsmatige mutaties in 2006

1. Meeropbrengst griffierechten

De griffierechtenontvangsten zijn in 2006 lager uitgevallen dan was geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2006 relatief meer lichte zaken zijn afgedaan dan voorgaande jaren. Aangezien de griffierechtenontvangsten ten dele zijn gerelateerd aan de omvang van de zaak vallen daarmee ook de ontvangsten lager uit. Er wordt nog onderzocht in hoeverre dit een structureel karakter heeft.

2. Sanctiecapacteit/TBS

De reguliere TBS-capaciteit is in 2006 uitgebreid van 1 688 tot 1 738 plaatsen per ultimo het jaar. Hierin is begrepen de uitbreiding van de longstaycapaciteit van 164 plaatsen tot 184 plaatsen en de uitbreiding van de behandelmogelijkheden voor TBS-gestelden in het gevangeniswezen van 134 plaatsen tot 146 plaatsen.

3. Verscherpt verlof tbs-ers

Het verlofbeleid wordt verder aangescherpt door aanpassing van het verlofbeleidskader en de geweldsinstructie.

4. Terrorismebestrijding

In 2006 is de organisatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) verder vormgegeven. De beschikbaar gestelde middelen zijn enerzijds aangewend ter versterking van de personele staf van de Eenheid Bewaken en Beveiligen. Daarnaast zijn de middelen aangewend voor de uitvoering van het NCTb programma, waaronder de publiekscampagne.

5. Veelplegers ISD

De landelijke aanpak van veelplegers is verbreed met het onderwerp aansluiting nazorg. Landelijke overlegstructuren zijn gereactiveerd ten behoeve van een goede informatie-uitwisseling met de ketenpartners en het oplossen van knelpunten bij de implementatie van het veelplegerbeleid. Opgeleverd zijn de factsheet Monitor Veelplegers, het Plan van Aanpak Veelplegers 2006–2008, en het onderzoek «Lokale Aanpak Veelplegers; justitieel traject».

6. Gezinsvoogdij

Van de beschikbare € 6,6 miljoen is een bedrag van € 4,1 miljoen toegevoegd aan de middelen die aan de provincies en groot stedelijke regio’s in 2006 ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van de gefaseerde implementatie van het Deltaplan. Het restant van € 2,5 miljoen is door de Raad voor de Kinderscherming aangewend voor de herinvoering van de toetsende taak bij beëindiging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsingen.

7. Justitiële Jeugdinrichtingen

In het kader van het besluit tot een stapsgewijze beëindiging van civiele crisisplaatsingen in de justitiële jeugdinrichtingen is een bedrag van € 14 miljoen overgeheveld naar het ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het opbouwen van zorgaanbod.

8. Pleegzorgmiddelen

Met de invoering van de Wet op de jeudzorg vallen alle pleegzorgvoorzieningen onder het zorgaanbod. In verband hiermee zijn de middelen overgeboekt naar het ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport.

9. Enveloppe Jeugd

Een bedrag van € 7 miljoen is toegevoegd aan de doeluitkeringen aan de provincies en groot stedelijke regio’s om de groei van de maatregelen op te kunnen vangen. Van het bedrag van € 5 miljoen geraamd voor de aanpak van de criminaliteit onder allochtone jongeren is een bedrag van € 4,5 miljoen ter beschikking gesteld aan de G4. Een bedrag van € 0,5 miljoen, dat gereserveerd was voor eventuele ondersteuning van gemeenten bij de uitvoering van de plannen, is onbesteed gebleven.

10. Asiel: bezetting COA

De uitstroomverwachting uit de opvang is tegengevallen. Daarnaast heeft de lagere uitstroom van asielzoekers tot een temporisering van de krimpkosten geleid. Het voorgaande had tot gevolg dat de bezetting hoger uitkwam dan aanvankelijk werd geraamd.

11. Asiel: opvang ex-amv’s

In 2004 bleek dat alleenstaande minderjarige vluchtelingen die 18 jaar zijn geworden, op grond van gerechtelijke uitspraken, de Nidos-voorzieningen niet ontzegd konden worden. In 2005 is de wet- en regelgeving aangepast en is een project «Beëindiging leefgelden» gestart en in 2006 voortgezet. Medio 2007 zal het project worden beëindigd.

12. Asiel: COA nieuw opvangmodel

De opvang van asielzoekers is, in lijn met de Terugkeernota, ingericht naar twee verschillende soorten opvanglocaties, de oriëntatie- en de terugkeerlocaties. Dit heeft tot extra kosten geleid.

13. Asiel: ramingsbijstelling productieaantallen

Vanwege de lagere asielinstroom en de doorrekening hiervan voor de betrokken organisaties in de asielketen is minder capaciteit benodigd. Bij aanvang van 2006 werd verwacht dat daardoor de productiecapaciteit zou kunnen worden verlaagd. Als gevolg daarvan zou een besparing optreden. Dit is uiteindelijk niet gerealiseerd.

14. Asiel: lagere kosten terugkeer 26 000

Minder mensen maken gebruik van de vertrekcentra, zodat de bezetting lager is uitgevallen en daarmee ook de kosten.

15. Voortzetten remigratiewet

Het voornemen was de Remigratiewet, conform het Hoofdlijnenakkoord, in te trekken. Het wetsvoorstel daartoe is echter in oktober 2004 ingetrokken, omdat in de Tweede Kamer geen meerderheid aanwezig was voor intrekking van de Remigratiewet. In 2006 is de facilitering op grond van de Remigratiewet van degenen die willen remigreren, maar deze wens niet zelfstandig kunnen realiseren, derhalve voortgezet.

16. Co-financiering Europees Sociaal Fonds (ESF)

Voor de jaren 2006 en 2007 is per jaar € 22,5 miljoen aan extra middelen vrijgemaakt voor de emancipatie van allochtone vrouwen via inburgering omdat financiering met behulp van ESF-gelden niet mogelijk bleek door sluiting van het ESF-loket. In 2006 is hiervan € 18 miljoen gebruikt voor subsidiering van een aantal pilots bij een vijftal gemeenten. De rest van de middelen (€ 4,5 miljoen) is beschikbaar gesteld aan gemeenten op basis van een specifieke regeling.

HOOFDSTUK 5 – BELEIDSARTIKELEN

11 Nederlandse rechtsorde

Totale realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

Nederlandse rechtsorde: 0,18%

kst-31031-VI-1-3.gif

Beleidsdoelstelling 11

Een goed functionerende rechtsorde, waarbinnen samenleving en burger tot hun recht komen.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Uitvoering van de beleidsdoelstelling veronderstelt het ontwerp van nieuwe regelgeving en de aanpassing van bestaande aan de actuele behoeften in de samenleving. Beleidsmaatregelen gericht op de meest uiteenlopende vraagstukken, zoals de dreiging van terrorisme, het juridisch kader voor ondernemingen, de organisatie van de politie, de inburgering in binnen- en buitenland, en de implementatie van Europees recht behoeven een basis in wetgeving. Op genoemde en vele andere terreinen is dan ook wetgeving voorbereid en tot stand gebracht.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen12 73710 14312 2208 69015 929– 7 239
       
Apparaat-uitgaven13 31412 40912 31510 03015 929– 5 899
       
11.1 (Nationale) wetgeving5 3065 4505 6585 4695 327142
11.1.1 Directie Wetgeving5 3065 4505 6585 4695 327142
       
11.2 Wetgevingskwaliteitsbeleid8 0086 9596 6574 56110 602– 6 041
11.2.1 Directie Wetgeving8 0086 9596 6574 56110 602– 6 041
       
Ontvangsten349969211 26501 265

Financiële toelichting

Verplichtingen

Door de overheveling naar het ministerie van Financiën van bijna € 5 miljoen voor het project XBRL zijn de verplichtingen ook lager uitgevallen.

Uitgaven

Operationele doelstelling 11.2

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de overheveling van bijna € 5 miljoen naar het ministerie van Financiën in het kader van het project XBRL. Dit is, omdat de financiering van de projectorganisatie Nederlands Taxonomie Project (NTP) voornamelijk via het ministerie van Financiën verloopt.

11.1

Operationele doelstelling 11.1

Het tot stand brengen van wet- en regelgeving ter uitvoering van de grondwettelijke opdracht het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk- en strafprocesrecht in algemene wetboeken en algemene regels van bestuursrecht bij wet vast te leggen, het tot stand brengen van regelgeving ter realisering van de beleidsdoelen van Justitie, de adequate implementatie van internationale regelgeving in de Nederlandse rechtsorde.

Doelbereiking

Straf- en sanctierecht

Tot stand kwamen de Wet afgeschermde getuigen, de Wet uitbreiding bevoegdheden verruiming opsporing en vervolging terroristische misdrijven, de Wet stroomlijning hoger beroep en de Wet OM-afdoening. Op het terrein van het penitentiair recht is bij de Tweede Kamer ingediend het wetsvoorstel inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling. In werking trad de Wet computercriminaliteit II. In consultatie werd gezonden het wetsvoorstel positie deskundige in het strafproces. De Tweede Kamer nam het wetsvoorstel voor een nieuwe Wet politiegegevens aan.

Staats- en bestuursrecht

Op 1 januari 2007 traden de Wet en de Amvb inburgering, één van de belangrijkste onderdelen uit het Hoofdlijnenakkoord, in werking. In december 2006 is het wetsvoorstel Politiewet 2007 (naar aanleiding van de evaluatie Leemhuis) bij de Tweede Kamer ingediend. Implementaties van verschillende EU-richtlijnen op het gebied van vreemdelingenrecht zijn tijdig afgerond. Bij andere EU-richtlijnen is het proces nog gaande. In korte tijd is een voorstel tot wijziging van de Wet particuliere beveiliging door de beide Kamers geloodst in verband met een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Voortgang is geboekt met onder andere de wetsvoorstellen wijziging Politiewet in verband met Koninklijke Marechaussee (KMar), kansspelen op Internet, tolken en vertalers, notaris in loondienst en tuchtrechtspraak accountants. Verschillende voorstellen (wet en amvb) op het gebied van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren kwamen tot stand. Het wetsvoorstel stelselherziening rechtsbijstand werd bij de Tweede Kamer ingediend. Op het gebied van het algemeen bestuursrecht is de derde evaluatie van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) vrijwel afgerond, is het voorstel vierde tranche gereed gemaakt voor plenaire behandeling en is een voorontwerp aanpassing bestuursprocesrecht in consultatie gebracht.

Privaatrecht

Op het gebied van het privaatrecht is belangrijke voortgang geboekt bij de vernieuwing van het recht, zoals de inwerkingtreding van de nieuwe verzekeringstitel, de parlementaire behandeling van het nieuwe pachtrecht, het huwelijksvermogensrecht en de personenvennootschap en de ministerraadbehandeling van het nieuwe bv-recht. Lastenverlichting werd onder andere bereikt in het jaarrekeningrecht en vennootschapsrecht.

De volgende wetsvoorstellen/onderwerpen zijn in de begroting 2006 expliciet genoemd. In onderstaand overzicht is de voortgang van deze belangrijkste onderwerpen en wetgevingsinitiatieven weergegeven.

De stadia die een wetsvoorstel doorloopt van beleidsvoornemen tot geïmplementeerde wet is hieronder in schema op hoofdlijnen weergegeven:

FASE 1Departementale voorbereiding – behandeling in de MinisterraadFASE 2Raad van StateFASE 3Behandeling Tweede KamerFASE 4Behandeling Eerste KamerFASE 5Publicatie in het StaatsbladFASE 6Inwerkingtreding

Het tijdsbeslag om van één stadium naar een volgend stadium te gaan is nooit gelijk. Daarom is indicatief aangegeven in welke fase een wetsvoorstel zich bevindt en wanneer het over gaat naar een volgend stadium. Eventuele oorzaak van een vertraging of een speciale vermelding is daarbij specifiek weergegeven.

Straf- en sanctierecht

Wetsvoorstel/onderwerpKamerstukGevorderd t/m faseVerwachte doorgang naar volgende fase d.d. Beoogde inwerkingtredingOpmerking
Verruiming opsporing en vervolging terroristische misdrijven30 1645Inwerkingtreding1-2-1007 
Stroomlijning hoger beroep30 3205Inwerkingtreding1-3-2007 
Electronische aangiften en pv’s29 4385n.v.t.1-1-2007 
Afgeschermde getuigen29 7435n.v.t.1-9-2007 
Herijking strafmaxima28 4845n.v.t.1-2-2006 
Politiegegevens30 3273Behandeling in Eerste Kamer – mei 20071-1-2008 
Wederzijdse erkenning geldelijke sancties30 6693Behandeling in Eerste Kamer – maart 20071-4-2007 
Doorplaatsen in eerste aanleg29 5195n.v.t.1-1-2006 
Voorwaardelijke invrijheidstelling30 5133Behandeling in Eerste Kamer – mei 20071-1-2008 
Strafbaarstelling apologieMinister van Justitie heeft wetsvoorstel afgevoerd.
Elektronische detentie1Naar Raad van State – juni 20071-7-2008 
Beginselenwet tbs in verband met aansturing particuliere inrichtingen1Naar Ministerraad – oktober 20071-1-2009 
Positie slachtoffer in het strafproces30 1433Naar Eerste Kamer – april 20071-1-2008 
Verplichte HIV-test1Naar Ministerraad – april 20071-5-2008 
Computercriminaliteit II26 6715n.v.t.1-7-2007 
Implementatie kaderbesluit confiscatiebeslissingen1Naar Ministerraad – september 20071-4-2008 
Implementatie kaderbesluit geldelijke sancties30 6993Behandeling in Eerste Kamer  

Staats- en bestuursrecht

Wetsvoorstel/onderwerpKamerstukGevorderd t/m faseVerwachte doorgang naar volgende fase d.d. Beoogde inwerkingtredingOpmerking
Wetsvoorstel inburgering (inclusief uitvoeringsregelgeving)30 3086 1-1-2007Afgerond.
Politiewet 20072Na formatie1-1-2008Wachten op politieke besluitvorming.
Wijziging Politiewet in verband met KMar30 5573Maart 20071-7-2007 
Wijziging Politiewet in verband met versterken bevoegdheden29 7044 1-1-2008Controversieel verklaard.
Wet BOD30 1825 1-1-2007Uitvoerings-regeling thans in voorbereiding.
Wet wapens en munititie (preventief fouilleren)–-1Juni 20071-7-2008 
Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid30 5663Maart 20071-7-2007 
Wetsvoorstellen bestuurlijke boete30 098, 30 1013Maart 20071-7-2007 
Wijziging Awb (vierde tranche)29 7023Maart 20071-1-2008 
Aanpassingswet Awb (vierde tranche)2Maart 20071-1-2008 
Aanpassing bestuursprocesrecht1Juni 20071-1-2009 
Regels inzake schadevergoeding en nadeelcompensatie1Maart 20071-1-2009Opstellen rapport, uitbrengen advies. Studiegroep heeft werkzaamheden vrijwel afgerond.
Beroep bij niet-tijdig beslissen30 4353  Opgenomen in initiatief-voorstel (Wolfsen/Luchtenveld) dwangsom bij niet-tijdig beslissen: datum inwerkingtreding voorzien op 1-7-2007.
Derde evaluatie Awb1 Afronding maart 2007 
Voorstel rechtseenheidskamer1  Politieke besluitvorming.
Voorstel herverkaveling bestuursrechtspraak1April 20071-1-2008 
Wetsvoorstel extern klachtrecht2Maart 20071-1-2009 
Wetsvoorstel samenwerking gerechten1Maart 20071-1-2008 
Notaris in dienstbetrekking30 3504Maart 20071-7-2007 
Wijziging Advocatenwet in verband met Van Wijmen1December 20071-1-2009 
Wijziging Wet op de rechtsbijstand in verband met herziening stelsel30 4363Maart 20071-8-2007 
Tolken en vertalers29 9363Maart 20071-7-2007 
Tuchtrechtspraak accountants30 3973Maart 20071-1-2008Onderbroken; controversieel verklaard.
Wijziging Notariswet in verband met evaluatie, waaronder borging kwaliteit1Juli 20071-1-2009 
Wijziging wet bescherming persoonsgegevens1April 20071-1-2008Vermindering van administratieve lasten.
Kansspelen op Internet30 3624Maart 20071-4-2007 
Wet op de kansspelen (algehele herziening)1Juni 20071-7-2008 
Wijziging Vw 2000 (implementatie EU-richtlijn 2003/109), inclusief uitvoeringsregelgeving30 5676 Inwerkingtreding per 1-1-2007 
Wijziging Vw 2000 in verband met visumbepalingen2Maart 20071-7-2008 
Wijziging Vw 2000 in verband met reguliere migratie1Najaar 20071-7-2009 
Wijziging Vw 2000 (implementatie EU-richtlijn 2004/82)30 8973Februari 20071-7-2007 
Wijziging Vw 2000 (implementatie EU-richtlijn 2004/8330 9253Februari 20071-10–2007 

Privaatrecht

Wetsvoorstel/onderwerpKamerstukGevorderd t/m faseVerwachte doorgang naar volgende fase d.d. Beoogde inwerkingtredingOpmerking
Afschaffing procuraat30 81531-4-20071-7-2007 
Nieuwe regeling verzekeringsovereenkomst19 5296 Inwerkinggetreden 
Affectieschade28 78141-7-20081-1-2009 
Collectieve afwikkeling grote schades29 4146 Inwerkinggetreden 
Verhaal verzorgingskosten naasten 11-4-20071-1-2008 
Personenvennootschap (titel 7.13)28 74641-7-20071-1-2008 
Vereenvoudiging bv-recht 21-4-20071-1-2008 
Openbare biedingen30 41941-4-20071-6-2007 
Goedkeuring NGO-verdrag28 76451-2-20071-2-2007 
Aanpassing boek 2 (rechtspersonen) aan elektronisch rechtsverkeer30 0196 Inwerkinggetreden 
Monistisch besturingssysteem/bestuur grote vennootschappen 11-6-2007 Afhankelijk beslissing nieuw kabinet.
Bericht jaarrekening 6 Inwerkinggetreden 
Nieuwe pachttitel30 44841-6-20071-7-2007 
Overeenkomst van goederenvervoer per spoor30 3656 Inwerkinggetreden 
Aanpassing WSNP29 94241-4-20071-9-2007 
Aanpassing huwelijksgoederenrecht28 86731-5-20071-1-2008 
Herziening kinderalimentatiestelsel29 480  Ingetrokken.
Geweldsverbod in de opvoeding30 31641-6-20071-7-2007 
Uithuisplaatsing pleger huiselijk geweld30 56731-6-20071-1-2008 
Wijziging verzoek gezamenlijk gezag29 35331-6-20071-7-2007Afhankelijk beslissing nieuw kabinet.
Wijziging Rijkswet op het Nederlanderschap30 16631-6-20071-7-2007Afhankelijk beslissing nieuw kabinet.
Opneming buitenlandse pleegkinderen ter adoptie 11-6-2007  
Aanvullende maatregelen Antilliaanse risicojongeren 21-6-2007  
Europese Executoriale Titel30 0696 Inwerkinggetreden 
Europese Coöperatie30 3826 Inwerkinggetreden 
Volgrecht29 9126 Inwerkinggetreden 
Handhaving i.e.-rechten30 39241-4-20071-9-2007 
Brussel II bis29 9806 Inwerkinggetreden 
5e WAM-richtlijn30 86031-6-2007  
Oneerlijke handelspraktijken30 92831-6-200712-12-2007 
Internationale fusies30 92931-6-200715-12-2007 
Financiëlezekerheidsovereenkomsten30 1386 Inwerkinggetreden 
Schadeloosstelling slachtoffers geweldmisdrijven30 1516 Inwerkinggetreden 

11.2

Operationele doelstelling 11.2

Het bevorderen van de bruikbaarheid van wet en regels, van de onderlinge samenhang en consistentie van de wetgeving, alsmede van een beheerste ontwikkeling van wet- en regelgeving.

Doelbereiking

Bruikbare rechtsorde

In het kader van het programma Bruikbare rechtsorde zijn zes wetgevingscomplexen doorgelicht en drie onderzoeksrapporten gereedgekomen. Voorts is het gedachtegoed van het programma uitgedragen bij wetgevingsjuristen, beleidsmedewerkers en politici onder meer door middel van conferenties. Twee projecten zijn onlangs van start gegaan dan wel aangekondigd: «internetconsultatie» en «kernwaarden van de rechtsorde».

Reductie administratieve lasten

De uitvoering van het programma met maatregelen voor reductie van administratieve lasten op het terrein van Justitie is in 2006 voortgezet. Projecten waarop extra inzet is gepleegd zijn het Nederlandse Taxonomie Project (realisering XBRL-taxonomie voor samenstellen en uitwisselen van jaarrekeningen, fiscale aangiftes en statistieken, inclusief de benodigde infrastructurele voorzieningen) en vereenvoudigingen in de privacyregelgeving. In het najaar is nader overleg gevoerd met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) over de mogelijke vereenvoudigingen. Een wetsvoorstel ter implementatie daarvan wordt op korte termijn in procedure gebracht. Daarmee kunnen eerder geraamde reducties alsnog worden gerealiseerd.

Volume- en prestatiegegevens

AL bedrijfsleven

OnderwerpBeoogde realiseringMogelijke reductie (x € mln.)Realisatie 2006
Jaarrekeningrecht, elektronische deponering stukken bij Kamer van Koophandel20076,96,9
Jaarrekeningrecht XBRL2006/200750/300
Elektronische communicatie in de a.v.a. 200669,2
Wet Bescherming Persoonsgegevens2005/20062,8
Wet op de Kansspelen20061,45
Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus20062,243,78
Jaarrekening: verhoging grenswaarden86
Wet op de rechtsbijstand – vereenvoudiging (ViValt)6

Toelichting kengetallen

De mogelijkheid om stukken elektronisch te deponeren bij de Kamer van Koophandel is een jaar eerder dan voorzien gerealiseerd. De reducties als gevolg van de invoering van de Nederlandse Taxonomie worden vanaf 1 januari 2007 merkbaar. Conform de verwachtingen, geuit in de kabinetsbrieven over vermindering administratieve lasten (AL) van september 2005 en april 2006 was de prognose voor realisatie van deze reducties overigens al bijgesteld naar 2007 (TK 29 515, nrs. 94en 135). De wetswijziging die nodig was om elektronische communicatie ten behoeve van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders mogelijk te maken is in 2006 door de Tweede Kamer geaccordeerd en op 1 januari 2007 in werking getreden. Over de wijzigingen in de privacywetgeving was nader overleg met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) en andere betrokken organisaties nodig, waardoor deze zijn opgehouden. Een wetsvoorstel is in voorbereiding, waardoor de voorziene reducties doorschuiven naar 2008. De voorgenomen wijziging van de Wet op de Kansspelen is niet haalbaar gebleken in het licht van het huidige kansspelbeleid en Europeesrechtelijke ontwikkelingen daarin. De reductie op het terrein van de particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureaus is in 2006 gerealiseerd en bleek uitgebreider dan voorzien.

Voorts zijn eind 2006 de grensbedragen in het jaarrekeningrecht verhoogd met 20%, waardoor meer ondernemers kunnen volstaan met de eenvoudigste vorm voor een jaarrekening. De maatregel geldt al voor jaarrekeningen voor het boekjaar 2006. Tot slot is in 2006 door ViValt een sterke vereenvoudiging van de aanvraagprocedure rechtsbijstand voor de advocatuur gerealiseerd.

AL burger

OnderwerpBeoogde realiseringMogelijke reductie; tijd (uren)Mogelijke reductie; kosten (x € mln.)Realisatie 2006
Wetboek van Strafvordering (elektronische aangifte)2007101 0000,2
Wet op het notarisambt (marktwerking notariaat)2007 52
Vreemdelingenwet    
vereenvoudiging regulier toelatingsbeleid2007175 875 
BW    
Diverse maatregelen, waaronder:    
– vervallen rechterlijke toets wijzigen huwelijkse voorwaarden2006 2
– civiele register20072 950 
Wet schuldsanering natuurlijke personen (schrappen saneringsplan)20075 000 

Toelichting kengetallen

Voor zover bij de bovengenoemde maatregelen realisatie in 2007 was voorzien blijft dit gehandhaafd. Afwijkend van de begroting 2006 is de realisatie van de wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de huwelijksvoorwaarden. Dit voorstel ligt sinds november 2005 ter behandeling bij de Tweede Kamer en is dus nog niet in werking getreden.

Toetsing van wetgeving

In 2006 werden 475 toetsingsdossiers behandeld, waarvan 15 nota’s van wijziging en 26 nadere rapporten in verband met een negatief advies van de Raad van State over het desbetreffende voorstel. Bij de toetsing werd aandacht besteed aan de bekende kwaliteitseisen voor wetgeving. Zoals gebruikelijk kon in de meeste gevallen op ambtelijk niveau overeenstemming worden bereikt over dossiers. Verschillende keren leidde echter ook interventie van de Minister van Justitie in de Ministerraad nog tot aanpassingen.

Overige activiteiten op het terrein van kwaliteit van wetgeving

Bruikbare rechtsordeOp te leveren rapport/stand van zakenOpmerkingen
Doorlichting van wetgevingscomplexen
De maatschappelijke ondernemingHet rapport is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden.Een inhoudelijke reactie wordt overgelaten aan het volgende kabinet.
Voortgezet onderwijsHet rapport is gereed en wordt zeer binnenkort naar de Tweede Kamer gezonden.Een inhoudelijke reactie wordt overgelaten aan het volgende kabinet.
TuchtrechtHet rapport is gereed en wordt zeer binnenkort naar de Tweede Kamer gezonden met de opmerking dat een inhoudelijke kabinetsreactie zal worden voorbereid. 
Particuliere recherche en beveiligingHet rapport is gereed; een inhoudelijke kabinetsreactie wordt voorbereid. 
BiotechnologieHet rapport is gereed en met een inhoudelijke kabinetsreactie aan de Tweede Kamer gezonden. 
Privaatrechtelijke rechtsvormen decentraalHet rapport is gereed en wordt zeer binnenkort aan de Kamer gezonden met de opmerking dat een inhoudelijke kabinetsreactie zal worden voorbereid. 
Onderzoeken  
Open normen en regeldrukHet onderzoek is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. 
Wie draagvlak zoekt, die regeldruk ontmoetHet onderzoek is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. 
Wat is regeldruk?Het onderzoek is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. 
Kenniscentrum wetgevingOp te leveren productenOpmerkingen
Het uitvoeren van projecten en de ontwikkeling van instrumentenHet project wetsevaluatie leidde tot een notitie die besproken werd in de ICCW.Het project benchmark wetgevingsvoortgangssystemen leidde tot een overzicht van systemen en een interdepartementale bijeenkomst daarover.Het project Herijking werd afgesloten.Het project Normalisatie en Certificatie werd stilgezet in afwachting van een kabinetsstandpunt hieromtrent.De ICCW besliste tot een project een «clearing house» voor wetsevaluatie in te richten.De benchmark leidde tot de beslissing te bezien of een gezamelijk interdepartementaal voortgangssysteem mogelijk is.
De instandhouding van de KCW-website en het voeren van een actief communicatiebeleid gericht op kennisuitwisseling en samenwerkingDe website is verder verrijkt. In 2006 werd de website meer dan 110 000 maal bezocht. Er zijn 12 digitale nieuwsbrieven verzonden. Het jaarboek met een Wie Weet Wat werd een gezamenlijke uitgave van het Kenniscentrum en de Academie voor Wetgeving.Er werden vier kenniskringen gehouden.In samenwerking met de Academie en Vereniging voor Wetgeving werd een internationaal congres georganiseerd over «The learning legislator». 
Dag van de WetgevingDe voorbereiding van de Dag van de Wetgeving 2007 vond plaats. De Dag wordt op 15 maart 2007 gehouden. 
Het bevorderen van onderzoek op het terrein van wetgeving en het betrekken van de wetgevingsjuristen daarbijOnderzoek digitale ondersteuning wetgevingsproces is afgerond.Onderzoek kosten en tijdsduur wetgevingsprocessen is afgerond. 

In 2006 tot stand gekomen wetten

Wet/amvb (Citeertitel)StaatsbladDatum inwerkingtreding
Wijziging Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen)Stb. 2006, 31-3-2006
Goedkeuring van het te Luxemburg totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake grensoverschrijdend politieel optreden (Trb. 2005, 35)Stb. 2006, 513-1-2006
Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende aanpassing van het inkomens- en vermogensbegrip aan het fiscale inkomens- en vermogensbegripStb. 2006, 91-4-2006
Wijziging Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaximaStb. 2006, 111-2-2006
Uitvoering van Richtlijn nr. 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juni 2002 betreffende financiële zekerheidsovereenkomstenStb. 2006, 1520-1-2006
Besluit getuigenbeschermingStb. 2006, 211-4-2006
Reparatiewet II JustitieStb. 2006, 241-2-2006
Besluit indexering griffierechten bestuursrechtelijke en civielrechtelijke wetten 2006Stb. 2006, 261-2-2006
Wet inburgering in het buitenlandStb. 2006, 2815-3-2006
Wijziging Burgerlijk Wetboek omtrent de overeenkomst inzake geneeskundige behandelingStb. 2006, 29deels 1-4-2005;deels 1–3-2006
Wijziging van het Besluit centrale beoordeling medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (uitbreiding medisch-wetenschappelijk onderzoek dat centrale beoordeling behoeft)Stb. 2006, 391-2-2006
Aanpassing van de Auteurswet 1912 ter implementatie van richtlijn nr. 2001/84/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (PbEG L 272)Stb. 2006, 601-4-2006
Wijziging van het Besluit rangen politie en het Besluit taken vrijwillige ambtenaren van politie met het oog op de uitbreiding van rangen die kunnen worden toegekend aan de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaakStb. 2006, 6522-2-2006
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met wijziging van de bevoegdheden tot het stellen van aantekeningen in reisdocumenten, bekendmaking van beschikkingen, alsmede aanwijzing van documenten waarover een vreemdeling moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positieStb. 2006, 7324-2-2006
Wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met onder meer de formalisering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord sector Rechterlijke Macht 2004 en de toepasselijkheid van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 ten aanzien van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleidingStb. 2006, 801-4-2006 en terugwerkend
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met inburgering in het buitenlandStb. 2006, 9415-3-2006
Vaststelling van nadere regels over de verplichting tot betaling van het volgrecht en vaststelling van de hoogte van het volgrechtStb. 2006, 1001-4-2006
Wet internationaal goederenvervoer over de binnenwaterenStb. 2006, 1211-6-2006
Goedkeuring van het te ’s-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen (Trb. 1997, 299)Stb. 2006, 1228-3-2006
Uitvoeringswet internationale kinderbeschermingStb. 2006, 1231-5-2006
Wijziging van het Besluit naturalisatietoetsStb. 2006, 1311-5-2006
Besluit rechtspositie leden Commissie Gelijke BehandelingStb. 2006, 14022-3-2006
Wijziging van het Besluit politieregisters met het oog op de verstrekking van gegevens aan personen of instanties met een publieke taak belastStb. 2006, 14924-3-2006
Wijziging van onder meer het Besluit draagkrachtcriteria rechtsbijstand, het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en het Subsidiebesluitraden voor rechtsbijstandStb. 2006, 1601-4-2006
Verlenging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescher- ming IIStb. 2006, 1611-4-2006
Wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, met het oog op de verlenging van de werkingsduur van het inburgeringsdeelStb. 2006, 1785-4-2006 en terugwerkend
Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de wijziging van bepalingen voor de financiële verslaglegging door verzekeringsmaatschappijenStb. 2006, 1801-6-2006
Wijziging van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen in verband met enkele gemeentelijke herindelingen in de arrondissementen Alkmaar, ’s-Gravenhage en UtrechtStb. 2006, 1815-4-2006
Wijziging van de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij dienstverlening met het oog op de explicitering van de reikwijdte, versterking van het toezicht op de naleving alsmede het aanbrengen van enkele andere wijzigingenStb. 2006, 1871-5-2006
Wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzakenStb. 2006, 19015-5-2006
Besluit artikel 10 overnamerichtlijnStb. 2006, 19131-12-2006
Organisatiebesluit Raad voor de Kinderbescherming 2006Stb. 2006, 19221-4-2006 en terugwerkend
Wijziging van enkele besluiten ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen) in verband met de toetreding van Andorra tot het groene kaart systeemStb. 2006, 20026-4-2006 en terugwerkend
Opheffing van de schorsing van de besluiten van 6 december 2005 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer tot intrekking van de gebruiksvergunningen voor het cellencomplex op het perceel Ten Pol 64 te Oude Meer en aanzegging bestuursdwang, neergelegd in het koninklijk besluit van 7 december 2005 (Stb. 634)Stb. 2006, 20520-4-2006
Wijziging van het besluit tot aanwijzing van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transactiesStb. 2006, 212 28-4-2006
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PbEU L 158 en L 229)Stb. 2006, 21529-4-2006
Wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000Stb. 2006, 22515-5-2006
Wijziging van het Besluit verkrijging en verlies NederlanderschapStb. 2006, 250deels 1-10-2006;deels 1-1-2007
Goedkeuring van het te Enschede totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de grensoverschrijdende politiële samenwerking en de samenwerking in strafrechtelijke aangelegenheden (Trb. 2005, 86 en 241)Stb. 2006, 2557-6-2006
Wijziging van artikel 274 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (teneinde doorstroming in voor studenten bestemde woonruimte te bevorderen)Stb. 2006, 27015-7-2006
Besluit videoconferentieStb. 2006, 27521-6-2006
Wet op de bijzondere opsporingsdienstenStb. 2006, 285 
Implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PbEU L 335)Stb. 2006, 2921-7-2006
Goedkeuring van het te Boedapest totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (Trb. 2002, 18)Stb. 2006, 29914-7-2006
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie (computercriminaliteit II)Stb. 2006, 300deels 1-9-2006;deels 1–9-2007
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht (verlenging verjaring inzake overtredingen na stuiting)Stb. 2006, 3107-7-2006
Wijziging van de Wet op de orgaandonatie (evaluatie)Stb. 2006, 3111-10-2006
Aanvulling van de opsomming van de gewelds- en zedenmisdrijven waarop de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van toepassing isStb. 2006, 3121-8-2006
Wet Speciaal Hof voor Sierra LeoneStb. 2006, 3157-7-2006
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Koophandel, de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet en enkele andere wetten in verband met het Europese recht op vrije vestigingStb. 2006, 32519-7-2006
Wijziging van het Besluit nationaliteitstoets zeeschepen en intrekking van het besluit van den 13den April 1927, tot uitvoering van artikel 13 der Zeebrievenwet 1926, houdende vaststelling van voorschriften ter verkrijging van tijdelijke vergunningen tot het voeren van de Nederlandsche vlag (Stb. 84) in verband met het Europese recht op vrije vestigingStb. 2006, 32619-7-2006
Wet OM-afdoeningStb. 2006, 330 
Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingenStb. 2006, 355deels 1-10-2006;deels 1-11-2006
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg alsmede wijziging van het Wetboek van Burgerlijke RechtsvorderingStb. 2006, 356deels 2-8-2006 en terugwerkend
Wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, met het oog op verdere verlenging van de werkingsduur van het inburgeringsdeelStb. 2006, 37223-8-2006 en terugwerkend
Wijziging van de Wet werk en bijstand, van de Wet studiefinanciering 2000, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de totstandkoming van richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, alsmede goedkeuring van een daarmee samenhangend voorbehoud bij het Europees verdrag inzake sociale en medische bijstandStb. 2006, 37311-10-2006
Wijziging van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994Stb. 2006, 3988-9-2006
Besluit vrijstelling voor fietsen met trapondersteuning van aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigenStb. 2006, 4001-10-2006
Besluit externe klachtencommissie Raad voor de KinderbeschermingStb. 2006, 40220-9-2006
Wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met de invoering van alternatieve munitieStb. 2006, 40720-9-2006
Wijziging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor Strafrechtstoepassing en JeugdbeschermingStb. 2006, 4201-10-2006
Uitvoeringswet verordening Europese coöperatieve vennootschapStb. 2006, 42513-10-2006
Wijziging van het Besluit verstrekking gegevens telecommunicatie en het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatieStb. 2006, 42622-9-2006 en terugwerkend
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 tot implementatie van de richtlijn 2004/114/EG van de Raad van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk (PbEU L 375)Stb. 2006, 45811-10-2006
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en enkele andere onderwerpen (afgeschermde getuigen)Stb. 2006, 4601-11-2006
Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EGStb. 2006, 46918-10-2006
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep)Stb. 2006, 470 
Verhoging van de grensbedragen, genoemd in de artikelen 396 lid 1 en 397 lid 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 (PbEU L 224)Stb. 2006, 47425-10-2006
Besluit technische hulpmiddelen strafvorderingStb. 2006, 5241-1-2007
Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter bevordering van het gebruik van elektronische communicatiemiddelen bij de besluitvorming van rechtspersonenStb. 2006, 5251-1-2007
Wijziging van het Besluit tot vaststelling van de maximale termijn gedurende welke subsidie aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen wordt gegeven voor de inning van onderhoudsbijdragen voor kinderenStb. 2006, 54415-11-2006
Wijziging van het Besluit kostenopslag inning kinderalimentaties in verband met aanpassing van enkele bedragenStb. 2006, 54515-11-2006
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met onder meer de toepasselijkheid van de Wet verbetering poortwachter, de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenarenStb. 2006, 54815-11-2006 en terugwerkend
Vaststelling en invoering titel 8.18 (overeenkomst van goederenvervoer over spoorwegen) van het Burgerlijk WetboekStb. 2006, 5501-12-2006
Wijziging van de Politiewet 1993 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en beveiliging van personen, objecten en dienstenStb. 2006, 56022-11-2006
Wet toezicht financiële verslaggevingStb. 2006, 56931-12-2006
Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en beveiligingStb. 2006, 5741-1-2007
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijvenStb. 2006, 5801-2-2007
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU 2004, L 16)Stb. 2006, 5841-12-2006
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU 2004, L 16 en 2006, L 169)Stb. 2006, 5851-12-2006
Wijziging van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in verband met de wederzijdse erkenning van beroepseisen gesteld aan het verrichten of aanbieden van beveiligings- of recherchewerkzaamheden door het in stand houden van een beveiligingsorganisatie of recherchebureauStb. 2006, 5881-12-2006
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter, alsmede van artikel 12 van dat Boek en van artikel 268 van het Wetboek van Burgerlijke RechtsvorderingStb. 2006, 589 
Goedkeuring van het op 24 april 1986 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele organisaties, alsmede invoering van enige regels met betrekking tot in een terrorismelijst vermelde organisaties waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met de openbare ordeStb. 2006, 6001-2-2007
Wijziging van het Besluit videoconferentieStb. 2006, 6101-1-2007
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante wetten op een aantal punten van uiteenlopende aardStb. 2006, 616deels 1-10-2006;deels 8-12-2006
Wet inburgeringStb. 2006, 6251-1-2007
Besluit inburgeringStb. 2006, 6451-1-2007
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (zelfbinding)Stb. 2006, 680 
Wijziging van het koninklijk besluit van 18-1-1971, Stb. 27 (vaststelling wettelijke rente)Stb. 2006, 7001-1-2007
Wijziging van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorgStb. 2006, 72129-12-2006
Besluit electronische aangifteStb. 2006, 7271-1-2007
Besluit opsporing terroristische misdrijvenStb. 2006, 7301-2-2007

Beleidsevaluatie-onderzoek

OmschrijvingDoelstellingStartAfgerondVindplaats
Derde evaluatie AWB (5 deelprojecten)11.120052006www.wodc.nl
Evaluatie «Wet openstelling huwelijk» en van het geregistreerd partnerschap11.120052006www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 32
Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) – 1e fase11.120062007www.wodc.nl
Researchsynthese van wetsevaluaties11.120052007www.wodc.nl
Derde evaluatie AWB (5 deelprojecten)11.220052006www.wodc.nl
Evaluatie derdenrekening11.220052006www.wodc.nl
Garantstelling curatoren/update effectevaluatie11.220052006www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 36

12 Rechtspleging en rechtsbijstand

Totale realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

Rechtspleging en rechtsbijstand 22,1%

kst-31031-VI-1-4.gif

Beleidsdoelstelling 12

Een slagvaardige, toegankelijke en doelmatige rechtspleging, waaronder begrepen de buitengerechtelijke alternatieven van geschilbeslechting.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

In 2006 is het beleid enerzijds gericht geweest op het behoud en bevordering van een slagvaardige en toegankelijke rechtspraak. Hiertoe kan genoemd worden dat de rechterlijke processen (verder) zijn gestroomlijnd onder meer door het aangenomen wetsvoorstel stroomlijnen hoger beroep in strafzaken (TK 30 320, nr. 1–16, nr. A–E). Daarnaast is het eindrapport van de in 2006 uitgevoerde evaluatie van de modernisering van de rechterlijke organisatie, uitgevoerd door een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van de heer Deetman, aangeboden aan de Tweede Kamer (TK 29 279, nr. 42). De conclusie van de commissie is dat de Nederlandse rechtspraak na de majeure stelselwijziging van 2002 grotendeels weer bij de tijd is.

Anderzijds is het beleid gericht geweest op het waarborgen van een effectieve toegang tot het rechtsbestel. Hiertoe kunnen de resultaten genoemd worden die geboekt zijn op het terrein van de stelselwijziging Rechtsbijstand door middel van de verfijning van de eerstelijns rechtshulpvoorziening (Juridische Loketten).

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen1 204 9191 216 6901 242 906541 4601 220 468– 679 008
       
Programma-uitgaven1 083 6341 173 7631 245 6991 290 7881 220 46870 320
       
12.1 Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging706 475769 793823 652863 468811 14252 326
12.1.1 Raad voor de rechtspraak – gerechten673 962734 557785 396815 555766 74248 813
12.1.2 Hoge Raad19 26219 93921 79325 39624 871525
12.1.3 Overige diensten13 25115 29716 46322 51719 5292 988
       
12.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel377 159403 970422 047427 320409 32617 994
12.2.1 Raden voor rechtsbijstand360 383377 296370 052397 372376 49820 874
12.2.2 Overig16 77626 67451 99529 94832 828– 2 880
       
Ontvangsten142 756169 030250 859180 292178 6061 686
       
Waarvan Griffie-ontvangsten130 372155 718168 058163 487170 237– 6 750

Financiële toelichting

Verplichtingen

Met ingang van 2006 is een aanpassing doorgevoerd in de vastlegging van de verplichtingen. De verplichtingen worden namelijk vastgelegd op het moment dat de toekenningsbrief is verzonden. In 2005 zijn, conform de toen geldende afspraken, de verplichtingen met een kaseffect 2006 vastgelegd. Met ingang van 2006 worden de verplichtingen conform deze vorenstaande gedragslijn vastgelegd. Dit betekent dat in 2006 een daling in de stand van de verplichtingen is opgetreden.

Uitgaven

Operationele doelstelling 12.1

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– op de bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak (Rvdr) hebben gedurende het jaar diverse budgetbijstellingen plaatsgevonden. Deze zijn bij 1e en 2e suppletore wet 2006 toegelicht en terug te voeren op hogere productieafspraken, bijdrage in de egalisatierekening en technische bijstellingen zoals loon- en prijsbijstelling;

– technische bijstellingen bij de Hoge Raad en de overige diensten;

– een onderuitputting van € 0,6 miljoen op het budget voor de Commissie Gelijke Behandeling (CGB);

– een onderuitputting van € 1,8 miljoen op de centrale budgetten ten behoeve van de rechtspleging met name als gevolg van vertragingen in betalingen en projecten.

Operationele doelstelling 12.2

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– de budgettaire aanpassingen bij de 1e en 2e suppletore wet 2006;

– een overschrijding op het reguliere budget voor rechtsbijstand (€ 0,3 miljoen). Deze overschrijding wordt veroorzaakt door een geringe toename van de kosten van deurwaarders die voor de gerechten exploten uitbrengen.

Ontvangsten

De gerealiseerde ontvangsten bestaan uit drie delen, te weten:

– Griffierechtenontvangsten

De griffierechtenontvangsten zijn in 2006 € 6,7 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2006 relatief meer lichte zaken zijn afgedaan dan voorgaande jaren. Aangezien de griffierechtenontvangsten ten dele zijn gerelateerd aan de omvang van de zaak vallen daarmee ook de ontvangsten lager uit. Er wordt nog onderzocht in hoeverre dit een structureel karakter heeft.

– Verbeurd verklaarde goederen en gelden

De ontvangsten inzake verbeurd verklaarde gelden zijn in 2006 € 1,5 miljoen hoger dan begroot en vertonen al jaren een ongelijkmatig patroon. Het betreft hier een totaal van incidentele posten, waarover de rechter of de Officier van Justitie beslist tot verbeurd verklaring. Op basis van een gemiddelde over vele jaren wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten ontvangsten. Afwijkingen in de uitkomst zijn dus steeds mogelijk.

– Overige ontvangsten

Dit betreft met name een OM-ontvangst van € 1,8 miljoen ten behoeve van de Justitiële Informatiedienst (JustID).

De stichting Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVCN) is in 2006 in liquidatie gegaan. Als gevolg hiervan is een bedrag van € 4,8 miljoen ten gunste van Justitie vrijgevallen.

12.1

Operationele doelstelling 12.1

Het scheppen van voorwaarden voor en het instandhouden van een stelsel voor slagvaardige, toegankelijke en doelmatige rechtspleging.

Doelbereiking

Behoud en bevordering van een slagvaardige en toegankelijke rechtspraak

Het beleid gericht op een slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging zoals uiteengezet in de brief van 9 juli 2004 (TK 29 279, nr. 10) en de brief van 21 april 2006 (TK 29 279, nr. 35) heeft tot de volgende resultaten geleid. Rechterlijke processen zijn gestroomlijnd. De diverse wettelijke maatregelen op dit terrein hebben beoogde effecten als werklastvermindering, terugdringing van raadkamerzittingen, minder aanhoudingen en een verhoogde effectiviteit van regiezittingen. Door de Tweede Kamer is aangenomen het wetsvoorstel stroomlijnen hoger beroep in strafzaken (TK 30 320, nr. 1–16, nr. A-E). Naar verwachting zal na de inwerkingtreding een gerichter zaaksbehandeling tot hogere kwaliteit van het hoger beroep leiden.

De modernisering van de rechterlijke organisatie is in 2006 geëvalueerd door een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van de heer Deetman. Op 11 december jl. heeft de commissie haar eindrapport «Rechtspraak is kwaliteit» aan de Tweede Kamer aangeboden (TK 29 279, nr. 42). De commissie Deetman concludeert dat de Nederlandse rechtspraak na de majeure stelselwijziging van 2002 grotendeels weer bij de tijd is. Alle beoogde wetdoelstellingen zijn bereikt: er is meer eenheid; de bestuurskracht is vergroot; er is meer transparantie; en wordt er sneller gewerkt. Hierdoor nam de tevredenheid van burgers en professionele gebruikers over de rechtspraak toe. Bovendien is sinds 2002 de productiviteit gestegen waarmee een reeds decennia dalende trend is gekeerd. De gerechtelijke samenwerking is toegenomen mede door de voorwaardelijke mogelijkheid die gerechten hebben om zaken aan elkaar te kunnen overdragen. Megazaken worden via een landelijk verdeelcentrum toegewezen, waardoor een optimale roosterplanning bij de gerechten plaatsvindt.

Op het gebied van de nevenlocaties is bij de Tweede Kamer een wijzigingsbesluit voorgehangen (TK 29 279, nr. 49), dat de opheffing beoogt van enkele nevenzittingsplaatsen die voor de toegankelijkheid van de rechtspraak geen toegevoegde waarde leveren, maar slechts vermijdbare kosten en vertragingen in de procesgang veroorzaken.

Het gebruik van moderne technologie neemt toe mede door maatregelen, zoals de wettelijke regeling die het horen per videoconferentie heeft mogelijk gemaakt.

Eind 2006 is aan de Tweede Kamer het wetsvoorstel afschaffen procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer (TK 30 815, nr. 1–3) aangeboden. Er zijn voorstellen gedaan tot vereenvoudiging en harmonisatie van griffierechten in civiele en bestuursrechtelijke zaken. In voorbereiding zijn maatregelen die moeten leiden tot laagdrempelige en eenvoudige eerstelijnsvoorzieningen, zoals een small claim procedure en geldvordering on-line. Op het terrein van de buitengerechtelijke geschiloplossing zijn bij de dertig Juridische Loketten, de rechtbanken, en de hoven de doorverwijzingsvoorzieningen naar mediation gerealiseerd.

Op het terrein van de arbeidsvoorwaarden is overeenstemming bereikt over een nieuw en op modernere leest geschoeid loon- en functiegebouw voor de Rechterlijke Macht, mede met het oog op het versterken van de arbeidsmarktpositie van de Rechterlijke Macht. Eveneens is overeenstemming bereikt over de toekomstige rol van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR); niet alleen in haar rol als vakbond, maar ook in die van beroepsvereniging.

In 2006 heeft het ministerie van Justitie met de Raad voor de rechtspraak gesproken over het vastleggen van de begrotingsprocedure in een formeel protocol. Daarbij is tot de conclusie gekomen dat het overeenkomen van een apart begrotingsprotocol niet nodig is.

Volume- en prestatiegegevens

Productie Raad voor de rechtspraak2004Realisatie 20052006Begroting 2006Verschil 
Totaal productie1 708 9571 741 6001 751 4211 648 266103 155

Toelichting kengetallen

De rechtspraak heeft ten opzichte van de productieafspraak 2006 6% meer zaken afgehandeld. Het betreffen vooral kantonzaken, die aan deze productietoename hebben bijgedragen (104 000 zaken).

De gerealiseerde productie vertaalt in kosten (x de prijzen per soort zaak) was in omvang vrijwel gelijk aan de gemaakte budgettaire afspraken. De Rechtspraak heeft voor een bedrag van € 9 miljoen minder geproduceerd dan was afgesproken. Deze minderproductie wordt tegen 70% van de prijs per zaak afgerekend. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de egalisatierekening.

De gerechten hebben over de hele linie in 2006 veel aandacht besteed aan de tijdige behandeling van zaken. Behalve bij de afhandeling van faillissementen is sprake van een afname van de doorlooptijden. Voor een meer gedifferentieerd beeld hiervan en over de aantallen afgehandelde zaken per categorie wordt verwezen naar hoofdstuk 9 Raad voor de rechtspraak. Daarnaast zal in het jaarverslag 2006 van de Raad meer in detail worden ingegaan op de ontwikkelingen en zal tevens uitgebreider over de doorlooptijden worden gerapporteerd.

Gerealiseerde instroom en productie Hoge RaadRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Straf      
instroom3 0283 6653 6703 5993 600– 1
uitstroom3 1993 1103 6683 3703 550– 180
       
Civiel      
instroom471500513542555– 13
uitstroom539510494504540– 36
       
Belasting      
instroom1 5001 1331 4989221 000– 78
uitstroom1 2541 2201 2121 1151 10015
       
Totaal      
instroom4 9995 2985 6815 0635 155– 92
uitstroom4 9924 8405 3744 9895 190– 201

Toelichting kengetallen

De uitstroom in strafzaken is 180 zaken minder dan begroot voor 2006. Met name de toenemende complexiteit van zaken en personeelswisselingen bij de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad hebben geleid tot dit resultaat.

Bij de civiele sector is sprake van een geringe afwijking ten opzichte van de begroting. De instroom van civiele zaken stijgt wel met 6% ten opzichte van 2005, hetgeen licht afwijkend is gezien het beeld van de afgelopen jaren. Dit is een doorwerking van de toename van civiele zaken bij de gerechten en gerechtshoven de afgelopen jaren.

Verder zet de afname van de instroom van belastingzaken door met 78 zaken minder dan begroot voor 2006. De invoering van belastingrechtspraak in twee instanties verklaart dit effect bij de Hoge Raad.

Overige diensten

Als onderdeel van het programma informatievoorziening strafrechtketen (PROGIS) is in 2006 de Justitiële Informatiedienst (JustID) gevormd. In de JustID zijn de taken samengevoegd voor de informatiesystemen Verwijs Index Persoonsgegevens en het Justitiële Documentatie Systeem. De nieuwe dienst functioneert binnen de strafrechtketen als hèt loket voor het verstrekken van actuele en historische gegevens over personen en zaken naar daartoe gerechtigden in en buiten de keten. Met de nieuw gevormde dienst houden het bureau Verwijs Index Personen (VIP) (bij het CJIB) en de Centrale Justitiële Documentatiedienst (CJD) op te bestaan (zie bij operationele doelstelling 13.3 onder programma informatievoorziening strafrechtketen).

12.2

Operationele doelstelling 12.2

Het waarborgen van een effectieve toegang tot het rechtsbestel zodat burgers en bedrijven hun in de rechtsorde neergelegde rechten in en buiten rechte geldend kunnen maken.

Doelbereiking

Verfijning eerstelijns rechtshulpvoorziening

In 2006 is een begin gemaakt met de optimalisering van de Juridische Loketten. Samen met de Raden voor rechtsbijstand en de Sociaal Raadslieden is een plan van aanpak opgesteld voor de ontwikkeling van de signaleringsfunctie van het loket. Bovendien heeft de verbetering van de landelijke website en de publiekscampagne van de loketten geleid tot een toename van het gebruik gedurende 2006. Ook zijn er maatregelen genomen om de uniformiteit van de dienstverlening te vergroten en is het gedetineerdenspreekuur van de Bureaus Rechtshulp overgenomen.

Gevolgen rapport Toegang tot Recht

Aan de Raden voor rechtsbijstand is gevraagd te onderzoeken hoe de intermediaire rechtshulpvoorzieningen de burger kunnen helpen bij het oplossen van juridische conflicten. Op basis hiervan wordt thans een website ontwikkeld met behulp waarvan de burger zelf een keuze kan maken voor oplossingmethode en in contact wordt gebracht met een dienstverlener. Ook werken de Raden thans aan een toekomstvisie over hun functie en hun decentrale besturingsstructuur.

Volume- en prestatiegegevens

Met de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de omvang van de aanspraak op de gesubsidieerde rechtsbijstand. Het betreffen de verplichtingen die door de Raden voor rechtsbijstand zijn aangegaan.

RechtsbijstandRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Apparaat      
Apparaatuitgaven Raden voor rechtsbijstand      
Prijs (x € 1,00)40,240,841,041,741,00,7
Volume (afgegeven toevoegingen en gewogen productie stichtingen)371 383371 972381 269391 277370 69520 582
Vaste kosten (incl. automatisering, projecten) (x € 1 000)9 5998 8307 5046 9877 503– 516
       
Programma      
Strafzaken (ambtshalve)      
Prijs (x € 1,00)9441 0201 0661 0651 04916
Volume (afgegeven toevoegingen)93 88498 86698 743103 75799 7414 016
       
Strafzaken (reguliere)      
Eigen bijdrage (x € 1,00)445873pm59
Prijs (excl. eigen bijdrage) (x € 1,00)60863967166665214
Volume (afgegeven toevoegingen)35 96437 80040 40548 78344 0004 783
       
Civiele zaken      
Eigen bijdrage (x € 1,00)108159161pm161
Prijs (excl. eigen bijdrage) (x € 1,00)64766870470168714
Volume (afgegeven toevoegingen)183 948187 539196 823217 351189 63927 712
       
Inverzekeringstellingen      
Prijs (x € 1,00)2192362472492472
Volume81 35088 50690 95888 88794 706– 5 819
       
Juridisch Loket1      
vaste kosten   23 57522 2721 303
volume (aantal afgehandelde zaken)   575 314639 000– 63 686
       
Lichte adviestoevoeging2      
prijs   2392390
volume (aantal afgegeven toevoegingen)   17 588120005 588
       
Asiel      
Prijs (x € 1,00)3 2734 0803 0182 6682 678– 10
Volume (instroom asielzoekers)11 5807 8138 5209 26110 000– 739

1 In verband met de stelselwijziging zijn prestatiegegevens van het Juridisch Loket onvergelijkbaar met realisatiegegevens voorgaande jaren. De kosten die onder het Juridisch Loket zijn verantwoord bevatten tevens de incidentele kosten van de stelselherziening voor zover deze betrekking hebben op het Juridisch Loket. De stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).

2 Bron: Stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).

Toelichting kengetallen

De afwijkingen tussen prijzen kunnen grotendeels worden verklaard door de arbeidsvoorwaardenontwikkeling en de hieruit voortvloeiende indexering van het uurtarief. Deze is van invloed op alle prijzen.

Ten aanzien van het volume is een toename zichtbaar bij zowel de ambtshalve- en reguliere straftoevoegingen als de civiele toevoegingen.

De volumestijging bij de ambtshalve toevoegingen kan volledig worden verklaard door de stijging van het aantal toevoegingen op het terrein van vreemdelingenbewaring. De volumestijging bij reguliere straftoevoegingen is met name zichtbaar bij zaken die door de enkelvoudige kamer worden behandeld. Mogelijk heeft door de uitbreiding van de bevoegdheid van de enkelvoudige kamer een verschuiving plaatsgevonden van de ambtshalve- naar de reguliere straftoevoeging.

De volumestijging bij de civiele toevoegingen is met name zichtbaar op het terrein van sociale voorzieningen en persoon- en familierecht. Mogelijk hebben naast autonome ontwikkelingen ook VIValt en de stelselwijziging van de Wet op de rechtsbijstand invloed gehad op het aantal civiele toevoegingen. Verdere analyse zal plaatsvinden in het kader van de jaarlijkse Monitor gesubsidieerde rechtsbijstand.

De jaren 2004 en 2005 hebben in het teken gestaan van de stelselwijziging rechtsbijstand. Vanwege deze stelselwijziging – die in 2006 is afgerond – zijn in voorgaande tabel de gegevens over de stichting rechtsbijstand vervangen door gegevens over het Juridisch Loket en de lichte adviestoevoegingen en zijn de gegevens met betrekking tot de advocatuur niet meer opgenomen in de begroting. De productie van het Juridisch Loket zit op ruim 90% van de oorspronkelijke raming en is nog steeds stijgend. Van de lichte adviestoevoeging wordt vaker gebruik gemaakt dan oorspronkelijk was ingeschat.

Juridische beroepsgroepen en tolken

In 2006 is naar aanleiding van het evaluatierapport van de Wet op het notarisambt (Commissie Hammerstein) een kabinetsstandpunt geformuleerd. In dit standpunt worden op hoofdlijnen de conclusies van de commissie ten aanzien van het functioneren van het notariaat onderschreven (TK 23 706, nr. 64). Ten aanzien van de advocatuur is een advies van de commissie Van Wijmen op de Advocatenwet met een beleidsreactie door de Minister van Justitie gezonden aan de Tweede Kamer (TK 30 800 VI, nr. 13).

De Wet gerechtstolken en beëdigde vertalers is nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Per 1 januari 2006 is door middel van een Europese aanbesteding Manpower Business Solutions gecontracteerd voor de bemiddeling van tolk- en vertaaldiensten (de bemiddelingsfunctie van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVCN)). De Stichting TVCN is per 1 januari 2006 in liquidatie gegaan.

Volume- en prestatiegegevens

Juridische beroepsgroepen en tolkenRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Aantal notariskantorenpm768768pm768pm
Aantal notarissen1 4351 4401 4401 4711 44031
Aantal deurwaarders1nbnb37741737740
Aantal advocaten1nbnb13 76514 27513 765510
Tolken en Vertalersnbnbpmpmpmpm

1 Bron: Stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).

Toelichting kengetallen

De cijfers met betrekking tot het aantal notariskantoren in bovenstaande tabel komen uit de monitor notariaat. Over 2006 zijn hierover echter geen cijfers beschikbaar. Een andere goede indicator voor de spreidingsgraad van de notariële dienstverlening is het aantal vestigingen van notariskantoren, hetgeen iets anders is dan het aantal notariskantoren. In 2006 was het aantal vestigingen van notariskantoren stabiel (937 vestigingen ultimo 2006 ten opzichte van 918 vestigingen ultimo 2005). Het aantal notarissen, gerechtsdeurwaarders en advocaten is in 2006 licht gestegen ten opzichte van 2005.

Buitengerechtelijke geschilbeslechting

Bij alle 30 Juridische Loketten is de doorverwijzing naar mediation ingebed in de reguliere werkzaamheden. Bij 20 rechtbanken en 2 gerechtshoven is mediation eveneens ingebed in de reguliere organisatie. Bij de overige gerechten en hoven vindt de inbedding volgens de planning in het eerste kwartaal 2007 plaats. Een tweetal commissies bestaande uit vertegenwoordigers van belangenbehartigers, de doorverwijzingsvoorzieningen en het ministerie van Justitie hebben in 2006 knelpunten met betrekking tot de implementatie en het gebruik van mediation geïnventariseerd. Tezamen met de uitkomsten van het in 2006 gereedgekomen monitorsysteem leveren deze inventarisaties de input voor een tussenrapportage over de voortgang van de inbedding van mediation die medio 2007 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

In 2006 zijn met de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC) nieuwe afspraken gemaakt over de wijze van subsidiëring in de komende jaren. Uitgangspunt van de nieuwe afspraken vormt de eigen verantwoordelijkheid van burgers en instellingen voor de oplossing van het geschil. Uit dit uitgangspunt vloeit voort dat de kosten voor de afhandeling van het geschil gezamenlijk door partijen worden gedragen. De subsidie van Justitie blijft de komende jaren beperkt tot een vaste bijdrage (€ 0,6 miljoen) aan de koepelorganisatie teneinde de bij de koepelorganisatie aangesloten commissies in staat te stellen de consument een eenvoudige, snelle en relatief goedkope oplossing te bieden. Naast deze vaste bijdrage draagt Justitie bij in de incidentele kosten die de SGC maakt om de organisatie verder te professionaliseren en de uitbreiding van het aantal aangesloten commissies te bewerkstelligen. Initiatieven op deze terreinen hebben in 2006 geresulteerd in een verdere verkorting van de gemiddelde behandelingsduur naar 4,5 maanden (een afname van 0,9 maanden in vergelijking met 2005) en een uitbreiding van het aantal commissies van 32 naar 37 (een aantal commissies volgt het eerste kwartaal 2007).

In nauwe samenspraak met slachtofferorganisaties, (vertegenwoordigers van) belangenbehartigers, verzekeraars en overige meer neutrale instanties zijn procedurele normen ontwikkeld die ervoor moeten gaan zorgen dat de buitengerechtelijke afwikkeling van personenschadeclaims kwalitatief beter, sneller, slachtoffervriendelijker en goedkoper zal verlopen. Deze normen zijn vastgelegd in een gedragscode behandeling letselschade. Met het Nationaal Platform Personenschade (NPP) zijn eerste gesprekken gevoerd over de wijze waarop de naleving van de gedragscode bewaakt en bevorderd kan worden en op welke wijze financiering van een daartoe benodigde permanente organisatie kan worden vormgegeven. Deze gesprekken worden in 2007 afgerond.

De onderhandelingen inzake de conceptrichtlijn mediation in burgerlijke- en handelszaken zijn begin 2006 stilgelegd in afwachting van een standpunt van het Europees parlement (stemming voorzien in het voorjaar 2007). De onderhandelingen zullen naar verwachting in april 2007 worden voortgezet.

Volume- en prestatiegegevens

Mediation1Realisatie 20052006Begroting 2006Verschil 
Slagingspercentage mediations binnen het justitiële domein50%62%60%2%
Verwijzing door de rechter27202 1511 500651
Verwijzing door het Juridisch Loket21661 4331 200233
Afgegeven mediation toevoegingen24002 5721 0001 572

1 Voor de jaren 2003 en 2004 zijn geen realisatiegegevens opgenomen aangezien de verwijzingen door de rechter en het juridisch loket pas vanaf 1 april 2005 plaatsvinden.

2 Bron: Stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).

Toelichting kengetallen

De stijging van zowel het slagingspercentage als het aantal verwijzingen wordt in meer of mindere mate bepaald door dezelfde factoren, namelijk:

– de implementatie van doorverwijzingen naar mediation bij de gerechten loopt nog (afronding medio 2007);

– de ervaring met het selecteren van zaken die geschikt zijn om middels mediation te worden opgelost neemt bij de doorverwijzingsvoorzieningen toe;

– de bekendheid bij rechtzoekenden met mediation neemt toe.

Verwacht wordt dat in 2008/2009, zonder beleidsaanpassingen, een zeker stabiel vraagniveau naar mediation is bereikt. Naast het aantal daadwerkelijke verwijzingen naar een mediator vanuit het Juridisch Loket is ook noemenswaardig dat er veel zaken alsnog zelf door partijen zijn opgelost, doordat de doorverwijzer van het Juridisch Loket partijen door middel van vraagverheldering bij elkaar heeft kunnen brengen.

Schuldsanering

Op 31 oktober is wetsvoorstel 29 942 tot herziening van de schuldsaneringsregeling door de Tweede Kamer aanvaard en aanhangig gemaakt bij de Eerste Kamer (TK/EK 29 942, nr. A). Dit wetsvoorstel beoogt, naast een vereenvoudiging van de wet, een betere selectie te bewerkstelligen op goede trouw van de schuldenaar bij de aanvraag van de schuldsanering en biedt de rechter een mogelijkheid om een onredelijk weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met een minnelijke schuldenregeling.

Ter uitvoering van het Plan van Aanpak schuldhulpverlening is de samenwerking geïntensiveerd met de overige verantwoordelijke ministeries (ministeries van Financiën, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) teneinde de groeiende schuldenproblematiek beter het hoofd te kunnen bieden. In een tweetal bestuurlijke conferenties in juni en december 2006 zijn de externe contacten verstevigd en is een aantal concrete actiepunten geformuleerd. Belangrijkste onderdeel is de versterking van het minnelijke schuldhulptraject, onder andere via een subsidieregeling (augustus 2006). Tevens is bij de schuldhulpverlening een certificeringstraject ingezet (december 2006).

De beroepsgroep van bewindvoerders in de schuldsanering is in 2006 grotendeels aan een eerste audit onderworpen door de Raad voor rechtsbijstand te Den Bosch. Verder zijn de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en een bewindvoerderslegitimatie vast onderdeel geworden van het bewindvoerderschap. Tenslotte is een voorstel gedaan voor herijking van het vergoedingenstelsel.

Volume- en prestatiegegevens

Met de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de omvang van de aanspraak op de wettelijke schuldhulpverlening. Het betreffen de verplichtingen die door de Raad voor rechtsbijstand Den Bosch, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de wettelijke schuldsanering, zijn aangegaan.

SchuldsaneringRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Uitvoeringslasten Raad voor rechtsbijstand      
Prijs (x € 1,00)38272727270
Volume (Wsnp-zaken)9 01011 87812 21212 25911 878381
       
Programmauitgaven Raad voor rechtsbijstand      
schuldsaneringszaken      
Prijs (x € 1,00)1 2731 2971 2911 3051 306– 1
Volume (Wsnp-zaken)9 01011 87812 21212 25911 878381
       
Bewindsvoerders      
Aantal bewindvoerders1 3201 3681 3241 1801 370– 190

Toelichting kengetallen

Het aantal schuldsaneringzaken is ook in 2006 stabiel gebleven.

De lichte daling van de gemiddelde (zaaks)prijs ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat het aandeel van relatief goedkopere particuliere Wsnp-zaken iets groter is dan bij de begroting was geraamd. Hierdoor is de (gewogen) gemiddelde prijs van alle Wsnp-zaken iets lager is dan begroot, ondanks de indexering van de tarieven.

Het aantal bewindvoerders is gedaald. De daling zit vooral bij bewindvoerders die tevens advocaat zijn. Het aantal bewindvoerders dat geen advocaat is, is iets toegenomen. Aangezien niet-advocaten veelal full time bewindvoerder zijn en advocaten niet, is de totale bewindvoerderscapaciteit iets toegenomen.

Beleidsevaluatie-onderzoek

OmschrijvingDoelstellingStartAfgerondVindplaats
Rechtsvergelijking functioneren hoger beroep12.120052006www.wodc.nl
Evaluatie effecten modernisering rechterlijke macht (wetsevaluatie)12.120042006www.wodc.nl
Dieptestudie Gerechtsbesturen, integraal management en MD-beleid12.120062006www.wodc.nl
Periodieke informatievoorziening rechtspraak en buitengerechtelijk geschilbeslechting12.120052006www.wodc.nl
Verkennend onderzoek filterfunctie geschilprocedures12.120042006www.wodc.nl
Evaluatie marktwerking tolk- en vertaaldiensten12.220052007www.wodc.nl
Trendrapportage gerechtsdeurwaarders12.220052007Handelingen 2000–2001, nr. 17, EK, p. 776–780. TK 29 200 VI, nr. 2

13 RECHTSHANDHAVING EN CRIMINALITEITSBESTRIJDING

Totale realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

Rechtspleging en rechtsbijstand 37,1%

kst-31031-VI-1-5.gif

Beleidsdoelstelling 13

Een goed functionerende rechtshandhavingketen, waaronder begrepen het voorkomen en bestrijden van criminaliteit.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Het Veiligheidsprogramma «Naar een veiliger samenleving» heeft tot doel in de periode 2008–2010 een vermindering van criminaliteit en overlast met 20 tot 25% te realiseren ten opzichte van 2002. Het «gat in de handhaving» is teruggebracht door investeringen in de politie, het Openbaar Ministerie (OM), de rechtspraak en de sanctiecapaciteit. Daarnaast is de sociale veiligheid vergroot door bijvoorbeeld een gerichte aanpak van veelplegers en risicojeugd. Het programma is halverwege en blijkt succesvol.

In de periode 2002–2005 zijn goede resultaten geboekt. Het aantal door burgers ondervonden vermogensdelicten is in genoemde periode afgenomen met 9,3%. Het aantal door burgers ondervonden geweldsdelicten is gedaald met 10,8%. Van de algehele doelstelling van het Veiligheidsprogramma is daarmee een daling van zo’n 10% gerealiseerd. Voor de periode tot en met 2008–2010 moet nog een verdere daling van zo’n 10 tot 15% worden gerealiseerd.

Op basis van cijfers van de nieuwe Veiligheidsmonitor Rijk blijkt dat de dalende trend zich ook in de periode 2005–2006 voortzet. Voorjaar 2007 zal moeten blijken of deze trendmatige ontwikkeling continueert1.

Met de ontwikkeling van de gevoelens van onveiligheid gaat het eveneens de goede kant op. Het percentage burgers dat zich wel eens onveilig voelt, is in de periode 2002–2005 gedaald van 30,8% naar 24%. Dit is een substantiële verbetering, zoals werd beoogd. Uit de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2006 (TK 28 684, nr. 111) blijkt dat vergeleken met 2004 de criminaliteit is gedaald in alle onderzochte sectoren, te weten de bouwnijverheid, de detailhandel (bijvoorbeeld diefstal: – 20%), de horeca, de transportsector en de zakelijke dienstverlening. Hetzelfde geldt voor de totale schade. Deze bedroeg in 2006 naar schatting € 569 miljoen, een afname van 17%.

In mei 2006 heeft het vorige kabinet de vooruitblik op het Veiligheidsprogramma aan de Tweede Kamer gezonden (TK 28 684, nr. 85). Hierin gaf het vorige kabinet de hoofdlijnen aan waarlangs het veiligheidsbeleid de komende jaren vormgegeven zou kunnen worden: naast blijvende aandacht voor het strafrechtelijk optreden, zou meer nadruk gelegd moeten worden op preventie van criminaliteit en overlast, en ingezet moeten worden op een intensieve aanpak van cybercrime, financieel-economische criminaliteit en de georganiseerde misdaad, en op het beter benutten van technologische ontwikkelingen.

Succesfactoren

Verdere professionalisering rechtshandhaving

Eind 2000 stelde de Minister van Justitie voor een periode van vijf jaar de stuurgroep Handhaven op Niveau (HoN) in. De stuurgroep kreeg tot taak om nieuwe initiatieven te nemen en bestaande te ondersteunen ter verbetering van de samenwerking bij en professionalisering van de handhaving van ordeningswetgeving. De stuurgroep introduceerde een tweetal programmalijnen, te weten de «best practices» en «programmatisch handhaven».

Met name programmatisch handhaven heeft in de jaren 2001–2006 een positief effect gehad op de consistentie en transparantie van het decentrale handhavingsbeleid, aldus onderzoekers van de Universiteit Twente1. Kritischer zijn de onderzoekers over de resultaten van de programmalijn «best practices». De «best practices», waarvan de ontwikkeling werd voltooid in 2006, zijn nog niet in voldoende mate verspreid, waarbij de onderzoekers tegelijkertijd de relativering plaatsten dat daarvoor ook weinig tijd beschikbaar was. Al met al is het oordeel van de onderzoekers over HoN positief. HoN kan worden beschouwd als een belangrijk onderdeel van de oorzakelijke factoren die hebben geleid tot de versterking van de aandacht voor handhaving resulterend in de implementatie van nieuwe praktijken (zie ook hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten onder «Verbetering handhaving decentrale overheden»).

Verdere verbetering van samenwerking in de keten met maatschappelijke partners, bedrijven en burgers

De versterking van de regie in de strafrechtketen is de gedachte achter de samenwerking tussen de justitieorganisaties en politie op arrondissementsniveau. De samenwerking heeft in het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) op regionaal niveau vorm gekregen. In de AJB’s heeft in 2005 al afstemming van werkprocessen plaatsgevonden. In 2006 heeft met name de afstemming van werkvoorraden en meer afstemming in de planning & control zich ontwikkelt. Er zijn binnen de AJB’s afspraken gemaakt over de adequate toedeling van budgettaire middelen. Daarnaast worden vanuit de AJB’s concrete projecten ontwikkeld, zoals de aanpak van (jeugdige) veelplegers, het opzetten van veiligheidshuizen en ketenunits.

De ontwikkeling van Justitie in de buurt (Jib) nieuwe stijl heeft zich stevig doorgezet. In 2006 zijn 14 subsidieverzoeken voor Veiligheidshuizen toegekend. Binnen deze projecten en in de al bestaande Veiligheidshuizen en Jib-kantoren worden persoonsgericht en/of gebiedsgericht criminaliteitsproblemen aangepakt door middel van een gerichte gedragsinterventie door de justitiële organisaties en een adequate koppeling aan nazorgtrajecten vanuit de betrokken gemeenten.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen1 868 9201 950 6002 075 5342 127 7072 080 61647 091
       
Waarvan garanties3 4173 163114   
Garanties Airmarshalls*002 000 000
       
Programma-uitgaven1 873 2071 927 5522 017 1632 118 3392 080 61637 723
       
13.1 Preventieve maatregelen50 06419 05113 10613 5557 9505 605
13.1.1 Dienst Justis10 48110 1492 765898228670
13.1.2 Overig39 5838 90210 34112 6577 7224 935
       
13.2 Opsporing en forensisch onderzoek123 08364 82958 65371 16660 91210 254
13.2.1 NFI35 27142 50142 94654 50942 47612 033
13.2.2 Overig87 81222 32815 70716 65718 436– 1 779
       
13.3 Handhaving en vervolging462 344521 968522 705536 681510 32326 358
13.3.1 Rechtshandhaving3 9424 7156 71516 52915 988541
13.3.2 Openbaar Ministerie458 402517 253515 990520 152494 33525 817
       
13.4 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties1 216 2961 297 1551 384 1491 442 5481 447 648– 5 100
13.4.1 DJI-gevangeniswezen-regulier942 0151 017 6131 041 5981 057 4741 051 0306 444
13.4.2 DJI-TBS68 99471 051103 421130 894131 022– 128
13.4.3 3 Reclasseringsorganisaties111 61999 626118 354119 943139 830– 19 887
13.4.4 SRN – taakstraffen26 45036 54933 81240 12140 735– 614
13.4.5 CJIB63 58868 78182 26689 34680 1869 160
13.4.6 Overig3 6303 5354 6984 7704 845– 75
       
13.5 Slachtofferzorg21 42024 54925 99525 83529 273– 3 438
13.5.1 Slachtofferhulp Nederland (SHN)8 3939 31111 03912 43812 063375
13.5.2 Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)13 02715 23814 95613 39717 210– 3 813
       
13.6 Terrorismebestrijding0012 55528 55424 5104 044
13.6.1 NCTb0011 05525 49421 5103 984
13.6.2 IND001 5003 0603 00060
       
Ontvangsten652 766664 397673 144727 730709 14718 583
       
Waarvan Boeten & Transacties571 634610 539639 807679 906691 960– 12 054
Waarvan Pluk ze10 13412 62911 45317 54112 0895 452

* Dit betreft het maximale bedrag per incident, dat gebruikelijk in US dollars wordt berekend.

Financiële toelichting

Garantie airmarshalls

In 2004, bij het inrichten van de operationele inzet van airmarshalls, speelde de kwestie van de aansprakelijkheid voor schade voortvloeiende uit de inzet van airmarshalls. De aansprakelijkheid is in 2005 in een protocol geregeld en er zijn géén extra risico’s aanwezig. De garantie voor aansprakelijkheid is hiermee komen te vervallen. Voor de Staat is slechts het onrechtmatig handelen van de airmarshall een risico. Dit risico is gekwantificeerd op € 2,0 miljard US dollars.

Verplichtingen

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– in 2006 zijn meerjarige verplichtingen vastgelegd die in de komende jaren tot realisatie zullen leiden;

– het achterblijven van de omvang van de door het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitgekeerde tegemoetkomingen voor materiële en immateriële schade.

Naast bovengenoemde punten wordt verwezen naar de toelichting zoals opgenomen bij de uitgaven.

Uitgaven

Operationele doelstelling 13.1

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:

– een bijdrage van € 0,6 miljoen die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) beschikbaar heeft gesteld voor bekostiging van het werkproces Bevordering Integere Besluitvorming door het Openbaar Bestuur (BIBOB);

– een overheveling van het budget Kansspelbeleid (€ 3,2 miljoen) van artikel 91 naar dit artikel;

– een bijdrage van BZK (€ 2,3 miljoen) ten behoeve van de financiering van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.

Operationele doelstelling 13.2

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:

– in het kader van het programma versterking opsporing en vervolging (VOV) is aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in de loop van 2006 in totaal € 9,6 miljoen toegekend. Hiermee worden veranderingen mogelijk gemaakt op het vlak van forensisch onderzoek gericht op een kwalitatieve verbetering van het functioneren van de strafrechtketen. De veranderingen betreffen met name uitbreiding van de DNA-onderzoekscapaciteit, intensivering van de samenwerking tussen politie, NFI en OM, de communicatie tussen politie, NFI en OM en de introductie van een geautomatiseerd registratiesysteem voor stukken van overtuiging;

– aan de in het kader van VOV toegekende projectmiddelen voor uitbreiding van de DNA-onderzoekscapaciteit is separaat € 0,5 miljoen toegevoegd aan het budgettair kader van het NFI ter financiering van het projectplan DNA-capaciteitsuitbreiding;

– van het ministerie van Economische Zaken heeft het NFI in 2006 voor twee FES-projecten, Camera 3D en Xiraf, € 0,2 miljoen aan bevoorschotting ontvangen. Het jaar 2006 is voor beide projecten een opstartjaar;

– een afrekening over het jaar 2005 bij het NFI van € 0,9 miljoen;

– een ophoging van het budget met € 0,9 miljoen ten behoeve van de bekostiging van de werkprocessen Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA), Wet Particuliere Beveiligingorganisaties en Recherchebureaus (WPBR) en Wet Wapens en Munitie/Flora- en faunawet (WWM/FFW).

Operationele doelstelling 13.3

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:

– een gelijktijdige ophoging van het uitgaven- en ontvangstenbudget van het Openbaar Ministerie (OM) met € 12,6 miljoen voor met name kinderopvang en UWV (vergoeding zwangerschapsverlof);

– in het kader van het programma Versterking opsporing en vervolging is € 4 miljoen toegevoegd aan het budget van het OM;

– het budget van het OM is verlaagd met een bedrag van € 14,3 miljoen, omdat facturen van telecomproviders niet betaald konden worden. Dit hangt samen met het feit dat de EZ-tapregeling die per 2 april 2005 van kracht is geworden door de providers ter discussie wordt gesteld, waardoor geen facturen zijn ingediend;

– diverse tegenvallers voor onder meer post-actieven en BTW voor huur van onroerend goed en een aantal technische bijstellingen in verband met overheveling van budgetten.

Operationele doelstelling 13.4

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:

– in vervolg op de brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost worden door de brandweer en andere lokale instanties striktere eisen gesteld aan de brandveiligheid van justitiële inrichtingen. Voor het treffen van additionele gebouwelijke- en organisatorische maatregelen is de bijdrage aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) verhoogd met € 5,4 miljoen;

– in verband met de medefinanciering van de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel is € 2,7 miljoen van de bijdrage aan DJI overgeheveld naar beleidsartikel 14;

– ten behoeve van de financiering van activiteiten bij het Gevangeniswezen in het kader van het programma Terugdringen Recidive (TR) is de bijdrage aan DJI verhoogd met € 3,7 miljoen;

– mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie TBS zal het aantal TBS-plaatsen de komende jaren verder worden uitgebreid, zodat aan de voorziene behoefte aan TBS-plaatsen op het niveau van 2010 kan worden voldaan. Ter compensatie van de aanloopkosten van deze capaciteitsuitbreiding is de bijdrage 2006 aan DJI met € 1,6 miljoen verhoogd;

– in verband met de financiering van de keteneffecten van de uitbreiding van de TBS capaciteit is € 1,3 miljoen overgeheveld naar de betreffende operationele doelstellingen;

– in verband met het realiseren van capaciteitsuitbreidingen in de TBS-sector en de hiermee samenhangende medefinanciering vanuit het Algemeen fonds bijzondere ziektekosten is € 5,3 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

– ter financiering van de door de Forensisch Psychiatrische Dienst (FPD) uitgevoerde forensische diagnostiek bij jeugdigen is € 2,8 miljoen overgeboekt van beleidsartikel 14;

– vertraging van de invoering Wet Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) (€ 15 miljoen). Het wetsvoorstel VI ligt nog te wachten op afronding ter parlementaire behandeling;

– onderuitputting bij de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) (€ 3 miljoen) veroorzaakt doordat in 2006 op de middelen die bestemd waren voor de financiering van extramurale ISD-plaatsen een beperkte realisatie heeft plaatsgevonden;

– de implementatie bij het ontwikkeltraject voorwaardelijke sancties (€ 2 miljoen) heeft vertraging opgelopen;

– als gevolg van uitstel van de invoering bestuurlijke boete fout parkeren heeft het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) meer WAHV-sancties ter verwerking aangeboden gekregen. Hiervoor zijn extra middelen beschikbaar gesteld (€ 3 miljoen);

– aan het budgettair kader van het CJIB zijn middelen toegevoegd voor de financiering van de systeemvernieuwing (programma NoorderWint) (€ 6,3 miljoen);

– voor de inrichting van een slachtofferloket schadevergoedingsmaatregelen (actievere informatieverstrekking naar slachtoffers) zijn middelen aan het CJIB beschikbaar gesteld (€ 0,8 miljoen);

– in verband met de ontvlechting van de VIP-taken zijn middelen naar de Justitiële Informatiedienst overgeheveld (€ 2,8 miljoen);

– een ophoging van het budget van € 0,2 miljoen naar € 0,5 miljoen ten behoeve van de bekostiging van het werkproces Gratie.

Operationele doelstelling 13.5

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door het achterblijven van de omvang van de door het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitgekeerde tegemoetkomingen voor materiële en immateriële schade. De achterliggende oorzaak is het achterblijven van het aantal beslissingen op primaire aanvragen en bezwaren van 770 respectievelijk 252 ten opzichte van het afgesproken kader.

Operationele doelstelling 13.6

In 2006 is circa € 4 miljoen extra uitgegeven in het kader van terrorismebestrijding. Dit is met name het gevolg van onvoorziene extra uitgaven in verband met Verordening (EG) nr. 1546/2006 van 4 oktober 2006 inzake de Europese vloeistoffenregeling alsmede extra uitgaven in verband met het project cameratoezicht.

Ontvangsten

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de ontvangsten wordt voornamelijk verklaard door:

– een meevaller bij de PlukZe-ontvangsten van € 5,5 miljoen. Hieruit blijkt dat de investeringen in de uitbreiding van BOOM zijn vruchten afwerpen;

– het feit dat de gemiddeld opgelegde boete iets lager is dan geraamd. Per saldo is het verschil tussen raming en realisatie circa 1,6%;

– het ontvangstenkader leges kansspelbeleid dient nog overgeboekt te worden van artikel 91 naar dit artikel. Dit gebeurt bij 1e suppletore begroting 2007. De realisatie van de ontvangsten heeft wel op dit artikel plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een meevaller van € 1,7 miljoen;

– extra ontvangsten van € 3,4 miljoen als gevolg van afrekeningen van subsidies uit voorgaande jaren bij de Reclasseringsinstellingen.

13.1

Operationele doelstelling 13.1

Voorkomen van criminaliteit.

Doelbereiking

Bedrijfsleven

De voor 2006 geformuleerde doelen voor bedrijfscriminaliteit zijn in hoofdzaak gerealiseerd. Zo werd het aantal regionale platforms criminaliteitsbeheersing uitgebreid tot 25, werd het Keurmerk Veilig Ondernemen gestart op 60 locaties en werd de aanpak van 15 urgente bedrijvenlocaties gerealiseerd. Ook de beoogde introductie van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan op 20 nieuwe locaties verliep volgens plan.

Geweld

In 2006 is, als onderdeel van het Veiligheidsprogramma, de uitvoering van het Actieplan tegen geweld stevig doorgezet en werden circa 50 van de 125 maatregelen voltooid. Gerealiseerd zijn onder meer een overzicht van best practices, een handleiding evaluatie preventieprojecten, een handreiking gedragscodes, een plan van aanpak geweld tegen het bedrijfsleven en een actieprogramma aanpak agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak.

Integriteit

In 2006 vonden evaluaties plaats van de Verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor natuurlijke- en rechtspersonen, de wet-BIBOB en de Garantstellingregeling faillissementscuratoren. Verder is een brief aan de Tweede Kamer gezonden over een striktere verstrekking van VOG’s aan personen met een zedenverleden (briefnummer 5455343/06/DSP). Het project Herziening preventief toezicht rechtspersonen verliep in 2006 conform de afspraken in het plan van aanpak.

Kansspelen

In 2006 is opnieuw belangrijke vooruitgang geboekt bij de modernisering en aanscherping van het kansspelbeleid, onder andere door de invoering van de gedrags- en reclamecode en de gedragscode promotionele kanspelen. De integrale handhavingsaanpak is verbreed en richt zich nu ook op de bestrijding van illegale kansspelen via internet.

De algehele herziening van de Wet op de kansspelen is inmiddels vergevorderd. Met de wetswijziging worden diverse doelen nagestreefd, zoals het verbeteren van de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het kansspelbeleid, de toekomstige positionering en vormgeving van de kansspeltaken en het verminderen van administratieve lasten.

Volume- en prestatiegegevens

Dienst JustisRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verklaring van Geen Bezwaar inzake nieuwe statuten en wijziging statuten vennootschappen      
Aantal beslissingen68 04264 00172 78185 39768 50016 897
Doorlooptijd schriftelijk: % binnen 6 dagen9550-
Doorlooptijd elektronisch: % binnen 48 uur9219-
Doorlooptijd schriftelijke en elektronische aanvragen: % in 6 dagen528395– 12
Doorlooptijd spoedaanvragen: % binnen 48 uur8895– 7
       
Inschrijving in het CTR      
Aantal registraties321 290291 284324 486321 096300 00021 096
Doorlooptijd: % binnen 2 dagen51969591901
       
Verzoeken tot geslachtsnaamwijziging      
Aantal beslissingen2 1653 0204 6193 0543 00054
Doorlooptijd: % binnen 6 maanden61747889809
       
Aanvragen BIBOB      
Aantal adviezen0517112710027
Doorlooptijd: % binnen 4 weken 0    
Doorlooptijd: % binnen 8 weken7314100– 86
       
Aanvragen VOG      
Aantal beslissingen NP0120 277258 083277 720250 00027 720
Doorlooptijd: % binnen 4 weken9995100955
Aantal beslissingen RP5421 0242 1372000137
Doorlooptijd: % binnen 8 weken95100955
       
Particuliere beveiliging en opsporing      
Aantal beslissingen vergunningaanvragen1 050948768681800– 119
Doorlooptijd: % binnen 16 weken679091835033
       
Buitengewone opsporingsambtenaren      
Aantal beslissingen BOA6 5125 3935 6835 9044 5001 404
Doorlooptijd: binnen 16 weken (verzoek 1a)9396988290– 8
Doorlooptijd: binnen 4 weken (verzoek 1b/1c)9999998190– 9
       
Wet Wapens en Munitie/Flora- en Faunawet      
Aantal administratieve beroepen9289786095– 35
Doorlooptijd: % binnen 16 weken2837524075– 35
Aantal verzoeken om ontheffing WWM19318718220785122
Doorlooptijd: % binnen 12 weken539490957520
       
Gratie      
Aantal beslissingen4 6314 5674 1783 8874 000– 113
Aantal voorwaardelijke verleningen821337279205300– 95
Aantal onvoorwaardelijke verleningen4055151 19177570075
Aantal afwijzingen12 1483 7131 5781 272-
Aantal afwijzers/buiten behandeling3 1612 9073 000– 93
Doorlooptijd: % binnen 6 maanden40,3758086806

1 De indicator is vastgesteld na vaststelling van de begroting 2006. Derhalve is geen stand begroting opgenomen.

Volume- en prijsindicatorenRealisatie 2005 Kostprijs (x € 1,–)  Volume Bedrag (x € 1 000)Realisa-tie 2006 Kostprijs (x € 1,–)  Volume Bedrag (x € 1 000)Begroting 2006 Kostprijs (x € 1,–)  Volume Bedrag (x € 1 000)
Verklaring van Geen Bezwaar48,9072 7813 55944,0885 3973 76451,6168 5003 535
Aanvragen BIBOBn.v.t.711 641n.v.t.1271 612n.v.t.1001 676
Aanvragen VOGnp19,77258 0835 10218,99277 7205 27322,69250 0005 673
Aanvragen VOGrp98,851 02410297,332 137208113,452 000227
Verzoeken tot naamswijziging258,364 6191 193300,263 054917360,363 0001 081
Inschrijvingen CTR3,68324 4861 1943,17321 0961 0183,67300 0001 101
Beslissingen BOA121,085 683688127,205 904751133,044 500599
Beslissingen PBO589,32768453738,62681503613,97800491
Beslissingen WWM1 537,782604002 089,892675582 670,68175481
Gratie   235,993 887917270,594 0001 082

Toelichting kengetallen

Preventief Toezicht Vennootschappen (PTV)

Verklaring van Geen Bezwaar (VvGB)

In 2006 is het aantal aanvragen Verklaring Van Geen Bezwaar (VvGB) met 25% toegenomen ten opzichte van de raming 2006. De oorzaak hiervan is hoofdzakelijk terug te voeren op de aantrekkende economie. De norm voor de output is ruimschoots gehaald.

Garantstellingregeling faillissementscuratoren (GSR)

In 2006 is er een toename geweest van het aantal nieuwe aanvragen en verhogingen. Dit is veroorzaakt door een betere bekendheid bij de curatoren met de garantstellingregeling. In 2006 heeft een evaluatie van de garantstellingregeling plaatsgevonden.

Vennoot Inlichtingen Verstrekkingen (VIV)

Net als voorgaande jaren is de output van VIV ten aanzien van informatieverstrekkingen en het plaatsen van aanwijzingen achtergebleven bij de norm. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat het systeem vennoot alleen oprichtinggegevens van rechtspersonen vastlegt, de gegevens niet worden aangepast gedurende de levensduur van de rechtspersoon en het systeem vervuild is, waardoor er steeds minder behoefte ontstaat voor deze gegevens bij opsporingsinstanties.

Bevordering Integere Besluitvorming door het Openbaar Bestuur (BIBOB)

In 2006 overstijgt de productie de norm aanzienlijk. De Wet BIBOB heeft meer bekendheid verworven met als gevolg een verdubbeling van het aantal verzoeken om advies. De toegenomen vraag leidde tot een stijging in de werkvoorraad en de doorlooptijden. Bij de doorlooptijden lukt het slechts bij 14% van de verzoeken om aan de wettelijke norm te voldoen. Dit heeft te maken met niet-tijdige levering door informatieleveranciers en met de zorgvuldigheid en de wijze waarop het werkproces is ingericht.

Centraal Orgaan Verklaringen Omtrent het Gedrag (COVOG)

Verklaring Omtrent het Gedrag voor natuurlijke personen (VOG NP)

De werkelijk gerealiseerde productie ligt 11% hoger dan de gestelde norm. Door meer bekendheid van de VOG is er een sterke stijging in het aantal aanvragen.

Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (VOG RP)

Het aantal aanvragen voor een VOG-RP is met 7% gestegen. Bij het aantal beslissingen is sprake van een ruime verdubbeling van het volume in 2005. Deze toename is hoofdzakelijk te verklaren vanuit het feit dat eind 2005 het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO) van kracht is geworden. Daarin is nadrukkelijk opgenomen dat aanbestedende diensten van een opdrachtnemer een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Rechtspersonen kunnen verlangen.

Centraal Testamentenregister (CTR)

Per 1 januari 2007 is het Centraal Testamentenregister overgegaan naar de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. De productie is boven de norm uitgekomen.

Naamswijziging

In 2006 heeft het werkproces naamswijziging voldaan aan de gestelde norm. Tevens zijn de doorlooptijden behaald. In 2006 zijn de voorbereidingen getroffen om in 2007 de leges te verhogen.

Wet Wapens en Munitie/Flora- en faunawet (WWM/FFW)

De jaarnorm voor de productie en de doorlooptijden zijn niet behaald. In het afgelopen jaar is een grote toename in het aantal beroepszaken gesignaleerd.

Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA)

In het jaar 2006 is de productie boven de norm uitgekomen.

Wet Particuliere Beveiligingorganisaties en Recherchebureaus (WPBR)

De jaarnorm van de productie is niet behaald door de invoering van nieuwe beleidsregels en de daaraan gekoppelde nieuwe werkwijze.

Gratie

De doorlooptijden zijn conform de norm en productie is nagenoeg conform de normen.

13.2

Operationele doelstelling 13.2

Een doeltreffende justitiële opsporing.

Doelbereiking

Opsporingsbeleid

Op 11 juli 2006 is de Tweede Kamer (TK 29 911, nr. 4) geïnformeerd over de voortgang van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, met name ten aanzien van de zes gekozen speerpunten (bestrijding van terrorisme, van handel in cocaïne en heroïne, van handel in en productie van synthetische drugs, van handel in vuurwapens en explosieven en van witwassen). Hoofdconclusie is dat deze bestrijding onverminderd prioriteit krijgt. De intelligence-agenda wordt uitgevoerd en levert belangrijke informatie op die verwerkt zal worden in het Nationaal Dreigingsbeeld 2008, waarvoor de voorbereiding reeds is gestart.

Drugssmokkel Schiphol

De 100% controles op Schiphol en het instellen van Gemeenschappelijke grenscontroleteams op Curaçao en Bonaire hebben een zeer sterke daling tot gevolg gehad van het aantal drugskoeriers. Tengevolge daarvan kon vanaf 1 januari 2006 de dadergerichte aanpak weer worden ingezet, waarbij elke drugskoerier weer wordt vervolgd. Om de stroom drugskoeriers blijvend te beheersen dient de aanpak te worden voortgezet. Temeer omdat het gebruik van vluchten vanuit Westelijk Afrika in opkomst lijkt te zijn. De strafrechtelijke onderzoeken naar criminele organisaties worden onverminderd voortgezet.

Basisgegevens 100% controles

 2003Totaal 200420052006100% periode
Aantal gecontroleerde vluchten421 6411 8211 7563 504
Aantal gecontroleerde passagiers op Schiphol7 759452 127512 519498 876972 405
waarvan aantal transit passagiers617130 957156 342140 491287 916
Aantal OM-zaken t.g.v. gecontroleerde passagiers2834 4992 9691 3237 611
Aantal OM-zaken t.g.v. gecontroleerd vracht17068261 1691 484

Uitvoering cannabisbrief

In 2006 zijn belangrijke stappen gezet om de aanpak van de teelt van Nederwiet verder te intensiveren. Onder regie van het arrondissementsparket Roermond is in januari 2006 de pilot «Hennepteelt en Georganiseerde Criminaliteit» van start gegaan. Doel van de pilot is om specifieke interventiestrategieën te ontwikkelen voor het aanpakken van criminele organisaties achter de wietteelt. Het accent heeft in 2006 gelegen op het vergroten van het inzicht in de wereld achter de wieteelt door analyse van reeds bestaande en lopende grote cannabisonderzoeken, alsmede door verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Deze eerste fase wordt afgesloten met een tussenrapportage die – met enige vertraging – begin 2007 zal worden opgeleverd.

Voorts is een impuls gegeven aan de integrale bestuurlijke aanpak van de overlastgevende huisteelt van Nederwiet. Vanuit de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is een voorbeeldconvenant opgesteld dat als leidraad kan worden gehanteerd bij de samenwerking tussen de diverse (lokale) partners op dit terrein, zoals gemeenten, stroomleveranciers, woningbouwcorporaties, UWV etcetera. Ook is Justitie betrokken geweest bij het opzetten van activiteiten, zoals expert-meetings, om de kennisoverdracht op dit terrein te bevorderen.

Voor een effectievere aanpak van de handel van drugs vanuit woonhuizen, zoals met name in de grensstreek voorkomt, is een wetvoorstel tot artikel 13b van de Opiumwet bij het parlement ingediend.

Voorts wordt in de gemeente Maastricht de pilot «Ingezetenencriterium» uitgevoerd. Doel van de pilot is het Europese Hof van Justitie, via een proefproces bij de Nederlandse bestuursrechter, een uitspraak te ontlokken over de toelaatbaarheid van het beperken van de toegang tot coffeeshops tot ingezetenen van Nederland. Het ministerie van Justitie heeft de gemeente in 2006 een subsidie van ruim € 31 000,– verstrekt voor de uitvoering van de pilot.

Bestrijding productie en handel in XTC

Naar aanleiding van de nota «Samenspannen tegen XTC» (TK 23 760, nr. 14) is de afgelopen jaren gewerkt aan een intensivering van de aanpak van de productie van en handel in synthetische drugs. De aanpak heeft zich gericht op de aanpak van de gehele productieketen van synthetische drugs, zowel op het tegenhouden van de binnenkomst van grondstoffen en verstoren van het productieproces als de opsporing en vervolging van de productie, handel en distributie. Het doel van deze aanpak was om een aanmerkelijke reductie van productie van en handel in synthetische drugs te bewerkstelligen. De handhavingsintensiveringen met inzet van alle betrokken handhavingsinstanties hebben geleid tot een groot aantal opsporingsonderzoeken. Mede hierdoor kon zicht worden verkregen op de synthetische drugsmarkt. Tevens zijn internationale samenwerkingsverbanden geïntensiveerd om de grensoverschrijdende synthetische drugsmarkt aan te pakken. Zoals reeds aangekondigd (TK 29 911, nr. 4) zal een vervolgnotitie op de nota op korte termijn aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarbij zal tevens worden ingegaan op de eindevaluatie van de nota «Samenspannen tegen XTC», waarbij wordt onderzocht of de beoogde effecten zijn gerealiseerd.

Programma Versterking Opsporing en Vervolging

In de eerste helft van 2006 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het verbeterprogramma Versterking Opsporing en Vervolging. Vervolgens hebben politie, Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) de maatregelen verder beschreven en geconcretiseerd, waardoor in de tweede helft van 2006 kon worden begonnen met de uitvoering van het verbeterprogramma. Bijzondere aandacht hebben gekregen de auditieve registratie van verhoren en de raadsman bij het politieverhoor. Op 11 december 2006 is de Tweede Kamer in een brief uitvoerig geïnformeerd over de uitvoering van het verbeterprogramma (TK 30 800 VI, nr. 30).

Daarnaast is in 2006 het meerjarenplan versterking forensisch-technisch onderzoek van politie, Openbaar Ministerie (OM) en Nederlands Forensisch Instituut (NFI) met betrekking tot forensisch-technisch onderzoek opgenomen in het programma versterking opsporing en vervolging. Dit naar aanleiding van het incident van de Schiedammer Parkmoord en de aanbevelingen van de commissie Posthumus. Het versterkingsprogramma heeft (onder andere) als doel de kwaliteit van de forensische opsporing te versterken waarbij speciaal aandacht uitgaat naar professionalisering van het forensische technisch onderzoek, nauwere samenwerking tussen de strafrechtelijke ketenpartners en uitbreiding van de kennis van forensisch technisch onderzoek. In 2006 is reeds gestart met onder andere de maatregel versterking van de kwaliteit plaatsdelict en forensische intake (FSO) en duidelijker rapporteren.

Project Eergerelateerd geweld

In 2006 is het Programma Eergerelateerd Geweld opgestart met een inrichtingsplan (TK 30 388, nr. 3). Dit programma is door de Tweede Kamer aanvaard, die daarmee tevens de «groot-project-status» heeft ingetrokken. Daarnaast is de eerste voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer gestuurd met een planningsdocument waarin maatregelen zijn benoemd (TK 30 388, nr. 6). Hiervan is een aantal maatregelen, zoals een convenant politie – OM over vrouwenopvang, afspraken met minderhedenorganisaties over het kaderprogramma, een uitbreiding van de Unit Multi-Etnisch Politiewerk van het politiekorps Haaglanden, een bijdrage aan de start van lokale aanpak in Rotterdam, de verspreiding van een wegwijzer op scholen en de start van verschillende onderzoeken naar aard en omvang van eergerelateerd geweld, in 2006 gerealiseerd.

Volume- en prestatiegegevens

NFIRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Aantal geleverde producten per kerntaak      
Forensisch onderzoek (producten)94 455120 789140 014167 925158 0319 894
Research & Development (uren)39 57641 88566 38978 86847 87430 994
Kennis en Expertise (uren)15 40719 03231 52961 19018 64842 542
       
Kostprijs per product      
Forensisch onderzoek (per product)237246206184203– 19
Research & Development (per uur)106154121144145– 1
Kennis en Expertise (per uur)117150193160165– 5

Toelichting kengetallen

In de loop van 2006 zijn extra gelden ontvangen voor onder andere de uitvoering van het programma versterking opsporing en vervolging (VOV-programma). Dit heeft effect op de productie en de gemiddelde kostprijs per product. De VOV-gelden zijn met name aangewend voor de producten Research & Development en Kennis en Expertise.

MOTRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Aantal meldingen bijzondere transacties177 000174 500181 623173 700175 500– 1 800
CIOTRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Aantal Opsporingsdiensten4343434243– 1
Aantal Telecom-aanbieders10172229254
Aantal vragen722 000991 2731 220 5181 771 9411 200 000571 941
Hit-rate66%-80%77%-84%82%-93%83%–93%95% 

Toelichting kengetallen

In 2006 zijn 48% meer vragen gesteld dan geraamd. De stijging van het aantal bevragingen via het Centraal Informatiepunt Onderzoek & Telecommunicatie (CIOT) is vooral een autonome groei. Het systeem wordt steeds meer geraadpleegd door de (bijzondere) opsporing- en inlichtingendiensten. De groei van het aantal bij het CIOT aangesloten telecomaanbieders had geen groot effect op het percentage treffers ten opzichte van 2005.

13.3

Operationele doelstelling 13.3

Doelmatige handhaving van straf- en ordeningsrecht alsmede een doeltreffend strafrechtelijk optreden.

Doelbereiking

Programma informatievoorziening strafrechtsketen (PROGIS)

Op 1 januari 2006 is de Justitiële informatiedienst van start gegaan. Deze dienst gaat op termijn alle persoonsgebonden informatie over verdachten en veroordeelden (het integraal strafrechtelijk persoonsbeeld) beheren. Op 6 juni 2006 is het Protocol identiteitsvaststelling strafrechtsketen (verdachten en veroordeelden) voorlopig vastgesteld. Dit protocol beschrijft de eisen waaraan de identiteitsvaststelling moet voldoen. In het najaar van 2006 zijn enkele pilots gestart om de werkwijze, zoals in het protocol beschreven, te testen. Met deze acties is een begin gemaakt met het schonen en schoonhouden van de persoonsidentificerende gegevens in de informatiebestanden van de strafrechtsketen.

Rijk aan Handhaving

Het project «Rijk aan Handhaving» levert een bijdrage aan de professionalisering van de handhaving door het concept van «programmatisch handhaven» bij de diverse departementen te introduceren als hulpmiddel bij de vormgeving van hun handhavingsbeleid. Het project legt daarbij de focus op het handhavingsbeleidsproces en in het bijzonder op de wisselwerking tussen beleid en toezicht. Cruciaal hierin is het maken van beredeneerde keuzes in de handhaving en het ontwerpen en uitvoeren van effectieve interventiestrategieën.

Het ministerie van Justitie vervult bij de invoering van programmatisch handhaven een faciliterende rol. Sinds de start van het project in april 2005 hebben tot nu toe circa 700 personen via presentaties en workshops kennis genomen van het gedachtegoed van programmatisch handhaven. Ondersteuning is geboden aan de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en van Verkeer en Waterstaat bij de toepassing van het concept op een concrete wet of beleidsdossier.

Handhaven met Effect

Het programma «Handhaven met Effect» is in het derde kwartaal van 2006 gestart met een drietal regionale conferenties en de oprichting van het Servicecentrum Handhaving voor decentrale besturen. Dit servicecentrum geeft adviezen over concrete handhavingsproblemen en ondersteunt bij de vormgeving van handhavingsbeleid.

Bestuurlijke boete

De Raad van State heeft op 10 oktober 2006 advies uitgebracht over de amendementen op het wetsvoorstel bestuurlijke boete voor kleine ergernissen in de publieke ruimte en het wetsvoorstel bestuurlijke boete voor fout parkeren. Invoering wordt thans begin 2008 voorzien.

OM-afdoening

Om de afdoeningcapaciteit van de justitieketen te vergroten, wordt de wet OM-afdoening (EK 29 849, A) ingevoerd. Deze wet, die in juli 2006 door de Eerste Kamer is aangenomen, vergroot de mogelijkheden tot en de doelmatigheid van buitengerechtelijke afdoening van strafzaken. Het ministerie van Justitie, het Openbaar Ministerie, het CJIB, de rechterlijke macht en de politie werken intensief samen aan inwerkingtreding van deze wet in 2007.

Openbaar Ministerie (OM)

Het aantal ingestroomde rechtbankzaken dat is aangeleverd door de regiokorpsen is in 2006 licht gestegen ten opzichte van 2005 en 2004 tot 233 696. Het totaal aantal zaken is eveneens licht gestegen.

Duidelijk is dat het surplus van 40 000 zaken niet is gerealiseerd, ook niet als we zaken meetellen die zijn afgedaan door het CJIB zonder tussenkomst van het OM via de TOBIAS/TRIAS-lijn. Dit heeft aantoonbaar ook te maken met een daling van de criminaliteit. Tevens lijkt het effect van kwantitatieve normstelling uitgewerkt.

De instroom van kantonzaken is opnieuw gedaald. In 2006 kreeg het OM 266 800 zaken . De daling is vooral terug te voeren op een lager aantal processen-verbaal ter zake van overtreding van APV. Met name in de grote steden is vanaf 2002 veel energie gestoken in de handhaving van de APV’s om de overlast in de publieke ruimte te bestrijden. Door werk te maken van overtredingen als wildplassen en openlijk druggebruik heeft de politie de verloedering aangepakt. Waarschijnlijk hebben die extra inspanningen effect gesorteerd, waardoor de overlast minder vaak voorkomt, al valt niet uit te sluiten dat bij sommige korpsen de handhaving van dergelijke overtredingen iets aan elan heeft ingeboet.

Het is evident dat daar waar de instroom achterblijft ten opzichte van de prognose ook de uitstroom niet altijd uitkomt op de aantallen zoals begroot.

Volume- en prestatiegegevens

Productie en prestaties ArrondissementsparkettenRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Instroom270 100271 500264 200265 200290 400– 25 200
Minderjarigen30 30033 00035 00035 50031 5004 000
Afdoeningen OM en rechter:276 800269 800262 000267 000290 400– 23 400
– Overdracht aan buitenland2002002002002000
– Onvoorwaardelijk sepot26 20027 00026 20027 60028 500– 900
% onvoorwaardelijk sepot10%10%9,6%10%10%0
– Transactie en voorwaardelijk sepot87 60081 90079 20081 40090 000– 8 600
– Voegen (ter berechting of ad info)13 90014 10012 20011 90014 000– 2 100
– Afdoeningen door de rechter1148 900146 600144 200145 900157 700– 11 800
  – Meervoudige kamer (inclusief economisch en militair)15 90016 70014 60012 90016 000– 3 100
– Politierechter (inclusief economisch en militair)121 900117 800117 400120 060130 400– 10 340
– Kinderrechter11 10012 10012 20012 90011 3001 600
Interventiepercentage89%89%89%88%90%– 1%
Gemiddelde doorlooptijd instroom-afdoening (in dagen)1431281301331429
% ouder dan een jaar (niet afgedaan)9%7%6,6%7%9%– 2%
       
Jeugdzaken      
Doorloopsnelheid jeugd binnen 6 maanden afgedaan63%71%75%79%80%– 1%
       
Kantongerechtsappellen      
Instroom1 90070007250– 243
Uitstroom1 50010006500– 244
       
Kantonzaken      
Instroom278 800312 900283 600266 800322 000– 55 200
– Sepot, transacties en voegen124 600138 300124 700112 200144 800– 32 600
– Afdoening door de rechter131 000169 300160 600173 700177 200– 3 500
       
Mulderzaken      
Instroom beroepen OM345 800331 100327 100365 800330 00035 800
Uitstroom beroepen OM375 800339 700324 900362 200330 00032 200

1 Betreft indicatieve aantallen.

Productie en prestaties RessortsparkettenRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Instroom      
– Rechtbankappellen15 90017 30016 10016 30017 000– 700
– Kantongerechtsappellen4 3006 0007 0007 3006 500800
– Mulderberoepen1 4001 7001 6001 5001 200300
– Klachten artikel 12 Sv. 1 6001 8002 2002 2001 600600
       
Uitstroom      
– Rechtbankappellen13 70014 30018 50016 80016 000800
– Kantongerechtsappellen3 1004 6006 9007 3005 0002 300
– Mulderberoepen1 5001 5001 7001 4001 200200
– Klachten artikel 12 Sv. 1 7001 7001 6002 3001 600700

13.4

Operationele doelstelling 13.4

Effectieve tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen.

Doelbereiking

Modernisering Sanctietoepassing

De maatregelen van het Veiligheidsprogramma krijgen op het gebied van de sanctietoepassing vorm in het programma «Modernisering Sanctietoepassing» (MST). 2006 heeft duidelijk gemaakt dat de MST-maatregelen niet bij beleidsvoornemens blijven, maar dat ze omgezet zijn in concrete uitvoering. Voorbeelden hiervan zijn de veelplegeraanpak en het detentieconcept Lelystad.

Het Detentieconcept Lelystad (DCL)

DCL is begin 2006 van start gegaan. In de zomer was sprake van volledige bezetting. De evaluatie van DCL is in de afrondende fase en de uitkomsten worden in het voorjaar van 2007 aan de Tweede Kamer gezonden.

Voorwaardelijke Sancties

Op 22 mei 2006 is een brief met voorstellen gericht op de optimalisering van voorwaardelijke sancties aan Tweede Kamer gezonden (TK 30 300 VI, nr. 164). Het wetsvoorstel is in voorbereiding. Vooruitlopend op de wetswijziging zullen verbetervoorstellen in drie arrondissementen in praktijk worden gebracht. Op basis van ervaringen in deze arrondissementen vindt in 2007 landelijke implementatie plaats.

Voorwaardelijke invrijheidstelling

Het wetsvoorstel voorwaardelijke invrijheidstelling is in april 2006 ingediend bij de Tweede Kamer (TK 30 513, nr. 2). De voorbereiding van de implementatie (voorzien voor begin 2009) is ter hand genomen.

Veelplegers en nazorg

De landelijke aanpak van veelplegers is verbreed met het onderwerp: aansluiting nazorg. Opgeleverd zijn de factsheet Monitor Veelplegers, het Plan van Aanpak Veelplegers 2006–2008, het onderzoek «Lokale Aanpak Veelplegers; justitieel traject».

Op 23 mei 2006 is een beleidsbrief aan de Tweede Kamer gezonden waarin de verbeteringen zijn aangegeven ten aanzien van de aansluiting nazorg (TK 27 834, nr. 45). Er zijn 183 fte medewerkers maatschappelijke dienstverlening in de penitentiaire inrichtingen aangesteld en 240 contactpunten bij gemeenten gerealiseerd. Er zijn 12 regionale conferenties georganiseerd voor alle betrokken partijen. Tevens zijn met het CJIB afspraken gemaakt om de schuldenregelingen met veelplegers te verruimen. Bij brief van 7 februari 2006 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het plan van aanpak Maatschappelijke Opvang, waarin met de G4 is afgesproken de voorzieningen beter op elkaar te laten aansluiten (TK 29 325, nr. 8).

Incidenteel Versneld Ontslag

In geheel 2006 was de capaciteit binnen het gevangeniswezen toereikend om in de vraag te voldoen. Er is geen sprake geweest van Incidenteel Versneld Ontslag (IVO) of andere noodmaatregelen.

De Nieuwe Inrichting

Onder de titel «De Nieuwe Inrichting» geeft de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een transformatieproces in het kader van de modernisering van de sanctietoepassing vorm. In 2006 zijn plannen gepresenteerd voor organisatieveranderingen en voor een inhoudelijk veranderplan voor het gevangeniswezen «Detentie en behandeling op maat voor volwassen gedetineerden (DBM-v)». Over DBM-v is de Tweede Kamer bij brieven van 25 april en 1 september 2006 schriftelijk geïnformeerd (TK 30 300 VI, nr. 147 en180). Eind 2006 bleken de veranderplannen van DBM-v niet te kunnen rekenen op steun van de medezeggenschap. De adviesaanvraag aan de Groepsondernemingsraad van het gevangeniswezen is in december ingetrokken. Op dit moment werkt de DJI aan het bijstellen van de plannen voor de vereiste moderniseringsoperatie in het gevangeniswezen. Draagvlak, uitvoerbaarheid en fasering zijn daarbij kernbegrippen. Ook de motie Weekers cs over zorgpunten bij de implementatie van Detentie en behandeling op maat van volwassen gedetineerden wordt betrokken bij de bijstelling van de plannen (motie 30 800 VI, nr. 8).

Terbeschikkingstelling

In 2006 zijn er 1 509 TBS-plaatsen gerealiseerd (gemiddelde capaciteit). Dat zijn 201 plaatsen meer dan in 2005. Ultimo 2006 waren er 1 738 TBS-plaatsen beschikbaar. Hierin is begrepen de uitbreiding van de longstaycapaciteit van 164 plaatsen tot 184 plaatsen en de uitbreiding van de behandelmogelijkheden voor TBS-gestelden in het gevangeniswezen van 134 plaatsen tot 146 plaatsen.

Ter verbetering van de aansluiting justitiële- en zorginterventies zijn in 2006 voorbereidingen getroffen voor de overheveling van het budget voor forensische zorg uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de begroting van Justitie per 1 januari 2007 en de stelselwijziging die hiervoor nodig is. Hiermee zal Justitie forensische zorg in strafrechtelijk kader zelf inkopen.

In juni 2006 is het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie TBS naar de Tweede Kamer gezonden (TK 30 250, nr. 9). Hierin wordt tegemoet gekomen aan de aanbevelingen die de commissie Visser, heeft gedaan om het TBS-stelsel te verbeteren. De commissie concludeerde in haar rapport «TBS, vandaag over gisteren en morgen» dat het TBS-systeem aan zijn taakstelling voldoet, maar dat de uitvoering moet worden aangepast aan de eisen van deze tijd. De maatregelen om het systeem te verbeteren zijn concreet uitgewerkt in het plan van aanpak TBS dat op 10 oktober 2006 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 29 452, nr. 48). Voor verdere informatie over het plan van aanpak wordt verwezen naar hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten.

Reclassering/Taakstraffen

Ten behoeve van een selectieve en effectieve sanctietoepassing zijn verbeteringen doorgevoerd rond de adviesfunctie van de reclassering. Zowel het inrichten van reclasseringsbalies in alle arrondissementen, het scheiden van advies- en uitvoeringstaken als het verder professionaliseren van adviesproducten en diagnostiekinstrumenten draagt bij aan de kwaliteit en onafhankelijkheid van de advisering aan de rechterlijke macht en het gevangeniswezen.

Aan het verbeteren van de effectiviteit van het sanctiestelsel is verder invulling gegeven door het ontwikkelen van wetenschappelijk gefundeerde gedragsinterventies. Hiervan zijn er inmiddels vijf (voorlopig) erkend door een onafhankelijke erkenningscommissie.

Evenals goed onderbouwde, onafhankelijke advisering aan de voorkant van de strafrechtketen, draagt ook de ontwikkeling van kwalitatief hoogstaande gedragsinterventies bij aan de effectiviteit van de sanctietoepassing. Deze interventies kunnen zowel tijdens detentie als in het kader van een extramurale sanctie worden toegepast. In 2006 zijn vijf gedragsinterventies voor volwassen justitiabelen voorlopig erkend door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie.

Volume- en prestatiegegevens

Gemiddelde capaciteitRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Intramurale capaciteit verdeeld naar:12 99114 46615 05214 95015 648– 698
– Strafrechtelijke sanctiecapaciteit12 51814 06114 86214 72015 543– 823
– In bewaring gestelden op politiebureau’s40533711913425109
– VN-cellen686868846816
– Capaciteit ten behoeve van Internationaal strafhof312120
Bezetingsgraad intramurale capaciteit (%)97,295,395,283,596,2– 12,7
Extramurale capaciteit verdeeld naar:336703842848859– 11
– (B)PP (met en zonder ET)322512623652659– 7
– ED14191219196200– 4
Detentiecentra 11 2061 277620
TBS justitieel verdeeld naar:1 1231 1841 3081 5091 540– 31
– Rijks TBS-inrichtingen473485511568609– 41
– Particuliere TBS-inrichtingen65069979794193110
Bezetingsgraad TBS justitieel (%)99,999,896,096,296,00,2
TBS niet-justitieel1741851941941940
Aantal rapportages PBC 2226225222220233– 13

1 Met ingang van de uitvoering 2006 is de capaciteit van de detentiecentra opgenomen in de strafrechtelijke sanctiecapaciteit.

2 Bij de Pieter Baan Centrum (PBC)-rapportages wordt geen onderscheid meer gemaakt in pro-justitia rapportages en overige rapportages.

Toelichting kengetallen

De gerealiseerde strafrechtelijke capaciteit (inclusief detentiecentra) is achtergebleven ten opzichte van de stand in de begroting in 2006. In verband met de aanhoudende onderbezetting van de bruikbare capaciteit is er voor gekozen om de capaciteit in 2006 niet verder uit te breiden tot het niveau van de in de begroting genoemde aantallen maar eerst nieuwe behoefteprognoses af te wachten. Ondanks het feit dat de capaciteit niet is uitgebreid en de sector te kampen heeft gehad met de buitengebruikstelling van grote aantallen plaatsen vanwege te treffen extra brandveiligheidsmaatregelen, is de bruikbare capaciteit tijdens de uitvoering 2006 toereikend gebleken.

Als gevolg van vertraging bij het realiseren van capaciteitsuitbreidingen is de gemiddeld gerealiseerde TBS-capaciteit 31 plaatsen lager uitgekomen dan de capacitaire taakstelling.

Gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1,–)RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Intramurale capaciteit1911871791811801
Extramurale capaciteit49676772702
Detentiecentra134146140160
TBS justitieel447441435446466– 20
Gem. prijs per rapportage PBC46 65048 50351 82349 19644 5174 679

Toelichting kengetallen

De gerealiseerde gemiddelde dagprijs van de reguliere capaciteit van het gevangeniswezen is iets hoger uitgekomen dan begroot. Door de loon- en prijsontwikkeling in 2006 en als gevolg van de extra maatregelen in het kader van de brandveiligheid is een prijsverhogend effect opgetreden. Daar staat tegenover dat zowel de lagere bezetting van de beschikbare capaciteit als de samenvoeging van de capaciteit van de detentiecentra met de reguliere capaciteit van het gevangeniswezen hebben geleid tot een lagere gemiddelde prijs.

De lagere gerealiseerde gemiddelde dagprijs van de TBS-plaatsen is voornamelijk het gevolg van het realiseren van capaciteitsuitbreidingen door middel van de tendersystematiek.

De hogere gemiddelde rapportprijs van het Pieter Baan Centrum (PBC) is voornamelijk het gevolg van de lagere productie, waardoor de (vaste) kosten worden toegerekend aan een lager aantal gerealiseerde rapporten.

Reclassering/TaakstraffenRealisatieBegrotingVerschil
 2003200420052006120062 
Productie reclassering: diagnose en advies31 64533 43835 45038 22538 259– 34
Productie reclassering: toezicht12 14216 16420 66925 82420 277+ 5 547
Productie reclassering: interventies8 92910 67011 17811 82313 160– 1 337
Capaciteit taakstraffen27 68729 81134 33937 50337 5030

1 Voorlopige cijfers

2 Zie nota van wijziging 10 november 2005 voor bijgestelde productiegegevens;TK 30 300 VI, nr. 17

Toelichting kengetallen

Ten opzichte van de raming valt de sterke overproductie van het reclasseringsproduct Toezicht op. In de afgelopen jaren is de vraag naar reclasseringstoezicht sterk gestegen. Sinds 2003 is er sprake van toename van het aantal toezichten die worden opgelegd door de rechterlijke macht. Gevolg hiervan is een verdubbeling van het aantal uitgevoerde toezichten.

In de praktijk is gebleken dat er minder interventies hebben plaatsgevonden dan was begroot. Door de ontwikkeling en erkenning van nieuwe interventies in 2006 is de prognose voor de begroting te hoog geweest. Er worden 9 nieuwe interventies ontwikkeld die moeten worden beoordeeld door de erkenningscommissie. Inmiddels zijn er 5 erkend. Als gevolg van dit ontwikkelingstraject worden ruim 130 bestaande interventies niet altijd meer verzorgd. Dit verklaart het lagere aantal gerealiseerde interventies in 2006. Naar verwachting zal het aantal gerealiseerde interventies de komende jaren fors groeien wanneer ze alle 9 zijn erkend en geïmplementeerd. Bovendien zal de landelijke uitbreiding van het project Terugdringen Recidive en de intensivering van voorwaardelijke sancties voor een toename zorgen.

CJIBRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
WAHV-sancties      
Aantal10 379 21010 347 76011 028 55211 646 23210 300 0001 346 232
Kostprijs3,854,094,074,044,32– 0,28
Percentage geïnde zaken binnen 1 jaar94,995,095,195,494,01,4
       
Boetevonnissen      
Aantal142 769172 517183 742201 013190 00011 013
Kostprijs39,4944,4544,9543,7446,97– 3,23
Percentage afgedane OH-zaken (onherroepelijk) binnen 1 jaar58,560,663,366,661,05,6
       
Transacties      
Aantal667 543672 213675 375672 897670 0002 897
Kostprijs6,8613,6713,3813,8214,55– 0,73
Percentage geïnde zaken binnen 1 jaar65,965,564,565,765,00,7
       
Schadevergoedingsmaatregelen      
Aantal10 03011 79513 38513 57614 000– 424
Kostprijs100,50269,22305,93409,44280,62128,82
Percentage afgedane zaken binnen 3 jaar66,467,069,771,667,04,6
       
Ontnemingsmaatregelen      
Aantal1 0211 1861 3111 5141 42589
Kostprijs413,831 102,381 206,461 385,241 153,40231,84
Percentage afgedane zaken binnen 3 jaar60,260,059,955,160,0– 4,9

Toelichting kengetallen

De productie van de WAHV-sancties is hoger dan begroot vanwege het uitstel van de invoering van de bestuurlijke boete fout parkeren en de intensivering van trajectcontroles. Bij de boetevonnissen is het aantal zaken dat door betaling is afgedaan toegenomen. Dit uit zich in een hoger afdoeningspercentage. Bij de schadevergoedingsmaatregelen zijn ondermeer de effecten van een persoonsgerichte aanpak zichtbaar in een hoger afdoeningspercentage. Door de invoering van het Slachtofferloket (actieve informatievoorziening naar slachtoffers) is de kostprijs gestegen. Voor ontnemingsmaatregelen geldt dat zaken niet meer door vervangende hechtenis kunnen worden afgedaan. Onderzocht wordt of dit er de oorzaak van is dat doorlooptijden toenemen en het percentage van binnen 3 jaar afgedane zaken lager uitkomt dan begroot.

13.5

Operationele doelstelling 13.5

Zorg voor slachtoffers van criminaliteit.

Doelbereiking

In 2006 is een experiment gestart gericht op verbetering van de opvang en begeleiding van nabestaanden. Er is een beleidsdoorlichting van het slachtofferbeleid uitgevoerd en naar aanleiding daarvan is een plan opgesteld voor het verbeteren van de kwaliteit en uitvoering.

In 2006 zijn onderzoeken afgerond naar slachtoffer-dadergesprekken, de schriftelijke slachtofferverklaring, doorwijzing van slachtoffers naar slachtofferhulp door politie en secundaire analyse tevredenheidsonderzoek. Voor alle onderzoeken geldt dat de resultaten besproken zijn met de verschillende organisaties (OM, politie, SHN etcetera). Indien nodig is actie ondernomen om punten te verbeteren. Voor de slachtoffer-dader gesprekken geldt dat mede op basis van het onderzoek besloten is de gesprekken in 2007 landelijk in te voeren, gezien de goede resultaten. Uit de evaluatie schriftelijke slachtofferverklaring is gekomen dat de implementatie goed is verlopen en er in de praktijk enkele kleine knelpunten zijn die op lokaal niveau goed worden opgelost.

Volume- en prestatiegegevens

SHN/SGMRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Aantal geholpen slachtoffers SHN92 16196 21397 847101 674100 0001 674
Aantal beslissingen SGM4 9007 2506 5716 2307 000– 770

Toelichting kengetallen

In totaal zijn in 2006 door Slachtofferhulp Nederkand (SHN) iets meer (+ 2%) slachtoffers geholpen dan was vastgelegd in de begroting 2006.

Het aantal beslissingen van Schadefonds geweldmisdrijven (SGM) op primaire aanvragen is in 2006 met 770 achtergebleven bij het voor 2006 afgesproken kader. Ook in vergelijking met het jaar 2005 zijn minder beslissingen genomen. Het aantal beslissingen op primaire aanvraag daalde met 341 (– 5%).

13.6

Operationele doelstelling 13.6

Kwalitatief goede beleids- en uitvoeringskaders ten behoeve van terrorismebestrijding gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van terroristische aanslagen in Nederland, alsmede op het op voorhand beperken van schade als gevolg van een mogelijke terroristische aanslag.

Doelbereiking

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

De organisatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) is beheersmatig ondergebracht bij het ministerie van Justitie, maar werkt onder het gezag en de verantwoordelijkheid van zowel de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties als de Minister van Justitie. Eén van de doelstellingen van de NCTb is de samenwerking verbeteren tussen de verschillende organisaties op het terrein van terrorismebestrijding. Tevens zorgt de NCTb voor een heldere en eenduidige beleidsontwikkeling op het gebied van terrorismebestrijding. De NCTb heeft daarnaast een taak op het gebied van bewaken en beveiligen, de beveiliging van de burgerluchtvaart en de voorlichting over terrorismebestrijding.

Oprichting Dienst Speciale Interventies

Het stelsel van speciale eenheden is in 2006 fundamenteel herzien. Hierdoor is meer samenhang in het stelsel gewaarborgd ten behoeve van een optimale aanpak van het terrorisme. Daartoe is op 1 juli 2006 de nieuwe, overkoepelende Dienst Speciale Interventies (DSI) bij het Korps Landelijke Politiediensten opgericht, waarin militair- en politiepersoneel op unieke wijze in één organisatie samenwerken.

Uitbreiding en ontwikkeling Alerteringssysteem Terrorismebestrijding

De uitbreiding van sectoren in het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding is verder vormgegeven door het aansluitingstraject met de financiële sector in 2006 af te ronden. Daarnaast zijn er verschillende regiobijeenkomsten georganiseerd met als doel de lokale samenwerking tussen security-managers van de bedrijven, de regionale politiefunctionarissen en de betrokken gemeente-ambtenaren te bevorderen.

CBRN-Terrorisme

In 2006 zijn CBRN (Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair)-Terrorisme projecten uitgevoerd. Deze zijn gericht op ondermeer het verhogen van de beveiliging bij CBRN-objecten. De projecten hebben gerichte en proportionele maatregelen, instrumenten en kennis opgeleverd die bijdragen aan de weerstandsverhoging tegen CBRN-terrorisme.

Internet en terrorisme

Op 1 maart 2006 is het meldpunt Cybercrime operationeel geworden. Hier kunnen meldingen worden gedaan van radicale en terroristische uitingen op het internet. Deze meldingen worden beoordeeld door politie, OM en Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waarop passende actie door deze diensten volgt. Tevens is gestart met projecten voor monitoring en surveillance op het internet. Op basis van de resultaten van deze projecten wordt bezien of structurele activiteiten kunnen worden uitgevoerd.

Publiekscampagne

De bezorgdheid onder Nederlanders rondom terrorisme is gedaald. Het publieksonderzoek 2006 laat positieve effecten zien van de publiekscampagne en geeft aan dat bezorgdheid over terrorisme onder de Nederlandse bevolking is gedaald van 39% naar 20%. Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd naar de beeldvorming rondom radicalisering. Een substantieel deel (80%) van de respondenten is het eens met de stelling dat de Nederlandse samenleving door radicalisering verdeeld raakt.

Onder meer naar aanleiding van de resultaten van het publieksonderzoek 2005, lanceerde de NCTb begin dit jaar de publiekscampagne «Nederland tegen terrorisme». In de campagne wordt aandacht besteed aan wat de overheid doet op het gebied van terrorismebestrijding en wat mensen zelf kunnen doen.

IND

Na de start in 2005 heeft de IND de activiteiten uit 2005 nader uitgewerkt, dan wel voortgezet. Bij de start was de veronderstelling dat er circa 500 dossiers behandeld zouden worden. In 2006 zijn er uiteindelijk 2 keer zoveel behandeld.

In 2006 heeft de IND het volgende gedaan in het kader van de terrorismebestrijding:

– er zijn wederom medewerkers bij de CT-infobox gedetacheerd. Zij hebben ruim 600 dossiers behandeld. Er zijn 168 adviezen uitgebracht aan de diverse partners van de CT-infobox;

– ook in 2006 heeft de unit Speciale Zaken weer een rol gespeeld om zowel pro-actief als reactief een bijdrage te leveren aan de bestrijding van het terrorisme in Nederland. Deze unit heeft circa 400 dossiers in behandeling gehad. Als gevolg hiervan zijn onder andere verblijfsvergunningen ingetrokken, vreemdelingen ongewenst verklaard en uitgezet. Tevens is advies en informatie verstrekt aan ketenpartners. Ook is een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het uitvoeringsbeleid. Tot slot is voorlichting gegeven, zodat terrorisme onder de aandacht blijft;

– in 2006 is fase 1 van het project fraude, met uitzondering van de pilots risico-indicatoren en risicoprofielen, afgerond. Fase 1 heeft in het teken gestaan van het onderzoek naar de wijze waarop de IND op een effectievere manier invulling kan geven aan de diverse aspecten van fraudebestrijding. Op basis van de bevindingen zijn in de eindrapportages van de verschillende deelprojecten (waar nodig) voorstellen gedaan tot verbetering of implementatie van nieuwe werkwijzen;

– er is een eerste set risicoprofielen en risico-indicatoren ontwikkeld voor het reguliere verblijfsdoel gezinsvorming bij partner/echtgenoot en de beoordeling van het inburgeringvereiste bij naturalisatie. Het deelproject informatie-uitwisseling en samenwerking heeft aan de hand van een aantal thema’s beschreven hoe de informatie-uitwisseling en samenwerking extern en intern in de toekomst kan plaatsvinden. De thema’s bestrijken de gebieden inkomensfraude, documentfraude, studie, referenten en naturalisatie;

– bij Naturalisatie heeft een aantal onderzoeken plaatsgevonden naar (identiteits-)fraudebestrijding.

Beleidsevaluatie-onderzoek

OmschrijvingDoelstellingStartAfgerondVindplaats
Evaluatie Wet BIBOB13.120052007www.wodc.nl
Geweldscriminaliteit in Nederland13.120052006www.wodc.nl
Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 200513.120052005www.wodc.nl
Garantstelling curatoren/update effectevaluatie13.120052006www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 36
Overall evaluatie designontwikkeling (fase 1)13.120052006 (n.p.)www.wodc.nl
Verklaring Omtrent Gedrag natuurlijke personen13.120052007www.wodc.nl
Evaluatie Doe Normaal-contract13.120062007www.wodc.nl
Regionale platforms criminaliteitsbeheersing13.120052006www.wodc.nl
Aanpak van de criminele organisaties achter de wietteelt: nulmeting13.1 en 13.220052007www.wodc.nl
Samenspannen tegen XTC eindmeting13.1 en 13.220052007www.wodc.nl
DNA-veroordeelden13.220052007/2008www.wodc.nl
Evaluatie privacygedragscode recherchebureaus13.220062007www.wodc.nl
Toepassing van undercoverbevoegdheden door politiele infiltratieteams13.220052007www.wodc.nl
DNA-bevolkingsonderzoeken als instrument in de opsporing13.220052006www.wodc.nl
Tussen aangifte en opsporing13.220052006www.wodc.nl
Evaluatie Handhaven op Niveau13.320052006www.wodc.nl
Partiële wijziging van de zedelijkheidswetgeving13.320052006www.wodc.nl
Evaluatie opheffing bordeelverbod13.320062007www.wodc.nl
Handhaving en naleving criteria gedoogde coffeeshops in 200413.320042006www.wodc.nl
Nationale Drugs Monitor 200513.320052006www.wodc.nl
Coffeeshops in Nederland: aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid 1999–200513.320052006www.wodc.nl
Onderzoek naar georganiseerde criminaliteit op de Bovenwindse eilanden13.320042007www.wodc.nlTK 28 600 IV, nr. 5
Vooronderzoek uitvoering milieutaak door functioneel parket en politiemilieuteams13.320052006www.wodc.nl
Evaluatie pilots integrale Verkeershandhaving Utrecht & Zeeland is uitgevoerd door DHV (voorheen Traffic Test)13.320052006 
Toepassing voorwaardelijke modaliteiten13.420052006www.wodc.nl
Evaluatie beginselenwet verpleging tbs’ers en Wet Fokkens13.42007 Onderzoek is uitgesteld i.v.m. parlementair onderzoek
Vergelijking lokale aanpakken veelplegers13.420052006www.wodc.nl
Effectevaluatie Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV)13.420022007www.wodc.nl
The Quasi-compulsory treatment of drug dependant offenders in Europe (QCT Europe)13.420022006www.wodc.nl
Actualisering recidivemeting TBS13.420052006www.wodc.nl,TK 30 023, nr. 1
Evaluatie Verlofbeleid van gedetineerden13.420052006www.wodc.nl
Meta-analyse Nederlandse effectstudies13.420052007www.wodc.nl
Monitor veelplegers (diverse deelonderzoeken)13.420062006 (en publicaties in 2007 en 2008)www.wodc.nl
Uitvoering reclasseringsproduct toezicht13.420052007www.wodc.nl
Vervanging onvoorwaardelijke vrijheidstraffen13.420052006www.wodc.nl
Actualisering sancties 1997 tot 200313.420052006www.wodc.nl
International Comparisons of Reconviction rates (tussenrapportage)13.420052006www.wodc.nl
Penitentiair ziekenhuis13.420062006www.wodc.nl
Voorstudie naar kosten en baten van detentiebeleid13.420052007www.wodc.nl
Beleidsdoorlichting Slachtofferzorg13.520062007 
Evaluatie doorverwijzing door politie naar Slachtofferzorg Nederland13.520052006www.wodc.nl
Evaluatie van slachtofferdadergesprekken13.520052006www.wodc.nl
Schriftelijke slachtofferverklaring13.520052006www.wodc.nlTK 27 213, nr. 12
Uitvoeren van secundaire analyses bestand Tevredenheidsonderzoek Slachtoffers13.520062006www.wodc.nl
Stand van zaken en effecten contraterrorismebeleid13.620052006www.wodc.nl

14 JEUGD

Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

art. 14 Jeugd 12,8%

kst-31031-VI-1-6.gif

Beleidsdoelstelling 14

Het beschermen van jeugdigen tegen aantasting van een goede opvoedings- en leefsituatie, en het bestrijden en voorkomen van jeugddelinquentie.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

In de afgelopen jaren zijn diverse effecten bereikt:

– het kabinet heeft met de Operatie Jong een sterk samenwerkingsverband opgezet om structureel samenhang aan te brengen in het rijksbrede jeugdbeleid;

– in de afgelopen kabinetsperiode is een nieuwe methode voor gezinsvoogdij ontwikkeld waarmee de doelgerichtheid van de gezinsvoogd zal toenemen;

– in de vorige kabinetsperiode is de aanpak van huiselijk geweld op de maatschappelijke agenda gezet;

– er is een landelijk expertisepunt huiselijk geweld, een expertisecentrum internationale kinderontvoering en een helpdesk privacy opgericht;

– de doorlooptijden in de jeugdstrafrechtketen zijn substantieel verkort. Zie hiervoor de tabellen volume- en prestatiegegevens en de bijbehorende toelichting.

Succesfactoren

Om de doelstelling te realiseren is Justitie mede afhankelijk van optreden van en samenwerking met andere ministeries als bijvoorbeeld het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W), decentrale overheden en overige belanghebbenden. Daarnaast spelen voor het uiteindelijk te bereiken resultaat verschillende persoonlijkheids-, gezins- en omgevingskenmerken een rol, die maar ten dele beïnvloedbaar zijn. Justitie stimuleert de uitvoeringsorganisaties op het gebied van jeugdbescherming en aanpak jeugdcriminaliteit om gezamenlijk in een zo vroeg mogelijk stadium bedreigende situaties voor jeugdigen te signaleren en in dat geval passende maatregelen te treffen. Daarnaast vervult de Operatie Jong een belangrijke rol in het totstandbrengen van een structurele samenhang in het rijksbrede jeugdbeleid.

Justitie heeft binnen Operatie Jong vooral gewerkt aan het thema «Jeugdcriminaliteit» (nazorg). Het doel van deze operatie is dat vanaf 2007 alle jongeren die een justitiële jeugdinrichting verlaten na plaatsing op een strafrechtelijke titel, passende nazorg aangeboden krijgen. Daartoe is in 2006 een verantwoordelijkheidskader opgesteld waarin de rollen en verantwoordelijkheden op het gebied van nazorg zijn vastgelegd. Het verantwoordelijkheidskader is met uitzondering van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) door alle betrokken organisaties geaccordeerd. Het overleg met de VNG over de rol van de gemeenten was ultimo 2006 nog gaande.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen688 375733 538704 076501 849754 240– 252 391
       
Waarvan garanties43 44080 83887 10083 94383 694249
       
Programma-uitgaven721 228725 582713 583732 505754 240– 21 735
       
14.1 Uitvoering jeugdbescherming266 467275 915277 572305 215330 705– 25 490
14.1.1 RvdK – civiele maatregelen103 285104 303109 331115 935101 71714 218
14.1.2 Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)3 0885 0845 6473 26516 930– 13 665
14.1.3 Bureau’s jeugdzorg – (gezins)voogdij149 144158 799150 749171 814163 3168 498
14.1.4 Overig10 9507 72911 84514 20148 742– 34 541
       
14.2 Tenuitvoerlegging justitiele sancties jeugd320 038352 412370 666391 810377 56414 246
14.2.1 DJI – jeugd262 955283 852293 884299 075298 899176
14.2.2 RvdK – strafzaken18 19423 72327 87731 28323 9297 354
14.2.3 HALT10 05510 07511 23311 76111 913– 152
14.2.4 Bureau’s jeugdzorg – jeugdreclassering28 83434 76237 67249 69142 8236 868
       
14.3 Voogdij amv’s134 72397 25565 34535 48045 971– 10 491
14.3.1 NIDOS – opvang104 61674 82849 91225 50035 015– 9 515
14.3.2 NIDOS – voogdij30 10722 42715 4339 98010 956– 976
       
Ontvangsten14 27621 0739 97818 44212 3396 103

Financiële toelichting

Verplichtingen

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– het intrekken van het wetsvoorstel Herziening Kinderalimentatie (TK 29 480, nr. 15) (€ 13,4 miljoen);

– voor aanvang van het kalenderjaar vindt de vaststelling van de doeluitkering aan de provincies plaats en wordt de verplichting aangegaan. Eind 2006 heeft de vaststelling van de doeluitkering 2007 niet plaats kunnen vinden, vanwege het feit dat nagenoeg alle provincies niet tijdig konden voldoen aan alle vereisten die zijn gesteld voor het aanvragen van de doeluitkering. De vastlegging van deze verplichting zal dus eerst in 2007 in plaats van 2006 kunnen plaatsvinden (€ 187,0 miljoen);

– een technische afboeking van verplichtingen voor de Stichting Nidos voor de leefgelden van ex-amv’s (€ 32,5 miljoen), waarvan de uitgaven ten laste van artikel 15 worden gebracht;

– de verplichting voor de opvang door de Stichting Nidos is in 2006 voor € 19,0 miljoen naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere kosten van opvang;

– de verplichtingen voor de Raad voor de Kinderbescherming zijn met € 12,6 miljoen verhoogd (zie ook onder Uitgaven Operationele doelstelling 14.1).

Uitgaven

Operationele doelstelling 14.1

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– de Raad voor de Kinderbescherming heeft extra middelen ontvangen voornamelijk voor tegenvallers in de groei van het aantal zaken ( € 4,4 miljoen, herinvoering toetsende taak (€ 2,5 miljoen), continuering van het justitieel casusoverleg (€ 4,7 miljoen) in het kader van Jeugd Terecht, het Project KBPS (€ 3,5 miljoen) en loon- en prijsbijstelling (€ 2,5 miljoen);

– het intrekken (TK 29 480, nr. 15) van het wetsvoorstel Herziening Kinderalimentatie. Voor de uitvoering van dit wetsvoorstel was voor 2006 een bedrag geraamd van € 13,4 miljoen;

– de extra middelen (€ 7,8 miljoen) die het kabinet heeft uitgetrokken om de provincies en grootstedelijke regio’s te compenseren voor de toename van het aantal jeugdbeschermingszaken;

– begrotingsmutaties in het kader van de uitvoering van het actieprogramma Jeugd Terecht. In de loop van 2006 is op basis van concrete plannen van de diverse betrokken Justitieorganisaties een bedrag van in totaal € 11,6 miljoen overgeheveld naar de desbetreffende operationele doelstellingen. Het ging daarbij onder meer om middelen ten behoeve van het instandhouden van het Justitieel casusoverleg door het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming en de verbetering van de kwaliteit van de basis raadsonderzoeken en projecten bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) op het terrein van onder andere radicalisering en herstelopvoeding. Op het budget voor Jeugd terecht is een bedrag van € 12,5 miljoen onbesteed gebleven, doordat een aantal voorgenomen acties op andere wijze zijn opgepakt of gefinancierd. De voorziene groei van ITB heeft zich niet voorgedaan en besloten is om geen nieuwe methode voor vroegsignalering te ontwikkelen. Voorts zijn een aantal acties vertraagd zoals de landelijke invoering van de slachtoffer-dader gesprekken, de gedragsbeïnvloedende maatregel, de uitbreiding van de nazorg en de eventuele gevolgen van de invoering van het methodiekhandboek jeugdreclassering;

– een overheveling naar DJI voor de verbetering van de uitvoering van forensische diagnostiek, een overheveling naar het Openbaar Ministerie voor het instandhouden van de zogeheten Arrondissementale Justitiële Beraden (AJB’s) op regioniveau alsmede een aantal kleinere incidentele meevallers bij de projecten adoptie, huiselijk geweld, Operatie Jong en de aanpak van criminele allochtone jongeren (€ 10,4 miljoen);

– een overheveling van beleidsartikel 13 in verband met de medefinanciering van de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel van € 0,5 miljoen.

Operationele doelstelling 14.2

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– in het kader van de overdracht van capaciteit voor de optimalisering van het zorgaanbod voor jeugdigen met ernstige gedragsproblemen is € 7,2 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De capacitaire taakstelling is in verband hiermee voor 2006 verlaagd met gemiddeld 94 plaatsen;

– een verhoging van de bijdrage DJI met € 2,2 miljoen ten laste van beleidsartikel 13 ter financiering van de aanloop van de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel;

– de Raad voor de Kinderbescherming heeft extra middelen ontvangen voor de groei van het aantal zaken (€ 2,2 miljoen);

– extra middelen (€ 6,9 miljoen) die het kabinet heeft uitgetrokken om de provincies en grootstedelijke regio’s te compenseren voor de toename van het aantal jeugdreclasseringszaken.

Operationele doelstelling 14.3

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 van € 9,5 miljoen is voornamelijk het gevolg van enerzijds een aanpassing van de bekostigingsgrondslag voor de subsidieverstrekking aan de stichting Nidos in verband met een daling van de kosten van opvang en anderzijds een afspraak met de stichting Nidos de kosten van leegstand van woonvoorzieningen ten laste van het eigen vermogen te brengen.

Ontvangsten

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de ontvangsten wordt voornamelijk verklaard door:

– het niet realiseren van de aangekondigde wetswijzigingen tot uitbreiding van ouderbijdragen (€ 8,0 miljoen);

– het vrijvallen van middelen in verband met het wetsvoorstel kinderalimenatie (TK 29 480, nr. 15) dat inmiddels is ingetrokken (brief van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 9-11-2006) (€ 2,2 miljoen);

– hogere ontvangsten bij het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) door een toename van het aantal zaken (€ 1,2 miljoen);

– een incidentele meevaller (€ 2,6 miljoen) bij het LBIO bij de subsidievaststelling over het jaar 2005;

– een hogere ontvangst van € 1,0 miljoen voortgekomen uit de subsidievastellingen van de subsidies Bureaus Jeugdzorg tot en met de jaren 2004;

– een hogere ontvangst van € 5,3 miljoen voortgekomen uit de subsidievaststelling 2005 van de stichting Nidos, waardoor een incidentele meevaller is ontstaan als gevolg van enerzijds een wijziging van de bevoorschottingssystematiek en anderzijds door lager gerealiseerde kosten in 2005 bij het Nidos voor de verzorging van pupillen.

14.1

Operationele doelstelling 14.1

Jeugdbescherming en de uitvoering van de opgelegde maatregelen in dat kader.

Doelbereiking

Programma Beter Beschermd

Om de doorlooptijden en normtijden te verkorten, dubbel onderzoek te voorkomen en een snellere en adequate informatie-uitwisseling tussen de Bureaus Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en rechters te realiseren zijn in het kader van het programma «Beter Beschermd» in 2006 zeven proefprojecten gestart, waarin nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld voor het optimaliseren van de werkprocessen in de keten. Hiermee wordt tevens bijgedragen aan het tegengaan van onnodige bureaucratie in de jeugdzorg.

In 2006 is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gestart met de ontwikkeling van een wetenschappelijk gevalideerd instrument voor de meting van effectiviteit van de jeugdzorg en jeugdbescherming. Met het instrument kan de aard en ernst van de problemen die het kind ervaart, worden bepaald. Na de ontwikkeling zal het instrumentarium in de praktijk worden getoetst, alvorens een effectiviteitsindicator in de begroting en verantwoording van 2009 kan worden opgenomen.

In het kader van het Deltaplan is een nieuwe werkmethode gezinsvoogdij ontwikkeld. Deze werkmethode wordt momenteel gefaseerd bij alle Bureaus Jeugdzorg geïmplementeerd en zal naar verwachting in 2008 zijn afgerond.

De aanbesteding voor de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze voor voogdijwerkers heeft in 2006 plaatsgevonden, waarop de MOgroep (de branche-organisatie voor de jeugdzorg) en Nidos een nadere opdracht voor uitwerking hebben gegeven.

Uitvoering van de Wet op de jeugdzorg (Wjz)

De Tweede Kamer is bij brief van 29 november 2006 geïnformeerd over het onderzoek naar de uitvoering van de Wet op de jeugdzorg (TK 30 899, nr. 1).

De jeugdzorgbrigade die in 2004 is ingesteld om onnodige bureaucratie in de jeugdzorg tegen te gaan, heeft haar eindrapportage per brief van 16 juni 2006 aan de Tweede Kamer aangeboden (TK 29 815, nr. 78).

De bestuurlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van decentralisatie van de landelijk werkende instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij is vastgesteld en er is nog slechts één handtekening op het convenant nodig om dit formeel af te kunnen hechten. In dit convenant is vastgelegd op welke wijze de financiering, de sturing en het toezicht is geregeld en welke verantwoordelijkheidsverdeling daarbij geldt. De wijze van inpassing van de William Schrikker Groep staat beschreven in de brief van 6 april aan de Tweede Kamer (TK 29 815, nr. 61).

Internationale kinderontvoering

De aanbevelingen van het in 2005 afgeronde WODC-onderzoek naar de werkwijze bij internationale kinderontvoering zijn ter hand genomen (TK 30 072, nr. 10). Zo is onder meer de werkwijze van de Centrale Autoriteit aangepast en is een Centrum Internationale Kinderontvoering ingesteld.

Interlandelijke adoptie

De procedure voor de adoptie van kinderen uit het buitenland tot aan de afgifte van de beginseltoestemming is vereenvoudigd. In 2006 zijn voorbereidingen getroffen om het gezinsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming per 1 januari 2007 op zeven locaties te concentreren en is het onderscheid tussen een standaard gezinsonderzoek en een uitgebreid onderzoek ingevoerd. In 2006 zijn 1 644 beginseltoestemmingen afgegeven (vergelijk 2005: 1 446).

In samenwerking met de Inspectie Jeugdzorg is een toezichtsarrangement adoptie opgesteld en is een traject kwaliteitseisen voor vergunninghouders gestart.

Een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka), waarmee de mogelijkheid van adoptie door paren van gelijk geslacht wordt geregeld, is bij de Tweede Kamer ingediend (TK 30 551, nr. 2). De Tweede Kamer heeft in 2006 verslag uitgebracht naar aanleiding van dit wetsvoorstel.

Huiselijk geweld en jeugdprostitutie

Het wetsvoorstel Huisverbod bij huiselijk geweld is ingediend bij de Tweede Kamer (TK 30 657, nr. 2). In verband met de demissionaire status van het vorige kabinet heeft de parlementaire behandeling nog niet plaatsgevonden.

De voorbereidingen voor de uitvoering van een landelijke publiekscampagne huiselijk geweld zijn getroffen.

Gemeenten zijn gestimuleerd om een gerichte lokale aanpak huiselijk geweld te ontwikkelen.

Het expertisecentrum Transact is in 2005 gestart met het Informatiepunt Jeugdprostitutie voor ondersteuning aan hulpverleners, beleidsmakers, politie en justitie bij de aanpak en preventie van jeugdprostitutie. Op basis van de eindrapportage over het jaar 2006 is besloten de activiteiten van dit informatiepunt voort te zetten.

Geweld in de opvoeding en kindermishandeling

Het wetsvoorstel Voorkomen geweld in de opvoeding is bij de Eerste Kamer ingediend (EK 30 316, nr. A). In verband met de kabinetswisseling verloopt de parlementaire behandeling minder vlot dan aanvankelijk verwacht.

Dit jaar is gewerkt aan het onderzoek naar de aard en omvang van kindermishandeling. Het definitieve rapport zal begin 2007 beschikbaar zijn.

Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)

De toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming is in 2006 raadsbreed heringevoerd. Het betreft het toetsen door de Raad bij het voornemen van een Bureau Jeugdzorg tot het niet verlengen van de ondertoezichtstelling, het niet verlengen van de machtiging uithuisplaatsing en het tussentijds beëindigen van de uithuisplaatsing.

De doelstelling om de gemiddelde wachttijd bij de Raad terug te brengen tot maximaal tien werkdagen is nagenoeg gerealiseerd. In enkele regio’s was de instroom van zaken fors hoger dan voorzien. Eind 2006 bedroeg de gemiddelde wachttijd landelijk elf werkdagen.

Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)

In de Tweede Kamer bleek onvoldoende draagvlak voor het wetsvoorstel Herziening kinderalimentatie te bestaan. De Minister van Justitie heeft bij brief van 9 november 2006 aan de Tweede Kamer het wetsvoorstel ingetrokken (TK 29 480, nr. 15).

Het wetsvoorstel Ouderbijdrage, waarin werd voorgesteld de huidige bijdrageregeling op grond van de Wet op de jeugdzorg uit te breiden naar meerdere vormen van jeugdbescherming en strafrechtelijke sancties is zeer omstreden gebleken. Het (nieuwe) kabinet zal zich moeten buigen over de vraag of dit wetsvoorstel verder in procedure moet worden gebracht.

Volume- en prestatiegegevens

RvdK (civiel)RealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal afgedane zaken     
Beschermingsonderzoek9 85811 07412 38110 8361 545
Scheidings- en omgangsonderzoek3 9283 4763 2303 523– 293
Adoptieonderzoek2 4432 2522 5382 750– 212
      
Percentage zaken binnen norm voor doorlooptijden     
Beschermingsonderzoek (Norm: 115 dgn)49%50%53%60%– 7%
Scheidings- en omgangsonderzoek (Norm: 135 dgn)49%51%49%60%– 11%
Adoptieonderzoek (Norm: 105 dgn)58%55%60%60%0%
Basisonderzoek (Norm: 40 dgn)62%63%66%80%– 14%
Vervolgonderzoek (Norm: 115 dgn)73%81%85%80%5%

Toelichting kengetallen

Het aantal gerealiseerde onderzoeken bij de Raad voor de Kinderbescherming is per saldo groter dan bij de begroting 2006 geraamd. Er zijn met name meer beschermingsonderzoeken gedaan. De extra instroom beschermingszaken en de prioriteit die is gegeven aan wachtlijstreductie zijn van invloed geweest op de productie en de doorlooptijden van de resterende onderzoeken. Daarnaast is er sprake van een lagere instroom bij adoptieonderzoeken en vervolgonderzoeken.

LBIORealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Kinderalimentatie:     
Geïnd bedrag t.o.v. lopende vordering (in %)64,0%65%68%68%0%
Kosten per geïnde euro (x € 1)0,210,160,100,19– 0,09
      
Ouderbijdrage:     
Kosten per geïnde euro (x € 1)0,180,210,190,21– 0,02

Toelichting kengetallen

De verbetering van het proces van het (deels) verhalen van de incassowerkzaamheden op de betalingsplichtige heeft in 2006 positief doorgewerkt. Als gevolg hiervan zijn de kosten per geïnde euro bij zowel de kinderalimentatie als de ouderbijdrage gedaald.

Bureaus Jeugdzorg (gezins) voogdijRealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal instroom voogdij823828935950– 15
Aantal instroom voorlopige voogdij549607377624– 247
Aantal instroom ondertoezichtstelling6 7457 5128 3037 650653
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot de mededeling aan de jeugdige binnen de norm (7 dagen)288%87%100%– 13%
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot opgesteld plan van aanpak binnen de norm (30 werkdagen)279%33%100%– 67%
Duur OTS in Jaren3,33,6– 0,3

1 In verband met de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg worden de cijfers vanaf 2005 geregistreerd van oktober (t-1) tot oktober (t).

2 De vermelde doorlooptijden betreffen normen die in de Wet op de jeugdzorg zijn vastgelegd en derhalve vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 2005 van toepassing zijn. Nog niet alle BJz hebben echter de doorlooptijden geregistreerd. Aan de provincies zal worden gevraagd maatregelen te treffen om de doorlooptijden op een aanvaardbaar niveau te brengen.

Toelichting kengetallen

Oorzaken van de groei bij Ondertoezichtstelling (OTS) moeten worden gezocht in het veranderende maatschappelijke klimaat dat onder andere blijkt uit het feit dat er meer gevallen gemeld worden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Nederland (AMK). Daarnaast zijn de AMK’s in 2006 van start gegaan met het wegwerken van wachtlijsten. Dat heeft geleid tot een hogere instroom van het aantal zaken.

De sterke afname Voorlopige Voogdij zoals die uit bovenvermelde cijfers naar voren komt heeft zich niet voorgedaan. De begroting 2006 is gebaseerd op het realisatiecijfer over 2005. Laatstgenoemd cijfer bleek naderhand niet juist te zijn geweest (te hoog) als gevolg van onvolkomenheden bij de registratie.

De oorzaak van de opgelopen doorlooptijden moet gezocht worden in het feit dat capaciteitsuitbreiding van de Bureaus Jeugdzorg tijd vergt, waardoor de hogere instroom niet gelijk kon worden opgevangen.

OverigRealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal voorgelichte aspirant-adoptief ouders1 0301 1041 1911 340– 149
Gemiddelde wachttijd voor in behandeling nemen aanvraag beginseltoestemming (in maanden)21191619– 3

Toelichting kengetallen

De afwijking tussen realisatie en begroting van het aantal voorgelichte aspirant-adoptief ouders houdt verband met de prioriteit die is gegeven aan het wegwerken van de werkvoorraden (reeds voorgelichte ouders). Hierdoor is tevens de gemiddelde wachttijd gedaald.

14.2

Operationele doelstelling 14.2

De adequate uitvoering van justitiële sancties bij minderjarigen.

Doelbereiking

Programma Jeugd Terecht

Eind 2006 is een begin gemaakt met de landelijke invoering van het JCO/supportsysteem voor het justitieel casusoverleg, die in 2007 grotendeels zal worden gerealiseerd. Hiermee zal de informatievoorziening ten behoeve van een snelle en adequate afdoening van strafbare feiten van jeugdigen in het justitieel casusoverleg tussen Openbaar Ministerie, politie en Raad voor de Kinderbescherming verder worden verbeterd.

In 2006 zijn de voorbereidingen voor het Wetsvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen ter hand genomen, waarvan de implementatie van de gedragsmaatregel een belangrijk onderdeel vormt.

In 2006 hebben de ketenpartners gewerkt aan het beschrijven van een aantal (reeds bestaande) gedragsinterventies, die vervolgens bij de erkenningscommissie justitiële gedragsinterventies zijn ingediend. Daarnaast hebben zij gewerkt aan de (door)ontwikkeling van een gericht aanbod van gedragsinterventies, afgestemd op de verschillende criminogene factoren bij jeugdige justitiabelen, zodat er op termijn voor alle types (of combinaties daarvan) criminogene factoren een (erkend) type gedragsinterventie beschikbaar is. Om meer inzicht te krijgen in deze factoren zijn voorbereidingen getroffen voor een onderzoek hiernaar, waarvan de resultaten medio 2007 beschikbaar zullen zijn. De gedragsinterventie «Sociale vaardigheden op maat» van de Justititiële jeugdinrichting de Doggershoek is inmiddels voorlopig erkend door de erkenningscommissie.

De evaluatie van de intensieve trajectbegeleiding heeft in 2006 geleid tot het besluit om de methodiek aan te passen. De Transfergroep past in opdracht van de MOgroep (de branche-organisatie voor de jeugdzorg) de methodieken aan.

Het Handboek methode jeugdreclassering is in mei 2006 opgeleverd, waarna gestart is met alle opvolgende activiteiten, waaronder scholing en het uitvoeren van een tijdschrijfonderzoek.

De aanpak van jeugdige veelplegers door Openbaar Ministerie, politie, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg en gemeenten – met een versterkte rol van het Openbaar Ministerie – is in 2006 gecontinueerd.

Op 18 augustus 2006 is aan de Tweede Kamer bij brief (TK 27 213, nr. 11) meegedeeld dat besloten is tot het landelijk invoeren van slachtoffer-dadergesprekken. De Stichting Slachtoffer in Beeld is belast met de voorbereiding en daadwerkelijke uitvoering van de gesprekken.

De vier grote steden hebben in 2006 met het Rijk afspraken gemaakt over het verminderen van de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren in de criminaliteit, in het bijzonder door versterking van de binding van deze jongeren aan de samenleving. De prestatieafspraken hebben betrekking op trajecten voor individuele ondersteuning van jongeren en gezinnen, het voorkomen van schooluitval, de werktoeleiding, en de nazorg om recidive te verminderen.

Capaciteit Justitiële jeugdinrichtingen

In 2006 is het besluit genomen om in 2008 en 2009 in totaal (delen van) acht Justitiële jeugdinrichtingen over te hevelen naar VWS. De overheveling van deze inrichtingscapaciteit van Justitie naar VWS ten behoeve van jeugdigen met een civielrechtelijke titel zal in drie tranches plaatsvinden. Op 7 november 2006 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de definitieve beslissing over de eerste tranche van over te hevelen Justitiële Jeugdinrichtingen naar VWS (TK 29 815, nr. 92).

DJI-jeugd

Op 1 februari 2006 is een wijziging van het Wetboek van strafrecht in werking getreden, dat onder meer aanpassingen van de jeugdsancties omvat (TK 28 484, A).

In 2006 heeft het kabinet besloten de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel ingrijpend te verbeteren. Bij brief van 10 juli 2006 (TK 24 587, nr. 183) zijn verbetervoorstellen voor de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel geformuleerd, waarvoor voor 2007 en volgende jaren ook extra financiële middelen beschikbaar zijn gesteld. Het experiment meerpersoonskamergebruik jeugd is geëvalueerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is besloten bij jeugd vooralsnog niet tot invoering van meerpersoonskamergebruik over te gaan (TK 29 815, nr. 86).

In 2006 is een instrument voor risicotaxatie in de Justitiële jeugdinrichtingen landelijk ingevoerd. Om te kunnen komen tot een gerichte aanpak van jongeren die strafbare feiten hebben gepleegd, is het van groot belang dat de verschillende organisaties in de jeugdstrafrechtketen gebruikmaken van een afgestemd instrumentarium. Om tot een dergelijk instrumentarium te kunnen komen, is in 2006 in samenwerking met alle ketenpartners een landelijk kader ontwikkeld. Op basis van dit kader zal vervolgens het instrumentarium worden aangepast en afspraken worden gemaakt over informatieoverdracht tussen organisaties.

Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming heeft de casusregie op de voortgang van de individuele zaken vanaf het moment van melding door de politie tot en met de nazorg. Voor een goede uitvoering van de casusregie is het noodzakelijk dat de Raad tijdig en in voldoende mate door de ketenpartners wordt geïnformeerd. Hierover zijn in 2006 met de ketenpartners afspraken gemaakt die in de praktijk in 2006 nog niet volledig tot uitvoering zijn gebracht. Dit is naar verwachting in 2007 wel het geval.

De evaluatie van het Justitieel casusoverleg (JCO) heeft plaatsgevonden. De resultaten waren positief. Het JCO is in alle arrondissementen ingeburgerd en heeft zijn waarde bewezen voor onder meer het versnellen van de doorlooptijden. Verdere verbetering is met name mogelijk door betere informatievoorziening. Dit wordt gerealiseerd door de landelijke invoering van het JCO-supportsystem (zie onder Programma Jeugd Terecht). Eind 2006 is de Raad een interne audit gestart naar de uitvoering van de casusregie en de wijze waarop de verbinding tussen de straf- en jeugdzorgketen functioneert. Deze interne audit zal ook informatie geven over de wijze waarop de schakelfunctie van de Raad tussen de straf- en jeugdzorgketen wordt ingevuld.

Halt

In 2006 zijn de 58 Halt-bureaus omgevormd tot 18 regionale organisaties. Ultimo 2006 was er nog 1 organisatie waarvan de formele omvorming eerst in 2007 kan plaatsvinden.

Volume- en prestatiegegevens

Doorlooptijden Jeugdstrafrechtketen% binnen de normtijd voor: normtijdRealisatieBegrotingVerschil
 normtijd2004200520062006 
1e verhoor-halt-verwijzing17 dgn43%66%64%80%– 16%
1e verhoor-ontvangst pv1 mnd67%71%75%80%– 5%
1e verhoor-start halt-afdoening2 mndn65%66%68%80%– 12%
1e verhoor-afdoening OM3 mndn73%75%79%80%– 1%
1e verhoor- vonnis ZM6 mndn60%58%59%80%– 21%
melding Raad-afronding taakstraf160 dgn77%78%79%80%– 1%
melding Raad – basisonderzoek Raad240 dgn62%63%66%80%– 14%
melding Raad – vervolgonderzoek Raad115 dgn73%81%85%80%5%

1 Abusievelijk is in de begroting 2006 de normtijd van 5 dagen opgenomen.

2 In de begroting 2006 is het prestatiegegeven met de doorlooptijd tussen de melding Raad en het Basisonderzoek tweemaal opgenomen. De eerste is in deze verantwoording weggelaten.

Toelichting kengetallen

De doorlooptijden blijven onverminderd belangrijk. De capaciteit van de Raad voor de Kinderbescherming voor de uitvoering van basisonderzoeken was in 2006 afgestemd op het geraamde aantal in de begroting 2006. Ten opzichte van de begroting is het aantal basisonderzoeken toegenomen, waardoor de doorlooptijden in het gedrang zijn gekomen.

Justitiële jeugdinrichtingenRealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Capaciteit JJI verdeeld naar:2 4952 5812 6742 684– 10
– Rijks jeugdinrichtingen1 0611 1171 1631 168– 5
– Particuliere jeugdinrichtingen1 2961 3921 4271 444– 17
– Inkooppplaatsen13872847212
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–)29929330128714
Bezettingsgraad JJI (%)92,392,390,895– 4,2
PIJ-passanten binnen 3 maanden geplaatst na onherroepelijk worden vonnis (in %)304035,640– 4,2
      
Scholings- en trainingsprogramma’s (extramuraal, substitutie-effect)47587589– 14
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–)31229

Toelichting kengetallen

In de begroting 2007 is de capacitaire taakstelling 2006 met per saldo 26 plaatsen neerwaarts bijgesteld in verband met het realiseren van alternatief zorgaanbod in de Jeugdzorg. Ten opzichte van de bijgestelde taakstelling (2 658 plaatsen) is de gerealiseerde gemiddelde capaciteit 16 plaatsen hoger uitgekomen.

Ondanks diverse inspanningen is het aantal gerealiseerde scholings- en trainingsprogramma’s (STP’s) lager uitgekomen dan begroot. De aanscherping van het verloftoetsingskader en de kritische houding van ketenpartners bij de instemming met en uitvoering van een STP bleken in 2006 belangrijke redenen voor het achterblijven van het aantal STP’s.

De hogere gerealiseerde dagprijs van de Justitiële jeugdinrichtingen is onder meer het gevolg van:

– de loon- en prijsontwikkeling in 2006;

– de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel, waarvoor extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Hierin was in de begroting 2006 niet voorzien;

– de kosten verbonden aan de toename van het gemiddeld aantal groepsleiders per groep, die hoger uitkwam dan oorspronkelijk begroot;

– de toename van het aantal rapportages forensische diagnostiek jeugdigen door de Forensische Psychiatrische Dienst (FPD). Deze waren niet in de oorspronkelijke begroting opgenomen;

– de ingezette extra middelen ter verbetering van de brandveiligheid in de inrichtingen.

De lagere bezettingsgraad van de JJI’s is met name het gevolg van het (tijdelijke) buitengebruikstellen van een deel van de capaciteit in verband met het treffen van maatregelen ter verbetering van de brandveiligheid en vanwege personele problematiek (onvervulde vacatures en ziekteverzuim).

Daarnaast is er sprake is van frictieleegstand als gevolg van de verschillende differentiaties binnen de inrichtingen (naar geslacht, verblijfstitel – met name in de opvanginrichtingen – leeftijd, aard van de problematiek, mate van beveiliging en dergelijke).

De gerealiseerde dagprijs van de scholing- en trainingsprogramma’s is hoger uitgekomen door het incalculeren van de kosten verbonden aan de introductie van het erkende WorkWise STP. Deze kosten waren niet geraamd in de oorspronkelijke begroting.

Raad voor de Kinderbescherming (straf)RealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal taakstraffen19 06220 05821 84721 8434
Percentage geslaagde taakstraffen87%86%86%85%1%
Basisonderzoeken Raad28 00531 35331 05330 650403
Vervolgonderzoeken Raad3 0782 7712 8423 372– 530

Toelichting kengetallen

Door een dalende instroom bij het aantal vervolgonderzoeken is het realisatiecijfer over 2006 achtergebleven bij de begroting.

HALTRealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal Halt-afdoeningen21 56622 91322 05525 700– 3 645
– waarvan Stop-reacties1 6831 5971 4372 100– 663
Percentage geslaagde Halt-afdoeningen90%91%91%95%– 4%

Toelichting kengetallen

Het gerealiseerde aantal Halt-afdoeningen en Stop-reacties is lager dan de WODC prognose die de basis vormden voor de ontwerpbegroting. Inmiddels is het prognosemodel aangepast, waardoor de voorspelbaarheid van de behoefte is verbeterd.

In de begroting 2006 is abusievelijk een slagingspercentage van 95% vermeld, in plaats van 91%.

Bureaus Jeugdzorg1 jeugdreclasseringRealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal instroom reguliere jeugdreclassering6 4567 6909 8468 1501 696
Aantal instroom ITB Harde kern378305303460– 157
Aantal instroom ITB Criem62365282180021
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot de mededeling aan de jeugdige binnen de norm268%76%100%– 24%
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot opgesteld plan van aanpak binnen de norm243%30%100%– 70%

1 In verband met de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg worden de cijfers vanaf 2005 geregistreerd van oktober (t-1) tot oktober (t).

2 De vermelde doorlooptijden betreffen normen die in de Wet op de jeugdzorg zijn vastgelegd en derhalve vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 2005 van toepassing zijn. Nog niet alle BJz hebben echter de doorlooptijden geregistreerd. Aan de provincies zal worden gevraagd maatregelen te treffen om de doorlooptijden op een aanvaardbaar niveau te brengen.

Toelichting kengetallen

De groeiende instroom bij de reguliere jeugdreclassering heeft zich ook in 2006 voortgezet. De oorzaak hiervan moet vooral gezocht worden in de intensiveringen op het gebied van aanpak jeugdcriminaliteit. De verhoogde instroom is ook direct van invloed op het teruggelopen percentage maatregelen dat binnen de norm is afgehandeld. De verwachte groei bij ITB Harde Kern heeft zich in 2006 niet voorgedaan.

14.3

Operationele doelstelling 14.3

Voorzien in de voogdij van alleenstaande minderjarige asielzoekers.

Doelbereiking

De voorbereiding van de overdracht van opvang van de stichting Nidos naar het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) vergde meer tijd dan voorzien, waardoor de feitelijke overdracht eerst in januari 2007 kan worden gerealiseerd.

Per brief van 25 april 2006 is de Tweede Kamer geïnformeerd over verdeling van opvangtaken tussen COA en Nidos (TK 27 062, nr. 51). Daarbij is aangegeven dat het niet wenselijk is een verdere scheiding tussen voogdij en het wonen in gezinsverband door te voeren.

Volume- en prestatiegegevens

Nidos (voogdij)RealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Aantal amv’s onder voogdij aan het begin van het jaar6 9494 5353 2533 23519
Gemiddelde bezetting opvang door Nidos4 6133 4452 5552 378177
Gemiddelde prijs voogdij per amv3 3793 6393 4133 612– 199
Gemiddelde prijs opvang per amv15 32315 03112 32115 706– 3 385

Toelichting kengetallen

Het verschil tussen de begroting en het realisatiecijfer bij instroom amv’s onder voogdij wordt veroorzaakt doordat de eerder ingezette daling als gevolg van een stringent asielbeleid verder heeft doorgezet dan bij het opstellen van de begroting 2006 werd verwacht.

De gemiddelde prijs voogdij per amv is gedaald als gevolg van de afschaffing van de lesgelden 16/17 jarigen. Dit heeft met ingang van het schooljaar 2005/2006 plaatsgevonden. In de begroting 2006 is de prijs inclusief de lesgelden opgenomen.

De aanzienlijke daling van de gemiddelde prijs voor opvang is in hoofdzaak het gevolg van een gewijzigde verdeling van de pupillen over de woonvoorzieningen, waardoor er naar verhouding minder pupillen in de duurdere woonvoorzieningen zitten. Dit betreft met name een verschuiving van de Kleine Woon Eenheden (KWE’s) naar de pleeggezinnen.

Beleidsevaluatie-onderzoek

OmschrijvingDoelstellingStartAfgerondVindplaats
Internationale kinderontvoering14.120052006www.wodc.nlTK 29 815, nr. 90 (via VWS)
Vervolg evaluatie nieuwe methode gezinsvoogdij14.120052006www.wodc.nl
Evaluatie CTC fase 214.120042007www.verwey-jonker.nl
Situatie kinderen bij scheiding niet-gehuwden14.120062006www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 71
Nachtdetentie in het kader van voorlopige hechtenis14.220052006www.wodc.nlTK 24 587, nr. 186
Praktijk en effecten Halt-afdoening14.220032006www.wodc.nl
Nulmeting landelijk kader forensische diagnostiek14.220052006www.wodc.nl
Meerpersoonskamergebruik jongeren14.220052006www.wodc.nlTK 29 815, nr. 86
Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland14.220042006www.wodc.nlTK 27 213, nr. 11
Schoolverzuim14.220052007www.wodc.nl
Actualisering recidivemeting justitiële jeugdinrichtingen (JJI)14.220052006www.wodc.nl
Actualisering sancties 1997 tot 200314.220052006www.wodc.nl

15 VREEMDELINGEN

Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

art. 15 vreemdelingen 17,0%

kst-31031-VI-1-7.gif

Beleidsdoelstelling 15

Een gereglementeerde en beheerste toelating, verblijf en terugkeer, die in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoord zijn.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Asiel

De Commissie Evaluatie Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) heeft op 29 augustus 2006 het eindrapport aangeboden. De Commissie heeft geconstateerd dat de beleidskeuzes die ten grondslag liggen aan de opzet van de Vw 2000 nog steeds overeind staan en dat deze wet toegankelijker, overzichtelijker is dan zijn voorganger en een betere, meer doelgerichte uitvoering mogelijk maakt.

Het eindrapport van de Commissie geeft verschillende gebieden aan waarop verbeteringen kunnen worden bereikt. Dit betreft onder andere de zorgvuldigheid van de AC-procedure en de snelheid van de asielvervolgprocedure. Er moet naar mogelijkheden worden gezocht om de voordelen van de AC-procedure (snelle afhandeling van asielaanvragen) te behouden en de nadelen (door tijdsklem veroorzaakte druk op zorgvuldige beslissingen) te ondervangen. Daarnaast moet de «normale» procedure sterk bekort worden met behoud van kwaliteit. In 2006 zijn de eerste stappen gezet tot verbetering van de aanmeldprocedure.

Regulier

Nederland heeft een modern, selectief migratiebeleid nodig, waarbij de behoeften van de samenleving, de innovatie van de economie en de bijdrage die migranten daaraan kunnen leveren centraal staan. Voor talentvolle migranten die in Nederland komen werken of studeren zijn snelle, eenvoudige toelatingsprocedures nodig. Daartoe wordt het huidige stelsel aanzienlijk vereenvoudigd door het aantal verblijfsdoelen terug te brengen tot enkele categorieën. Om bureaucratie, lastendruk en het aantal vergunningen terug te dringen bestaat het voornemen om de Wet arbeid vreemdelingen in de Vreemdelingenwet te integreren. Hiertoe is in mei 2006 de beleidsnotitie Naar een modern migratiebeleid door de Tweede Kamer goedgekeurd (TK 30 573, nr. 1). In 2006 is een aanvang gemaakt met de uitvoering van deze notitie. In deze notitie is een model met vijf verblijfskolommen voorgesteld. Verblijfsverlening vindt plaats binnen één van de vijf kolommen en daarbij hoort steeds een uniform pakket van rechten en plichten. De invoering van het nieuwe toelatingsmodel moet gelijk opgaan met het vernieuwingstraject dat de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) doorloopt naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer over de IND. Dit biedt de mogelijkheid om juist nu de IND tot de klantgerichte organisatie te maken die voor de uitvoering van het nieuwe reguliere toelatingsbeleid noodzakelijk is.

Terugkeer

In 2006 is gestart met een aantal acties ter verbetering van het functioneren van de vreemdelingenketen. Belangrijke actie is het op- en inrichten van een zelfstandige terugkeerorganisatie, gepositioneerd naast de toelatingsorganisatie IND. Vanaf maart 2006 is gestart met de bouw van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Met de verschillende ketenpartners zijn afspraken gemaakt over werkwijzes, processen en procedures. In januari 2007 is de DT&V operationeel geworden. Het bevorderen van het zelfstandig vertrek van de vreemdeling staat voorop bij DT&V. Indien geen sprake is van zelfstandig vertrek, begeleidt de DT&V in nauwe samenwerking met ketenpartners, het gedwongen vertrek van de vreemdeling.

Tevens wordt gewerkt aan het aanbrengen van verdere verbeteringen in de vreemdelingenketen door middel van het programma Ketensturing en aan de omvorming van de IND tot een nationale toelatingsorganisatie.

Het project Terugkeer heeft in 2006 tot de volgende resultaten geleid. Eind 2006 is bijna 21% van de totale doelgroep gecontroleerd vertrokken, is aan bijna 45% een vergunning verleend en is ruim 34% niet aantoonbaar vertrokken. Aan het einde van 2006 is de uitstroom vanuit het project in zekere mate gestagneerd vanwege de verkiezingen en de daarop gevolgde aankondiging van de komst van een speciale regeling voor asielzoekers die nog onder de oude Vreemdelingenwet (Vw) vallen.

Succesfactoren

Internationale samenwerking

Op 20 februari 2006 heeft de Europese Commissie een mededeling gedaan over een versterkte praktische samenwerking met de titel «Nieuwe structuren, een nieuwe aanpak: verbetering van de kwaliteit van de besluitvorming in het kader van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel». De Commissie geeft hierin aan welke concrete activiteiten zij voor ogen heeft. Voorbeelden zijn het in kaart brengen van beproefde methoden voor financieel beheer van asielstelsels, het opstellen van richtsnoeren voor de productie van gemeenschappelijke ambtsberichten, het regelen van technische en financiële bijstand in noodsituaties.

Nederland is met andere EU-lidstaten een project gestart om te inventariseren wat er inhoudelijk nodig is om te komen tot gemeenschappelijke ambtsberichten. Een dergelijk ambtsbericht, dat de situatie in de landen van herkomst beschrijft, is één van de stappen richting verdere harmonisering van het Europees asielbeleid.

Coördinatie vreemdelingenketen

In 2006 is gestart met het programma Ketensturing. Vanuit dit programma worden verbeteringen aangebracht in de samenwerking en de sturings- en verantwoordingsproblematiek in de vreemdelingenketen. Dit gebeurt door alle ketenpartners gezamenlijk. Concreet wordt gewerkt aan het besturingsmodel, het aanscherpen van ketendoelen met hierop toegesneden prestatie-indicatoren en het stroomlijnen van de informatievoorziening.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen1 408 6501 045 2401 020 771932 691831 031101 660
       
Waarvan garanties0175 0000070 000– 70 000
       
Programma-uitgaven1 413 3091 170 0431 099 965973 400831 031142 369
       
15.1 Verblijfsrechten vreemdelingen274 717251 106193 262190 159131 16758 992
15.1.1 IND274 717251 106193 262190 159131 16758 992
       
15.2 Opvang gedurende beoordeling verblijf991 637745 724614 239495 244427 81167 433
15.2.1 COA en overige opvanginstellingen975 449729 211598 460478 496418 05260 444
15.2.2 Overige instellingen16 18816 51315 77916 7489 7596 989
       
15.3 Terugkeer vreemdelingen146 955173 213292 464287 997272 05315 944
15.3.1 DJI – vreemdelingenbewaring99 007109 714138 731133 331130 5502 781
15.3.2 DJI – uitzetcentra13 10825 51655 35053 81252 6541 158
15.3.3 IND28 96329 68289 05188 23582 6305 605
15.3.4 Overig5 8778 3019 33212 6196 2196 400
       
Ontvangsten170 30199 074122 376136 400103 67632 724

Financiële toelichting

Verplichtingen

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard doordat in 2006 verplichtingen zijn aangegaan die de volgende jaren tot uitgaven leiden en in 2006 uitgaven zijn gedaan waarvoor in 2006 en eerdere jaren verplichtingen zijn aangegaan. De overige verschillen zijn overeenkomstig hetgeen onder de uitgaven wordt toegelicht.

Uitgaven

Operationele doelstelling 15.1

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– vanuit de ketenplanning werd in een hogere instroom Regulier voorzien. Dit vergde extra capaciteitsinzet. Hiervoor is een bedrag van € 0,6 miljoen beschikbaar gesteld;

– vanuit de ketenplanning werd voor 2006 een hogere asielinstroom van 500 asielzoekers verwacht. Daarnaast werd van een tijdelijke extra asielinstroom van 3 700 als gevolg van «14–1 brieven» en bezwaren voorzien. Hiervoor is een bedrag van € 24,4 miljoen beschikbaar gesteld;

– naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer (TK 30 240, nrs. 1–2) heeft het kabinet ingestemd met een aantal verbetermaatregelen bij de IND. Bij 1e suppletore begroting 2006 is als onderdeel van het verbeterprogramma een bedrag van € 14,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de reductie van beslistermijnen en programmakosten. Bij vermoedelijke uitkomsten 2006 is € 5,6 miljoen beschikbaar gesteld voor het jaar 2006. Dit heeft betrekking op de overige maatregelen, te weten overdracht front-office, programmakosten en fraudebestrijding;

– in de begroting 2006 is het doorberekenen van de kosten van procesvertegenwoordigers van de IND in de leges als besparing opgenomen. Het rechtstreeks doorberekenen aan de burger is juridisch vooralsnog niet mogelijk. Daardoor is in 2006 een besparingsverlies van € 13,8 miljoen ontstaan.

Operationele doelstelling 15.2

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– de gemiddelde bezetting bij het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) is hoger uitgevallen dan geraamd waardoor € 55,1 miljoen meer is uitgegeven. Deze ontwikkeling had tevens als gevolg dat de krimp van de opvangcapaciteit werd vertraagd. Hierdoor is € 8,3 miljoen minder uitgegeven;

– als gevolg van de grotere instroom in de laatste maanden van 2005 en de eerste maanden van 2006, in samenhang met de verwerkingscapaciteit van de IND, liep de Tijdelijke Noodvoorzieningen Vreemdelingen (TNV)-capaciteit in een korte tijd vol en was het oorspronkelijke aantal van 400 plaatsen onvoldoende. Derhalve zijn voor 2006 gemiddeld 400 plaatsen extra ingericht. Als gevolg hiervan is circa € 5,1 miljoen meer uitgegeven;

– het project Beëindiging leefgelden is gericht op de beëindiging van de leefgelden van ex-alleenstaande minderjarige vreemdelingen (ex-amv’s) die door Nidos worden opgevangen. Het project kende een vertraging in de startfase, waardoor in 2006 nog niet alle leefgelden konden worden beëindigd. In de startfase was sprake van een rechterlijke uitspraak waardoor het aantal ex-amv’s waaraan Nidos leefgeld dient te verstrekken hoger was dan voorzien. Het project is in 2005 gestart en heeft als doelgroep voormalige alleenstaande minderjarige vreemdelingen (zogenaamde 18+). Deze groep ontvangt via het Nidos leefgelden. Nidos kan pas stoppen met het betalen van leefgelden aan een ex-amv wanneer het COA een beëindigingsbesluit heeft opgesteld. Door de uitloop van het project tot augustus 2007 is ten behoeve van de organisatie van het project ruim € 1,8 miljoen minder uitgegeven, maar is ten behoeve van de leefgelden aan ex-amv’s € 10,4 miljoen meer uitgegeven.

Operationele doelstelling 15.3

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:

– in 2006 vond een toename van het aantal bewaringszaken bij de rechtbanken plaats en daarmee een stijging van de aantallen Habeas Corpus beroepen en daarmee extra kosten voor procesvertegenwoordiging bij de IND. Hierdoor werd € 5,6 miljoen meer uitgegeven;

– door de verdere intensivering van terugkeeraktiviteiten werd ten behoeve van de uitzetcentra en terugkeer een bedrag van € 10,3 miljoen meer uitgegeven.

Ontvangsten

Als gevolg van het vaststellen van subsidies is een bedrag van € 45,2 miljoen meer ontvangen dan geraamd. Dit betrof voornamelijk vaststellingen van het COA en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Daarnaast is in het kader van het Europees Vluchtelingenfonds circa € 3,5 miljoen ontvangen. Dit betreft voornamenlijk ontvangsten van de Europese Commissie ter dekking van het EVF-programma waarvoor de uitgaven in latere jaren op de betreffende operationele beleidsdoelstellingen zullen worden verantwoord. Tot slot is als gevolg van de doorwerking van de afspraken tussen Justitie en het ministerie van Buitenlandse Zaken is met betrekking tot de ODA-verrekening € 16,6 miljoen minder ontvangen.

15.1

Operationele doelstelling 15.1

Een vreemdeling die een verblijfsvergunning aanvraagt, krijgt binnen de daarvoor gestelde termijn een besluit uitgereikt.

Doelbereiking

Modern Migratiebeleid

Op 22 mei 2006 is de notitie «Naar een modern migratiebeleid» aan de Tweede Kamer toegezonden (TK 30 573, nr. 1). In deze notitie zijn de contouren van een toekomstig regulier migratiebeleid geschetst. Belangrijkste aspecten van dit toekomstige beleid zijn de toevoeging van het element selectiviteit in het toelatingsbeleid (verbetering dan wel verdere facilitering toelating van migranten waar Nederland behoefte aan heeft), de introductie van een kolommenmodel met 5 hoofdvormen van verblijf (invoering van eenvormige verblijfspakketten voor flexibelere en efficiëntere toelatings- en verblijfsprocedures) en de invoering van een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling en daarmee samenhangend handhavingsmodel Dit laatste ziet op de (verdere) invoering van convenanten in het reguliere toelatingsbeleid, mede ten behoeve van efficiëntere afhandeling van aanvraagprocedures. Handhaving en controle van gegevens zal bij verdere invoering van convenanten verbeterd worden door onder andere gebruikmaking van digitale gegevensuitwisseling. Na aanvaarding van de notitie «Naar een modern migratiebeleid» door de Tweede Kamer is een plan van aanpak opgesteld voor de uitwerking van de notitie in wet- en regelgeving en voorbereiding van de implementatie. Het plan van aanpak is in december 2006 goedgekeurd.

Bescherming in de regio

In 2006 zijn de voorbereidende werkzaamheden voor de eerste EU-pilot Regionaal Beschermingsprogramma (RPP) in Tanzania afgerond. UNHCR heeft een programma ontwikkeld dat per 1 januari 2007 zal worden uitgevoerd. De voorbereidingen zijn door Nederland gevolgd, en waar nodig is kritische input gegeven in Brusselse gremia alsook in direct contact met UNHCR. Nederland heeft met name in de voorbereidingen in Tanzania getracht een rol te spelen door verschillende bijeenkomsten in Dar es Salaam te initiëren met donoren, Tanzaniaanse autoriteiten en UNHCR. Doel van deze bijeenkomsten was om te zorgen dat het RPP zich niet in een vacuüm zal afspelen, maar goed ingebed in lopende ontwikkelingsstrategieën zal zijn.

Overige projecten die ondersteund zijn en die bijdroegen aan de versterking van bescherming van vluchtelingen in de regio van herkomst zijn in 2006 afgerond, zoals de UNHCR projecten «Preparatory Activities towards a comprehensive plan of action for Somali refugees» en «Needs-based protection planning as a precursor to targeting capacity building initiatives in selected African countries (Strategic Gap Analysis)».

Aanmeldcentrumprocedure

In augustus 2006 heeft de Commissie Evaluatie Vreemdelingenwet 2000 (CEV) haar eindrapport aangeboden aan de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. De conclusies van de CEV suggereren dat wijzigingen wenselijk kunnen zijn. De CEV heeft echter in bredere zin aangegeven dat het van belang is dat de AC-procedure zorgvuldiger wordt (zonder verlies van snelheid) en de «normale» procedure sneller wordt (zonder verlies aan zorgvuldigheid). In het kader van deze aanbevelingen is een kabinetsreactie opgesteld die op 13 oktober 2006 naar de Tweede Kamer is gezonden, waarover besluitvorming nog moet plaatsvinden (TK 30 846, nr. 1). In de kabinetsreactie zijn maatregelen tot verdere verbetering van de aanmeldcentrumprocedure opgenomen, in het bijzonder de verplaatsing van de rusttermijn van zes dagen naar de voorkant van de procedure, betere voorbereiding van de asielzoeker op de AC-procedure in de TNV-fase voorafgaand aan de AC-procedure en het afronden van het nader gehoor in alle gevallen in de AC-procedure hetgeen leidt tot verkorting van de verblijfsduur in de opvang tijdens de OC-fase. Voorts is een bijeenkomst georganiseerd met stakeholders en ketenpartners over de kabinetsreactie.

Uitgenodigde vluchtelingen

In 2006 hebben verschillende missies plaatsgevonden, alsook inwilliging van hervestigingsverzoeken op basis van papieren dossiers. Dit heeft geleid tot een totaal van 497 uitgenodigde vluchtelingen. Ondanks het feit dat een geplande missie naar Tanzania geen doorgang kon vinden omdat UNHCR een missie op dat moment niet kon ontvangen, is het quotum grotendeels gehaald doordat er een extra missie naar Thailand gepland kon worden.

Medio 2006 is een brief aan de Tweede Kamer (TK 19 637, nr. 1071) gestuurd waarin verantwoording is afgelegd over de uitvoering van het beleid in 2005. Ook werden hier een aantal beleidswijzigingen toegelicht waarbij de belangrijkste zijn dat er een «lichte» toets op integreerbaarheid wordt uitgevoerd tijdens de missies, en er getracht wordt in de keuze van bestemmingen voor missies meer aandacht te geven aan het strategisch belang van hervestiging vanuit die plek.

Kennismigranten

In januari 2006 zijn de uitkomsten van de evaluatie van de kennismigrantenregeling aan de Tweede Kamer gezonden (TK 30 300 VI, nr. 112). De kennismigrantenregeling is positief geëvalueerd. Dit neemt niet weg dat er nog wel knelpunten gesignaleerd zijn. Hiervoor zijn in 2006 ook oplossingen gevonden. Ter uitvoering van de motie Bakker (TK 30 300 XIII, nr. 30) is een aantal beleidsacties ondernomen ter verbetering van de kennismigrantenregeling. Hiermee is de toelating van wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding onder de kennismigrantenregeling en de positie van in Nederland startende bedrijven in de kennismigrantenregeling geregeld.

Voorkoming oneigenlijk gebruik reguliere procedures

Bij brief van 17 november 2006 heeft de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie de Tweede Kamer een Verkennende notitie reguliere toelating na fraude doen toekomen (TK 19 637, nr. 1104). Hierin worden mogelijkheden geschetst om te voorkomen dat vreemdelingen die in een eerdere procedure gebruik hebben gemaakt van valse c.q. vervalste documenten dan wel onjuiste gegevens hebben verstrekt toch verblijf krijgen of houden.

Sinds december 2006 moeten vreemdelingen die een verblijfsvergunning willen aanvragen zonder te beschikken over een geldige Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV), ongeacht hun woonplaats, de aanvraag indienen bij speciale loketten van de IND (M50-loketten). Deze zaken worden door de IND versneld afgedaan.

Leges

Dankzij de invoering van het legeshuis in 2005 kon in 2006 gebruik worden gemaakt van een tarievenstelsel dat een logisch en transparant geheel vormt en dat gebaseerd is op de daadwerkelijke kosten verbonden aan gevraagde producten. Over de vraag welke leges Turkse onderdanen die verblijf ontlenen aan de Associatie-overeenkomst EG/Turkije verschuldigd zijn liep in 2006 een civiele procedure en zijn bij tussenuitspraak van 11 mei 2006 door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Daarnaast heeft de Europese Commissie advies uitgebracht over de aan Turkse onderdanen op te leggen leges. Een en ander kan op termijn gevolgen hebben voor het door Turkse onderdanen verschuldigde legestarief.

Bij de IND is, mede naar aanleiding van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer, intensief gewerkt aan de vergroting van de efficiency en aan een nadere onderbouwing van de kostprijs van producten. De resultaten hiervan kunnen echter niet (op korte termijn) leiden tot verlaging van de leges, omdat de leges momenteel nog verre van kostendekkend zijn. Ten aanzien van het heffen van leges voor asielvergunningen voor onbepaalde tijd kan worden opgemerkt dat dit wordt meegenomen in het traject waarbij de Visumwet wordt geïntegreerd in de Vreemdelingenwet 2000.

Volume- en prestatiegegevens

Kengetallen asielRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Volumegegevens      
Asielinstroom13 4029 80012 35014 46510 0004 465
Overige instroom18 60413 10018 01010 1278 7421 385
Regulier (asielgerelateerd) 5 5857 0709 2457 9001 341
Totale instroom 28 47837 43033 83726 6427 191
       
Afgehandeld:      
– Aanvragen20 71416 80018 52016 27815 0021 276
– Intrekkingen en herbeoordelingen7 3505 0008 0808 8924 8324 060
– Regulier (asielgerelateerd) 2 1985 6208 4225 3503 072
Totaal afgehandeld 23 99832 22033 59225 1848 408
       
Statusverleningen 10 05118 34019 19510 0749 121
       
Doelmatigheid      
Doorlooptijd (wettelijke termijn)73%65%74%91%80%11%
Standhouding van beslissingen 184%83%79%79%85%– 6%
Aantal gegronde klachten 2,1%3,6%2,3%2,0%0.3%
       
Financieel      
Gemiddelde kostprijs (x €1,–) 6 4783 215n.n.b.23 097 

1 Het achterblijven van het percentage instandhouding van beslissing bij Asiel en Regulier wordt voor een deel verklaard door zogenaamde fictieve beroepen. Naar schatting betreft het tussen de 3 en 10%. In 2007 zal het aantal fictieve beroepen naar verwachting afnemen als gevolg van verder wegwerken van de achterstanden.

2 De juiste cijfers komen pas beschikbaar na publicatie van het Departementaal Jaarverslag 2006.

Toelichting kengetallen

De asielinstroom is hoger uitgekomen dan geraamd. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het feit dat naar aanleiding van een groot aantal 14-1 brieven alsnog een asielprocedure moest worden opgevoerd als gevolg van een rechterlijke uitspraak. Ook het aantal afgehandelde asielprocedures was hoger dan gepland.

Belangrijkste doelstelling van de IND in 2006 was om tijdig te beslissen op nieuwe asielaanvragen. Hoewel de registratie van de tijdigheid van de beslissingen nog onvolkomenheden vertoont en nog niet alle beslistermijnverlengingen en -opschortingen goed worden geregistreerd, kan nu al gesteld worden dat 91% van de aanvragen is beslist binnen de wettelijke termijn. In de overige gevallen is met betrokkene een andere beslistermijn afgesproken, maar die kan nog niet in het systeem van de IND worden geregistreerd.

Kengetallen regulierRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Volumegegevens      
Instroom:      
– Machtiging tot Voorlopig Verblijf65 08355 600    
  Gezinsvorming en -hereniging  30 62122 88420 2292 655
  Overig  15 67917 54830 571– 13 023
– Vergunning tot Verblijf Regulier      
  Eerste aanleg gezinsvorming en -hereniging  29 48525 77012 20213 568
  Eerste aanleg overig17 957125 90069 71584 63276 0568 576
  Verlenging 85 10092 100125 50170 49055 011
– Visa18 44920 40017 10015 81425 000– 9 186
Totaal instroom101 444287 000254 700292 149234 54857 601
       
Afgehandeld:      
– Machtiging tot Voorlopig Verblijf62 22950 100    
  Gezinsvorming en -hereniging  30 15025 31720 2295 088
  Overig  14 85017 77030 571– 12 801
– Vergunning tot Verblijf Regulier eerste aanleg      
  Gezinsvormingen – hereniging  34 80027 35412 20215 152
  Eerste aanleg overig12 784120 80070 20082 40976 0566 353
  Verlenging 81 20091 700116 82970 49046 339
– Visa18 39320 50016 20016 27325 000– 8 727
Totaal afgehandeld93 406272 600257 900285 952234 54851 404
       
Inwilligingen MVV  29 07029 449  
Inwilligingen VVR incl verlenging  153 164169 920  
Inwilligingen 212 500186 300199 369164 18435 185
       
Doelmatigheid      
Doorlooptijd (wettelijke termijn)85%83%81%89%85%4%
Standhouding van beslissingen 178%74%78%77%80%– 3%
Aantal gegronde klachten 1,3%2,8%1,8%2,0%– 0,2%
       
Financieel      
Gemiddelde kostprijs (x €1,–) 403488n.n.b.2507 

1 Het achterblijven van het percentage instandhouding van beslissing bij Asiel en Regulier wordt voor een deel verklaard door zogenaamde fictieve beroepen. Naar schatting betreft het tussen de 3 en 10%. In 2007 zal het aantal fictieve beroepen naar verwachting afnemen als gevolg van verder wegwerken van de achterstanden.

2 De juiste cijfers komen pas beschikbaar na publicatie van het Departementaal Jaarverslag 2006.

Toelichting kengetallen

Het aantal in behandeling genomen MVV aanvragen is lager dan gepland. Dit wordt vooral veroorzaakt door de effecten van de Wet Inburgering Buitenland. Het effect van deze wet op het aanbod VVR aanvragen met een gezingerelateerd verblijfsdoel zal pas in 2007 zichtbaar zijn. Het aanbod VVR aanvragen was evenwel hoger dan gepland. Dit geldt zowel voor de aanvragen in eerste aanleg als voor de vervolgprocedures, dat wil zeggen de verlengingsaanvragen en de aanvragen voor een vergunning voor onbepaalde tijd.

Het hoge VVR aanbod wordt deels veroorzaakt door het feit dat in de planning vanaf april geen rekening meer was gehouden met de instroom van aanvragen uit de nieuwe EU-landen. Overeenkomstig de Richtlijnen 2003/104/EG en 2004/38/EG die in 2006 in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd, is besloten dat deze aanvragen toch door de IND worden geregistreerd. Als gevolg van het hoge aanbod is ook de productie hoger uitgevallen dan gepland. Prioriteit wordt immers gegeven aan het tijdig afhandelen van aanvragen. Dit is ten koste gegaan van het afhandelen van bezwaarschriften. 89% van alle reguliere aanvragen is beslist binnen de geldende wettelijke termijn.

Het aantal beslissingen dat stand heeft gehouden bij de rechtbank is lager dan wenselijk (77% bij Regulier procedures en 79% bij asielprocedures bij een streefcijfer van 80%). Dit wordt veroorzaakt door de zogenaamde fictieve beroepen. Dit zijn beroepen die worden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag. Dergelijke beroepen worden altijd gegrond verklaard. Er is echter geen sprake van een beschikking die wordt vernietigd. Op dit moment is het niet mogelijk met dergelijke beroepen rekening te houden bij het genereren van het instandhoudingpercentage. Naar schatting betreft het momenteel circa 40–50% van alle gegrondverklaringen. Indien hier wel rekening mee zou kunnen worden gehouden, dan zou het instandhoudingpercentage aanzienlijk beter zijn.

Kengetallen naturalisatieRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Volumegegevens      
Instroom:37 012     
– Verzoeken 19 40021 30028 22124 0004 221
– Intrekkingen    1 512– 1 512
Totaal instroom37 01219 40021 30028 22125 5122 709
       
Afgehandeld:      
– Verzoeken26 91827 20025 60023 88424 000– 116
– Intrekkingen    1 512– 1 512
Totaal afgehandeld26 91827 20025 60023 88425 512– 1 628
       
Positieve beslissingen 22 90021 68020 21022 000– 1 790
       
Doelmatigheid      
Doorlooptijd (wenselijke termijn)35%37%57%99%90%9%
Aantal gegronde klachten 1,9%0,9%0,3%2,0%– 1.7%
       
Financieel      
Gemiddelde kostprijs (x € 1,–) 424392n.n.b.1382 

1 De juiste cijfers komen pas beschikbaar na publicatie van het Departementaal Jaarverslag 2006.

Toelichting kengetallen

Door de invoering van de verplichte naturalisatieprocedure in het najaar van 2006 is er binnen het proces asiel veel veranderd. De doorlooptijd van de procedure is met circa 2 maanden verlengd, omdat de gemeente nu in staat gesteld moet worden om een Naturalisatieceremonie te organiseren en daarover te rapporteren aan de IND. Desondanks is 99% van de (in Nederland ingediende) naturalisatieverzoeken binnen de wettelijke termijn afgesloten.

Op het gebied van de afhandeling van fraude onderzoeken is mede door het hoge aanbod naturalisatieverzoeken weinig voortgang geboekt. Inmiddels is een start gemaakt met de afhandeling van procedures in het kader van de afstandsverplichting, waarbij de Naturalisandus verzocht wordt alsnog afstand te doen van zijn oorspronkelijke nationaliteit. Het betreft echter regelgeving die complex van aard is. De wetswijziging om een aantal uitzonderingscategorieën te laten vervallen, ligt voor bij de Tweede Kamer. In de praktijk verloopt het wegwerken van de achterstand bij de afstandsprocedures met wisselend succes. Vele procedures konden alsnog worden afgesloten door het herstellen van registratiefouten of doordat betrokkene alsnog voldeden aan hun afstandsplicht. Een deel van de betrokkene kon aantonen alles geprobeerd te hebben om afstand te doen maar dat dit in de praktijk onmogelijk was. Zij zijn ontheven van de afstandsplicht. Hierdoor is de voorraad daadwerkelijk gedaald.

Tegelijkertijd blijven er vele beleidsmatige knelpunten ontstaan in de uitvoering. De ouderdom van de voorraad (oudste zaak van 1997), de afhankelijkheid van buitenlandse wetgeving en uitvoering van die wetgeving en de complexe regelgeving met vele specifieke uitzonderingen maken het erg lastig. Een voorbeeld betreft het feit dat zo’n 1 000 betrokkenen in de voorraad bij hun toelating nooit een paspoortvereiste hebben gehad (amv’s of VVR-Tijdsverloop) en nu opeens afstand moeten doen van hun oorspronkelijke nationaliteit. Ander knelpunt betreft de betrokkenen die inmiddels voldoen aan een uitzondering bijvoorbeeld doordat ze inmiddels gehuwd zijn met een Nederlander. Het intrekken zou betekenen dat ze weer naturalisatie kunnen aanvragen maar dan geen afstandsplicht krijgen opgelegd.

Uiteindelijk heeft het in 2006 nog niet geleid tot een intrekking van het Nederlanderschap (de ultieme remedie). Deze intrekkingen worden wel in 2007 verwacht.

Voor alle IND-processen geldt dat het aantal binnengekomen klachten en het klachtenpercentage drastisch is afgenomen. Dit hangt samen met het feit dat een groot deel van de oude voorraad is weggewerkt en dat in de overgrote meerderheid van de nieuwe aanvragen tijdig wordt beslist.

15.2

Operationele doelstelling 15.2

Asielzoekers die in afwachting zijn van een uitspraak over hun eerste aanvraag voor een verblijfsvergunning worden opgevangen.

Doelbereiking

Besturingsrelatie COA

Aan de subsidierelatie met het COA ligt een resultaatgericht besturingsmodel ten grondslag. Met betrekking tot de subsidierelatie heeft een eerste evaluatie van de kostprijzen en afspraken plaatsgevonden en zijn de effecten verwerkt in de bekostingsgrondslagen voor de komende jaren.

Nieuw opvangmodel COA

Binnen het gescheiden opvangmodel zit nog niet iedere vreemdeling op de juiste plaats. In de oriëntatie- en inburgeringslocatie had op 1 januari 2006 17% een beslissing van de IND ontvangen. In december 2006 was dat aantal gedaald naar 15%. De voornaamste groep vreemdelingen die nog niet in het juiste centrum geplaatst waren, zijn diegenen die in het vierde kwartaal van 2006 een negatieve beschikking hadden gekregen. Zij wachtten nog op doorplaatsing naar de terugkeerlocatie.

In de terugkeerlocatie had 16% van de populatie nog geen beslissing van de IND gekregen of waren reeds in het bezit van een verblijfsvergunning. Dit aantal was in december 2006 gezakt naar 10%. De voornaamste groep vreemdelingen die niet waren geplaatst in het juiste centrum, waren vreemdelingen die een verblijfsvergunning hadden gekregen en al lange tijd in deze regio woonden. Vastgesteld werd dat het voor deze vreemdelingen niet nuttig was om ze in het korte tijdsbestek dat ze een huurwoning konden betrekken nog te verhuizen naar een inburgeringslocatie.

De genoemde percentages zullen naar verwachting in de toekomst niet veel hoger worden, omdat de oorzaken structureel zijn en zich door de jaren heen zullen blijven voordoen.

AMV-beleid

Ten aanzien van amv-beleid dat is gericht op vertrek, terugkeer en het tegengaan van MOB wordt verwezen naar hetgeen hierover onder operationele doelstelling 15.3 is opgenomen.

Krimp van de opvangcapaciteit

Door een hogere instroom en een lagere uitstroom dan geraamd is de krimp van de opvangcapaciteit achtergebleven bij de raming. In de raming is uitgegaan van een krimp van circa 11 000 plaatsen. Dit is uiteindelijk circa 5 500 geworden.

Regeling Verstrekkingen Asielzoekers (RVA)

In 2006 heeft de eerste fase van de aanpassing van de component eetgelden in de RVA aan de hoogte van het NIBUD-niveau plaatsgevonden. De aanpassing is per 1 januari 2007 voltooid.

Volume- en prestatiegegevens

Aantal op te vangen asielzoekersRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Instroom8 5475 3035 3847 7555 3832 372
       
Uitstroom25 48217 54417 38013 23616 254– 3 018
       
Gemiddelde bezetting totaal66 16249 21836 34327 32923 1654 164
– waarvan gemiddelde bezetting centrale opvang COA63 90647 21234 47826 21922 4573 762
– waarvan gemiddelde bezetting decentrale opvang2 25620061 7611 110708402
       
Gemiddelde bezetting opgevangen ex-amv’s 3 5633 7643 5191 3732 146
       
Gemiddelde capaciteit vertrekcentra (v.a. 1/10/04) 806007507500
       
TNV-capaciteit331500450800400400
Buffercapaciteit/Opties op plaatsen 2 538 6 0006 0000
       
Bezetting statushouders6 2173 7533 4722 8569401 916
Bezetting amv’s:     0
COA1 442776442261600– 339
Nidos6 9494 6133 4452 5942 378216

Toelichting kengetallen

De instroom aan het begin van 2006 is gestegen, enerzijds door de hogere toestroom van onder meer Iraki’s en anderzijds door het besluit van de minister om ook vervolgaanvragers op te vangen. Dat de uitstroom later in het jaar daalde kan worden toegeschreven aan de verwachting van de komst van een speciale regeling voor asielzoekers die nog onder de oude Vw vallen. Daarnaast is de uitplaatsing van vergunninghouders naar gemeenten achtergebleven. Als gevolg hiervan was de gemiddelde bezetting in zowel de centrale als de decentrale opvang 4 164 plaatsen hoger dan geraamd.

Europees Vluchtelingenfonds (EVF)

De afwikkeling van de gesubsidieerde projecten 2004 is afgerond alhoewel bezwaar en beroep nog mogelijk is. Het subsidiëren van projecten 2005 heeft forse vertraging opgelopen doordat de Europese Commissie het Nederlandse jaarplan 2005 pas begin 2006 heeft goedgekeurd. Als gevolg daarvan is een deel van de projecten veel later gestart dan gepland wat nadelig kan zijn voor de te behalen resultaten. Voor de te subsidiëren projecten 2006 geldt hetzelfde.

De onderhandelingen over EVF III (2008–2013) zijn in 2006 nagenoeg afgerond. De finale besluitvorming door de Raad zal nog plaatsvinden. Het onderhandelingsresultaat is werkbaar en komt voldoende tegemoet aan de Nederlandse belangen. Verder zijn de eerste stappen gezet voor de implementatie van de nieuwe Europese fondsen.

Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN)

Door de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) zijn ook in 2006 werkzaamheden verricht in de asielzoekerscentra gericht op het bevorderen van het welzijn van de asielzoeker. Uitgangspunt is dat VWN activiteiten uitvoert die niet reeds door een justitiële organisatie worden uitgevoerd. Hiervoor is een bedrag van € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is ten behoeve van het landelijk bureau, waar de centrale coördinatie van alle activiteiten plaatsvindt, een bedrag van € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld.

15.3

Operationele doelstelling 15.3

Een vreemdeling die niet rechtmatig of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, verlaat Nederland zelfstandig of gedwongen.

Doelbereiking

Afronden pilot gemeenschappelijke patrouilles

De pilot met de gemeenschappelijke patrouilles (KMar/Douane/Zeehavenpolitie/Kustwacht) is één van de maatregelen die is genomen in het kader van het plan van aanpak Grenscontroles. De rapportage van de pilot is opgenomen in de brief aan de Tweede Kamer van 30 november 2006 (TK 30 315, nr. 4). Door de pilot is een goed beeld ontstaan over het gewenste niveau van handhaving aan de kustgrens. De pilot heeft geresulteerd in de aanbeveling om op structurele basis gezamenlijke patrouilles uit te voeren.

Aanscherping openbare orde beleid

Het voorstel tot aanpassing van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de aanscherping van de regels inzake verblijfsbeëindiging van vreemdelingen die zich aan een strafbaar feit schuldig hebben gemaakt, is de Raad van State (RvS) gepasseerd. Het commentaar van de RvS is overgenomen en het voorstel is in februari 2007 aan de Ministerraad worden voorgelegd.

Amv-beleid

Het WODC-rapport «Terugkeer en met onbekende bestemming vertrokken bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen» (TK 27 062, nr. 57) is in december 2006 voorzien van een ministeriële reactie. Dit rapport geeft inzicht in de problematiek en de omvang daarvan. In de ministeriële reactie werd zowel ten aanzien van terugkeer als ten aanzien van het voorkomen van het met onbekende bestemming vertrekken van alleenstaande minderjarige vreemdelingen aangegeven welke beleidsmaatregelen reeds worden uitgevoerd om terugkeer te bevorderen en het met onbekende bestemming vertrekken tegen te gaan.

Nieuwe illegalenschatting

Het WODC heeft in opdracht van de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een onderzoek uitgevoerd naar het geschatte aantal illegalen in Nederland in 2005. Hoewel de bandbreedte in dit onderzoek lager ligt dan over de periode 2001–2003 kan uit de resultaten van het onderzoek niet worden aangetoond of het aantal niet Europese illegalen in vergelijking met de periode 1997–2003 is gestegen of gedaald. Het aantal Europese illegalen lijkt echter wel gedaald, hetgeen ook voor de hand ligt in verband met de uitbreiding van de EU in 2004. Door het lidmaatschap van de EU zijn de onderdanen van de landen EU-onderdaan en verblijven zij derhalve legaal in Nederland. Het onderzoek bevestigt tevens dat het aantal illegalen met een asielachtergrond relatief beperkt is. Bij brief van 2 november 2006 is de Tweede Kamer schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek (TK 29 344, nr. 60).

Grensbewaking en mobiel toezicht vreemdelingen

De Schengen Grenzen Code (SGC) bevat communautaire regelgeving met betrekking tot grenscontroles. De SGC is in oktober 2006 in werking getreden. In het najaar van 2006 is de Vreemdelingencirculaire gewijzigd. De wijziging van de Vw 2000 zal in 2007 plaatsvinden. Verder zijn voorstellen tot wijziging van de Vw 2000 en het Vb 2000 opgesteld voor de implementatie van de richtlijn passagiersgegevens inzake de vroegtijdige verstrekking van passagiersgegevens.

In 2006 is een begin gemaakt met het versterken van de informatiepositie en -verwerking van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) door de invoering van een informatiegestuurd optreden. Het project migo betreft een proef met (vaste) camerasystemen geplaatst aan de grens met België. Met deze camera’s wordt het inkomende en uitgaande grensverkeer geregistreerd, waarbij met behulp van speciale software en op basis van risicoprofielen voertuigen kunnen worden geselecteerd op kenteken. Hierdoor is het mogelijk bepaalde in- en uitreispatronen van voertuigen of categorieën voertuigen te ontdekken, waarop vervolgens pro-actief kan worden gehandeld. In 2007 volgt een evaluatie van de proef. De resultaten van de evaluatie moeten uitwijzen of het project een structureel karakter dient te krijgen.

In de zomer van 2006 is de KMar Noord Oost gestart met een pilot Mobiel Toezicht Vreemdelingen op uitreis controle. Doel van de pilot is om de informatiepositie met betrekking tot illegaal verblijf en veiligheid te versterken. Begin 2007 zal een evaluatie volgen op basis waarvan kan worden bezien of de pilot een structureel karakter dient te krijgen.

Naar aanleiding van de diamantroof op Schiphol is het platform Beveiliging en Publieke Veiligheid Schiphol (BPVS) opgericht. Eén van de werkgroepen onder dit platform buigt zich onder meer over het herinrichten van de passagiersprocessen op Schiphol met als doel een betere beveiliging van en veiligheid op Schiphol en een betere facilitering van de passagiers (snellere grenspassage). In de werkgroep zijn onder andere diverse overheidspartijen, luchthaven Schiphol en de KLM vertegenwoordigd. In 2006 zijn verschillende scenario’s voor een mogelijke herinrichting besproken. In 2007 zullen deze nader worden uitgewerkt.

Biometrie in de vreemdelingenketen/Visum Informatiesysteem

Binnen de vreemdelingenketen is eind 2004 het programma Biometrie in de Vreemdelingenketen gestart. In 2006 is een aanvang gemaakt met het gebruik van biometrie bij het gecombineerde administratieve gedeelte van de meldplicht van Vreemdelingenpolitie en COA. Verder is in 2006 het centrale biometrieregister geïmplementeerd en is een start gemaakt met de voorbereidingen voor de migratie van de reeds bestaande biometrische gegevens naar het nieuwe register.

Tevens is door Justitie input geleverd voor de EU-conceptverordeningen over het Europees Visum Informatiesysteem (EU VIS) en de Consulaire Samenwerking. Beide verordeningen zullen de juridische basis vormen voor het afnemen en verwerken van biometrische kenmerken van vreemdelingen in verschillende processen in de vreemdelingenketen. Het nationaal Visum Informatiesysteem is in 2006, onder de regie van het ministerie van Buitenlandse Zaken, verder ontwikkeld. Ook hier wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke ingebruikname van het systeem. De voorbereidingen voor aansluiting op EU VIS daarentegen zijn getemporiseerd, omdat de vaststelling van de Europese verordening vertraging heeft opgelopen.

Beëindiging leefgelden ex-amv’s

Het project om de leefgelden van de ex-amv’s te beëindigen heeft bij de start in 2005 al vertraging opgelopen. Daarnaast hebben vooruitzichten betreffende de komst van een speciale regeling voor asielzoekers die nog onder de oude Vw vallen en de discussie in de Tweede Kamer hierover het project vertraagd. De Tweede Kamer heeft zich akkoord verklaard met beëindiging van het project per augustus 2007. Inmiddels is het aantal dossiers gedaald van 3 650 bij de start van het project medio 2005 tot circa 1 100 eind 2006.

Herziening en uitbreiding van de vrijwillige terugkeerregelingen in het kader van de notitie Migratie en ontwikkelingssamenwerking en vrijwillige terugkeer

Een effectief terugkeerbeleid heeft als uitgangspunt: Vrijwillig waar mogelijk, gedwongen waar nodig.

Op 1 mei 2006 zijn de nieuwe REAN-uitvoerings- en financieringsregelingen in werking getreden ter vervanging van de verouderde regelingen uit 1991. Het REAN-programma is gericht op de uitvoering van een humaan en effectief beleid voor de zelfstandige terugkeer of hervestiging van bepaalde categorieën vreemdelingen via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Voorts is de Herintegratieregeling Terugkeer (HRT) op 15 juni 2006 in werking getreden. Deze regeling vervangt de Herintegratieregeling Project Terugkeer (HRPT) en de landgebonden REAN-plus-regelingen. De HRT houdt kort gezegd in dat (ex-)asielzoekers die vóór 15 juni 2006 een asielaanvraag hebben ingediend en uiterlijk voor het einde van hun vertrektermijn een aanvraag voor zelfstandig vertrek indienen bij IOM in aanmerking kunnen komen voor een herintegratiebijdrage. Deze regeling, die bovenop de REAN-regeling komt, wordt gefinancierd vanuit het Terugkeer Migratie en Ontwikkelingsfonds van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Nationaal en internationaal terugkeerbeleid

In 2006 is verder uitvoering gegeven aan de nota «Ontwikkeling en Migratie». In dit verband heeft Justitie een workshop georganiseerd in het kader van de Intergovernmental Consultations on Asylum, Refugee and Migration Politics (IGC). Justitie heeft het voorzittersschap bekleed van de vergadering van alle lidstaten van de IGC in Amsterdam en bijgedragen aan de voorbereiding hiervan. Daarnaast is een actieve bijdrage geleverd aan de High Level Dialogue on Internationaal Migration and Development van de Verenigde Naties waar Justitie vertegenwoordigd was. Andere noemenswaardige ontwikkelingen zijn de EU-Afrika conferenties in Rabat en Tripoli waar regionale samenwerking met het oog op de migratiestromen vanuit Afrika naar de Europese zuidgrenzen is besproken. Op beide conferenties zijn afspraken gemaakt tussen de Europese landen en de Afrikaanse landen over samenwerking op het gebied van migratie, bestrijding illegale migratie en ontwikkelingssamenwerking. Deze afspraken zullen, in Europees verband, in 2007 worden uitgevoerd.

In EU-verband is in 2006 een Terug- en Overnameverdrag met Rusland gesloten. Daarnaast zijn de onderhandelingen met Oekraïne over een Terug- en Overnameverdrag afgerond en is de concepttekst tijdens de EU-Oekraïne top geparafeerd. Verder is in EU-verband voortgang geboekt in de onderhandelingen met Pakistan, al liggen er nog wel knelpunten die naar verwachting begin 2007 zijn opgelost. De onderhandelingen met Algerije en Turkije verlopen moeizaam, ondanks inspanningen van de Europese Commissie.

In Benelux-verband zijn Terug- en Overnameverdragen afgesloten met Bosnië-Herzegowina en Macedonië. De onderhandelingen met Armenië zijn afgerond. Formele ondertekening wordt in de loop van 2007 verwacht. Verder is overeenstemming bereikt over het Uitvoeringsprotocol behorende bij het Terug- en Overnameverdrag tussen de EU en Albanië en is een begin gemaakt in de onderhandelingen met Rusland over een soortgelijk protocol.

In 2006 zijn de onderhandelingen over het Europees Terugkeerfonds nagenoeg afgerond. Finale besluitvorming door de Raad dient echter nog plaats te vinden. Mede door de inzet van Justitie is er een onderhandelingsresultaat uitgekomen dat werkbaar is en dat tegemoet komt aan de Nederlandse belangen.

Volume- en prestatiegegevens

Capaciteit vreemdelingenbewaringRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Capaciteit vreemdelingenbewaring verdeeld naar:1 5341 5531 8492 4302 005425
Vrijheidsbeneming (art 6 Vw)2032102202422384
Vreemdelingenbewaring (art 59 Vw)1 2071 2761 5982 1371 742395
In bewaring gestelden op politiebureau’s1246731512526
       
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–)191170167143169– 26
       
Bezettingsgraad (in %)96,297,689,490,696,2– 5,6
UitzetcentraRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Capaciteit uitzetcentra944008808808800
       
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–)202147120143151– 8

Toelichting kengetallen

In verband met het gemeentelijke vergunningenbeleid en de te treffen brandveiligheidsmaatregelen was een deel van de bewaringscapaciteit tijdelijk buiten gebruik gesteld (onder andere groot deel van het cellencomplex Schiphol en de detentieboot Kalmar). Het was noodzakelijk om voor de vreemdelingenbewaring (onbezette) capaciteit van het gevangeniswezen als frictiecapaciteit in te huren. Hierdoor is de gemiddeld gerealiseerde capaciteit van de vreemdelingenbewaring hoger uitgekomen en is door het buitengebruik stellen van een deel van de capaciteit het bezettingspercentage lager uitgekomen (90,6%).

De inzet van beide categorieën van vreemdelingenbewaring vindt in de praktijk op dezelfde locaties plaats. De bewaringsplaatsen worden zo flexibel mogelijk ingezet zodat geen onderscheid meer is te maken in de gerealiseerde prijs met betrekking tot de twee bewaringscategorieën. De lagere gerealiseerde dagprijs is onder meer het gevolg van het nog niet invoeren van een langer dagprogramma voor de uitzetcentra en de lagere exploitatiekosten van de tijdelijke detentieboten. Voorts is een positief prijsverschil ontstaan als gevolg van het afsluiten van een nieuw contract voor de inzet van detentietoezichthouders. Bovendien is door de lagere bezetting van de aanwezige capaciteit het variabele deel van de kosten lager uitgekomen. Hier staat tegenover dat er extra kosten zijn gemaakt vanwege de maatregelen in het kader van brandveiligheid.

Kengetallen terugkeerRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Volume:      
Verwijderingen Asiel      
– Zelfstandig vertrek  2 0001 5414 400– 2 859
– Gedwongen vertrek  1 4008932 200– 1 307
– Niet aantoonbaar vertrek  9 1007 77415 400– 7 626
Totaal verwijderingen Asiel21 88914 92812 50010 20822 000– 11 792
       
Project Terugkeer 6 5629 9649 8019 000801
       
Verwijderingen niet-Asiel      
– Zelfstandig vertrek  4 6003 9623 400562
– Gedwongen vertrek  14 40012 42117 000– 4 579
– Niet aantoonbaar vertrek  13 40013 69413 60094
Totaal verwijderingen niet-Asiel33 74826 96732 40030 07734 000– 3 923
       
Totaal verwijderingen55 64748 45754 86450 08665 000– 14 914

Toelichting kengetallen

Zowel de asielverwijderingen als de niet-asiel verwijderingen zijn achtergebleven op de planning ondanks het feit dat de uitstroom uit het Project Terugkeer in 2006 hoger was dan gepland. De uitstroom uit het project bestaat voor een deel uit inwilligingen (5 417, dat is 55%) en voor het overige uit vertrek. De vertrekcijfers vanuit het Project Terugkeer zijn verwerkt in de cijfers inzake Verwijdering asiel (en eventueel niet-asiel).

Kosten IOMRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Apparaatskosten3 2733 9594 4274 7393 5001 239
Uitvoeringskosten REAN/REAN+ en HRTP2 6044 3424 9054 6212 7191 902
Totaal5 8778 3019 3329 3606 2193 141
Aantallen IOMRealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
REAN/REAN+3 0283 8282 1551 9923 000– 1 008
HRPT8211 4449232 000– 1 077
Totaal3 0284 6493 5992 9155 000– 2 085

Toelichting kengetallen

Voor het eerst in de begroting 2006 zijn de aantallen opgenomen. Het blijkt dat deze eerste inschatting van de aantallen onjuist is geweest. De recente politieke ontwikkelingen in Nederland hebben er toe bijgedragen dat het aantal mensen dat vertrekt via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) een dalende reeks is geworden.

In het geraamde bedrag voor 2006 is het gedeelte dat bestemd is voor het project Terugkeer niet opgenomen. Met de financiering van het IOM is hier echter rekening mee gehouden. Dit verklaart het genoemde verschil van ruim € 3 miljoen. Daarnaast zijn de uitgaven verantwoord op basis van verstrekte voorschotten. De werkelijke uitgaven zullen zichtbaar worden nadat het IOM het verzoek tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend en daarmee de financiële verantwoording. De werkelijke kosten zullen naar verwachting lager uitvallen.

Beleidsevaluatie-onderzoek

OmschrijvingDoelstellingStartAfgerondVindplaats
Evaluatie Vreemdelingenwet 200015.120042005 en 2006www.wodc.nl
Evaluatie amv-beleid met betrekking tot terugkeer en MOB15.320052006www.wodc.nlTK 27 062, nr. 57
Onderzoek naar de populatie onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen (illegalen)15.320052006www.wodc.nl

16 INTEGRATIE

Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

art. 16 Integratie 6,8%

kst-31031-VI-1-8.gif

Beleidsdoelstelling 16

Integratie van etnische minderheden in de Nederlandse samenleving resulterend in gedeeld burgerschap van etnische minderheden en autochtonen.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten/Succesfactoren

Voor gedeeld burgerschap dienen minderheden te beschikken over de competenties die nodig zijn voor actieve deelname aan de samenleving. Voor nieuwkomers en oudkomers is inburgering hiervoor het aangewezen instrument. In 2006 zijn de wetgevingstrajecten voor een nieuw, meer verplichtend, inburgeringsstelsel afgerond. Nieuwkomers en niet-Nederlandse oudkomers zijn voortaan verplicht te voldoen aan de vereisten van het inburgeringsexamen. Dit examen garandeert basiskennis van het Nederlands en van de Nederlandse samenleving. Migranten die zich met een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) in ons land willen vestigen moeten in het herkomstland een voorexamen afleggen.

Jongeren uit de minderheidsgroepen die in Nederland opgroeien, verwerven hun competenties via het onderwijs. Hun onderwijsresultaten blijven echter nog achter bij die van autochtone leerlingen, maar mede als gevolg van lang volgehouden onderwijsachterstandsbeleid bereikt een steeds groter deel van hen de hoogste onderwijsniveaus.

De inhaalslag die minderheden in de jaren negentig op de arbeidsmarkt hebben gemaakt is door de conjunctuuromslag in 2001 tot stilstand gekomen. Sinds 2001 is werkloosheid weliswaar toegenomen, toch is de toename van de werkloosheid onder minderheden niet groter dan onder autochtonen. Ondanks de hogere procentuele werkloosheid is het aantal werkenden onder de minderheden in de afgelopen jaren in absolute zin toegenomen. Door het stijgende opleidingsniveau zijn de perspectieven van minderheden bij een aantrekkende werkgelegenheid gunstig.

Gedeeld burgerschap houdt ook in het aanpakken van wat onverenigbaar is met elementaire normen en waarden. Hiervan is 2006 werk gemaakt op onderwerpen als eerwraak, het bespreekbaar maken van homoseksualiteit onder minderheden, de preventie van radicalisering en de scholing en bijscholing van geestelijk bedienaren.

Gedeeld burgerschap is het overwinnen van de sociale afstand die nu nog bestaat tussen allochtonen en autochtonen. Daarvoor is nodig dat allochtonen en autochtonen meer samen doen. De &-campagne die in 2006 goed op stoom is gekomen, heeft tot doel de meerwaarde daarvan voor het voetlicht te brengen. Bovendien is in 2006 de subsidieregeling tot stand gekomen voor initiatieven ter bevordering van interetnisch contact. Discriminatie versterkt sociale afstand. Daarom is in 2006 de aanzet gegeven tot een vergroting van de effectiviteit van antidiscriminatievoorzieningen.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen469 539286 397218 329227 453320 810– 93 357
       
Programma-uitgaven330 445299 034251 027372 245320 11052 135
       
16.1 Inburgering etnische minderheden283 323240 416204 459319 168270 07049 098
16.1.1 Gemeenten283 323240 416204 459319 168270 07049 098
       
16.2 Gelijke toegankelijkheid voorzieningen47 12258 61846 56853 07750 0403 037
16.2.1 Sociale Verzekeringsbank (SVB)25 02025 99027 62928 99431 237– 2 243
16.2.2 Overig22 10232 62818 93924 08318 8035 280
       
Ontvangsten8 2428 4942 39538 0315 15432 877

Financiële toelichting

Verplichtingen

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door een verandering in de registratie van de verplichtingen. De verplichtingen worden namelijk vanaf 2006 vastgelegd op het moment dat de toekenningsbrief is verzonden. Diverse verplichtingen met een kaseffect voor 2006 (de bevoorschotting van gemeenten voor inburgering in de eerste helft van 2006 en de Sociale Verzekeringsbank) zijn in 2005 aangegaan. Hierdoor is in 2006 geen toekenningsbrief uitgegaan, waardoor een grillig verloop in de stand van de aangegane verplichtingen is ontstaan.

Uitgaven

Operationele doelstelling 16.1

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door budgettaire bijstellingen die bij 1e en 2e suppletore begrotingen 2006 zijn aangebracht. Het betreft met name extra middelen voor integratietrajecten van allochtone vrouwen in het kader van PaVEM (€ 22,5 miljoen), continuering van het oude inburgeringsstelsel in de tweede helft van 2006 (€ 38,2 miljoen) en de afrekening met gemeenten van de verleende voorschotten voor inburgering van oud- en nieuwkomers in voorgaande jaren.

Operationele doelstelling 16.2

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door budgettaire bijstellingen die bij 1e en 2e suppletore begrotingen 2006 zijn aangebracht. Dit betreft onder meer extra middelen voor binding die ingezet zijn voor vergroting van de effectiviteit van de antidiscriminatievoorzieiningen en bevordering van interetnische ontmoeting.

Ontvangsten

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de ontvangsten wordt voornamelijk verklaard door ontvangsten van gemeenten bij de afrekening van de oudkomersregelingen tot en met 2004 en de Wet Inburgering Nieuwkomers 2005.

16.1

Operationele doelstelling 16.1

Personen uit etnische minderheden zijn toegerust met vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstandig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht.

Doelbereiking

Nieuw stelsel inburgering

De Wet inburgering is op 6 juli door de Tweede Kamer (TK 30 308, nr. A) aangenomen en op 28 november door de Eerste Kamer (EK 30 308, nr. A). De beoogde invoeringsdatum van 1 april 2006 is verschoven naar 1 januari 2007. De Tweede Kamer heeft een aantal amendementen ingediend die een verruiming inhouden van de mogelijkheden van gemeenten om aan inburgeringsplichtigen een aanbod te doen. Daarnaast is een tijdelijke regeling ontwikkeld die gemeenten de mogelijkheid biedt om ook een aanbod te doen aan genaturaliseerde Nederlanders die niet onder de Wet inburgering (Wi) vallen.

De Wet inburgering in het buitenland is medio maart 2006 in werking getreden. In 2006 zijn ongeveer 3 000 examens afgenomen met een slagingspercentage van 86%.

Overgang huidig stelsel naar nieuwe Wet inburgering

Door het uitstel van de invoering van de Wet inburgering is de Wet inburgering nieuwkomers het gehele jaar 2006 van kracht gebleven en zijn de oudkomersregelingen verlengd tot 1 januari 2007. Aan gemeenten zijn middelen beschikbaar gesteld om 15 500 trajecten voor nieuwkomers en 14 000 trajecten voor oudkomers te realiseren.

Geestelijke bedienaren

In 2006 is een zestal speciale cursussen georganiseerd, waaraan ruim 100 geestelijke bedienaren hebben deelgenomen. Veel mensen hebben deelgenomen aan de terugkomdagen, die drie maanden na afsluiting van iedere cursus wordt gehouden. Op verzoek van geestelijke bedienaren is het cursusprogramma in verkorte vorm ook aan bestuursleden van moskeeën aangeboden.

In 2006 zijn tevens de voorbereidingen getroffen voor een speciaal cursusaanbod voor geestelijke bedienaren in het nieuwe inburgeringsstelsel. In het inburgeringsexamen is voor deze doelgroep een extra praktijkmodule kennis van de samenleving opgenomen.

Follow-up PaVEM

Het beschikbare geld voor de co-financieringsregeling voor gemeenten ten behoeve van het opstarten van Europees Sociaal Fonds (ESF)-projecten kon, door de sluiting van het ESF-loket, niet langer worden gebruikt. Als compensatie hiervoor is er € 45 miljoen vrijgemaakt om het gemeenten mogelijk te maken extra inburgeringstrajecten voor allochtone vrouwen aan te bieden. In 2006 is hiervan € 18 miljoen gebruikt voor de subsidiering van een aantal pilots bij een vijftal gemeenten. De rest van de middelen is aan gemeenten beschikbaar gesteld op basis van een tweetal specifieke regelingen, één voor de G31 en één voor de NG31 gemeenten.

Inburgering

Volume- en prestatiegegevens

BeleidsmaatregelIndicatorStreefwaarde 2006Realisatie 2006
1. Inburgeringsexamen buitenlandAantal MVV’s regulier20 20022 884
 Aantal inburgeringsexamens in het land van herkomst13 0003 000
    
2. Aanbieden inburgeringstrajecten nieuwe inburgeringsplichtigen (nieuw stelsel inburgering)Aantal vastgestelde trajecten nieuwe inburgeringsplichtigenAantal geslaagde nieuwe inburgeringsplichtigen3 90039000
    
3. Aanbieden inburgeringstrajecten oudkomers (nieuwe stelsel inburgering)Aantal vastgestelde trajecten voor oudkomersAantal geslaagde oudkomers27 3002 73000
    
4. Handhaving nieuwe inburgeringsplichtigen (nieuwe stelsel inburgering)Aantal handhavingenAantal geslaagd7 70077000
    
5. Faciliteren oudkomers die zichzelf voorbereiden op examen, met name zelfmelden of handhaving (nieuwe stelsel inburgering)Aantal oudkomers (met name zelfmelders) dat voor de eerste keer examen doetAantal oudkomers (met name zelfmelders) dat slaagt20001 30000
    
6. Effectieve uitvoering Wet Inburgering Nieuwkomers (huidig stelsel inburgering)Percentage bereikte nieuwkomers88%90%
 Uitvalpercentage bij nieuwkomers11%5%
7. Gemeenten in staat stellen een oudkomersbeleid te voeren (huidig stelsel inburgering)Het aantal oudkomers dat een inburgeringstraject heeft afgerond11 00011 000

Toelichting kengetallen

Het aantal inburgeringsexamens in het land van herkomst blijft ver achter bij de streefwaarde. De Wet inburgering buitenland is pas medio maart in werking getreden. Na de introductie van deze wet is het aantal MVV-aanvragen sterk teruggelopen. Deze teruggang is terug te zien in het aantal afgelegde examens. Hoewel het aantal examens in de laatste maanden van het jaar wel een stijgende lijn vertoont, blijft het jaartotaal ver achter bij de streefwaarde. Wel kan worden geconstateerd dat het aantal examens een stijgende lijn vertoont. Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 zijn in 2006 geen inburgeringstrajecten en inburgeringsexamens in het kader van het nieuwe stelsel gerealiseerd.

Onderwijs en jeugd

De uitvoering van de Bestuurlijke Arrangementen Antilliaanse Risicojongeren is in 2006 in volle gang gekomen. In totaal worden in de 21 Antillianengemeenten 123 projecten uitgevoerd die zich richten op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit. Op 6 september is Team Ondersteuning Participatie in Antillianengemeenten (TOPA) geïnstalleerd. Deze commissie gaat een brugfunctie vervullen tussen de gemeenten en de lokale Antilliaanse gemeenschap om de participatie van laatstgenoemde bij de uitvoering van de Bestuurlijke Arrangementen te ondersteunen en te stimuleren. Daarnaast is de Verwijsindex Antilliaanse risicojongeren ontwikkeld. Deze is ingesteld om de informatiepositie van de gemeenten te verbeteren en dient als ondersteuning van de integrale persoonsgerichte aanpak van de Antilliaanse risicojongeren.

In het kader van Operatie Jong is het advies «Diversiteit in het jeugdbeleid» uitgebracht. Hierin wordt ingegaan op welke wijze de jeugdvoorzieningen effectiever kunnen zijn in hun bereik en aanpak van allochtone jongeren en hun ouders.

Tot slot is het kabinetsstandpunt «Marokkaanse jeugd» in het voorjaar naar de Tweede Kamer gezonden (TK 28 684, nr. 89).

Arbeid en emancipatie

Het plan van Aanpak Emancipatie en Integratie van vrouwen uit etnische minderheden is dit jaar beëindigd. Het beoogde aantal van 20 000 vrouwen dat geactiveerd zou worden is gehaald. De meeste grote gemeenten zijn inmiddels uitgerust met instrumenten en methodieken om de doelgroep te bereiken.

In het kader van het Actieplan Nieuw Ondernemerschap is gestart met het deelproject deskundigheidsbevordering van Kamers van Koophandel, MKB Nederland en VNO-NCW in wervingsmethodieken en communicatie met nieuwe ondernemers. De training moet leiden tot betere werving, communicatie en marketing van deze organisaties richting etnische ondernemers.

16.2

Operationele doelstelling 16.2

Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.

Doelbereiking

Remigratiewet

In 2006 is de facilitering op grond van de Remigratiewet van degenen die willen remigreren, maar deze wens niet zelfstandig kunnen realiseren, voortgezet.

Volume- en prestatiegegevens

Aantal gefaciliteerdenRealisatieBegrotingVerschil
 200320042005200612006 
Eenmalige reis- en vervoerskosten en kosten hervestiging23533034437834038
Periodieke uitkering 27 9028 5909 2169 69110 540– 849

1 Dit betreft voorlopige cijfers van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De jaarrekening van de SVB met definitieve cijfers verschijnt op 1 juli 2007.

2 Inclusief remigratie-uitkeringen die (gedeeltelijk) worden gekort.

Versterken binding allochtonen en autochtonen

Ruimte voor contact

Eind september 2006 is stimuleringsregeling «Ruimte voor Contact» in werking getreden. Met deze regeling worden lokale initiatieven voor ontmoeting en contact tussen etnische minderheden en autochtonen in multifunctionele wijk- en buurtaccommodaties bevorderd. Hiervoor is jaarlijks een budget van € 4 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de regeling bestaat grote belangstelling. In 2006 zijn 250 subsidieaanvragen ingediend en zijn al 30 projecten gestart.

Een landelijk dekkend netwerk van antidiscriminatievoorzieningen

Voor de herstructurering van de infrastructuur voor antidiscriminatie heeft het kabinet € 6 miljoen per jaar beschikbaar gesteld. Het is de bedoeling dat er een landelijke dekkend netwerk van antidiscriminatievoorzieningen wordt gerealiseerd. Voor 2006 is een overbruggingsmaatregel getroffen. De extra middelen zijn voor deze periode verdeeld over het gemeentefonds en het provinciefonds. Met gemeenten waar al een antidiscriminatievoorziening aanwezig is, zijn convenanten afgesloten om de dienstverlening in stand te houden en de kwaliteit hiervan te verbeteren. Met provincies zijn convenanten afgesloten voor het opvullen van de «witte plekken» waar burgers nog geen toegang hebben tot een antidiscriminatievoorziening.

Start imamopleiding in Nederland

In 2006 is er een doorbraak gekomen op het punt van studies die kunnen opleiden tot imam in Nederland. Inmiddels zijn drie opleidingstrajecten gestart die kunnen voorzien in hoog opgeleide imams die de Nederlandse taal machtig zijn: bij de VU-Amsterdam, de hogeschool INHOLLAND en de universiteit van Leiden.

Vergroten weerbaarheid tegen radicaliseringinvloeden

Het actieprogramma tegen radicalisering is ruim een jaar in werking. De uitvoering ervan wordt gedragen door de LOM-organisaties, het instituut FORUM en moslimkoepelorganisaties. Voor 2006 is € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze programma’s. In totaal zijn zo’n 30 projecten in uitvoering die tot doel hebben jongeren, ouders, imams en professionals te betrekken bij de preventie van radicalisering.

De &-Campagne

De integratiecampagne heeft tot doel de Nederlandse bevolking bewust te maken van het feit dat de samenleving uit verschillende bevolkingsgroepen bestaat en het laten zien van voorbeelden van positieve interactie tussen hen. Aansprekende goede voorbeelden van interculturele interactie zijn het «voertuig» waarmee de boodschap van de integratiecampagne wordt overgebracht. Ondertussen zijn 640 goede voorbeelden verzameld op de websitewww.en.nl. Deze voorbeelden zijn op verschillende manieren voor het voetlicht gebracht; via ingekochte media, via &-initiatieven als KNVB en ROC, via samenwerking met partners, zoals bijvoorbeeld de Telegraaf, die onder lezers ook 101 goede voorbeelden inzamelt en uitdraagt voor de campagne. Ook de &-ambassadeurs hebben zich ingezet om de boodschap van de &-campagne uit te dragen.

Gedurende de looptijd van de campagne wordt gemonitord op aspecten als bereik, kennis en houding. De resultaten zijn positief. Circa 75% van de respondenten geeft aan de &-campagne te kennen.

BeleidsmaatregelIndicatorBasiswaarde 2006Streefwaarde 2006Realisatie 2006
IntegratiecampagneAantal initiatieven 812
     
 Bekendheid veel positieve voorbeeldenNulmeting 34,4%Verbetering ten opzichte van de nulmeting37,6%

Invoering naturalisatieceremonie

Met ingang van 1 januari 2006 geldt een verplichting voor gemeenten om een naturalisatieceremonie te houden. In ieder geval op 24 augustus, de dag die is aangewezen als nationale naturalisatiedag. Tijdens een feestelijke bijeenkomst wordt aan nieuwe Nederlanders het besluit uitgereikt waarmee zij Nederlander worden. Vanaf 1 oktober 2006 zijn naturalisanten en optanten verplicht om deel te nemen aan deze ceremonie. Als tegemoetkoming in de uitvoeringskosten wordt aan gemeenten jaarlijks € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld via het gemeentefonds. Ter voorbereiding van de evaluatie van de naturalisatieceremonie medio 2008 is in november 2006 de monitor naturalisatieceremonie gestart.

Beleidsevaluatie-onderzoek

OmschrijvingDoelstellingStartAfgerondVindplaats
Integratiekaart monitoring integratie 200616.120062006www.wodc.nl
Zesde SPVA16.120062007www.scp.nl
Research synthese onderzoeken op het terrein van migratie en integratie16.120062007www.wodc.nl

17 INTERNATIONALE RECHTSORDE

Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

art. 17 Internationale rechtsorde 0,03%

kst-31031-VI-1-9.gif

Beleidsdoelstelling 17

Bevorderen van de totstandkoming van een Europese en internationale rechtsorde.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Justitie heeft op verschillende manieren bijgedragen aan de inzet van Nederland op het totstandkomen van deugdelijke EU- en internationale regelgeving. Enerzijds gebeurde dat door de betrokkenheid bij de totstandkoming van de hieronder aangehaalde Europese en internationale rechtsinstrumenten. Anderzijds werd meer in het algemeen ingezet op een verbetering van de kwaliteit van Europese regelgeving, een onderwerp dat aandacht behoeft bij alle Europese voorstellen tot regelgeving.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen1 7261 8141 8461 8731 765108
       
Apparaat-uitgaven1 7691 8171 8471 8731 765108
       
17.1 Internationale regelgeving1 7691 8171 8471 8731 765108
17.1.1 Directie Wetgeving1 7691 8171 8471 8731 765108
       
Ontvangsten7842168068

17.1

Operationele doelstelling 17.1

Het bijdragen aan de inzet van Nederland aan de totstandkoming van deugdelijke EU- en internationale regelgeving alsmede de verbetering van samenwerking in EU-verband en op internationaal niveau.

Doelbereiking

Straf- en sanctierecht

Het Kaderbesluit inzake confiscatie van opbrengsten van een misdrijf is vastgesteld. Over het Kaderbesluit inzake het Europees bewijsverkrijgingsbevel is een politiek akkoord bereikt. De Richtlijn inzake het bewaren van verkeersgegevens is totstandgekomen.

Staats- en bestuursrecht

Aan verschillende bestaande maar ook nieuw geïntroduceerde Europese instrumenten op het gebied van vreemdelingenrecht, grensbewaking en mensenrechten zijn beleidsinhoudelijke en wetstechnische bijdragen geleverd. Op het terrein van mensenrecht is vooral veel aandacht besteed aan de rapportageverplichtingen die op Nederland rusten.

Privaatrecht

Op het terrein van het privaatrecht kwamen in 2006 tot stand de 2e richtlijn kapitaalbescherming, de 4e en 7e richtlijn jaarrekeningrecht, de verordening inzake een Europees betalingsbevel en het verdrag inzake de uitwisseling van gegevens van de burgerlijke stand in verband met het geregistreerd partnerschap.

Kwaliteit Europese regelgeving

In het kader van de Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) werd op initiatief van Justitie begonnen met het opstellen van richtsnoeren voor de kwaliteit van Europese regelgeving. De ICER brengt in kaart op welke wijze de afspraken die tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie gemaakt zijn over de kwaliteit van Europese regelgeving het beste in de praktijk kunnen worden gebracht door Nederland. Daarnaast werd enkele malen met vertegenwoordigers van de Europese Commissie gesproken over de richting van het Europese beleid inzake beter wetgeven.

Herijking internationale functie

Justitie wil de Financiële Programma’s 2007–2013 benutten om meer nationale en Europese samenwerking te realiseren. In 2006 is onderzocht hoe de Justitieorganisatie daarvoor het beste kan worden toegerust. In 2007 zal op grond van de onderzoeksuitkomst de organisatie worden aangepast.

Ondersteuning derde landen en uitbreiding van de Europese Unie

Ten behoeve van de zes prioriteitslanden van het ministerie van Justitie (Turkije, Marokko, Suriname, Roemenië, Bulgarije en Kroatië) is een samenhangend ondersteuningbeleid ontwikkeld. Tevens is daarbij aandacht gegeven aan de coördinatie van de bilaterale relaties en de externe betrekkingen van deze landen.

Straf- en sanctierecht

 Onderhandelingen gaandePolitiek akkoordVaststellingOpmerkingen
Internationale regelgeving    
Europese Unie    
Onderhandelingen vinden plaats op het terrein van    
Kaderbesluit confiscatie van opbrengsten misdrijfAfgerondJuli 2006November 2006Implementatie-wetgeving in voorbereiding
Kaderbesluit Europees bewijsverkrijgingsbevelAfgerondOktober 2006Juli 2007 
Kaderbesluit procedurele waarborgen strafprocesVoortgezetOnbekendn.v.t. Onderhandelingen lopen zeer stroef

Staats- en bestuursrecht

 Onderhandelingen gaandePolitiek akkoordVaststellingOpmerkingen
Internationale regelgeving    
Europese Unie    
Onderhandelingen vinden plaats op het terrein van    
PNR overeenkomst VS/EUOnderhandelingen over nieuw verdrag   
EU-richtlijn minmumnormen terugkeerOnderhandelingen  Eerste lezing
Kaderrichtlijn rechten derde landers op de arbeidsmarkt en vier specifieke richtlijnen (onder andere kennismigranten)Onderhandelingen   
Verordening rapid intervention teams    
EU-verordening visuminformatie- systeem en uniforme verblijfstitelsOnderhandelingen   
EU-verordening inzak visaOnderhandelingen   
EU-verordeningen inzake gemeenschappelijke consulaire instructiesOnderhandelingen   
EU-Grondrechtenbureau (verordening en besluit)Onderhandelingen   
     
VN    
Implementatie VN Vuurwapenprotocol in EU-richtlijn 91/477    
Evaluatie EU-richtlijn 91/477    
Gehandicapten-verdrag  Afgerond/gereed 
Facultatief Protocol bij Ecosul-verdragOnderhandelingen   
Facultatief Protocol bij CAT-verdragOnderhandelingen   
Rapportage CERD-verdragVoorbereiding   
Rapportage BUPO-verdragHoorzitting   
Rapportage Ecosul-verdragHoorzitting   
Rapportage IVRK-verdrag (kinderrechten)Voorbereiding   
Rapportage CEDAW-verdrag (vrouwenrechten)Voorbereiding   

Privaatrecht

 Onderhandelingen gaandePolitiek akkoordVaststellingOpmerkingen
Internationale regelgeving    
Europese Unie    
Onderhandelingen vinden plaats op het terrein van    
Richtlijn internationale zetelverplaat- singOnderhandelingen  Mogelijk officieel voorstel in 2007
Actieplan corporate governanceOnderhandelingen  Besprekingen in Brussel
2e richtlijn kapitaalbeschermingOnderhandelingen  Vastgesteld
4e en 7e richtlijn jaarrekeningrechtOnderhandelingen  Vastgesteld
Richtlijn collectief beheer auteursrechtMoet nog worden ingediend  Besprekingen over aanbeveling
Richtlijn actualisering acquis communautaire auteursrechtMoet nog worden ingediend  In 2007
Verordening toepasselijk recht niet-contractuele verbintenissenOnderhandelingen  Loopt
Richtlijn small claimsOnderhandelingen  Loopt
Verordening alternatieve geschillenbeslechtingOnderhandelingen  Loopt
Verordening inzake een Europees betalingsbevelMoet nog worden ingediend  Vastgesteld
Verordening toepasselijk recht verbintenissen uit overeenkomstMoet nog worden ingediend  Onderhandelingen
Algemeen referentiekader voor het contractenrechtMoet nog worden ingediend  Project loopt
Voorstel inzake onderhoudsverplich- tingenMoet nog worden ingediend  Onderhandelingen
Voorstel inzake erfopvolgingMoet nog worden ingediend  Indiening loop 2007
Voorstel toepasselijk recht op echtscheidingMoet nog worden ingediend  Ingediend 2006
Voorstel toepasselijk recht op huwelijksvermogensregimeMoet nog worden ingediend  Groenboek beantwoord
Herziening Europees Verdrag inzake adoptieOnderhandelingen  Loopt
     
De volgende verdragsonderhande- lingen hebben plaatsgevonden in 2006    
Verdrag rechten omroeporganisatiesOnderhandelingen  Loopt in 2007 door
Verdrag audiovisuele sectorOnderhandelingen  Ligt stil
Wijziging Zeevaartverdrag (Hague Visby en Hamburg rules)Onderhandelingen  Zie Uncitral
ForumkeuzeverdragOnderhandelingen  Besprekingen over toetreding EU
AlimentatieverdragOnderhandelingen  Loopt
Verdrag inzake de uitwisseling van gegevens van de burgerlijke stand in verband met het geregistreerd partnerschapOnderhandelingen  Vastgesteld
Verdrag inzake de overeenkomst voor goederenvervoer in de zeevaartOnderhandelingen  Loopt
FaillissementsverdragOnderhandelingen  Loopt

HOOFDSTUK 6 – NIET-BELEIDSARTIKELEN

Totale begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen

Niet-beleidsartikelen: 3,7%

kst-31031-VI-1-10.gif

Niet-beleidsartikel 91.1 Algemeen

Effectieve besturing van het Justitie-apparaat.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen201 353223 010235 183201 074195 8205 254
       
Programma-uitgaven9 66916 97236 19327 42736 729– 9 302
       
91.1 Algemeen9 66916 97236 19327 42736 729– 9 302
91.1.1 Effectieve besturing van het Justitie apparaat9 66916 97236 19327 42736 729– 9 302
       
Apparaat-uitgaven205 742213 652197 482181 034159 77221 262
       
91.1 Algemeen205 742213 652197 482181 034159 77221 262
91.1.1 Effectieve besturing van het Justitie apparaat205 742213 652197 482181 034159 77221 262
       
Ontvangsten14 05616 27332 1319 2568 467789

Financiële toelichting

Op het niet-beleidsartikel 91.1 Algemeen zijn in de eerste plaats de apparaatsuitgaven voor het ministerie van Justitie opgenomen. Naast de apparaatsuitgaven worden op dit artikel ook de uitgaven verantwoord die samenhangen met (de huisvesting van) Europol en Eurojust en de uitgaven schadeloosstellingen aan derden, waaronder begrepen de uitgaven voor onrechtmatige detentie en de vergoedingen voor TBS-passanten.

Verplichtingen

Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de uitgaven.

Uitgaven

In totaal bedraagt het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 ruim € 12 miljoen. De verschillen tussen de geraamde budgetten in de begroting en de uiteindelijke realisatie zijn het gevolg van een groot aantal kleine en grote tegenvallers en meevallers. Hieronder worden alleen de voornaamste gespecificeerd:

– om de budgetten op het loon- en prijspeil voor 2006 te brengen is loon- en prijsbijstelling toegevoegd ter grootte van € 4 miljoen;

– groei van de uitgaven voor onrechtmatige detentie en schadeloosstellingen door meer en hogere toekenningen door de rechter, circa € 2,5 miljoen;

– extra uitgaven in verband met het Shared Service Center ICT en voor Junet2 (€ 5,2 miljoen);

– vertraging en overloop bij diverse uitgaven en projecten onder meer op het gebied van informatisering en personeel (circa € 5 miljoen);

– pas bij Voorjaarsnota 2006 beschikbaar gekomen gelden voor onder andere biometrie (€ 3 miljoen);

– extra uitgaven voor huisvesting, ICT-projecten en wegwerken archiefachterstanden.

Niet-beleidsartikel 92.1 Nominaal en onvoorzien

Nominaal en onvoorzien.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen0000– 930930
       
Apparaat-uitgaven0000– 930930
       
92.1 Nominaal en onvoorzien0000– 930930
92.1.1 Nominaal en onvoorzien0000– 930930
       
Ontvangsten000000

Niet-beleidsartikel 93.1 Geheim

Geheime uitgaven.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000

 RealisatieBegrotingVerschil
 20032004200520062006 
Verplichtingen1 2862 3752 5151 6571 969– 312
       
Programma-uitgaven1 2872 3752 5151 6571 969– 312
       
93.1 Geheim1 2872 3752 5151 6571 969– 312
93.1.1 Geheime uitgaven1 2872 3752 5151 6571 969– 312
       
Ontvangsten582421546046

HOOFDSTUK 7 – BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Ministerie van Justitie

Verslagjaar 2006

De Minister van Justitie verklaart dat:

In het begrotingsjaar 2006 is, uitgaande van het normenkader bedrijfsvoering, op een gestructureerde wijze aandacht besteed aan de primaire- en ondersteunende processen en de hiermee samenhangende beheertaken bij het ministerie van Justitie.

Op basis van een risicoanalyse is een systematische afweging gemaakt inzake de in te zetten instrumenten van sturing en beheersing. Dit omvat mede het vaststellen van het van toepassing zijnde normenkader en de uitgangspunten voor opname van de relevante aandachtspunten in deze managementparagraaf.

Een en ander heeft in het verslagjaar geresulteerd in beheerste bedrijfsprocessen. Daarbij zijn de volgende punten van aandacht naar voren gekomen:

totstandkoming beleidsinformatie

De aggregatie van beleidsinformatie in het kader van de begroting is onvoldoende reproduceerbaar en informatiesystemen ter ondersteuning van ketenprocessen dienen meer op elkaar te worden afgestemd. Er is een project gestart om de centrale regie op de (bestuurlijke) informatievoorziening bij Justitie te verbeteren. Overigens is de informatie die geaggregeerd is wel betrouwbaar en wordt derhalve niet als tekortkoming maar als een aandachtspunt aangemerkt.

brandveiligheid

Naar aanleiding van de Schipholbrand zijn er diverse maatregelen getroffen om de brandveiligheid te verbeteren. Alle panden worden door de RGD gescand op brandveiligheid. Hiertoe worden eerst de panden onderzocht met niet-zelfredzamen, zoals PI’s, AC’s en rechtbanken met een celfunctie. Daarna worden de andere panden onderzocht in aflopende volgorde van urgentie. De minder risicovolle objecten worden naar verwachting in 2008 gescand en afgerond. Naast de technische aanpassingen worden er ook maatregelen getroffen op het gebied van de Bedrijfshulpverlening. Per sector wordt een registratiesysteem ingevoerd waarin plannen, procedures, oefeningen en rapportages worden vastgelegd. Ter verbreding van veiligheidvergrotende maatregelen wordt een inventarisatie uitgevoerd naar legionellagevoelige ruimten. De RGD zal geactualiseerde legionellabeheersplannen opstellen, waarin wordt onderzocht of de bestaande installaties en controlemaatregelen afdoende zijn.

Daarnaast hebben zich de volgende knelpunten voorgedaan die buiten mijn verantwoordelijkheidsgebied liggen én een belemmering (kunnen) vormen voor het leveren van mijn prestaties:

veiligheidsonderzoeken vertrouwensfuncties

Zowel het OM als de DJI melden dat de AIVD achterstanden heeft bij het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken vertrouwensfuncties. Hoewel er geen signalen zijn dat hierdoor risico’s zijn gelopen, zal in overleg met de AIVD worden bezien hoe de achterstanden sneller kunnen worden ingelopen.

De bovengenoemde punten verdienen de aandacht maar zijn niet zodanig dat deze een bedreiging vormen voor de goede uitvoering van de justitietaken. Ik heb er alle vertrouwen in dat de getroffen maatregelen effect sorteren. De bedrijfsvoering van Justitie voldoet, met inachtneming van bovenstaande punten, aan de daaraan te stellen eisen.

De Minister van Justitie

HOOFDSTUK 8 – TOEZICHTRELATIE ZBO/RWT

x € 1 000

ZBO/RWTZBORWTActorRealisatie 2006Begroting 2006Verschil
1. Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)XX13.5.213 39717 210– 3 813
2. Vereniging Slachtofferhulp Nederland (SHN) X13.5.112 43812 063375
3. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)XX14.1.23 26516 974– 13 665
4. College Bescherming Persoonsgegevens (CBP)X 12.1.35 2975 25740
5. Commissie Gelijke Behandeling (CGB)X 12.1.34 3824 996– 614
6. Raden voor de Rechtsbijstand (RRB)XX12.2.1394 603375 64818 955
7. Bureau Financieel Toezicht (BFT)XX12.2.24 6414 529112
8. Particuliere Jeugdinrichtingen X14.2.1174 970154 61320 357
9. Particuliere TBS-inrichtingen X13.4.2138 805117 31721 488
10. HALT-bureau’s X14.2.311 76111 913– 152
11. Reclasseringsorganisaties X13.4.3/13.4.4160 064180 565– 20 501
12. Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA)XX15.2.1478 496418 05260 444
13. NidosXX14.3.1/14.3.235 48045 971– 10 491
14. College van Toezicht AuteursrechtenX 
15. Raad voor Strafrechttoepassing en JeugdbeschermingX 13.4.62 6602 467193
16. College van Toezicht op de Kansspelen (CvTK)X 13.1.2467468– 1

Toelichting

ad 1. Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt verklaard door een geringer aantal uitgekeerde tegemoetkomingen voor materiële en immateriële schade dan begroot. Tevens was sprake van een lager gemiddeld bedrag per betaalde tegemoetkoming dan aanvankelijk was begroot.

ad 3. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Het verschil van € 13,7 miljoen tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 is in hoofdzaak het gevolg van het intrekken (brief van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 9 november 2006) van het wetsvoorstel Herziening Kinderalimentatie (TK 29 480, nr. 15). Voor de uitvoering van dit wetsvoorstel was voor 2006 een bedrag geraamd van € 13,4 miljoen.

ad 5. Commissie Gelijke Behandeling

De personele uitgaven zijn circa € 0,3 miljoen lager uitgekomen door vacatures en een lager gemiddelde loonsom dan vooraf was gecalculeerd. De materiële uitgaven zijn eveneens circa € 0,3 miljoen lager uitgekomen. De oorzaken hiervan zijn in hoofdzaak vertraging en minder noodzakelijke inzet bij een aantal projecten en onderzoeken, alsmede lagere inzet van plaatsvervangend commissieleden.

ad 6. Raden voor Rechtsbijstand

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 is met name ontstaan door een autonome groei van het aantal civiele- en straftoevoegingen en btw-compensatie van de tolkendiensten.

ad 8. Particuliere jeugdinrichtingen

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de particuliere justitiële jeugdinrichtingen is voornamelijk te verklaren door:

– met ingang van 2006 worden extra middelen ingezet voor de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel;

– er zijn extra middelen ingezet voor maatregelen in het kader van de brandveiligheid (onder andere extra personeel Bedrijfshulpverlening (BHV) en bouwsubsidies voor gebouwelijke aanpassingen);

– middels een bouwsubsidie is de aankoop van grond gefinancierd ten behoeve van de bouw van een nieuwe inrichting in de randstad.

ad 9. Particuliere TBS-inrichtingen

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de particuliere TBS-inrichtingen is voornamelijk te verklaren door:

– er zijn in 2006 meer plaatsen in de particuliere sector gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd;

– er zijn extra middelen ingezet voor maatregelen in het kader van de brandveiligheid;

– er zijn aanloopkosten gemaakt met betrekking tot de nieuwe capaciteitsuitbreidingen uit de begroting 2007.

ad 10. HALT-bureau’s

De reorganisatie van de Halt-bureau’s is in 2006 bijna afgerond. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de desbetreffende passage onder operationele doelstelling 14.2.

ad 11. Reclasseringsorganisaties

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 van € 20 miljoen is voornamelijk te verklaren door:

– de vertraging van de invoering van de wet Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) (€ 10 miljoen). Het wetsvoorstel VI ligt nog te wachten op afronding ter parlementaire behandeling;

– de onderuitputting bij de ISD (€ 3 miljoen) is veroorzaakt doordat in 2006 op de middelen die bestemd waren voor de financiering van extramurale ISD-plaatsen een beperkte aanvraag vanuit de gemeenten heeft plaatsgevonden;

– de implementatie bij het ontwikkeltraject voorwaardelijke sancties (€ 2 miljoen) heeft vertraging opgelopen;

– een budgetoverheveling van circa € 5 miljoen naar het CJIB voor de ontwikkeling van het systeem CEDEX.

ad 12. Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers

Door een hogere instroom en een lagere uitstroom van asielzoekers dan was geraamd, is de bezetting van het COA uiteindelijk hoger uitgevallen dan aanvankelijk werd geraamd. Hierdoor werd € 50 miljoen meer uitgegeven.

Naast het COA draagt ook Nidos bij aan het levensonderhoud van asielzoekers. Dit zijn de ex-amv’s die 18 jaar zijn geworden. Deze groep ontvangt via het Nidos leefgelden die na het bereiken van de 18-jarige leeftijd dient te worden stopgezet. Hiertoe is in 2005 een project opgezet waarin het COA en Nidos zijn betrokken. Als gevolg van een rechterlijke uitspraak en een uitloop van het project is het aantal ex-amv’s waaraan Nidos leefgeld dient te verstrekken hoger was dan voorzien. Nidos kan pas stoppen met het betalen van leefgelden aan een ex-amv wanneer het COA een beëindigingsbesluit heeft opgesteld.

ad 13. Nidos

Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 is voornamelijk het gevolg van enerzijds een aanpassing van de bekostigingsgrondslag voor de subsidieverstrekking aan de stichting Nidos in verband met een daling van de kosten van opvang en anderzijds een afspraak met de stichting Nidos de kosten van leegstand van woonvoorzieningen ten laste van het eigen vermogen te brengen.

ad 14. College van Toezicht Auteursrechten

Het College van Toezicht op de Auteursrechten is op 15 juli 2003 opgericht. De begroting van het College verloopt niet via Justitie. Het College wordt bekostigd door de organisaties waarop het toezicht wordt gehouden.

HOOFDSTUK 9 – RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK

Algemeen

Hieronder zijn de realisatiegegevens weergegeven over het aantal afgedane zaken door de rechtspraak en de doorlooptijden in het jaar 2006. In het jaarverslag van de Rechtspraak, uitgebracht door de Raad voor de rechtspraak, dat tevens aan de Staten-Generaal wordt aangeboden, wordt meer gedetailleerd ingegaan op de diverse ontwikkelingen binnen de rechtspraak in 2006.

Productie

 RealisatieBegrotingVerschil
 2004200520062006 
Totaal11 708 9571 741 6001 751 4211 648 266103 155
      
Gerechtshoven     
Civiel12 28513 04014 41712 9101 507
Straf36 97139 90539 28538 777508
Belasting17 92213 0794 9066 430– 1 524
      
Rechtbanken     
Civiel250 833256 347258 173248 6799 494
Straf234 523219 544221 802235 639– 13 837
Bestuur (excl. VK)48 13550 91250 22951 969– 1 740
Bestuur (VK)87 03271 40262 18965 299– 3 110
Kanton1 012 8071 059 6961 065 792961 856103 936
Belasting08 79626 69218 7527 940
      
Bijzondere colleges     
Centrale Raad van Beroep7 2127 7337 9367 955– 19
College van Beroep voor het bedrijfsleven1 2371 1461 002pm

1 Totaal Productie 2006 is exclusief de productie College van Beroep voor het bedrijfsleven in verband met de vergelijkbaarheid ten opzichte van de begroting 2006.

Toelichting

Op basis van de instroomprognose van de Raad voor de rechtspraak is in 2005 berekend welke extra productie in 2006 noodzakelijk was. Dit heeft op grond van het geldende bekostigingsbesluit geleid tot de vaststelling van een bijbehorend aanvullend budget. Het daadwerkelijk aan de Raad voor de rechtspraak toegekende budget in de Justitiebegroting was lager dan in de begroting van de Raad voor de rechtspraak was gevraagd.

Het totale aantal afgedane zaken (de totale absolute productie) van de rechtspraak nam in 2006 met 1% toe ten opzichte van 2005. In 2005 was de toename 2%. Ten opzichte van de begroting 2006 is sprake van een meerproductie van het aantal afgehandelde zaken van ongeveer 6%. De instroom van zaken in eerste aanleg lag circa 1% boven de productie. Daarnaast konden de gerechten de instroom van zaken in eerste aanleg niet helemaal verwerken. Tenslotte bleef het aantal aangebrachte strafzaken duidelijk achter bij de in de convenanten met het Openbaar Ministerie afgesproken aantallen.

Opvallende uitschieter bij de gerechtshoven zijn de belastingzaken met een sterke productiedaling. Vanaf 1 januari 2005 behandelen de gerechtshoven alleen de belastingzaken in appel. Dit verklaart de neerwaartse trend van het aantal afgehandelde belastingzaken in 2006, welke nog eerste aanleg zaken van voor 1 januari 2005 betreffen. Vanaf gelijke datum worden nieuwe belastingzaken door de rechtbanken behandeld, alwaar een stijging valt te constateren.

Opvallende uitschieters bij de rechtbanken zijn de vreemdelingenzaken met een sterke productiedaling en de belastingzaken met een sterke productiegroei.

Het aantal afgehandelde vreemdelingenzaken was in 2005 relatief hoog vanwege het wegwerken van voorraden. In 2006 was er geen sprake meer van het wegwerken van voorraden, waardoor de productie daalde.

Bij belastingzaken was het tegenovergestelde het geval. In 2005 kregen de rechtbanken voor het eerst met een instroom 1e aanlegzaken te maken. Deze kwam pas in de loop van het jaar op gang. De afhandeling loopt daardoor vanzelfsprekend achter bij de instroom en is pas volledig zichtbaar in 2006. In 2006 het reguliere afhandelingsvolume op peil gekomen. Dit verklaart de productietoename voor deze zaken.

De gerealiseerde productie vertaalt in kosten (x de prijzen per soort zaak) was in omvang vrijwel gelijk aan de gemaakte afspraken. Echter in de samenstelling van deze omvang was het aantal «lichtere zaken» relatief meer en het aantal «zwaardere zaken» relatief minder. De Rechtspraak heeft hierdoor voor een bedrag van € 9 miljoen minder geproduceerd dan was afgesproken. Deze minderproductie wordt tegen 70% van de prijs per zaak afgerekend. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de egalisatierekening.

Doorlooptijden in dagen

Zaakstype (gebaseerd op Lamicie)RealisatieVerschil
 2004200520062006–2005
Rechtbank    
Sector civiel    
Handelszaak met verweer587577524-9%
Handelszaak zonder verweer3433357%
Beschikking op verzoekschrift576561– 6%
Faillissement7201 0571 1307%
Scheidingszaak117117113– 3%
Beschikking op verzoekschrift aan de kinderrechter36485412%
Overige familiezaak (b.v. adoptie)156154152– 1%
Kortgeding4947470%
     
Sector bestuur    
Bestuurszaak3303023010%
Voorlopige voorziening bij een bestuurszaak4543443%
Vreemdelingenzaak435315210– 33%
Belastingzaakn.v.t.n.v.t.263 
     
Sector straf    
Strafzaak (meervoudig behandeld)10298980%
Uitwerken vonnis strafzaak voor hoger beroep (behandeling meervoudige kamers)1161181256%
Politierechterzaak (incl. economische)4232346%
Strafzaak bij de kinderrechter (enkelvoudig)434336– 16%
     
Sector Kanton    
Handelszaak met verweer778180– 1%
Handelszaak zonder verweer1098– 14%
Familiezaak253825– 13%
Kortgeding in een kantonzaak293029– 5%
Strafzaak bij kanton (overtreding)605544– 20%
     
Gerechtshof    
Handel511492488– 1%
Familie2102062186%
Belastingzaak50856677837%
Strafzaak (enkelvoudig of meervoudig behandeld)n.b.n.b.217 
Uitwerken arrest voor cassatien.b.n.b.167 
     
College van Beroep voor het Bedrijfsleven    
Bestuurszaak4174674833%
Voorlopige voorziening775438– 30%
     
Centrale Raad van Beroep    
Bestuurszaak709606552– 9%
Voorlopige voorziening47444911%

Toelichting kengetallen

De afgelopen jaren hebben de rechtbanken veel aandacht besteed aan maatregelen om de doorlooptijden in jeugdstrafzaken te verkorten en is een aanzienlijke verkorting van de doorlooptijden gerealiseerd. Ook in 2006 bleek dat alle rechtbanken zoveel mogelijk voorrang geven aan tijdige behandeling van jeugdzaken. De gerechten slaagden erin om 56,2% van de zaken af te doen binnen 6 maanden. Voor de komende jaren blijft het streven om op termijn de 80-procentnorm te halen.

Eind 2005 is de meting van de doorlooptijd in civiele zaken bij de sector civiel verbeterd. Consequentie van de verbeterde meting is dat vooral de doorlooptijden van handelszaken met verweer en faillissementen op een hoger niveau zijn komen te liggen dan voorheen.

De doorlooptijd van bodemzaken bestuursrecht bij de rechtbank is in tegenstelling tot in 2005, in 2006 nauwelijks meer gedaald. Bij vreemdelingenzaken daarentegen is de doorlooptijd wederom fors gedaald. Dit indiceert dat langzamerhand de achterstanden aan vreemdelingenzaken zijn weggewerkt.

De doorlooptijd van belastingzaken bij de rechtbanken is alleen beschikbaar voor het jaar 2006. Vanaf 2005 zijn belastingzaken in eerste aanleg behandeld door de rechtbanken. Voorheen werden deze afgedaan door de gerechtshoven. Hierdoor bestond de uitstroom 2005 bij de rechtbanken in 2005 alleen uit de «makkelijkere» belastingzaken met een korte doorlooptijd. Om die reden is voor 2005 nog geen doorlooptijd opgenomen.

In 2006 heeft de situatie zich gestabiliseerd en valt te concluderen dat de aangegeven doorlooptijd een representatief beeld geeft van een gemiddelde belastingzaak.

De doorlooptijd van belastingzaken bij de hoven is in 2006 fors gestegen, namelijk met 37%. Dit komt omdat er nog steeds «oude» belastingzaken van voor de stelselwijziging uitstromen. De doorlooptijd van 778 dagen is daarom niet representatief voor de doorlooptijd van belastingzaken in hoger beroep, die hoort bij het nieuwe stelsel van rechtspraak in twee feitelijke instanties.

Voor strafzaken in hoger beroep zijn voor het eerst doorlooptijden opgenomen voor het jaar 2006. De doorlooptijd van strafzaken is gemiddeld 217 dagen. Het uitwerken van een arrest voor cassatie duurt gemiddeld 167 dagen.

C. JAARREKENING

HOOFDSTUK 10 – VERANTWOORDINGSSTAAT

Departementale verantwoordingsstaat 2006 van het ministerie van Justitie (VI) x € 1 000

  (1)(2)(3) = (2) – (1)
ArtikelOmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
  VerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangsten
 TOTAAL5 421 7185 421 6991 017 3894 544 4545 709 2981 111 530– 877 264287 59994 141
           
 Totaal beleidsartikelen5 224 8595 224 1591 008 9224 341 7235 499 1801 102 228– 883 136275 02193 306
           
11Nederlandse rechtsorde15 92915 92908 69010 0301 265– 7 239– 5 8991 265
12Rechtspleging en rechtsbijstand1 220 4681 220 468178 606541 4601 290 788180 292– 679 00870 3201 686
13Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding2 080 6162 080 616709 1472 127 7072 118 339727 73047 09137 72318 583
14Jeugd754 240754 24012 339501 849732 50518 442– 252 391– 21 7356 103
15Vreemdelingen831 031831 031103 676932 691973 400136 400101 660142 36932 724
16Integratie320 810320 1105 154227 453372 24538 031– 93 35752 13532 877
17Internationale rechtsorde1 7651 76501 8731 8736810810868
           
 Totaal niet-beleidsartikelen196 859197 5408 467202 731210 1189 3025 87212 578835
           
91Algemeen195 820196 5018 467201 074208 4619 2565 25411 960789
92Nominaal en onvoorzien– 930– 93000009309300
93Geheim1 9691 96901 6571 65746– 312– 31246

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in het beleidsverslag.

Mij bekend,

De Minister van Justitie,

HOOFDSTUK 11- DEPARTEMENTALE SALDIBALANS

Saldibalans per 31 december 2006 van het ministerie van Justitie (bedragen in euro’s)

Debetzijde van de balans20062005
Uitgaven ten laste van de begroting5 709 295.557,815 577 784.275,87
Liquide middelen1 708 548,001 506 311,41
Uitgaven buiten begrotingsverband5 857 776,243 564 659,27
Openstaande rechten0,000,00
Extra-comptabele vorderingen479 210 356,72454 955 914,23
Tegenrekening extra-comptabele schulden0,000,00
Voorschotten2 454 469 567,983 226 029 956,98
Tegenrekening garantieverplichtingen2 758 540,912 653 558,34
Tegenrekening openstaande verplichtingen1 174 638 369,212 339 589 823,03
Deelnemingen0,000,00
Totaal9 827 938 716,8711 606 084 499,13
Creditzijde van de balans20062005
Ontvangsten ten gunste van de begroting1 111 533 840,601 091 124 971,42
Rekening-courant RHB4 379 566 281,954 306 879 904,44
Ontvangsten buiten begrotingsverband225 761 759,50184 850 370,69
Tegenrekening openstaande rechten0,000,00
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen479 210 356,72454 955 914,23
Extra-comptabele schulden0,000,00
Tegenrekening voorschotten2 454 469 567,983 226 029 956,98
Garantieverplichtingen2 758 540,912 653 558,34
Openstaande verplichtingen1 174 638 369,212 339 589 823,03
Tegenrekening deelnemingen0,000,00
Totaal9 827 938 716,8711 606 084 499,13

De Minister van Justitie,

namens de minister,

de directeur van de Directie Financieel-Economische Zaken wnd.,

drs. A. B. C. de Klerck

Toelichting op de saldibalans per 31 december 2006 van het ministerie van Justitie

Onderstaand wordt een toelichting verstrekt op de posten die zijn opgenomen in de saldibalans per 31 december 2006.

Met ingang van het begrotingsjaar 2006 is de dienst GBO als agentschap gaan administreren overeenkomstig met hetBaten en Lastenstelsel.

Debetzijde van de saldibalans

Uitgaven ten laste van de begroting

De post uitgaven ten laste van de begroting geeft per jaar de volgende stand:

 20062005
Uitgaven ten laste van de begroting 20050,005 577 784 275,87
Uitgaven ten laste van de begroting 20065 709 295 557,810,00
 5 709 295.557,815 577 784.275,87

De post «uitgaven ten laste van de begroting 2006» geeft het totaal weer van de in het jaar verantwoorde begrotingsuitgaven.

Volledigheidshalve wordt verwezen naar de financiële toelichting op de (niet-)beleidsartikelen waarin deze uitgaven nader worden toegelicht.

Onder het hoofd «uitgaven ten laste van de begroting 2005» is het totaalbedrag opgenomen van de begrotingsuitgaven over het begrotingsjaar 2005. De afrekening in 2006 heeft plaatsgevonden op initiatief van het ministerie van Financiën, nadat de Slotwet over het begrotingsjaar 2005 door de Staten-Generaal was goedgekeurd.

Liquide middelen

De liquide middelen worden als volgt gespecificeerd:

 20062005
Kas236 555,64313 109,25
Postbank1 471 850,331 191 719,11
Bank142,031 483,05
Saldo liquide middelen1 708 548,001 506 311,41

De saldi op de Bank en de Postbank worden veroorzaakt door de buitenlandse bankrekeningen die door het CJIB voor incasso-activiteiten worden aangehouden en die niet opgenomen zijn in de dagelijkse saldoregulatie.

Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

De uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen) worden als volgt gespecificeerd:

 20062005
Door te belasten uitgaven5 630 398,203 321 620,93
Salarisvoorschotten80 620,4571 409,37
Nog te verantwoorden salarisjournaal146 757,59171 628,97
Saldo uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)5 857 776,243 564 659,27

Door te belasten uitgaven

Het saldo van deze post wordt voornamelijk gevormd door projecten die door het ministerie van Justitie worden uitgevoerd en waarbij de uitgaven en ontvangsten niet binnen hetzelfde jaar worden verantwoord doordat achteraf op declaratiebasis de projectafrekening plaatsvindt.

Salarisvoorschotten

Op deze rekening worden de salarisvoorschotten verantwoord die door de decentrale diensten zijn verstrekt na goedkeuring van de salarisadministratie. Het verstrekte voorschot wordt vervolgens op het salaris van de medewerker ingehouden.

Nog te verantwoorden salarisjournaal

Het betreft hier mutaties uit het salarisjournaal die naar deze balansrekening zijn geboekt. Na beoordeling van de salarisadministratie worden deze posten verantwoord.

Extra-comptabele vorderingen

 20062005
Vorderingen binnen begrotingsverband479 210 356,72454 955 914,23
Saldo extra-comptabele vorderingen479 210 356,72454 955 914,23

Een onderscheid naar Justitie-organisaties geeft het volgende beeld:

Justitiebrede vorderingen1 479 027,90
Bestuursdepartement7 316 449,14
Jeugdbescherming en Reclassering607 633,09
Rechtspleging16 008 812,42
CJIB453 798 434,17

Naar aard kunnen de vorderingen als volgt worden ingedeeld:

Salarisvorderingen op ex-personeel1 479 027,90
Ministeries7 411 573,11
Semi-overheden/gesubsidieerde instellingen723 763,82
Voorlopig buiten invordering gestelde vorderingen3 290 484,03
Eénmalige debiteuren7 891 142,50
Advocaten rechtspraak3 483 700,95
Strafrechtelijke boetes (STRABIS)135 797 696,41
Sancties (wet Mulder)185 263 783,68
Vorderingen opgelegde ontnemingsmaatregelen132 736 954,08
Derden1 132 230,24

Het inningspercentage van de strafrechtelijke boetes bedraagt 66,6% en voor Sancties 95,4%. Het betreft hier het percentage van de zaken die binnen één jaar zijn geïnd c.q. afgedaan.

Opbouw van de vorderingen (x € 1miljoen) gerangschikt naar ouderdom is als volgt:

Jaar waarin de vordering is ontstaanBedrag
<20035,2
20036,8
200439,8
2005115,5
2006311,9
Totaal479,2

Omzetgegevens debiteuren over het jaar 2006

 aantalbedrag (x € 1 miljoen)
Stand per 1 januari 20063 984 926453,5
Bij: opgeboekte vorderingen13 167 0161 080,2
 17 151 9421 533,7
Af: betaalde vorderingen– 11 901 058– 1 000,4
Af: correcties– 960 000– 54,1
Stand per 31 december 20064 290 884479,2

Voorschotten

De post voorschotten wordt als volgt gespecificeerd:

 20062005
Voorschotten gesubsidieerde instellingen2 359 009 950,803 155 098 568,73
Incidentele reisvoorschotten199 279,66100 390,59
Doorlopende reisvoorschotten11 765,1013 624,92
Kasvoorschothouders22 846,9118 340,40
Voorschotten PC-privé21 940,9644 848,02
Overige voorschotten95 203 784,5570 754 184,32
Saldo voorschotten2 454 469 567,983 226 029 956,98

Met ingang van 2006 is een aanpassing doorgevoerd in de vastlegging van de voorschotten die betrekking hebben op de bijdrage aan de Raad voor de Rechtspraak. In 2005 is, conform de toen geldende afspraken, de bijdrage aan de Raad als voorschot in de administratie opgenomen. Deze afspraak is met ingang van 2006 komen te vervallen, waardoor het saldo van de subsidievoorschotten aanzienlijk is gedaald.

Opbouw van de voorschotten (x € 1 miljoen) gerangschikt naar ouderdom is als volgt:

JaarSubsidiesOverige voorschotten
<20034,11,0
200367,97,4
200410,24,9
2005771,918,7
20061 504,963,4
Totaal2 359,095,5

Overeenkomstig met de subsidievoorschriften dienen de gesubsidieerde instellingen binnen dertien weken na afloop van het boekjaar een door een registeraccountant gecertificeerde jaarrekening bij het ministerie van Justitie in te dienen. Na controle en accoordbevinding van de stukken wordt de subsidie definitief vastgesteld en vindt de verrekening met de verstrekte voorschotten plaats. Indien in afwijking van de wens van een gesubsidieerde instelling een of meerdere posten uit de jaarrekening niet subsidiabel worden verklaard, vindt overleg met betrokkenen plaats, alvorens tot vaststelling van de exploitatiesubsidie wordt overgegaan. Bij de overige voorschotten bestaat het saldo voornamelijk uit betalingen waarbij de bijbehorende prestatie op het moment van de betaling nog niet is verricht.

Tegenrekening garantieverplichtingen

 20062005
Tegenrekening garantieverplichtingen2 758 540,912 653 558,34

De tegenrekening garantieverplichtingen maakt onderdeel uit van de obligoboeking garantieverplichtingen.

Tegenrekening openstaande verplichtingen

 20062005
Tegenrekening openstaande verplichtingen1 174 638 369,212 339 589 823,03

De tegenrekening openstaande verplichtingen maakt onderdeel uit van de obligoboeking openstaande verplichtingen.

Creditzijde van de saldibalans

Ontvangsten ten gunste van de begroting

De post ontvangsten ten gunste van de begroting geeft per jaar de volgende stand:

 20062005
Ontvangsten ten gunste van de begroting 20050,001 091 124 971,42
Ontvangsten ten gunste van de begroting 20061 111 533 840,600,00

De post «ontvangsten ten gunste van de begroting 2006» geeft het totaal weer van de in het jaar verantwoorde begrotingsontvangsten. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de financiële toelichting op de (niet-)beleidsartikelen waarin deze uitgaven nader worden toegelicht.

Rekening-courant RHB

De post rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding geeft de volgende stand:

 20062005
Rekening-courant RHB4 379 566 281,954 306 879 904,44

Het saldo van deze post geeft de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weer. Het saldo sluit aan met het Rekening-Courant overzicht van de Afdeling Rijkshoofdboekhouding van het ministerie van Financiën.

Ontvangsten buiten begrotingsverband

De post ontvangsten buiten begrotingsverband wordt als volgt gespecificeerd:

 20062005
RC-kasbeheerders17 887,677 993,66
Vooruit ontvangen bedragen29 931 975,2326 678 665,25
Af te dragen inhoudingen35 793 651,4056 442 518,75
Nog te betalen premies0,00142 373,61
Te verrekenen BTW0,00867,92
Tussenrekening liquide middelen5 096 312,882 979 712,50
Af te wikkelen proceskosten1 874 130,522 280 922,46
Af te wikkelen OM36 079 298,8326 432 567,69
Conservatoir IBG108 976 374,2162 290 108,57
Gedeponeerde geldsommen7 992 128,767 594 640,28
Saldo ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)225 761 759,50184 850 370,69

RC-kasbeheerders

Met de onder het ministerie ressorterende kasbeheerders wordt een Rekening-Courantverhouding aangehouden. Het saldo wordt normaliter veroorzaakt door een tijdsverschil tussen het boeken in de concernadministratie en de decentrale financiële administratie.

Vooruit ontvangen bedragen

Het saldo van deze rekening bestaat voornamelijk uit sociale lasten over de maand december die bij de agentschappen in rekening zijn gebracht. Deze bedragen zijn in januari 2007 aan de diverse instanties afgedragen. Daarnaast wordt het creditsaldo opgenomen van de projecten die door het ministerie van Justitie worden uitgevoerd en waarbij de uitgaven en ontvangsten niet in hetzelfde jaar worden verantwoord.

Af te dragen inhoudingen

Op de rekening af te dragen inhoudingen is met name de loonheffing verantwoord, die in de maand december 2006 op deambtenarensalarissen is ingehouden. In de maand januari 2007 is deze post aan de Belastingdienst afgedragen.

Tussenrekening liquide middelen

Op deze rekening worden met name de ontvangsten tijdelijk verantwoord, waarbij er op het moment van ontvangst nog geen zekerheid bestaat over de bestemming van het geld. Het CJIB heeft een bedrag van € 1,5 miljoen ontvangen welke doorgestort gaat worden. Verder is een bedrag van € 3,3 miljoen in december 2006 door het ministerie van Justitie bedrijf Leeuwarden ontvangen inzake profijtgelden. Beide bedragen leiden niet tot een budgettaire ontvangst.

Af te wikkelen proceskosten

Deze rekening geeft het saldo weer van de proceskosten die nog met partijen moet worden afgerekend.

Af te wikkelen OM

Bedragen die in het kader van het «vrijlaten op borgtocht» van een verdachte zijn ontvangen, worden op deze rekening verantwoord. Daarnaast wordt deze rekening gecrediteerd voor de gelden die in beslag genomen zijn. De uiteindelijke bestemming van de gelden kan worden bepaald door een uitspraak van de rechter in de desbetreffende zaak of door het Openbaar Ministerie. Een dergelijke beslissing kan leiden tot geheel of gedeeltelijke teruggave of verbeurdverklaring van het in beslag genomen geld.

Conservatoir In Beslaggenomen Gelden

Het creditsaldo op deze rekening wordt gevormd door de gelden waarop in het kader van ontnemingsmaatregelen conservatoir beslag is gelegd.

Gedeponeerde geldsommen

Betreft ontvangsten van partijen in rechtszaken waarvan de rechter een deskundigenonderzoek heeft gelast. De kosten van het deskundigenonderzoek worden hiermee gefinancierd.

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

De post tegenrekening extra-comptabele vorderingen wordt als volgt gespecificeerd:

 20062005
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen479 210 356,72454 955 914,23

De tegenrekening extra-comptabele vorderingen maakt onderdeel uit van de obligoboeking van de extra-comptabele vorderingen.

Tegenrekening voorschotten

De tegenrekening voorschotten maakt onderdeel uit van de obligoboeking van de openstaande voorschotten.

 20062005
Tegenrekening voorschotten2 454 469 567,983 226 029 956,98

Garantieverplichtingen

De rekening garantieverplichtingen geeft de volgende stand:

 20062005
Garantieverplichtingen2 758 540,912 653 558,34

Openstaande verplichtingen

De rekening openstaande verplichtingen geeft de volgende stand:

 20062005
Openstaande verplichtingen1 174 638 369,212 339 589 823,03

Staat van de openstaande verplichtingen per 31 december 2006 (bedragen x € 1 000,00)

Openstaande verplichtingen per 1 januari 2006 2 342 243
Aangegane verplichtingen in het begrotingsjaar 20064 544 449 
   
Tot betaling gekomen in het begrotingsjaar 2006– 5 709 296 
  – 1 164 846
Openstaande verplichtingen per 31 december 2006 1 177 397

Een opgave per begrotingsartikel van de stand per 31 december 2006 van het deel van de aangegane verplichtingen dat nog niet tot uitgaven heeft geleid (bedragen op duizenden euro’s naar boven afgerond), geeft het volgende beeld:

Artikelnr.Omschrijving(x € 1 000)
11Nederlandse rechtsorde395
12Rechtspleging en rechtsbijstand389 761
13Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding251 603
14Jeugd61 376
15Vreemdelingen390 206
16Integratie42 306
17Internationale Rechtsorde0
91Algemeen38 991
   
Totaal aangegane verplichtingen, die nog niet tot uitgaven hebben geleid1 174 638
   
13Garantieverplichting voor procesrisico’s van faillissementscuratoren2 759
Totaal overlopende verplichtingen1 177 397

Met ingang van 2006 is een aanpassing doorgevoerd in de vastlegging van de verplichtingen die betrekking hebben op de bijdrage aan de Raad voor de Rechtspraak (artikel 12). In 2005 zijn, conform de toen geldende afspraken, de verplichtingen voor 2006 vastgelegd. In 2006 is geen verplichting voor het begrotingsjaar 2007 opgenomen. Dit betekent dat in 2006 een eenmalige daling in de stand van artikel 12 optreedt.

HOOFDSTUK 12 – BATEN-LASTENDIENSTEN

12.0 SAMENVATTENDE VERANTWOORDINGSSTAAT 2006 INZAKE BATEN-LASTENDIENSTEN VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE (VI)

  x € 1 000

  (1)(2)(3)=(2)-(1)
Art.OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
.01Immigratie en Naturalisatiedienst   
     
 Totale baten292 389324 86332 474
 Totale lasten292 389336 35543 966
 Saldo van baten en lasten0– 11 492– 11 492
     
 Totale kapitaalontvangsten3 1002 991– 109
 Totale kapitaaluitgaven– 10 345– 10 926– 581
     
.02Dienst Justitiële Inrichtingen   
 Totale baten1 864 9781 906 41641 438
 Totale lasten1 864 9781 888 14923 171
 Saldo van baten en lasten018 26718 267
     
 Totale kapitaalontvangsten55 00017 655– 37 345
 Totale kapitaaluitgaven– 83 898– 86 879– 2 981
     
.03Centraal Justitieel Incassobureau   
 Totale baten80 86685 3404 474
 Totale lasten80 86685 6524 786
 Saldo van baten en lasten0– 312– 312
     
 Totale kapitaalontvangsten2 2904 9832 693
 Totale kapitaaluitgaven– 5 051– 8 041– 2 990
     
.04Nederlands Forensisch Instituut   
 Totale baten43 92151 9668 045
 Totale lasten43 92148 9775 056
 Saldo van baten en lasten02 9892 989
     
 Totale kapitaalontvangsten3 7005 2001 500
 Totale kapitaaluitgaven– 9 062– 10 324– 1 262
     
.05Justitiële Uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit, Screening   
 Totale baten16 63521 4714 836
 Totale lasten16 10915 628– 481
 Saldo van baten en lasten5265 8435 317
     
 Totale kapitaalontvangsten1 512130– 1 382
 Totale kapitaaluitgaven– 4 190– 5 442– 1 252
     
.06Gemeenschappelijke beheerorganisatie   
 Totale baten14 95921 5616 602
 Totale lasten14 83419 7874 953
 Saldo van baten en lasten1251 7741 649
     
 Totale kapitaalontvangsten3 3782 994– 384
 Totale kapitaaluitgaven– 4 471– 4 994– 523

12.1 IMMIGRATIE EN NATURALISATIEDIENST (IND)

Toelichting exploitatie 2006

Baten

Opbrengst moederdepartement

Bij 1e suppletore wet is de bijdrage moederdepartement toegenomen door stijging van de asielinstroom en de reguliere instroom (€ 25 miljoen). Ook is een bedrag van € 20,1 miljoen toegekend voor het programma «IND bij de Tijd» en is een bedrag van € 13,8 miljoen toegekend voor de taakstelling «niet doorberekenen kosten PV in de leges».

Opbrengsten derden

Per 1 januari 2006 is de leges voor naturalisatie, binnen de bestaande methodiek, verhoogd. Het aantal aanvragen voor naturalisatie is evenals in 2005, lager dan begroot. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met de tarieven per 1 juli 2005 in het kader van het nieuwe legeshuis. De invoering hiervan voor naturalisatieaanvragen heeft echter in 2006 niet plaatsgevonden daar er nog geen besluit is over genomen. Als gevolg hiervan is de realisatie achter gebleven op de begroting.

Het aantal aanvragen voor een Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV) en een Verblijfsvergunning Regulier (VVR) ligt lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Ook ten opzichte van 2005 is een sterke daling te zien van het aantal aanvragen. Deze daling is mede veroorzaakt door de invoering van het inburgeringexamen buitenland per 15 maart 2006.

Lasten

Personele kosten

Door de stijging van de asielinstroom en de reguliere instroom zijn zowel de ambtelijke personele kosten als de niet-ambtelijke personele kosten gestegen. Ook zijn de personele kosten gestegen door het programma «IND bij de Tijd» voor het inlopen van de achterstanden bij de IND en voor projecten en de vervolgacties naar aanleiding van het Algemene Rekenkameronderzoek.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn ongeveer € 5 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De navolgende (belangrijkste) oorzaken zijn hiervoor te benoemen:

– € 12 miljoen lagere programmalasten door lagere kosten van verwijderingen, proceskosten, tolken en documenten;

– circa € 7 miljoen hogere lasten in de bedrijfsvoering door een toename van de personele capaciteit (zoals aangegeven bij opbrengst moederdepartement).

Dotatie voorziening FPU+

In 2006 is een bedrag van ongeveer € 0,3 miljoen aan de voorziening gedoteerd.

Saldo Baten en Lasten

Over 2006 is een negatief saldo van baten en lasten van € 11,5 miljoen gerealiseerd. Bij voorjaarsnota worden nadere afspraken gemaakt over de aanvulling van het eigen vermogen.

Balans per 31 december 2006 x € 1 000

OmschrijvingBalans 2006Balans 2005
Activa  
Immateriële activa
Materiële activa  
* grond en gebouwen3 1713 248
* installaties en inventarissen3 0043 601
* overige materiële vaste activa4 2785 246
Voorraden1 4281 734
Debiteuren2 9763 331
Nog te ontvangen14 71716 108
Liquide middelen25 66132 725
Totaal activa55 23565 993
   
Passiva  
Eigen Vermogen  
* exploitatiereserve7 4111 569
* verplichte reserves
* onverdeeld resultaat– 11 4925 842
Leningen bij het ministerie van Financiën10 90714 808
Voorzieningen8 0619 197
Crediteuren14 0999 487
Nog te betalen26 24925 090
Totaal passiva55 23565 993

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Baten   
Opbrengst moederdepartement216 797281 93365 136
Opbrengst overige departementen
Opbrengsten derden75 39242 615– 32 777
Rentebaten200315115
Buitengewone baten
Totaal baten292 389324 86332 474
    
Lasten   
Apparaatskosten   
* personele kosten156 500206 39549 895
* materiële kosten128 725123 563– 5 162
Rentelasten602469– 133
Afschrijvingskosten   
* materieel6 5625 642– 920
* immaterieel
Overige lasten   
* dotaties voorzieningen286286
Totaal lasten292 389336 35543 966
Saldo baten en lasten0– 11 492– 11 492

Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
1 Rekening courant RHB 1 januari 200622 48832 71110 223
    
2 Totaal operationele kasstroom6 4821 803– 4 679
    
3a totaal investeringen– 3 100– 4 125– 1 025
3b totaal boekwaarden desinvesteringen9191
3 Totaal investeringskasstroom– 3 100– 4 034– 934
    
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement
4b eenmalige storting door moederdepartement
4c aflossingen op leningen– 7 245– 6 801444
4d beroep op leenfaciliteit3 1002 900– 200
4 Totaal financieringskasstroom– 4 145– 3 901244
    
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)21 72526 5794 854

12.2 DIENST JUSTITIELE INRICHTINGEN (DJI)

Toelichting exploitatie 2006

Baten

De bijdrage 2006 van het moederdepartement is gedurende het jaar met in totaal € 10,4 miljoen bijgesteld in verband met beleidsin- en extensiveringen (– € 1,4 miljoen), loon- en prijsbijstelling (€ 37,9 miljoen), technische bijstellingen (– € 24,3 miljoen) en (inter)departementale boekingen (– € 1,8 miljoen).

In de financiële verantwoording is rekening gehouden met een aan het moederdepartement terug te betalen post ad € 32,3 miljoen, omdat de gemaakte afspraken met betrekking tot de productie- en de bezetting van de capaciteit afwijken van de gemaakte productieafspraken. Bovendien dient € 1,7 miljoen van de ontvangen projectgelden aan het moederdepartement te worden terugbetaald. Voorts zijn de vooruitontvangen bijdragen in de balans met € 16,5 miljoen toegenomen. Hierdoor is per saldo de gerealiseerde opbrengst van het moederdepartement in de staat van baten en lasten € 40,1 miljoen lager dan de stand in de oorspronkelijke begroting.

De gerealiseerde opbrengsten van derden zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting € 33,2 miljoen hoger uitgekomen. Deze hogere opbrengst is voornamelijk het gevolg van de toename van de dienstverlening aan derden, waaronder bewakings- en beveilingsdiensten ten behoeve van andere overheidsdiensten. Bovendien is een administratieve inhaalslag gemaakt met betrekking tot de subsidievaststellingen uit voorgaande jaren, hetgeen heeft geleid tot een incidentele opbrengst.

Door het optimaliseren van het liquiditeitenbeheer, waaronder het gebruik maken van de depositofaciliteit van het ministerie van Financiën, is een bedrag ad € 9,9 miljoen aan rentebaten gerealiseerd.

Met de bijdrage van het moederdepartement en de overige opbrengsten dient DJI de kosten af te dekken die worden gemaakt om de afgesproken productietaakstelling en de opdrachten voor derden te realiseren. De gerealiseerde capaciteiten en dagprijzen zijn opgenomen en nader toegelicht bij de betrokken operationele doelstellingen, te weten: 13.4, 14.2 en 15.3.

Lasten

De apparaatskosten zijn circa € 1,5 miljoen hoger uitgekomen dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

Bij een aantal producten is de gerealiseerde productie achtergebleven ten opzichte van de taakstelling. Zo is bij de reguliere strafrechtelijke capaciteit van het Gevangeniswezen en de vreemdelingenbewaring de productie per saldo circa 600 plaatsen (inclusief 300 extra arrestanten-plaatsen) lager uitgekomen dan de bijgestelde taakstelling. Deze lagere productie heeft een drukkend effect gehad op de kosten. Bovendien is in een aantal sectoren van DJI een lagere bezetting van de capaciteit gerealiseerd dan oorspronkelijk gepland, hetgeen eveneens heeft bijgedragen aan een lagere kostenrealisatie. Hier staat tegenover dat diverse maatregelen die zijn getroffen in het kader van de brandveiligheid van de inrichtingen hebben geleid tot extra kosten.

Als gevolg van het opnieuw in gebruik nemen van een groot deel van het cellencomplex op Schiphol is een aanzienlijk deel van de eerder in 2005 gevormde voorziening voor het afkopen van de boekwaarde van dit complex, als buitengewone bate vrijgevallen. Bovendien is ten aanzien van een aantal andere panden besloten deze (langer) in gebruik te houden. Ook deze vrijval uit de voorziening is opgenomen in de buitengewone baten.

Saldo van baten en lasten

Uiteindelijk is over 2006 een positief resultaat ad € 18,3 miljoen gerealiseerd. Dit komt overeen met circa 1% van de totale omzet in 2006. Dit saldo is het resultaat van de consolidatie van de verlies- en winstrekeningen van de onder de DJI ressorterende inrichtingen en diensten en de bovengenoemde incidentele zaken.

Voorgesteld wordt € 8,5 miljoen van het exploitatieresultaat 2006 toe te voegen aan de exploitatiereserve. Hiermee wordt de maximaal toegestane omvang ad € 91,5 miljoen bereikt (het maximum van 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaren). De resterende € 9,8 miljoen zal conform de Regeling baten-lastendiensten terugvloeien naar het moederdepartement.

Balans per 31 december 2006 x € 1 000

OmschrijvingBalans 2006Balans 2005
Activa  
Immateriële activa
Materiële activa  
* installaties en inventarissen156 769167 010
* overige materiële vaste activa11 93214 102
* eigenaarszaken RGD0346
Voorraden5 2245 584
Debiteuren14 21212 844
Nog te ontvangen136 313137 778
Liquide middelen215 901174 624
Totaal activa540 351512 288
   
Passiva  
Eigen Vermogen  
* exploitatiereserve82 93354 431
* verplichte reserves
* onverdeeld resultaat18 26728 502
Leningen bij het ministerie van Financiën49 66278 281
Voorzieningen110 935151 177
Crediteuren37 44034 535
Nog te betalen241 114165 362
Totaal passiva540 351512 288

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Baten   
Opbrengst moederdepartement1 664 1551 624 089– 40 066
Bijdrage IPZ2 4822 4820
Opbrengst overige departementen
Opbrengsten derden196 341229 51933 178
Rentebaten2 0009 9177 917
Buitengewone baten40 40940 409
Totaal baten1 864 9781 906 41641 438
    
Lasten   
Apparaatskosten   
* personele kosten931 062915 454– 15 608
* materiële kosten880 668897 78317 116
Rentelasten4 5162 614– 1 902
Afschrijvingskosten   
* materieel45 85953 0267 167
* immaterieel
Overige lasten   
* dotaties voorzieningen2 87419 27216 398
Totaal lasten1 864 9781 888 14923 171
    
Saldo baten en lasten018 26718 267

Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
1 Rekening courant RHB 1 januari 200667 036172 565105 529
    
2 Totaal operationele kasstroom24 377110 49186 114
    
3a totaal investeringen– 65 000– 58 2606 740
3b totaal boekwaarden desinvesteringen17 65517 655
3 Totaal investeringskasstroom– 65 000– 40 60524 395
    
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement
4b eenmalige storting door moederdepartement
4c aflossingen op leningen– 18 898– 28 619– 9 721
4d beroep op leenfaciliteit55 0000– 55 000
4 Totaal financieringskasstroom36 102– 28 619– 64 721
    
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)62 515213 832151 317

12.3 CENTRAAL JUSTITIEEL INCASSOBUREAU (CJIB)

Toelichting exploitatie 2006

Baten

De opbrengst moederdepartement van het CJIB in de staat van baten en lasten is hoger dan het bedrag dat is vastgesteld in de begroting 2006. De reden hiervoor is hoofdzakelijk een hogere productie van WAHV-sancties (ongeveer 1,3 miljoen zaken meer dan begroot). Hieruit vloeit voort dat de hiermee samenhangende kosten hoger zijn dan begroot. Daarnaast heeft het CJIB middelen gekregen voor zijn meerjarig programma NoorderWint, de systeemvernieuwing van het CJIB.

Lasten

De personele kosten zijn hoger dan begroot, doordat meer WAHV-sancties zijn afgedaan.

De materiële kosten zijn lager dan begroot, omdat de huisvestingskosten lager zijn uitgevallen. Onder de materiële kosten is de eigen bijdrage van het CJIB (€ 1 miljoen) aan de systeemvernieuwing begroot. De realisatie hiervan is verantwoord onder de post Systeemvernieuwing.

De afschrijvingskosten liggen lager, doordat investeringen op een later tijdstip hebben plaatsgevonden of lager zijn uitgevallen dan verwacht.

In verband met de ontvlechting van de VIP-werkzaamheden naar de Justitiële InformatieDienst heeft er een overboeking van middelen plaatsgevonden ten laste van de Dover-gelden naar de Justitiële InformatieDienst. Hierdoor zijn de kosten ook lager dan begroot.

De kosten Systeemvernieuwing betreffen de kosten van het meerjarig programma NoorderWint. De kosten zijn hoger dan begroot, onder meer omdat het CJIB de in 2006 geraamde meerkosten van het gehele programma (€ 2,1 miljoen) ten laste van zijn exploitatie heeft gebracht. Deze meerkosten houden voornamelijk verband met het uitstel van de invoering van de OM-afdoening. In de balans is onder de post nog te betalen ondermeer een bedrag van € 6 miljoen als vooruitontvangen gelden programma NoorderWint en een bedrag van € 3 miljoen als meerkosten programma NoorderWint verantwoord.

Saldo van baten en lasten

Het CJIB heeft over 2006 een beperkt negatief resultaat van € 0,3 miljoen behaald. Dit zal ten laste van de exploitatiereserve worden gebracht.

Balans per 31 december 2006 x € 1 000

OmschrijvingBalans 2006Balans 2005
Activa  
Immateriële activa802653
Materiële activa  
* grond en gebouwen3 2473 228
* installaties en inventarissen4 6045 057
* overige materiële vaste activa7 6444 729
Voorraden
Debiteuren5437
Nog te ontvangen2 572990
Liquide middelen26 28820 462
Totaal activa45 21135 156
   
Passiva  
Eigen Vermogen  
* exploitatiereserve2 5061 142
* verplichte reserves802653
* onverdeeld resultaat– 3121 513
Leningen bij het ministerie van Financiën16 64614 073
Voorziening FPU-plus9161 006
Crediteuren9 4718 164
Nog te betalen15 1828 605
Totaal passiva45 21135 156

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Baten   
Opbrengst moederdepartement80 18684 3154 129
Opbrengst overige departementen346346
Opbrengsten derden5558– 547
Rentebaten125671546
Buitengewone baten
Exploitatiebijdrage
Totaal baten80 86685 3404 474
    
Lasten   
Apparaatskosten   
* personele kosten32 66937 4894 820
* materiële kosten27 49426 326– 1 168
Gerechtskosten6 5936 537– 56
Rentelasten501613112
Afschrijvingskosten   
*materieel3 1072 677– 430
* immaterieel240135– 105
Dovergelden3 5851 463– 2 122
Systeemvernieuwing6 67710 3033 626
Overige lasten   
* dotaties voorzieningen5151
Bijzondere waardevermindering5858
Totaal lasten80 86685 6524 786
    
Saldo baten en lasten0– 312– 312

Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
1 Rekening courant RHB 1 januari 200611 52720 4588 931
    
2 Totaal operationele kasstroom3 3478 8805 533
    
3a totaal investeringen– 2 290– 5 654– 3 364
3b totaal boekwaarden desinvesteringen2323
3 Totaal investeringskasstroom– 2 290– 5 631– 3 341
    
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement
4b eenmalige storting door moederdepartement
4c aflossingen op leningen– 2 761– 2 387374
4d beroep op leenfaciliteit2 2904 9602 670
4 Totaal financieringskasstroom– 4712 5733 044
    
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)12 11326 28014 167

12.4 NEDERLANDS FORENSISCH INSTITUUT (NFI)

Toelichting exploitatie 2006

Baten

De opbrengst van het moederdepartement aan het NFI was in het uitvoeringsjaar 2006 met circa € 6,6 miljoen naar boven bijgesteld voornamelijk als gevolg van het programma Verbetering Opsporing en Vervolging (VOV) en loon- en prijsbijstelling. De opbrengst derden viel circa € 1,3 miljoen hoger uit als gevolg van de declaratie PIDS (€ 1,1 miljoen). Hier staan echter ook € 1,1 miljoen aan kosten tegenover.

Lasten

In 2006 is een resultaat van circa € 3,0 miljoen gerealiseerd. Naast de afrekening 2005 is het resultaat ook het gevolg van het feit dat een groot deel van het VOV-programma uitgevoerd wordt met ervaren NFI-personeel. Dit heeft geleid tot vacatures elders in de NFI-organisatie die deels pas in de loop van de tweede helft van 2006 konden worden opgevuld. Die ontwikkeling heeft zijn invloed gehad op de kostenontwikkeling in 2006.

Saldo van baten en lasten

Het grootste deel van het resultaat over 2006 zal worden toegevoegd aan de exploitatiereserve.

Balans per 31 december 2006 x € 1 000

OmschrijvingBalans 2006Balans 2005
Activa  
Immateriële activa
Materiële activa  
* grond en gebouwen
* installaties en inventarissen16 74717 305
* overige materiële vaste activa1 1341 245
Voorraden82114
Debiteuren462239
Nog te ontvangen1 281699
Liquide middelen14 3935 151
Totaal activa34 09924 753
   
Passiva  
Eigen Vermogen  
* exploitatiereserve470
* verplichte reserves
* onverdeeld resultaat2 989– 470
Leningen bij het ministerie van Financiën19 47021 165
Voorzieningen615721
Crediteuren1 388714
Nog te betalen9 6372 153
Totaal passiva34 09924 753

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Baten   
Opbrengst moederdepartement42 47649 1216 645
Opbrengst overige departementen
Opbrengsten derden1 3852 6651 280
Rentebaten60176116
Buitengewone baten44
Totaal baten43 92151 9668 045
    
Lasten   
Apparaatskosten   
* personele kosten20 33422 6542 320
* materiële kosten17 35621 1343 778
Rentelasten755713– 42
Afschrijvingskosten   
* materieel5 4764 476– 1 000
* immaterieel
Overige lasten   
* dotaties voorzieningen
Totaal lasten43 92148 9775 056
    
Saldo baten en lasten02 9892 989

Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
1 Rekening courant RHB 1 januari 20066 3715 147– 1 224
    
2 Totaal operationele kasstroom5 47614 3648 888
    
3a totaal investeringen– 3 700– 5 049– 1 349
3b totaal boekwaarden desinvesteringen1 6201 620
3 Totaal investeringskasstroom– 3 700– 3 429271
    
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement
4b eenmalige storting door moederdepartement
4c aflossingen op leningen– 5 362– 5 27587
4d beroep op leenfaciliteit3 7003 580– 120
4 Totaal financieringskasstroom– 1 662– 1 695– 33
    
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)6 48514 3877 902

12.5 Justitiële Uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit, Screening (dienst JUSTIS)

Toelichting exploitatie 2006

Baten

De opbrengsten van het moederdepartement zijn in 2006 hoger uitgevallen vanwege:

– een hogere bijdrage vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het werkproces Bevordering Integere Besluitvorming door het Openbaar Bestuur;

– een ophoging van het budget ten behoeve van de bekostiging van de werkprocessen Buitengewone Opsporingsambtenaren, Wet Particuliere Beveiliging en Opsporing en Wet Wapens en Munitie/Flora en Fauna Wet;

– een ophoging van het budget ten behoeve van de bekostiging van het werkproces Gratie.

De opbrengsten derden zijn hoger dan geraamd door de hogere productie bij de werkprocessen Centraal Testamenten Register, Verklaring Omtrent Gedrag en Verklaring van Geen Bezwaar.

Door een adequaat kasbeheer zijn de rentebaten hoger dan voorzien.

Lasten

De personele lasten vielen in 2006 lager uit, omdat binnen Justis een aantal vacatures zijn ontstaan die langere tijd open zijn gebleven. Als gevolg hiervan vielen de uitbetalingen van de salarissen lager uit. Hier staat echter tegenover dat op deze vacatures extern is ingehuurd waardoor de materiële kosten hoger zijn uitgevallen dan voorzien.

De Dienst Justis heeft in 2006 de reorganisatie van 2005 afgerond. Voor de kosten van de herplaatsingskandidaten is de in 2005 aangelegde voorziening verder uitgeput.

Justis heeft in 2006 minder geïnvesteerd in vaste activa met als resultaat dat de lening bij het ministerie van Financiën lager is uitgevallen dan was voorzien en daarmee ook de rentelasten.

Door de lagere investeringen in materieel zijn de afschrijvingen lager dan begroot.

Saldo van baten en lasten

Dienst Justis heeft 2006 met een positief resultaat afgesloten. In 2006 was het werkproces Centraal Testamenten Register voor het laatst ondergebracht bij Justis en het gemeentelijk deel van de leges Verklaring Omtrent Gedrag is opgehoogd en er derhalve bij deze twee producten geen sprake meer is van meeropbrengsten. Justis heeft in 2006 een resultaat behaald van € 5,8 miljoen. In overleg met het moederdepartement zal hier een bestemming aan worden gegeven.

Balans per 31 december 2006 x € 1 000

OmschrijvingBalans 2006Balans 2005
Activa  
Immateriële activa
Materiële activa  
* grond en gebouwen
* installaties en inventarissen507599
* overige materiële vaste activa164131
Voorraden
Debiteuren1 9271 799
Nog te ontvangen6566
Liquide middelen8 1376 974
Totaal activa10 8009 569
   
Passiva  
Eigen Vermogen  
* exploitatiereserve1 104
* verplichte reserves
* onverdeeld resultaat5 8436 204
Leningen bij het ministerie van Financiën598649
Voorzieningen7071 187
Crediteuren21
Nog te betalen2 5481 508
Totaal passiva10 8009 569

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Baten   
Opbrengst moederdepartement9393 0482 109
Opbrengst overige departementen
Opbrengsten derden15 69618 2162 520
Rentebaten207207
Buitengewone baten
Exploitatiebijdrage
Totaal baten16 63521 4714 836
    
Lasten   
Apparaatskosten   
* personele kosten8 6188 258– 360
* materiële kosten6 8267 126300
Rentelasten7223– 49
Afschrijvingskosten   
* materieel593221– 372
* immaterieel
Overige lasten   
* dotaties voorzieningen
Totaal lasten16 10915 628– 481
    
Saldo baten en lasten2 0265 8435 317

Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
1 Rekening courant RHB 1 januari 20062 9856 9743 989
    
2 Totaal operationele kasstroom2 6196 4753 856
    
3a totaal investeringen– 1 512– 1621 350
3b totaal boekwaarden desinvesteringen
3 Totaal investeringskasstroom– 1 512– 1621 350
    
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement– 2 085– 5 100– 3 015
4b eenmalige storting door moederdepartement
4c aflossingen op leningen– 593– 180413
4d beroep op leenfaciliteit1 512130– 1 382
4 Totaal financieringskasstroom– 1 166– 5 150– 3 984
    
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)2 9268 1375 211

12.6 GEMEENSCHAPPELIJKE BEHEERORGANISATIE (GBO)

Toelichting exploitatie 2006

Het verslagjaar 2006 was voor de GBO het eerste officiële jaar waarin volledig volgens het baten-lastenstelsel is gewerkt. GBO verzorgt het beheer van de personele en financiële systemen, de ontwikkeling en het beheer van intranet- en internetsites en het beheer van andere gemeenschappelijke bedrijfsvoeringsystemen van het ministerie van Justitie. Daarnaast adviseert GBO over de inrichting van deze systemen. De producten en diensten van GBO zijn onderverdeeld in drie clusters: Beheer, Opleidingen en Aanvulling & Uitbreiding Dienstverlening (projecten).

Baten

Ten opzichte van de begroting 2006 is sprake van een hogere omzet dan begroot. Dit komt door de extra vraag van opdrachtgevers naar projecten, toename van de beheerdiensten, meer vraag naar gebruikersopleidingen, uitbreiding met de Coördinerende Inkoop- en Contractmanagement Organisatie ICT en medegebruik van de gemeenschappelijke computervloer van het programma Shared Servicecentrum ICT van Justitie.

Lasten

Tegenover de gestegen baten staat een toename van de lasten als gevolg van meer inhuur en materiële kosten vanwege de klantprojecten en het aandeel van GBO in de kosten van de gemeenschappelijke computervloer. Daartegenover staan meevallers, zoals minder huisvestings- en apparaatskosten, minder salariskosten eigen personeel, uitgestelde onderhoudskosten en minder afschrijvingskosten door levensduurverschillen en in overleg met opdrachtgevers uitgestelde investeringen.

Saldo baten en lasten

Het onverdeeld resultaat van 2006 komt uit op € 1,77 miljoen. Over de bestemming hiervan worden nog afspraken gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden dat de exploitatiereserve binnen de toegestane marge van 5% van de omzet blijft.

Balans per 31 december 2006 x € 1 000

OmschrijvingBalans 20061-1-2006*
Activa  
Immateriële activa
Materiële activa  
* grond en gebouwen
* installaties en inventarissen143206
* overige materiële vaste activa2 4652 786
Voorraden
Debiteuren1 8881 310
Nog te ontvangen326333
Liquide middelen2 168
Totaal activa6 9904 635
   
Passiva  
Eigen Vermogen  
* exploitatiereserve77
* verplichte reserves
* onverdeeld resultaat1 774
Leningen bij het ministerie van Financiën1 9332 992
Voorzieningen427498
Crediteuren1 063316
Nog te betalen1 786822
Totaal passiva6 9904 635

* Betreft de definitieve openingsbalans

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Baten   
Opbrengst moederdepartement14 95021 5216 571
Opbrengst overige departementen
Opbrengsten derden
Rentebaten9– 9
Buitengewone baten4040
Exploitatiebijdrage
Totaal baten14 95921 5616 602
    
Lasten   
Apparaatskosten   
* personele kosten7 0179 9912 974
* materiële kosten6 0228 4022 380
Rentelasten7569– 6
Afschrijvingskosten1 7201 325– 395
* materieel   
* immaterieel   
Overige lasten   
* dotaties voorzieningen
Totaal lasten14 83419 7874 953
    
Saldo baten en lasten1251 7741 649

Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000

 (1)(2)(3)=(2)-(1)
 Oorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006000
    
2 Totaal operationele kasstroom1 7204 1682 448
    
3a totaal investeringen– 791– 944– 153
3b totaal boekwaarden desinvesteringen22
3 Totaal investeringskasstroom– 791– 942– 151
    
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement– 2 587– 2 992– 405
4b eenmalige storting door moederdepartement000
4c aflossingen op leningen– 1 093– 1 05835
4d beroep op leenfaciliteit3 3782 992– 386
4 Totaal financieringskasstroom– 302– 1 058– 756
    
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)6272 1681 541

D BIJLAGEN

HOOFDSTUK 13 – OVERZICHTSCONSTRUCTIES

13.1 Asiel en migratie

Tabel 1 Overzichtsconstructie asiel en migratie

Ministerie15 Beleidsdoelstelling Vreemdelingen (met relevante activiteiten)Operationele doelstellingPrestatiegegevensRealisatie
15.1 Verblijfsrechten vreemdelingen
JustitieToelating asiel en regulier15.1 Een vreemdeling die een verblijfsvergunning aanvraagt krijgt binnen de daarvoor gestelde termijn een beslissing uitgereikt.– Aantal afgehandelde procedures asiel, regulier en naturalisatie– Het binnen de wettelijke termijn genomen aantal eerste beslissingen asiel, regulier en naturalisatie– Houdbaarheidspercentage van beschikkingen bij de rechter– asiel 33 592– regulier 285 493– naturalisatie 23 884– asiel 91%– regulier 89%– naturalisatie 99%– asiel 79%– regulier 77%– naturalisatie niet van toepassing
     
Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties – Politie15.1 Toelating– Toetsen van bepaalde aanvragen regulier– Uitreiken beschikkingen asiel en regulierIntegrale financiering van de politiezorg.– Aantal politierelevante asielprocedures– Aantal instromers– Aantal procedures– Aantal verwijderingenIn 2006 is de werkvoorraad voor asiel voor de regiokorpsen op basis van de cijfers van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hoger uitgevallen dan waar rekening mee werd gehouden bij de begrotingsvoorbereiding 2006. Daarnaast is de kostprijs voor asielgerela- teerde taken in 2006 geste- gen. De totale bijdrage voor asiel in 2006 bedraagt daarmee € 39,6 miljoen.
     
Buitenlandse Zaken Als ketenpartner kwalitatief hoogwaardige bijdra- gen leveren aan de uit- voering van het Nederlandse vreemdelingenbeleid. – Het EU-visum-, asiel- en migratiebeleid is verder geharmoniseerd, met specifieke aandacht voor de externe dimen- sie van dit beleid en de uitvoering daarvan, en de samenwerking met derde landen.– Geregeld overleg geweest in EU-verband met het oog op verdere harmonisatie van het vreemdelingenbeleid.
   – De internationale uit- wisseling van ervarin- gen en «best practices» op het gebied van per- sonenverkeer is verbeterd door middel van samenwerking in de IGC.– Als internationaal gewaardeerd deelnemer aan internationale fora een voortrekkersrol spelen op het gebied van migratie.
   – Beleid op het gebied van ontwikkeling en migratie, bescherming in de regio en terugkeer is, in verschillende nationale en internationale fora, verder ont- wikkeld en uitgewerkt.– Duurzame ontwikkeling van de herkomstlanden. Afname van secundaire migratiestromen naar de Europese Unie.
   – Individuele- en algemene ambtsberichten zijn tijdig geleverd en accuraat voor de beoordeling van asielverzoe- ken en de vaststelling van het landgebonden asielbeleid.– In 2006 zijn 33 AAB geschreven en 303 IAB’s. Doorlooptijd van de IAB’s bedroeg ruim 20 weken.
   – De Nederlandse vertegenwoordigingen heb- ben het inburgeringsexamen zoals geregeld in de vreemdelingenwet gefaciliteerd.– Per 15 maart 2006 is de WIB in werking getreden en hebben de posten het inburgeringsexamen conform de regelgeving gefaciliteerd.
   – Het nieuwe geautomatiseerde visuminforma- tiesysteem (NVIS) is geïmplementeerd.– Het NVIS is in 2006 nog niet geïmplementeerd. In 2006 is de eerste versie van NVIS gebouwd en getest heeft op een buitenlandse post een pilot plaatsgevonden. De wereldwijde implementatie wordt in 2007 uitgevoerd.
     
Gedurende beoordeling verblijf
JustitieAsielopvang15.2 Asielzoekers die in afwachting zijn van een uitspraak over hun eerste aanvraag voor een ver- blijfsvergunning worden opgevangen.– Aantal op te vangen rechthebbende perso- nen– Aantallen opvangplaatsen– Uit te voeren regelingen– Gemiddelde bezetting 27 329– 33 064 capaciteitsplaatsen– RVA 25 732 Reba 25 732 Faciliteitenbesluit 28 626 RVB 350
   – Aantal te huisvesten vergunninghouders (statushouders)– In 2006 zijn in het kader van de op grond van de Huisvestingswet opgelegde taakstellingen vol- gens opgave van de gemeenten 7 427 ver- gunninghouders gehuisvest. De achterstand op de taakstelling is in 2006 met ongeveer 320 plaat- sen verminderd; op 1 januari 2007 bedraagt de achterstand nog 1 407 te leveren plaatsen.
   – Uitvoering van de nasleep van de reeds ingetrokken Zorgwet– Gedurende het jaar 2006 is het aantal ex-VVTV’ers dat in aanmerking komt voor een vergoeding op grond van de Zorgwet VVTV met 1/3 deel afgenomen. Volgens opgave van de gemeenten om- vat de populatie per 1 januari 2007 nog ongeveer 850 personen.
     
15.3 Terugkeer Vreemdelingen
JustitieToezicht en terugkeer vreemdelingen15.3 Een vreemdeling die niet rechtmatig of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, verlaat Nederland zelfstandig of gedwongen.– De gemiddelde formele capaciteit van vrijheidsontneming, van vreem- delingenbewaring voor kort- en langdurig ver- blijf, van vreemdelin- genbewaring in uitzetcentra, en de capaciteit van politiecellen– Capaciteit Vrijheidsbeneming (art 6 Vw): 242 capaciteit Vreemdelin- gen-bewaring (art 59 Vw): 2 137 capaciteit in bewaring gestel-den op politiebureau’s: 51 capaciteit uitzetcentra: 880
   – Het aantal vreemdelingen waarbij de IND activiteiten verricht voor toezicht en terugkeer– verwijdering asiel 20 009– niet-asiel 30 077
     
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – Politie15.3 Toezicht en terugkeer vreemdelingenDoen uitzetten van vreemdelingen die voor vertrek in aanmerking komen. De politie heeft het toezicht op vreemdelingen geïntensiveerd. Dit is ook vastgelegd in een prestatieafspraak ten aanzien van de 1e en 2e lijns identiteitsonderzoeken. In 2006 is hier voor het eerst presta- tiebekostiging aan gekoppeld. De behaalde resultaten zullen omstreeks april beschikbaar zijn.
     
Defensie – Koninklijke Marechaussee15.3 Toezicht en terugkeer vreemdelingenHet uitvoeren van de grensbewaking, waaronder het uitvoeren van persoonscontroles en het verstrekken van nooddocumenten.Schengenconforme controle, waarvoor de volgende normen gelden:– Burgerluchtvaart: 100% fysieke controle op in- en uitreis– Vrachtschepen: een streven naar 100% Schengenconforme fysieke controle op in- en uitreis, met het minimale controlepercen- tage dat in 2003 naar doorlaatpost is gedifferentieerd– Ferry’s: 100% fysieke controle op in- en uitreis– Cruiseschepen: 100% administratieve controle op in- en uitreis; 50% fysieke controle op in- en uitreis. Een streven naar 100% Schengenconforme fysieke con- trole op in- en uitreis met een minimaal controlepercentage van 50%;– Pleziervaart: 100% administratieve con- trole. Een 100% fysieke controle op ten minste 10 dagen per jaar– Visserij: 100% administratieve controle. Een streven naar 100% Schengenconforme fysieke controle op in- en uitreis met een minimaal controlepercen- tage van 50%Zie toelichting in tabel 2
     
   Wachtrij normen te Schiphol: 
   – 95% van de pax bij aankomst mag max. 10 min. wachten voorafgaand aan de paspoortcontrole98%
   – 95% van de vertrekkende of transfererende pax mag maximaal 6 minuten wachten voorafgaand aan de pas- poortcontrole93%
  Het uitvoeren van mobiel toezicht vreemdelingen (MTV) waaronder het houden van controlesGeen(Prestatie-indicatoren afhankelijk van de uitkomsten van een werkgroep (KMar & IND)7 842
  Het geven van ondersteuning bij de asielprocedure op de AC’s Schiphol, Zevenaar, Rijsbergen en Ter ApelGeen100%
  Het verwijderen of uitzetten van geweigerde of illegale vreemdelingen– De KMar dient haar infrastructuur en personele capaciteit op Schiphol zo vorm te geven dat de KMar 25 500 vreemdelingen kan uitzettenDe KMar stond gereed voor 25 500 uitzettingen. De realisatie betrof 9 962 uitgezette vreemdelingen.
  Het uitvoeren van strafrechtelijke onderzoeken naar mensensmokkel– Aantal middelgrootte onderzoeken mensen- smokkel22
   – Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van grensbewaking435
   – Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van MTV123

Tabel 2: Toelichting op prestatiegegevens KMar

Prestatiegegevens taakveld Handhaving VreemdelingenwetgevingPrestatie-indicatorRealisatie 2005Realisatie 2006Begroting 2006Verschil 2006
Het uitvoeren van de grensbewaking, waaronder het uitvoeren van persoonscontroles en het verstrekken van nooddocumentenSchengen conforme controle Wachtrijen op de luchthaven Schipholdifferentiatie per doorlaatpostdifferentiatie per doorlaatpost98% aankomst93% vertrek of transferdifferentiatie per doorlaatpost95% aankomst,95% vertrek of transfer–+ 3%– 2%
      
Het uitvoeren van het mobiel toezicht vreemdelingen (MTV), waaronder het houden van controlesAantal illegalen dat is aangetroffen in het grensgebied10 5887 84214 000– 6 158
      
Het geven van ondersteuning bij de asielprocedure op de AC’sGraad van (on)echtheidsonderkenning aangeboden documenten tijdens 48-uurs procedure100%100%100%0
      
Het verwijderen van vreemdelingenHet kunnen uitzetten van vreemdelingen11 8739 962maximaal 25 500– 15 538
      
Het uitvoeren van strafrechtelijke onderzoeken mensensmokkelAantal middelgrote onderzoeken mensensmokkel172224– 2
      
 Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van grensbewaking110435150– 285
      
 Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van MTV137123160– 37

Toelichting tabel 2

Grensbewaking

Voor de maritieme doorlaatposten zijn voor vrachtschepen gedifferentieerde normen vastgesteld. Door de inzet ten behoeve van de gemeenschappelijke patrouillegang, die in samenwerking met de Zeehavenpolitie en de Douane is uitgevoerd, herprioritering ten gunste van andere doelstellingen en personeelswisselingen als gevolg van interne reorganisaties is de normstelling voor vrachtschepen in 2006, variërend per periode, op verschillende doorlaatposten niet gerealiseerd. De opgedragen doelstelling in het segment pleziervaart betreft een minimaal aantal van 10 controledagen (100% administratief en fysiek) per doorlaatpost. Deze doelstelling is in 2006 op de meeste doorlaatposten gehaald. Ook hier is een verstorend effect opgetreden door de inzet in het kader van de gemeenschappelijke patrouillegang. Voor het segment ferry’s is het realisatiebeeld over 2006 nagenoeg gelijk aan 2005. De realisatie op de locaties Den Haag, Vlissingen en Hoek van Holland is niet conform de doelstelling geweest. De vrachtferry’s op zowel Den Haag als Vlissingen zijn in de loop van 2006 geannuleerd. Qua personenferry’s is er onderrealisatie op Hoek van Holland. De oorzaak hiervan is onder andere herprioritering ten gunste van andere doelstellingen. Onverkort wordt aan de hand van risicoanalyses tijdens piekmomenten een keuze gemaakt bij de inzet van de capaciteit. In het segment visserij is, variërend per periode, op verschillende doorlaatposten niet voldaan aan de normering. Hierbij is sprake van een segment met een laag risico, daar het voornamelijk telkens dezelfde bemanningen zijn die het grensverkeer vormen.

Op de luchthavens zijn nagenoeg alle passagiers fysiek gecontroleerd (norm 100%). In 2006 is op Schiphol de wachttijd bij aankomst voor 98% van de passagiers beperkt gebleven tot de norm van maximaal 10 minuten. Wat betreft de wachttijd bij vertrek/transfer (norm maximaal 6 minuten) is voor 93% van de passagiers voldaan aan de norm. Oorzaak hiervoor is onder meer de verbouwing in de vertrekhallen door de Luchthaven Schiphol. Door het grote passagiersaanbod in vergelijking tot de beschikbare capaciteit heeft de realisatie van de normeringen in 2006 onder druk gestaan.

Mobiel Toezicht Vreemdelingen

Voor wat betreft het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) is de realisatie achtergebleven bij de gestelde norm. In 2006 zijn bij MTV-controles in totaal 7 842 illegale vreemdelingen aangetroffen (inclusief het aantal in bewaring gestelde vreemdelingen vanuit het MTV). De achterblijvende realisatie wordt onverminderd veroorzaakt door een verminderde aantrekkelijkheid van Nederland als doelland, de toetreding van extra landen tot de Europese Unie en strengere controles aan de Schengen-buitengrenzen. Met het toetreden per 1 januari 2007 van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie is mogelijk een verdere afname te voorzien. Met de invoering van informatiegestuurd optreden en de mogelijk landelijke implementatie van migo wordt de komende periode de effectiviteit van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen door de Koninklijke Marechaussee verhoogd.

Ondersteuning asielprocedures

Aan de doelstelling om binnen de 48-uurs procedure een 100% graad van (on)echtheidsonderkenning van de aangeboden documenten te onderkennen is voldaan.

Uitzetten vreemdelingen

Voor 2006 is de Koninklijke Marechaussee opgedragen gereed te zijn om de uitzetting van maximaal 25 500 vreemdelingen te faciliteren. In totaal zijn er 9 962 vreemdelingen vanuit de vreemdelingenketen aangeboden en daadwerkekijk uitgezet. Met de oprichting van de Dienst Terugkeer & Vertrek wordt beoogd het huidige aanbod beter te stroomlijnen en te verhogen. Tevens is na parlementaire besluitvorming gekozen de uitzetting van bepaalde categorieën (tijdelijk) stop te zetten.

Met de beschikbare capaciteit is naast het effectueren van uitzettingen de begeleiding van transitdeportees verzorgd. Bij de uitzettingen is meer escortering benodigd geweest als gevolg van toenemend verzet en het van kracht worden van nieuwe EU-richtlijnen. Met het toetreden per 1 januari 2007 van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie is een verdere afname van de realisatie voorzien. Met het wegvallen van deze bestemmingen resteren veelal «moeilijke» uitzettingen.

Migratie

Met een realisatie van 22 (middel)grote onderzoeken naar mensensmokkel in 2006 is de doelstelling nagenoeg gerealiseerd. De doelstelling van het aantal opgedragen kleine onderzoeken mensensmokkel vanuit de grensbewaking is ruimschoots gerealiseerd. Van de 150 geplande kleine onderzoeken naar mensensmokkel voortkomend uit de grensbewaking zijn er 435 gerealiseerd, voornamelijk afkomstig van onderzoeken op de Luchthaven Schiphol. Deze overrealisatie is veroorzaakt door een verruiming van de definitie. Het feitelijke werkaanbod is niet noemenswaardig veranderd: alle zich aandienende onderzoeken worden afgehandeld. Voor 2007 zal in overleg de hoogte van de doelstelling moeten worden herzien. De doelstelling van het aantal opgedragen kleine onderzoeken mensensmokkel, voortkomend uit het MTV, is met een realisatie van 123 niet gerealiseerd. Ook dit wordt veroorzaakt door een verminderde aantrekkelijkheid van Nederland als doelland. Voor zowel de onderzoeken uit de grensbewaking als uit het MTV geldt dat de beleidsmatige aansturing door het ministerie van Justitie is gewijzigd en dat de doelformulering voor 2007 is gewijzigd.

Tabel 3 Vreemdelingen, Budgetten 2005–2010 (x € 1 mln)

 2005Begroting 2006Realisatie 20062007200820092010
Justitie       
• IND325,0307,7336,4327,0304,5294,1294,0
• COA incl. alleenstaande minderjarige vreemdelingen604,9428,1478,5293,6175,2150,8148,0
• Alleenstaande minderjarige vreemdelingen; opvang en voogdij162,947,035,533,628,925,125,1
• Vreemdelingenkamers71,663,067,239,840,440,440,4
• Rechtsbijstand25,726,724,722222222
• Zorgwet/Eerste huisvesting211,27,36,74,11,10,1
        
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties       
• Politie asiel47,224,739,617,812,912,912,9
        
Hoge Colleges van Staat       
• Raad van State, rechtspraak13,712,412,713,612,011,511,4
        
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW)341,634,935,723,518,017,417,4
        
Defensie (Koninklijke Marechaussee)120,5133,2131,5127,5125,3124,5123,7
        
Buitenlandse Zaken411,414,912.4517.5512.3511.8511,85

1 Het verschil is voornamelijk het gevolg van een aanpassing van de bekostigingsgrondslag voor de subsidieverstrekking aan de stichting Nidos in verband met een daling van de kosten van opvang enerzijds en anderzijds is het een gevolg van een afspraak met de stichting Nidos om de kosten van leegstand van woonvoorzieningen ten laste van het eigen vermogen te brengen.

2 Op dit artikel is tevens verantwoord de tegemoetkoming van het Rijk, die de gemeenten in staat moet stellen de zorgplicht voor voormalige houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf in procedure (ex-VVTV-ers in procedure) af te wikkelen, waartoe zij op grond van de invoeringswet Vreemdelingenwet 2000 zijn verplicht.

3 De OCW-reeks betreft:– de reguliere onderwijskosten voor het aantal asielzoekers dat geen definitieve verblijfstatus heeft;– de onderwijskosten voor leerplichtige asielzoekers die korter dan een jaar in Nederland verblijven en nog niet in de reguliere onderwijsbekostiging zijn opgenomen.

4 De realisatiecijfers van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn exclusief personeels- en materiële kosten, maar inclusief de kosten die samenhangen met de ontwikkeling van het nieuwe visum en informatiesysteem (NVIS).

13.2 Integratiebeleid etnische minderheden

Toelichting bij de overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden

Algemeen

In de overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden zijn opgenomen de specifieke maatregelen op het gebied van het integratiebeleid etnische minderheden. Daarnaast zijn opgenomen die algemene maatregelen, waarbij expliciete beleidsdoelstellingen op het terrein van het integratiebeleid etnische minderheden zijn geformuleerd in de begroting, in beleidsnota’s of in het wetenschappelijk jaarrapport integratie. Het gaat hierbij om rijksgelden, dat wil zeggen bedragen die deel uitmaken van de Rijksbegroting. De bedragen die zijn opgenomen in de overzichtsconstructie vormen in een aantal gevallen een deel van een groter totaalbudget op het begrotingsartikel uit de Rijksbegroting, waarnaar in de overzichtsconstructie wordt verwezen.

Indeling

De beleidsmaatregelen zijn geclusterd naar een vijftal beleidsterreinen om de samenhang tussen de beleidsmaatregelen van de verschillende ministeries inzichtelijker te maken: Eerste huisvesting en inburgering, arbeid en werkgelegenheid, jeugd (en veiligheid), onderwijs, overig beleid.

Per beleidsmaatregel is opgenomen:

– omschrijving van het (operationeel) doel van het artikel waar de maatregel deel van uitmaakt;

– artikelnummer en departement dat de maatregel uitvoert;

– omschrijving van de maatregel;

– omschrijving van het beoogd effect;

– omschrijving van het bereikt effect;

– stand volgens de begroting 2006;

– stand volgens de verantwoording 2006;

– een kolom met het percentage (perc.) dat aangeeft welk deel van de genoemde middelen bestemd is voor of naar verwachting terecht komt bij (beleid gericht op) etnische minderheden;

– de kolom «toelichting» geeft indien nodig een toelichting op de maatregel, de bedragen of de wijze waarop het bovengenoemde percentage is berekend of geschat.

Ten slotte

Een aantal maatregelen in de overzichtsconstructie zijn onderdeel van een groter pakket aan maatregelen dat is opgenomen in een artikel van de Rijksbegroting. De bedragen, doelstellingen en effecten in de overzichtsconstructie vormen dan een onderdeel van hetgeen is vermeld in het begrotingsartikel, waarnaar wordt verwezen.

Maatregelen van de verschillende ministeries zijn niet altijd gericht op dezelfde doelgroep. Zo is er een verschil tussen etnische minderheden, allochtonen, culturele minderheden, de doelgroep van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) et cetera. Dat betekent dat het in het overzicht genoemde percentage betrekking kan hebben op verschillende doelgroepen, hetgeen de onderlinge vergelijkbaarheid vermindert. In de kolom toelichting wordt hier bij een aantal maatregelen aandacht aan besteed.

Voor specifiek beleid kan er vanuit gegaan worden dat het percentage bestemd voor etnische minderheden 100% is. Voor algemeen beleid ligt dat moeilijker. In sommige gevallen zijn streefcijfers bekend, in andere gevallen zijn outputmetingen gedaan of is een andere methode gehanteerd om tot een schatting te komen. Deze getallen zullen echter met enige omzichtigheid moeten worden gehanteerd en kunnen niet als harde cijfers worden gebruikt. In de kolom toelichting wordt, waar nodig, aangegeven hoe dit percentage tot stand is gekomen.

Horizontale overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden (bedragen x € 1 000)

DoelOperationele doelstellingDep. artikelMaatregelBeoogd effect volgens begroting 2006In 2006 bereikt effectBegroting 2006Realisatie 2006Perc.Toelichting
Inburgering        
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht.Jus 16.1BZK 9.3Inburgering nieuwkomers en oudkomers.Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van waarden en normen bij de doelgroepen van het inbur- geringsbeleid.Indicatoren in 2006 (cijfers voorlopig, omdat het wetgevingstraject nieuwe stelsel nog niet is afgerond):– 14 204 inburgerings- examens in het buitenland;– 3 900 vastgestelde trajecten;– 390 geslaagden nieuwe inburgeringsplichtigen;– 27 300 vastgestelde trajecten; 2 730 geslaag- den oude inburgeringsplichtigen;– handhavingen: aantal 7 700 aantal geslaagd 770;– aantal oudkomers m.n. zelfmelders dat voor 1e keer examen doet 2 100; aantal geslaagden 1 400;Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 zijn in 2006 geen inbur- geringstrajecten en inburge- ringsexamens in het kader van het nieuwe stelsel gerealiseerd. De Wet inburgering in het buitenland is medio maart 2006 in wer- king getreden. – In 2006 zijn ongeveer 3 000 examens in het buitenland afgenomen met een slagingspercentage van bijna 90%.225 534312 736100De doelgroep van inburgering is ruimer dan etnische minderheden.Bij 1e en 2e suppletore begroting 2006 is het bedrag op dit budget opgehoogd met bijna € 90 miljoen vanwege afrekeningen van oude jaren, de continuering van het oude stelsel en de follow-up PAVEM. In 2006 is in het kader van het GSB (BDU SIV) een bedrag van € 155 370 000 overgemaakt aan de 31 in het grote- stedenbeleid participerende steden. Dit bedrag heeft betrekking op de inburgering oude stelsel voor zowel oud- als nieuwkomers en op inburgering allochtone vrouwen. Ook is een additionele bijdrage voor inburgering 2005 in 2006 aan de steden overgemaakt.
   – 88% bereikte nieuwkomers;– 90% bereikte nieuwkomers    
   – uitval 11% nieuwkomers;– uitval 5% nieuwkomers    
   – 11 000 oudkomers hebben traject afgerond.– 11 000 oudkomers hebben traject afgerond    
         
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstandig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht.Jus 16.1Inburgering nieuwkomers en oudkomers.In het nieuwe inburge- ringsstelsel gaat een deel van de inburgeringspichtigen zelf betalen voor hun inbur- geringscursus. De overheid ondersteunt dit door een kredietfaciliteit open te stellen waar de cursisten hun cursusbedrag kunnen lenen.Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 is in 2006 geen gebruik gemaakt van de leenfacili- teit.38 7000100Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 is in 2006 geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit.Deze leningen zijn niet relevant voor het uitgavenkader, noch voor het EMU-saldo.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Lokaal integratiebeleid.Gemeenten stellen een samenhangende integratie-agenda op met behulp van de integratiekaart.Inmiddels gebruikt een aantal gemeenten de integratiekaart.752753100De voormalig Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft een coördinerende rol.
         
Arbeid & werkgelegenheid
Ondersteunen/bevorderen dat de brandweer zijn wettelijke taken kan uitoefenen, waarbij het verbeteren van het prestatievermo- gen een belangrijk element is.BZK 16.4In het kader van diversiteitbeleid en imagoverbetering wordt in het door BZK en Europa gesubsidieerde project «De brandweer van Binnen naar Buiten» door middel van diverse projecten gewerkt aan een cultuuromslag binnen de brandweerorgani- saties opdat vrou- wen en minderheden een vast onderdeel vormen van de beroepspopulatie.Vergroting aandeel minderheden bij de Brandweer.In 2006 zijn in het kader van het project «De brandweer van Binnen naar Buiten» diverse activiteiten uitgevoerd om een cultuuromslag binnen de brandweerorga- nisaties te bewerkstelligen, opdat vrouwen en minderheden een vast onderdeel vormen van de beroepspopulatie. In dit project werken ondermeer de korp- sen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Edam-Volendam, Gilze en Rijen, Hardenberg, Leeuwarden, Sittard-Geleen, Utrecht, samen met het ministerie van BZK, de VNG, de NVBR en het NiFV aan het verankeren van diversiteit bij de brandweer. In het algemeen heeft dit in deze korpsen geleid tot meer kennis over diversiteit en/of tot een stijging c.q. doorstroming van het aantal vrou- wen/allochtonen.12012020Ongeveer 50% van de beschikbare middelen wordt generiek besteed aan de cultuuromslag. De overige 50% is gericht op specifieke doelgroepen, waaronder etnische minderheden.
         
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht.Jus 16.1– Cofinanciering van subsidiëring door vakministers van projecten ter bevordering van het allochtone onderne- merschap en diversiteit in het MKB;– het opzetten van duale trajecten en bevordering van emancipatie van allochtone vrouwen;– koppeling van net- werken van regiona- le/lokale werkgevers aan netwerken van allochtone meisjes.Verbetering van de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden.Het plan van Aanpak Emancipatie en Integratie van vrouwen uit etnische minderheden is dit jaar beëindigd. Het beoogde aantal van 20 000 vrouwen dat geactiveerd zou worden is gehaald. De meeste grote gemeenten zijn inmiddels uitgerust met instrumenten en methodieken om de doelgroep te bereiken.In het kader van het «Actieplan Nieuwe Ondernemers» is gestart met het deelpro- ject Deskundigheidsbevor- dering van KvK’s, MKIB Nederland en VNO-NCW in wervingsmethodieken en communicatie met nieuwe ondernemers.553480100 
         
Wegnemen van factoren die de arbeidsparticipatie belemmeren.SZW 22.3Financieren landelijk netwerk diversiteitsmanagement.Bevordering van integratie door het stimuleren van MKB-werkge- vers tot het voeren van diversiteitsmanagement. Diversiteitsmanagement is gericht op het berei- ken van de gewenste diversiteit van het personeelsbestand naar etniciteit, leeftijd en sexe.– Diversiteitscongres in september samen met de NVP, o.a. voor werkgevers en HR-managers.– Ambassadeursnetwerk. Dit netwerk stimuleert diversiteit actief bij werkgevers. Kernboodschap: diversiteit is een bedrijfs- én onderne- mersbelang.– Ondersteuning van werkgevers via door DIV ontwikkelde instrumenten als de stagiairzoeker en het stappenplan diversiteit.50052450 
         
Vergroten van de netto-arbeidspar- ticipatie van etnische minderheden.SZW 22.3– Instellen Regiegroep allochtone vrouwen en arbeid (RAVA).Het wegnemen van belemmeringen voor arbeidsdeelname van allochtone vrouwen.– Er is met betrokkenheid van werkgevers en CWI een werkwijze ontwikkeld voor het ophalen van vacatures voor de doelgroep en het matchen van vraag en aanbod.– Samenhang is gebracht in activiteiten in het kader van de inburgeringstrajecten voor allochtone vrouwen, vrijwilligerswerk en de activiteiten van de RAVA.– Acht gemeenten zijn geactiveerd om met subsidie te experimenteren met methodieken om de re-integratie van allochtone vrouwen een impuls te geven.3001 028100Vanwege grote belangstelling van gemeenten is besloten tot ophogen van het beschikbare budget.
         
Vergroten van de netto-arbeidspar- ticipatie van etnische minderheden.SZW 23Subsidiëren van activiteiten in het kader van «Breed Initiatief Maatschappelijke Binding» In september 2006 zijn 10 projecten van start gegaan. Twee projecten uit 2005 liepen door. In totaal gaat het in 2006 dus om twaalf projecten waarvan de meeste doorlopen tot eind 2007. In 2006 is bij de besteding van de middelen specifieke aandacht besteed aan de problematiek van allochtone jongeren.Omdat de meeste projecten nog lopen, de volgende voorlopige gegevens:– ruim 1 000 cliënten zijn gecoacht en/of hebben een empowermenttraject doorlopen;– zo’n 100 jongeren zijn bemiddeld naar stages;– 275 werkenden zijn in gesprek gegaan met elkaar over verschillen in cultuur en de invloed daarvan op de verhoudingen op de werkvloer.In 2006 zijn zes projecten afgerond. Van één daarvan is bekend dat het niet de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Uitgangspunt van het ABU/CWI project was om 915 werkzoekende jongeren door te sturen naar het CWI en daarvan 640 in opleidingstrajecten te krij- gen bij gemeenten. Daadwerkelijk zijn 132 jongeren doorgestuurd naar het CWI, waarvan nul naar de gemeente voor een inhaalslag.800800100 
         
Verhogen van arbeidsparticipatie van vluchtelingen.SZW 22.3Financieren en stimuleren van initiatieven gericht op vluchtelingen: Project Banenoffensief VluchtelingenIn 3 jaar 2 600 vluchtelingen extra bemiddelen naar een arbeidsplaats.– Er zijn in de eerste 9 maanden van 2006 450 vluchtelingen aan werk geholpen.– De samenwerking tussen de betrokken organisaties is intensiever geworden.533533 – Realisatie van het aantal matches in het kader van banenoffensief vluchtelingen loopt achter bij de planning.– Er wordt nog gewerkt aan het realiseren van de doelstelling uit de begroting om in 3 jaar 300 hoger opgeleide vluchtelingen aan werk te helpen.
         
Jeugd (en veiligheid)
Het bevorderen van een adequaat integraal veilig- heidsbeleid als bedoeld in het Veiligheidsprogramma.BZK 4.2Ondersteuning van gemeenten bij vormgeven van lokaal jeugd beleid (inzet Van Montfransgelden voor CCV-projecten en het Projectplan Veilige Gemeenten).Gemeenten besteden in de integrale aanpak nadrukkelijk aandacht aan jeugd en veiligheid. 1 3611 36866In het CCV-project «Lokaal Veiligheidsbeleid» vormt «een brede aanpak van de jeugdproblematiek» één van de zes speerpunten bij de ontwikkeling van de regierol bij gemeenten op het gebied van veiligheid.
         
Verbeteren prestatievermogen van de politie.BZK 2.4Specifieke uitkering aan de politiekorp- sen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit en geweld (Bolkesteingelden).Gemeenten besteden in de integrale aanpak nadrukkelijk aandacht aan jeugd en veiligheid. 11 34511 34533Op basis van het eindrapport De politiële jeugdtaak «op weg naar volwassenheid» (maart 2004) van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, is besloten de markering van deze gelden te verlengen tot en met 2006. Met ingang van 2007 zullen de Bolkesteingelden in de Algemene Bijdragen van de politiekorpsen worden opgenomen.
         
Personen uit min- derheden zijn toe- gerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch sociaal en cultureel opzicht.Jus 16.1Bestuurlijke arrangementen Antillianengemeenten.De oververtegenwoordiging van Antilliaanse jongeren voor wat betreft schooluitval, criminaliteit en jeugd- werkeloosheid met de helft terugdringen in 4 jaar.Er worden 123 projecten uitgevoerd die zich richten op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit. Een eerste tussenrapportage verschijnt in 2007.5 0005 048100 
         
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch sociaal en cultureel opzicht.Jus 16.1Activiteiten op het gebied van onderwijs en preventie voor allochtone (risico)jongeren. Het gaat dan om bijdra- gen aan de cam- pagne Leersucces- sen in het VMBO/MBO, de bijdragen aan de Operatie Jong en het maken van een verwijzingsindex voor Antilliaanse jongeren.– Voorkomen en ver- minderen van (taal)- achterstanden.– Begeleiding en ondersteuning van de jongere zelf ter voorkoming van het afglijden van allochtone (risico)jongeren.In het kader van Operatie Jong is het advies «Diversiteit in het jeugdbeleid» uitgebracht. Hierin wordt ingegaan op welke wijze de jeugdvoorzieningen effectiever kunnen zijn in hun bereik en aanpak van allochtone jongeren en hun ouders. Daarnaast is de Verwijsindex Antilliaanse risicojongeren ontwikkeld.283922100 
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Invoering ceremonie bij het verkrijgen van het Nederlanderschap.Elke gemeente in Nederland organiseert in 2006 één of meerdere ceremonies per jaar, al naar gelang de behoefte van de gemeente c.q. het aanbod van personen die het Nederlands staatsburgerschap middels naturalisatie of optie hebben verkregen.Met ingang van 1 januari 2006 geldt er een verplichting voor gemeenten om een naturalisatieceremonie te houden. In ieder geval op 24 augustus, de dag die is aangewezen als nationale naturalisatiedag.00100Voor de ceremonie is € 1,5 miljoen per jaar beschikbaar gesteld aan gemeen- ten door overheveling naar het Gemeentefonds.
         
Landelijk en structureel implementeren van individuele trajectbege- leiding voor min- derjarigen als jus- titiële afdoeningsmodaliteit gericht op het leveren van een bijdrage aan het verminderen van recidive c.q. het tegengaan van het opbouwen van een criminele carrière.Jus 14.2ITB-Criem en harde kern: Individuele trajectbegeleiding (ITB) voor jeugdigen uit etnische minder- heidsgroepen.Terugdringen van recidive van strafbare feiten en voorkomen van criminele carrière.De evaluatie van de intensieve trajectbegeleiding heeft in 2006 geleid tot het besluit om de methodiek aan te passen. De Transfergroep past in opdracht van de MOgroep de methodieken aan.8 5818 300100De middelen komen ten goede aan de gezins/voogdij-instellingen, afdelingen jeugdreclassering die belast zijn met de uitvoering van ITB voor minderjarigen in de steden.
         
Het beter afhandelen van zaken die betrekking hebben op allochtone gezinnen door de Raad voor de Kinderbescherming, door het ontwikkelen van een multiculturele organisatie en het houden van een geïntensiveerd cliëntencontact.Jus 14.1Werklastverlichting en methodiekont- wikkeling («werken met allochtone cliënten») Raad voor de Kinderbescherming ten behoeve van allochtonen.Betere afhandeling van zaken die betrekking hebben op allochtone gezinnen.In 2006 was sprake van voortzetting van het beleid om in de caseload intensievere contacten met allochtone gezinnen te verwerken. In de opleiding van de raadsonderzoeker is een module multiculturele professionaliteit opgenomen. Met het oog op actualisering van beleid is een plan van aanpak diversiteit in het personeelsbeleid in voorbereiding.2 2692 269100 
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Project «Islam en Burgerschap».– Stimuleren van een verdergaande bewustwording onder moslims van diverse aspecten van burgerschap.– Bijdragen aan een goede samenwerking tussen moslimorgani- saties op lokaal niveau, de lokale overheid en andere maatschappelijke instellingen.De subsidie is, conform amendement van de Tweede Kamer verstrekt. De Stichting Islam en Burgerschap heeft in 2006 gefunctioneerd. 200100Zoals gebruikelijk is 80% bevoorschot voor het jaar 2006. De Stichting ontvangt de resterende 20% bij de afrekening.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Het programma «Democratische rechtsstaat-weer- bare samenleving», de uitbreiding van de taakopdracht van de LOM-organisaties en het breed initiatief maatschappelijke binding.Versterking van de binding van allochtonen aan de Nederlandse samenleving en versterking van de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving tegen radicalisering.De uitvoering wordt gedra- gen door de LOM-organi- saties, het instituut FORUM en moslimkoepelorganisa- ties. In totaal zijn zo’n 30 projecten in uitvoering die tot doel hebben jongeren, ouders, imams en professionals te betrekken bij de preventie van radicalisering. In augustus 2006 is een tussenrapportage aan de Tweede Kamer aangeboden.2 0002 173100 
         
Onderwijs
Bestrijding voortijdig schoolverla- ten (VSV).OCW 4.3Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC-functie).Teruggeleiding jongeren zonder startkwalificatie.Elke regio stelt ieder jaar een effectrapportage op, waarin verslag gedaan wordt van de resultaten van de RMC- functie VSV in het voorgaande schooljaar en de aanpak die in de RMC’s voorhanden is om VSV terug te dringen.De regio houdt zich bezig met melding, registratie en trajectbegeleiding van jon- geren in de leeftijd 17–22 jaar.15 80017 28932Jaarlijks verschijnt de RMC-monitor.
         
Onderwijs gericht op maatschappelijk functioneren en sociale red- zaamheid, Nederlands als 2e taal en Voortgezet Algemeen Volwassenen onderwijs.OCW 4.2Educatie.Door het aanbieden van cursussen aan regionale opleidingscentra worden volwassenen in staat gesteld hun sociale redzaamheid te verho- gen, hun beheersing van het Nederlands te ver- groten of alsnog een diploma dan wel deelcertificaat MAVO- HAVO- VWO te behalen (tweede kansonderwijs).Totaal 119 835 opleidingen, waarvan 1 030 afgesloten met een diploma.Aantal opleidingen verdeeld naar soort:– VAVO: 11 373;– SR: 30 792;– BMF: 32 721;– NT2: 44 949.243 755248 47038Het percentage betreft het geschat aantal deelnemers NT-2.
         
Moderne Vreemde Talen.OCW 3.4Diverse projectsubsidies.Ondersteuning gemeen- ten en scholen bij kwali- teitsverhoging onderwijs in de moderne vreemde talen.Directe en indirecte onder- steuningsactiviteiten ten behoeve van scholen en gemeenten.1 7712 070100Periodiek vindt onderzoek en analyse plaats.
         
Inlopen taalachterstand (op schoolniveau).OCW 3.1CUMI-faciliteiten.Ondersteuning allochtone leerlingen (23 200 leerlingen per peildatum 1 oktober 2004).Methodische ondersteuning/vakgericht taalonderwijs van/aan een kleine 19 000 leerlingen per 1 oktober 2005.42 74031 696100Periodiek verschijnt de GOA-monitor met gegevens.Vanaf 2007 gaan deze gelden op in het nieuwe Leerplusarrangement VO.
         
Oplossen arbeidsmarktknelpunten voor scholen met veel CUMI-leerlingen.OCW 3.1Aanvullende vergoeding arbeidsmarktknelpunten.Personeelsvoorziening Scholen met allochtone leerlingen (ca. 15 000 leerlingen over ruim 120 scholen).Op ruim 80% van de betrok- ken scholen is sprake van vermindering van de werkdruk en toename van de arbeids-satisfactie. Dit zou zonder de extra financiering niet of nauwelijks gelukt zijn.7 0106 743100Periodiek verschijnt de GOA-monitor met gegevens. De regeling loopt tot en met 2006. Een verkenning vindt plaats hoe hier vanaf 2007 mee om te gaan.
         
Bevorderen van deelname van vluchtelingstuden- ten in het hoger onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.OCW 7.10Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF– Versnelde in-, door- en uitstroom van vluchtelingen in het hoger onderwijs.– Ondersteuning en begeleiding van 650 studenten op jaarbasis.237 Afgestudeerden en 142 succesvolle bemiddelingen naar werk.De Stichting voor Vluchte- ling-Studenten UAF biedt vluchtelingen individuele steun tijdens studie door mentoring en taallessen. Verder verstrekt de stichting studiebeurzen aan studenten die niet op een andere manier aan beurzen kunnen komen. Studenten kunnen ook een lening krijgen voor bijzondere kosten. Na de opleiding worden studenten begeleid bij het vinden van werk. Het gaat om studenten aan het mbo, hbo en wo.(bron: jaarverslag stichting 2004–2005)2 5802 637100 
         
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd.OCW 1.1Extra bijdrage aan scholen uit motie Verhagen.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.Deze middelen zijn onderdeel van het Personeel en arbeidsmarkt budget van de scholen.Deelname aan VVE is mo- menteel circa 50% van de doelgroep.19 60019 600 Realisatie januari t/m juli 2006; vanaf augustus 2006 zijn de middelen onderdeel van de gewichtenregeling.
         
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd.OCW 1.1De gewichtenregeling primair onderwijs verschaft basisscholen extra faciliteiten (forma- tie).Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. Deze middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van het basisonderwijs.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.263 825262 818100Vanaf augustus t/m december is de realisatie inclusief extra middelen uit de motie Verhagen.
         
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd.OCW 1.1De gewichtenregeling in de toekomst beter laten aansluiten op feitelijke achterstanden.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.11 5002 039100Het budget wordt (onder begrotingsvoorbehoud) grotendeels doorgeschoven naar 2007.
         
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd.OCW 1.1Het verschaffen van extra faciliteiten voor scholen voor speciaal basisonderwijs (SBaO) om leerlingen in een achterstandssituatie betere ontplooiingsmogelijkheden te bieden.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.Deze middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van de scholen voor speciaal basisonderwijs.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.16 91717 087100 
         
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd.OCW 1.1Het verschaffen van extra faciliteiten voor expertisecentra (scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs) om leerlingen in een achter- standssituatie betere ontplooiingsmogelijkheden te bieden.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.Deze middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van de scholen voor speciaal basisonderwijs.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.19 35820 173100 
         
Het gemeentelijk onderwijsachter- standenbeleid (GOA-beleid) heeft tot doel onder- wijsachterstanden weg te werken, waardoor de toegankelijkheid van het onderwijs voor leerlingen met een onder- wijsachterstand wordt vergroot.OCW 1.1Activiteiten in het kader van Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid betreffende het bieden van extra ondersteuning aan scholen in achter- standssituaties via gemeentelijk beleid.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.De gemeenten brengen in 2007 over de periode 2002–2006 een verantwoording uit.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.161 464162 01975Dit budget is per 1 augustus 1998 gedecentraliseerd naar de gemeenten. GOA heeft ook betrekking op het voortgezet onderwijs.
         
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd.OCW 1.1Ontwikkeling en implementatie van taaltoetsen voor monitoring, om de effectiviteit van het instrument schakelklassen te kunnen bepalen.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.1 7501 782100 
         
Het doel van dit onderdeel van het onderwijskansenbeleid is het ver- beteren van de onderwijskansen van de kinderen die het meeste risico lopen achter te blijven in het onderwijs binnen de kleinstedelijke en plattelandsgemeenten.OCW 1.1De ontwikkeling van een aanpak op maat voor scholen met een hoge concentratie aan onderwijs- achterstandsproble- menPrestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.In de loop van 2006 brengen de betrokken gemeenten een verantwoording uit over de periode 2002–2005.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep.2 7722 17675– Schatting van het aandeel minderheden in de totale doelgroep van de regeling.– Alleen onderwijskansen kleinstedelijk en platte- landsgemeenten is buiten GOA gehouden. Het overige OK-beleid is per 1 augustus 2002 in GOA opgegaan. Met ingang van 1 augustus 2006 maken deze middelen onderdeel uit van het macrobudget dat beschikbaar is voor bestrijding van onderwijsachterstanden door gemeenten.
         
De toegankelijkheid van het onderwijs voor leerlingen met onderwijsachter- standen te verbeteren.OCW 1.4Diverse projecten i.v.m. achterstanden (GOA/OALT/Lande- lijk Steunpunt Edu- catie Molukkers).Landelijke ondersteuning aan ge- meenten, onderwijs-begeleidingsdiensten en scholen voor primair onderwijs bij verbetering taalonderwijs aan achter- standsleerlingen.Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroepen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006.Bijdrage Landelijk steunpunt Molukkers, bijdrage landelijk steunpunt speciale doelgroepen.1 10594075Schatting van het aandeel minderheden in de totale doelgroep van de regeling.
         
Het bereiken van het evenredig- heidspercentage voor allochtonen in alle functies in het onderwijs.OCW 9.11Diverse projecten waaronder Full Color II gericht op het wegnemen van knelpunten voor allochtone studen- ten aan de lerarenopleidingen en startende allochtone leraren. Daarnaast wordt het voeren van intercultureel personeelsbeleid gestimuleerd en het werken met een divers team.Prestatie-indicatoren voor de projecten zijn:– het verschil in uitval tussen allochtone en autochtone studenten uit de lerarenopleiding is in 2007 gehalveerd ten opzichte van 2004;– het verschil in beroepsrendement van autochtone en allochtone starters is in 2007 gehalveerd ten opzichte van 2004 in de deelnemende regio’s;– er zijn 50 praktijkvoor- beelden van studenten die een gemengde stage hebben gelopen;– er zijn 25 praktijkvoor- beelden van scholen die met een gemengd team werken.Het SBO is samen met de volgende lerarenopleidingen (met veel allochtone studenten) pilots gestart:– !pabo (Amsterdam);– Fontys (Veghel/Eindho- ven);– In Holland (Rotterdam, Den Haag), Haagse Hogeschool– Archimedes (Utrecht).De hogescholen voeren activiteiten uit rond prestatie-indicatoren zoals ontwikkelen van duale trajecten voor leraren met een Surinaamse onderwijsakte, het verbeteren van de doorstroom van mbo-ers naar de lerarenopleiding (een veel gekozen route door allochtonen) en verbeteren samenwerking met stagescholen.Verder heeft het SBO de knelpunten rond stageplaatsen en de uitval van allochtonen studenten uit de lerarenopleiding via bijeenkomsten en conferenties in de media onder de aandacht gebracht. Dit levert een bijdrage aan het lokale bestuurlijke draagvlak.250250100In het aankomende jaar moet blijken welk effect het project Full color 2 heeft gehad op de prestatie-indicatoren en het evenre- digheidspercentage.Het effect rond de prestatie-indicatoren hangt af van veel meer dingen dan al- leen Full Color. Het zal daarom ook in een volgen- de fase lastig blijven om een direct effect aan te tonen.
         
Overig beleid
Evenwichtige representatie van verschillende be- volkingsgroepen in aanbod, personeel en publiek van de media.OCW 15Instellings- en projectsubsidies voor Mira Media, lokale migrantentelevisie (MTNL), lokale multiculturele radio (FunX).– Meer diversiteit in media-aanbod.– Meer multiculturele doelgroepprogramma’s.– Stimulering diversi- teitsbeleid bij media.– Via beleidsevaluatie wordt vastgesteld wat effecten en waardering zijn van het gevoerde beleid.Het aandeel minderhedenprogrammering voor de NPS (20% voor televisie en 25% voor radio), dat is opgenomen in de programmavoorschriften, wordt gehaald. FunX is in de 2e helft van 2005 positief geëvalueerd: de geraamde doelen zijn ruimschooits gehaald. MTNL is eind 2004 geëvalueerd. Het convenant is naar behoren uitgevoerd. De cultuurnotasubsidie aan Mira Media wordt na afloop van de periode 2005–2008 geëvalueerd.3 9304 351100Daarnaast stimulering door middel van wet- en regelgeving (publieke omroep) en werkingsfeer fondsen op het terrein van omroep en pers. Valt onder het actieplan cultuurbereik. Effecten worden regelmatig gemonitord, bijvoorbeeld via de monitor culturele diversiteit bij de Publieke Omroep.
         
Bevorderen van nieuwe persorganen voor culturele minderheden die bijdragen aan pluriformiteit van de nieuws- en informatievoorzie- ning t.b.v. minderheden.OCW 15Stimuleringsrege- ling minderhedenbladen bij het Bedrijfsfonds voor de pers.Nieuwe persorganen voor culturele minderheden. Effect wordt gemeten door gegevens te verzamelen over aanvragen, publicaties en oplagen. 681 0100Per aanvraag is maximaal € 115 000 beschikbaar per jaar. Per jaar stelt het bedrijfsfonds maximaal € 700 000 beschikbaar voor deze regeling ten laste van eigen middelen. Het bedrijfsfonds beschikt over een eigen budget.
         
Meer ruimte voor diversiteit in het culturele aanbod.OCW 14.01Subsidie aan programma «Van Talent naar Beroep» (uitvoering door Kunstenaars & Co en Netwerk CS): stimuleren van allochtoon talent.Meer intercultureel aanbod en aandacht voor talentontwikkeling. 400400100 
         
Meer ruimte voor diversiteit in het culturele aanbod.Deze operationele doelstelling is op- genomen in het bewaren en toe- gankelijk maken van het culturele erfgoed van min- derheden hieronder.OCW 14Intensivering van de interculturele pro- grammering door de cultuurfondsen.Meer multicultureel aanbod en aandacht voor talentontwikkeling. 363 100Over de concrete besteding en over de verantwoording worden nog nadere afspra- ken worden gemaakt.
         
Vergroten van de diversiteit van culturele organisaties.OCW 14Bijdrage aan Net- werk CS, een Net- werkorganisatie gericht op kennisontwikkeling en uitwisseling ter vergroting van de diversiteit van personeel, publieksbereik en programmering.Ontwikkeling van expertise bij culturele instellingen op dit terrein.Inmiddels hebben zich meer dan 970 leden aangesloten bij Netwerk CS.Met het project «Stepping Stones», een mentoringsprogramma voor de erf- goedsector heeft de erfgoedsector een impuls gekregen.231236100Netwerk CS is een ondersteunende instelling met een toekenning van subsidie voor de jaren 2006–2008.
         
Bereik van een groter en breder publiek voor cultuur.OCW 14.01Bijdrage aan stedelijke en provinciale programma’s cul- tuurbereik gericht op het bereiken van nieuwe publiekgroepen waaronder allochtonen (onderdeel cultuurbereik).Een grotere deelname van allochtone publieksgroepen en meer samenwerking instellingen. 13 68713 715100Match gemeenten en provincies met een zelfde bedrag ten behoeve van dit doel. Valt onder het actieplan cultuurbereik. Effecten worden jaarlijks gemonitord, bijvoorbeeld via de monitor culturele diversiteit.
         
Een betere toegang voor minderheden tot besturen, raden en commissies van culturele organisaties.OCW 14Bijdrage aan ATANA, gericht op scouting, coaching en bemiddeling potentiële bestuursleden voor de cultuursector.Een diverser aanzien van de besturen en adviesraden.In totaal zijn inmiddels meer dan 200 bestuursfuncties in de cultuursector vervuld door ATANA-medewerkers, waaronder de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum.235235100Atana is een ondersteunende instelling met een toekenning van subsidie voor de jaren 2006–2008.
         
Het bewaren en toegankelijk maken van het culturele erfgoed van minderheden.OCW 14Project Cultureel Erfgoed Minderheden (CEM) en Regeling Cultureel Erfgoed Minderheden van de Mondriaan Stichting. Ontwikkelen projec- ten en doen van deelinventarisaties in collecties van musea, universiteiten en bibliotheken gericht op de thema’s slavernijverleden, islamitische cultuur en migratiegeschie- denis. Er is geen aparte Regeling Cultureel Erfgoed Minderheden meer bij de Mondriaan Stichting. Het is onderdeel geworden van de publieksprojecten.Zichtbaar en toegankelijk zijn van dit erfgoed.De Mondriaan Stichting heeft projecten ondersteund die hebben bijgedragen aan zichtbaar en toegankelijk maken van het erfgoed van minderheden. Voor concrete projecten t.z.t. het jaarverslag 2006 van de Mondriaan Stichting te raadplegen. (Nu nog niet beschikbaar)Het project CEM is in 2006 overgenomen door DIVA (Archiefkoepel). Daardoor is 2006 een overgangsjaar.449363100Het project is in 2006 overgenomen door DIVA. Met ingang van 2007 is het project ondergebracht bij de nieuwe erfgoedkoepel Stichting Erfgoed Nederland.
         
Het kabinet heeft voor 2006 twee operationele doe- len op het eman- cipatieterrein. Vrouwen uit etnische minderheden behoren tot de doelgroep van het emancipatiebeleid.1. Het duurzaam integreren van het man/vrouw-pers- pectief in beleid en uitvoering ter bevordering van de kwaliteit en effectiviteit van het rijksoverheidsbeleid.2. Het verbreden en verdiepen van het emancipatieproces op lokaal, nationaal, Europees en internationaal niveau.SZW 35– Er wordt uitvoering gegeven aan een plan van aanpak emancipatie en inte- gratie van alloch- tone vrouwen en meisjes. De aan- dacht gaat in het bijzonder uit naar ondersteuning gemeentelijk beleid en het bevorderen van maatschappelijke participatie van kwetsbare en kans- arme allochtone vrouwen;– De subsidierege- ling emancipatieprojecten betreft projecten gericht op vrouwen* (zie kolom toelichting) in een kwetsbare positie die een verbetering beogen op het gebied van:– rechten en veiligheid;– maatschappelijke participatie;– besluitvorming en bestuur.– Doel is samenwer- kingsafspraken te maken over de gezamenlijke uitvoering met de G30, instrumenten te ontwikkelen ter ondersteuning van lokaal beleid. Streefcijfer is om 20 000 vrou- wen uit de doelgroep deel te laten nemen aan activiteiten. – Beoogd was dat in 2006 ongeveer 45 projecten van start zouden gaan.– Subsidie is verleend aan 20 gemeenten voor diverse projecten. Verder is een aantal beleidsinstrumenten ontwikkeld. Bij alle activiteiten tijdens de gehele looptijd (2004–2006) van het plan van aanpak zijn 20 000 vrouwen geactiveerd. – Er zijn in 2006 43 nieuwe projecten van start gegaan voor het beoogd budget. Bij elkaar is de portefeuille daarmee gegroeid tot 137 projecten. Het directe bereik van alle projecten is tussen de 12000 en 15 000 vrou- wen. Het indirecte bereik is naar schatting veel groter. Ongeveer een derde tot de helft van de projecten zijn in samenwerking met of op initiatief van etnische min- derheden. Geschat wordt dat tweederde van de bereikte vrouwen afkomstig is uit deze groep.436* (progn.) 3 700450 3 700 75* niet geoormerkt voor etnische minderheden maar in de praktijk gaat wel een groot deel van het budget naar deze doelgroep.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonenJus 16.2Subsidiëring FORUM, VWN en VON.Waarborgen maatschappelijke inbreng en participatie van etnische minderheden door toe- rusting, toegankelijkheid en kennisontwikkelingDe gesubsidieerde organisaties hebben de projecten verwezenlijkt die met hen waren overeengekomen.7 6867 655100In 2006 valt hier ook onder de subsidie aan FORUM en het COC voor het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in etnische kring en de subsidie aan SSR.
         
Verbeteren van de toegankelijkheid van de zorg voor allochtone cliënten.VWS 16.21.01Praktijkprogramma «allochtonen in de gezondheidszorg» en monitoring ontwikkelingen.  150100100Uitvoering beleidsbrief 16 maart 2004 (TK 29 484, nr. 1) en brief 10 januari 2005 (TK 29 484, nr. 11).3-jarig programma bij ZonMw opgestart.
         
Verbeteren van de toegankelijkheid van de zorg voor allochtone cliën- ten.VWS 16.21.01Tolk- en vertaaldiensten in de gezondheidszorg.  8 50410 823100Uitvoering samen met Justitie van het IBO-rapport «Tolken en vertalers» en de kabinetsreactie daarop van 12 maart 2004 (TK 29 482, nr. 1). De kosten zijn hoger doordat met ingang van 2006 BTW moet worden betaald (gevolg Europese Aanbesteding).
         
Verbeteren lokale opvang, advies, voorlichting aan en versterken van lokale netwerken van allochtone homo’s, lesbien- nes en biseksue- len.Dialoog over homoseksualiteit tussen allochtonen en homo’s, lesbiennes en biseksuelen.VWS 16.34.01– Subsidiëring proefgemeenten.– Overdragen kennis naar andere gemeenten en voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.– Subsidie aan COC Nederland.– Verbetering opvang allochtone homo’s (ketenzorg).– Bevordering wederzijdse acceptatie.– Inzicht in knelpunten opvang allochtone homo’s.– Verbetering van de methodiek in dialoogvormen.350369100Uitvoering amendement Van der Laan (TK 29 800 XVI, nr. 6).Uitvoering brief voortgangsrapportage 2001–2004 homo-emancipatie- beleid (TK 27 017, nr. 7).
         
Voorkomen uitval van allochtone jongeren door Sport.VWS 16.35Initiatieven in de sfeer van Operatie Jong.Extra middelen worden ingezet om uitval van risicogroepen tegen te gaan en hun maatschappelijke betrokkenheid te bevorderen.Het Kabinet heeft de extra middelen die ter beschikking zijn gesteld in het kader van de Operatie Jong ingezet voor het programma Mee- doen Allochtone Jongeren. Daartoe hebben de Staatssecretaris van VWS en de voormalig Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie met negen sportbonden en elf gemeenten een overeenkomst gesloten om allochtone jongeren meer aan het sporten te krijgen. De sportbonden hebben met 500 sportverenigingen afspraken gemaakt over begeleidingstrajecten. Ook volgen nog 50 zorgtrajecten. De gemeenten ondersteunen daarbij de sportverenigingen.11 50011 724100Dit zijn extra middelen voor Operatie Jong.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Facilitering remigratie (uitkering en voorlichting). Diegenen die behoren tot een etnische minderheid en die in het verleden zijn geremigreerd of op het punt staan te remigreren en aan wie een remigratie-uitkering is toegekend, faciliteren conform de Remigratiewet.Diegenen die behoren tot een etnische minderheid en die in het verleden zijn geremigreerd of op het punt staan te remigreren en aan wie een remigratie-uitkering is toegekend, zijn gefaciliteerd conform Remigratie- wet.31 23728 994100Dit bedrag bestaat uit de uitgaven voor de periodieke uitkeringen, uitgaven voor eenmalige bijdragen in reis- en vervoerkosten en kosten hervestiging aan remigranten en de uitvoerings- en voorlichtingskosten.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Bijdragen aan de tot het LOM toegelaten samenwerkingsverbanden van minderheden.Bevordering beleidsmatige participatie.De LOM heeft gefunctioneerd zoals tevoren met hen afgesproken in de agenda. Het programma «niet naast elkaar, maar met elkaar» in het kader van binding en weerbaarheid is van start gegaan.2 6132 750100 
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Regeling Ruimte voor Contact.Versterking sociale binding tussen de diverse, naar etniciteit onderscheiden bevol- kingsgroepen en duurzame verankering daarvan.Met deze regeling worden lokale initiatieven voor ontmoeting en contact tussen etnische minderheden en autochtonen in multifunctionele wijk- en buurtaccommodaties bevorderd. Voor de regeling bestaat grote belangstelling (250 subsidieaanvragen, 30 projecten al in 2006 gestart)01 416 Naar aanleiding van het RMO-rapport «niet langer met de ruggen naar elkaar» is bij 1e suppletore wet 2006 voor deze nieuwe regeling budget beschikbaar gesteld.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Integratiecampagne.Doel is de Nederlandse bevolking bewust te maken van het feit dat de samenleving uit verschillende bevol- kingsgroepen bestaat en het laten zien van voorbeelden van positieve interactie tussen hen.Streefwaarden 2006 zijn:– 8 initatieven;Bekendheid veel positieve voorbeelden neemt toe ten opzichte van 2005 (34,4%)Gerealiseerd in 2006:– 12 initatieven;– 37,6% van de respondenten is bekend met positieve voorbeelden.3 4005 427100 
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Onderzoek/monitoring, communicatieprojecten.– Ondersteuning van beleids beslissingen.– Dialoog tussen bur- gers en wederzijdse acceptatie; verspreiding van kennis over minderheden (beleid).– Betere opkomst van minderheden bij verkiezingen.In 2006 zijn onder andere verschenen de Jaarnota integratiebeleid en de integratiekaart 2006.1 3421 569100In 2006 vallen hier ook onder de uitgaven voor het samen met OCW ontwikkelen van een Nederlandse imamopleiding.
         
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.Jus 16.2Projecten en activiteiten inzake bestrijding racisme en discriminatie, eer- wraak en integratiebevorderende initiatieven.Bestrijding racisme en discriminatie en integra- tiebevorderende initiatieven.In 2006 zijn op de genoemde terreinen verschillende activiteiten bekostigd.8292 086100Bij 1e suppletore wet 2006 is voor eerwraak antidiscri- minatie geld toegevoegd aan dit budget. Voor ADV’s is in totaal € 5,5 miljoen overgeheveld naar het Gemeentefonds en Provin- ciefonds.
         
Uitkeringsregelingen.BZK 10.5Wet Rietkerkuitkering.Toekenning van een uitkering en herden- kingspenning.Jaarlijkse uitkeringen hebben plaatsgevonden.1 5823 220100Toekenning van een uitkering en herdenkingspen- ning en extra aanslag belasting betaald over voorgaande jaren.

HOOFDSTUK 14 – TOEZEGGINGEN ALGEMENE REKENKAMER

(TOEZEGGINGEN RJV 2006, versie 28 februari 2007)

Aandachtspunten Algemene RekenkamerToezeggingen (door de Minister) aan de Algemene RekenkamerStand van zaken
Materiële uitgaven
 In 2006 zullen maatregelen worden getroffen om omissies te voorkomen.Er hebben zich onvolkomenheden voorgedaan bij de verificatie van de facturen. In 2006 zijn maatregelen getroffen om deze situatie te verbeteren. SPIFAD (Servicepunt Inkoop en Financieel Administratieve Dienstverlening) is per 1 januari 2006 van start gegaan. De bedoeling is te borgen de functie van Centrale Inkoop en het verkrijgen van prijsvoordelen. De administratieve dienstverlening dient ten behoeve van de centrale archieffunctie en centrale prijscontrole van in rekening gebrachte bedragen, door gebruik te maken van specifieke kennis en kunde.Door digitalisering van de workflow eind 2006 en door het centraal organiseren is beoogd meer controle te krijgen op het traject als geheel. SPIFAD faciliteert daarmee de diensten/directies van het Bestuursdepartement opdat in 2007 conform de geldende betaaltermijnen rechtmatige betalingen worden gerealiseerd.De DAD heeft naar aanleiding van haar jaarlijkse controle over 2006 de aanbeveling gedaan om bij de servicepunten de verificatieprocedure aan te scherpen.
Bedrijfsvoering IND
 De criteria die de Algemene Rekenkamer hanteert zijn ter harte genomen en er is invulling gegeven aan deze criteria bij de ontwikkeling van het verbeterplan «IND bij de tijd».In het kader van de verbetering van de informatievoorziening is een hoofddirectielid aangesteld die leiding geeft aan de modernisering van de totale informatievoorziening. Ook is een nieuw project ingericht om de onduidelijkheden met betrekking tot registratie en sturing te verbeteren (tijdige beslissingen en betrouwbare gegevens). Hierbij is gebruik gemaakt van de twinning met de SVB. De belangrijkste doelstelling van het project «Sturen op tijdigheid» is het realiseren van een betere sturing binnen de IND op het behalen van de wettelijke en/of met de klant overeengekomen beslistermijnen.
Vernieuwing en aanpassing informatiesystemen (IT-governance)
 Centrale regie op de informatievoorziening per sector wordt in overweging genomen.In 2007 zal worden gestart met het Programma Versterken Informatiemanagement. Dit wordt gebaseerd op een nadere uitwerking van de aanbevelingen in het GRIP-rapport van de Algemene Rekenkamer over IT-Governance. De bedoeling is om het volwassenheidsniveau van IT-governance binnen Justitie beter te laten aansluiten bij de afhankelijkheid van ICT. In 2008 worden de eerste resultaten van dit verbetertraject verwacht. In de gebruikelijke P&C- cyclus zal over de voortgang aan de departementsleiding worden gerapporteerd.
Groot project Inburgering
 In de regeling Oudkomers is de bepaling opgenomen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk kan worden teruggevorderd, indien uit de financiële verantwoording blijkt dat de bijdrage niet is besteed aan oudkomers. Voor deze oudkomersregeling zijn concrete sancties bepaald.In 2005 heeft het ministerie van Justitie de verantwoordingen van de gemeenten in het kader van het project inburgering ontvangen. De afrekeningen zullen plaatsvinden in 2006. Van alle gemeenten is een voorgeschreven accountantsverklaring ontvan- gen, deze moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Op het moment dat er sprake is van een niet goedkeurende verklaring is per gemeente gekeken naar consequenties. Op dit moment ligt er nog één beroepszaak.
Financieel-economisch toezichtstatuut: integriteitszorg
 Toevoeging van het onderwerp integriteitszorg aan de jaarlijkse risico-analyse.Hiertoe is een wijziging aangebracht in het Finan- cieel-economisch Toezichtstatuut (FET). Het herziene FET is op 1 januari 2007 ingegaan.
Betrouwbaarheid informatie: TULP/JJI
 Het al ingezette verbetertraject wordt voortgezet.De sector is al begonnen aan een verbetertraject om de betrouwbaarheid van het TULP-informatiesysteem te verhogen. De eerste resultaten worden begin 2007 verwacht.

HOOFDSTUK 15 – PUBLICATIEPLICHT OP GROND VAN DE WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS BIJ HET MINISTERIE VAN JUSTITIE

Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) dient elk departement via het departementaal jaarverslag een overzicht op te nemen van medewerkers die in het verslagjaar meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare jaarloon van een minister. Dit gemiddelde belastbare jaarloon is voor 2006 vastgesteld op € 171 000,– (zie de Mededeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 februari 2007 in de Staatscourant van 23 februari 2007 (Stcrt. 2007, 39, blz. 10)).

Voor het ministerie van Justitie geldt dat er geen functionarissen werkzaam zijn waarvan het inkomen (gemiddeld belastbaar loon over 2006) uitstijgt boven de grens van € 171 000,–.

De controle van de inkomensgegevens van functionarissen die bij Justitie in dienst zijn of waren in 2006 is niet sluitend, omdat niet alle aanvullende inkomensbestanddelen via de salarisadministratie verlopen (afkoopsommen, schadeloosstellingen en dergelijke). Door het uitvoeren van gerichte controles en aanvullende maatregelen is de kans afgenomen en wordt er toch relatieve zekerheid verkregen dat er geen functionarissen gemeld moeten worden. In 2007 zal bekeken worden hoe de signalering en beoordeling van topinkomens verder verbeterd kan worden.

HOOFDSTUK 16 – LIJST MET AFKORTINGEN

A 
AABAlgemene Ambtsberichten
ACAanmeldcentrum
ADVAntidiscriminatievoorziening
AIVDAlgemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
AJBArrondissementaal Justitieel Beraad
ALAdministratieve Lasten
AMKAdvies- en Meldpunt Kindermishandeling Nederland
AmvAlleenstaande minderjarige vreemdeling
AMvBAlgemene Maatregel van Bestuur
APVAlgemene Politie Verordening
ATANAProgramma ter stimulering van allochtonen in bestuurlijke functies bij vrijwillige en culturele organisaties
ATbAlerteringssysteem Terrorismebestrijding
AWBAlgemene Wet Bestuursrecht
AWBZAlgemene Wet Bijzondere Ziektekosten
  
B 
BAOBesluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten
BDU SIVBrede Doeluitkering Sociale Integratie en Veiligheid
BFTBureau Financieel Toezicht
BHVBedrijfshulpverlening
BIBOBBevordering Integere Besluitvorming Openbaar Bestuur
BOABuitengewone Opsporingsambtenaar
BOOMBureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie
BPPBasis Penitentiair Programma
BPVSBeveiliging en Publieke Veiligheid Schiphol
BWBurgerlijk Wetboek
BZKMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
  
C 
CBPCollege Bescherming Persoonsgegevens
CBRNChemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair
CCVCentrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
CEMCultureel Erfgoed Minderheden
CGBCommissie Gelijke Behandeling
CEVCommissie Evaluatie Vreemdelingenwet 2000
CIOTCentraal Informatiepunt Onderzoek & Telecommunicatie
CJDCentrale Justitiële Documentatiedienst
CJIBCentraal Justitieel Incasso Bureau
COACentraal Orgaan opvang Asielzoekers
COCFederatie van Nederlandse Verenigingen tot integratie van homoseksualiteit COC Nederland
COVOGCentraal Orgaan Verklaringen Omtrent het Gedrag
CRIEMCriminaliteit Etnische Minderheden
CTCCommunities that care
CTRCentraal Testamenten Register
CUMICulturele Minderheden
CvTKCollege van Toezicht op de Kansspelen
CWICentrum voor Werk en Inkomen
  
D 
DADDepartementale Auditdienst
DBM-vDetentie en behandeling op maat voor volwassen gedetineerden
DCLDetentieconcept Lelystad
DJIDienst Justitiële Inrichtingen
DNADeoxyribose Nucleic Acid
DSIDienst Speciale Interventies
DT&VDienst Terugkeer en Vertrek
  
E 
ECEuropese Commissie
EDElektronische Detentie
EGEuropese Gemeenschap
EKEerste Kamer
ESFEuropees Sociaal Fonds
ETElektronisch Toezicht
EUEuropese Unie
EU-VISEuropees Visum Informatiesysteem
EVFEuropees Vluchtelingen Fonds
  
F 
FESFonds Economische Structuurversterking
FETFinancieel Economisch Toezichtstatuut
FFWFlora- en faunawet
FORUMInstituut voor Multiculturele Ontwikkeling
FPDForensisch Psychiatrische Dienst
FPUFlexibele Pensioen Uitkering
FSOForensische Samenwerking in de Opsporing
  
G 
GBOGemeenschappelijke Beheerorganisatie
GOA-beleidGemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid
GSBGrote Steden Beleid
GSRGarantstellingsregeling
  
H 
HALTHet Alternatief
HoNHandhaven op Niveau
HRTHerintegratieregeling Terugkeer
HRPTHerintegratieregeling Project Terugkeer
  
I 
IAbIndividuele Ambtsberichten
IBGIn Beslaggenomen Gelden
IB-groepInformatie Beheer Groep
ICCWInterdepartementale Commissie voor Constitutionele aangelegenheden en Wetgevingsbeleid
ICERInterdepartementale Commissie Europees Recht
ICTInformatie- en Communicatietechnologie
IGCIntergouvernementele Conferentie
INDImmigratie- en Naturalisatiedienst
IOMInternational Organisation for Migration
IPZInvesteren in Personele Zorg
ISDInrichting voor Stelselmatige Daders
ITBIndividuele Trajectbegeleiding
IVOIncidenteel Versneld Ontslag
  
J 
JCOJustitieel casusoverleg
JibJustitie in de buurt
JJIJustitiële Jeugdinrichtingen
JustIDJustitiële Informatiedienst
JustisJustitiële uitvoeringsdienst toetsing, integriteit, screening
  
K 
KBPSKinderbescherming Bedrijfsprocessensysteem
KCWKenniscentrum Wetgeving
KMarKoninklijke Marechaussee
KNVBKoninklijke Nederlandse Voetbalbond
KWEKleine Woon Eenheden
  
L 
LBIOLandelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
LOMLandelijk Overleg Minderheden
  
M 
MKBMidden- en Kleinbedrijf
MOBMet onbekende bestemming
MOgroepBranche-organisatie voor de jeugdzorg
MOTMeldpunt Ongebruikelijke Transacties
MRMinisterraad
MSTModernisering Sanctietoepassing
MTVMobiel Toezicht Vreemdelingen
MTNLMira Media, lokale migrantentelevisie
MVVMachtiging tot Voorlopig Verblijf
  
N 
NCTbNationaal Coördinator Terrorismebestrijding
NFINederlands Forensisch Instituut
NidosJeugdbescherming voor vluchtelingen
NiFVNederlands instituut Fysieke Veiligheid
NPPNationaal Platform Personenschade
NTPNederlands Taxonomie Project
NVBRNederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
NVISNieuwe Visum en Informatie Systeem
NVPNederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling
NVvRNederlandse Vereniging voor Rechtspraak
  
O 
OCOnderzoek- en opvangcentrum
OCWMinisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
ODAOfficial Development Assistance
OHOnherroepelijk(e)
OK-beleidOnderwijskansenbeleid
OMOpenbaar Ministerie
OTSOndertoezichtstelling
  
P 
PaVEMCommissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen
PBCPieter Baan Centrum
PBOParticuliere Beveiligingsorganisatie
PIPenitentiaire Inrichting
PIDSPlatform Interceptie Decriptie en Signaalanalyse
PIJPlaatsing in een Jeugdinrichting
PMJPrognosemodel Justitiële Ketens
PPPenitentiair Programma
PROGISProgramma informatievoorziening strafrechtsketen
PTVPreventief Toezicht Vennootschappen
PVProces Verbaal
  
R 
RAVARegiegroep allochtone vrouwen en arbeid
RCRekening-Courant
REANReturn and Emigration of Aliens from the Netherlands
RebaRegeling eigen bijdrage asielzoekers
RGDRijksgebouwendienst
RHBRijkshoofdboekhouding
RMCRegionale Meld- en Coördinatiefunctie
ROCRegionaal Opleidingen Centrum
RPPRegionaal Beschermingsprogramma
RRBRaden voor rechtsbijstand
RVARegeling Verstrekkingen aan Asielzoekers
RvSRaad van State
RvdKRaad voor de Kinderbescherming
RvdrRaad voor de rechtspraak
  
S 
SBaOSpeciaal Basisonderwijs
SBOSectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt
SCPSociaal en Cultureel Planbureau
SGCStichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken
SGMSchadefonds Geweldsmisdrijven
SHNVereniging Slachtofferhulp Nederland
SOVStrafrechtelijke opvang van verslaafden
SPIFADServicepunt Inkoop en Financieel Administratieve Dienstverlening
SPVASociale Positie en Voorzieningengebruik Allochtonen
SRNStichting Reclassering Nederland
SSRStichting Steun Remigranten
StbStaatsblad
StcrtStaatscourant
STPScholings- en Trainingsprogramma’s
SVBSociale Verzekeringsbank
SZWMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  
T 
TBSTerbeschikkingstelling
TKTweede Kamer
TNVTijdelijke Noodvoorzieningen Vreemdelingen
TOPATeam Ondersteuning Participatie in Antillianengemeenten
TRTerugdringen Recidive
TVCNTolk- en Vertaalcentrum Nederland
  
U 
UNHCRHoge Commissaris voor de Vluchtelingen der Verenigde Naties
UWVUitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
  
V 
VIVoorwaardelijke Invrijheidstelling
VIPVerwijs Index Personen
VISVisum Informatie Systeem
VIVVerklaring omtrent Inkomen en Vermogen
ViValtProject Alternatief voor de Verklaring omtrent Inkomen en Vermogen
VKVreemdelingenkamer
VNVerenigde Naties
VNGVereniging van Nederlandse Gemeenten
VNO-NCWVerbond Nederlandse Ondernemingen en Nederlands Christelijke Werkgeversverbond
VOGVerklaring omtrent gedrag
VOGnpVerklaring omtrent gedrag voor natuurlijke personen
VOGrpVerklaring omtrent gedrag voor rechtspersonen
VONVluchtelingen Organisaties Nederland
VOVVersterking Opsporing en Vervolging
VPVeiligheidsprogramma
VPVreemdelingenpolitie
VSVVoortijdig schoolverlaten
VUVrije Universiteit
VVEVoor- en Vroegschoolse Educatie
VvGBVerklaring van Geen Bezwaar
VVAVerblijfsvergunning asiel
VVRVergunning tot Verblijf Regulier
VVTVVoorwaardelijke Vergunning Tot Verblijf
VwVreemdelingenwet
V&WMinisterie van Verkeer en Waterstaat
VWNVluchtelingenwerk Nederland
VWSMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  
W 
WAHVWet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften
WbpWet bescherming persoonsgegevens
WiWet inburgering
WIBWet Inburgering in het buitenland
WINWet Inburgering Nieuwkomers
WjzWet op de jeugdzorg
WobkaWet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
WODCWetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
WPBRParticuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus
WsnpWet schuldsanering natuurlijke personen
WWMWet Wapens en Munitie
  
X 
XBRLeXtensible Business Reporting Language
Z 
ZBOZelfstandig Bestuursorgaan
ZMZittende Magistratuur
kst-31031-VI-1-11.gifkst-31031-VI-1-12.gif
Licence