Base description which applies to whole site

nr. 1JAARVERSLAG VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

Aangeboden 21 mei 2008

Gerealiseerde uitgaven naar beleidsterrein (in mln. €)

kst-31444-IV-1-1.gif

Gerealiseerde ontvangsten per beleidsterrein (in mln. €)

kst-31444-IV-1-2.gif

INHOUDSOPGAVE blz.

A.ALGEMEEN 6
1.Aanbieding en dechargeverlening 6
2.Leeswijzer11
   
B.BELEIDSVERSLAG13
3.Beleidsprioriteiten13
4.Beleidsartikelen15
5.Niet-Beleidsartikelen32
6.Bedrijfsvoeringsparagraaf33
   
C.JAARREKENING34
7.Verantwoordingsstaat 200734
8.Saldibalans35
   
D.BIJLAGEN45
9.Afkortingenlijst47
10.Trefwoordenregister48

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het departementale jaarverslag over het jaar 2007 van Koninkrijksrelaties aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2007 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

• het gevoerde financieel en materieel beheer;

• de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

• de financiële informatie in de jaarverslagen en jaarrekeningen;

• de departementale saldibalansen (zie);

• de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

• de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

• Het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2007; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden.

• De slotwet van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het jaar 2007; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd.

• Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet/slotwetten is/zijn aangenomen.

• Het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2007 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden.

• De verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2007 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2007 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2007 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001);

• het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Dechargeverlening door de Tweede Kamer Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Opbouw Jaarverslag 2007

De begroting van Koninkrijksrelaties kent een vertrouwde opbouw en het jaarverslag volgt dan ook de opbouw van de begroting 2007.

Het jaarverslag 2007 bestaat uit vier delen:

A. Een algemeen deel met de dechargeverlening

B. Het beleidsverslag 2007 over de prioriteiten en de beleidsartikelen

C. De jaarrekening 2007

D. De bijlagen

Het beleidsverslag 2007

In het beleidsverslag 2007 wordt teruggekeken op de resultaten uit 2007. Het verslag kent de volgende vier onderdelen: het verslag over de beleidsprioriteiten 2007, de beleidsartikelen, de niet-beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf.

In de paragraaf beleidsprioriteiten 2007 wordt op hoofdlijnen verantwoording afgelegd over het beleid van het afgelopen jaar. Hierin kunt u lezen welke resultaten zijn behaald bij de gemaakte beleidsafspraken (prioriteiten) voor 2007. Ook wordt ingegaan op een aantal urgente onderwerpen die in 2007 specifieke aandacht hebben gekregen.

In de paragraaf «De beleidsartikelen» wordt meer in detail ingegaan op de verantwoording over de verschillende onderwerpen. De paragraaf kent per beleidsartikel de volgende opzet:

1. Algemene beleidsdoelstelling, doelbereiking en maatschappelijke effecten

2. Externe factoren

3. Meetbare gegevens

4. Budgettaire gevolgen van beleid

5. Operationele doelstellingen

6. Overzicht afgeronde onderzoeken

In 4 Budgettaire gevolgen van beleid wordt de realisatie 2007 afgezet tegen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2007 en worden opmerkelijke verschillen toegelicht.

In 5 Operationale doelstellingen wordt per operationele doelstelling nader ingegaan op de behaalde resultaten in 2007. Hierbij wordt aandacht besteed aan de gerealiseerde instrumenten/ activiteiten en de prestatieindicatoren. De opmerkelijkste resultaten en verschillen worden per operationele doelstelling nader toegelicht.

Het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2007 bevat ook een bedrijfsvoeringsparagraaf. Hierin wordt verslag gedaan over specifieke bedrijfsvoeringpunten voor Koninkrijksrelaties (IV). Voor het verslag over de bedrijfsvoering in algemene zin wordt verwezen naar het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

De jaarrekening 2007

In de jaarrekening treft u de (samenvattende) verantwoordingsstaat voor de begroting van Koninkrijksrelaties en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.

De bijlagen

Voor de toegankelijkheid van het jaarverslag zijn ook een overzicht van gebruikte afkortingen en een trefwoordenregister opgenomen.

B. BUDGETTAIRE EN FINANCIËLE CONSEQUENTIES VAN DE BELEIDSPRIORITEITEN

3. BELEIDSPRIORITEITEN 2007

Het beleid ten aanzien van de Nederlandse Antillen stond in 2007 vooral in het teken van de staatkundige veranderingen. Voor Nederland staat het belang van de burger bij deze veranderingen voorop. Ondanks hobbels bij de concrete uitwerking van afspraken, die veel discussie opleveren tussen de gesprekspartners in het Koninkrijk en ook afhankelijk is van politieke ontwikkelingen, wordt er door alle partijen constructief en in een goede sfeer gewerkt aan de nieuwe staatkundige verhoudingen. De afspraken die met het Land en de eilandgebieden gemaakt worden zijn van grote invloed op de bestuurkracht, rechtsorde en overheidsfinanciën van de eilanden. De verbeteringen op deze gebieden zullen ten goede komen aan de burgers en bedrijven op de eilanden.

Na de aanbieding van de Rijksbegroting Koninkrijksrelaties 2007 zijn afspraken gemaakt die een nadere invulling geven aan de afspraken van de Ronde Tafel Conferentie van 26 november 2005:

• De slotverklaring van de miniconferentie over de toekomstige staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 10 en 11 oktober 2006;

• De slotverklaring van het bestuurlijke overleg over de staatkundige positie van Curaçao en Sint Maarten van 2 november 2006;

• Het overgangsakkoord inzake de inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden van 12 februari 2007;

• De toetreding van Curaçao tot het overgangsakkoord van 28 augustus 2007.

Gedurende 2007 is volop gewerkt aan de uitwerking van deze akkoorden. Dat gebeurt ondermeer in twee ambtelijke projectgroepen op het gebied van financiën en voor rechtshandhaving, waarin voorstellen worden voorbereid aan de bestuurders. Curaçao en Sint Maarten moeten voldoen aan de voorwaarden uit de slotverklaring van 2 november 2006 alvorens de status van Land binnen het Koninkrijk verkregen wordt. De bereikte resultaten in 2007 zijn een belangrijke stap in die richting, met name op het gebied van financieel toezicht tijdens de overgangsperiode, een betere financiële huishouding en schuldsanering. Op het gebied van rechtshandhaving worden voorstellen voor ondermeer concensus-Rijkswetten voor de politie, het Openbaar Ministerie en een Gemeenschappelijk Hof voorbereid. Dit verloopt echter nog moeizaam. In 2008 zullen deze voorbereidingen worden voortgezet.

Daarnaast worden op alle ministeries voorbereidingen getroffen voor de nieuwe staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam van Nederland. In 2007 is in het bijzonder geanalyseerd hoe de huidige situatie op deze drie eilanden vertaald kan worden naar de nieuwe situatie, waarbij rekening wordt gehouden met de karakteristieken van deze drie eilanden. Aan de hand van deze analyse en in overleg met de drie eilanden worden maatregelen uitgewerkt die bij statuswijziging worden ingevoerd: dit kan gaan om wetgeving maar ook om uitvoeringsmaatregelen. Het is van belang om de onderlinge samenhang daarvan in het oog te houden. Voor de drie BES-eilanden is het College Financieel Toezicht inmiddels ingesteld en is het geld voor de schuldsanering in december 2007 op rekeningen bij de Bank Nederlandse Antillen gestort. De contouren van de nieuwe situatie op de BES eilanden zullen in 2008 steeds scherper worden.

De nieuwe staatkundige verhoudingen en alle bijbehorende maatregelen, zoals de schuldsanering en aandacht voor beter bestuur, dragen bij aan de zelfstandigheid van de Koninkrijkspartners. In 2007 is dan ook besloten dat na het doorvoeren van de staatkundige wijzigen en de schuldsanering de samenwerkingsmiddelen worden afgebouwd.

In 2007 is besloten niet af te wijken van de afspraken in de Arubadeal. Dat betekent dat Nederland na 2009 geen aanvullende middelen voor Aruba beschikbaar stelt. De gedachte achter de Arubadeal is dat Aruba gedurende 10 jaar financieel orde op zaken zou stellen om vanaf 2010 financieel onafhankelijk te zijn van Nederland. Momenteel staat Aruba er economisch goed voor. De Arubaanse regering is financieel in staat om zelfstandig zijn beleidstaken uit te voeren. Wel hebben de Arubaanse overheidsfinanciën zich minder gunstig ontwikkeld dan vooraf was voorzien onder andere door een tegenvaller in de zorgverzekering en een oplopende inflatie.

Op het gebied van de rechtshandhaving hebben Nederland en Aruba samen geconstateerd dat het wenselijk is om de samenwerking op het terrein van de rechtshandhaving na 2009 nog enige tijd voort te zetten. In 2008 worden concrete plannen verder uitgewerkt.

Beleidsprioriteiten 2007Art.nr.Ontwerpbegroting 2007Nadere mutaties 2007Realisatie 2007
Belangrijkste (mutaties in) beleidsmatige prioriteiten    
1. Waarborgfunctie137 446– 35237 094
2. Bevorderen autonomie Koninkrijkpartners2117 42193 313210 734
3. Nominaal en onvoorzien31 365– 1 3650

4. BELEIDSARTIKELEN

BELEIDSARTIKEL 1. Waarborgfunctie

Algemene beleidsdoelstelling

Bijdragen aan het waarborgen van de rechtszekerheid en de mensenrechten op de Nederlandse Antillen en Aruba.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Het waarborgen van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur is een aangelegenheid van het Koninkrijk (artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden). Ten aanzien van de rechthandhaving hebben de onderwerpen grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme en grensbewaking een hoge prioriteit. Nederland werkt hiertoe nauw samen met de Nederlandse Antillen en Aruba in het Recherchesamenwerkingsteam (RST) en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De staatssecretaris van BZK draagt hiertoe bij aan de instandhouding van deze twee organisaties. Daarnaast wordt vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties bijgedragen aan de ondersteuning van de Rechterlijke Macht en het Openbaar Ministerie. Dit alles om de rechtzekerheid en veiligheid voor de burger op de Nederlandse Antillen en Aruba te verhogen.

In 2007 zijn belangrijke stappen gezet om te komen tot een Rijkswet voor de Kustwacht. Naar verwachting zal deze wet in 2008 in werking treden. Hiermee wordt de positie van de Kustwacht geformaliseerd. Nadat in 2006 een evaluatie heeft plaats gevonden van het RST zijn in 2007 de eerste stappen gezet naar een verdere verbetering van de aansturing van de organisatie. Zo worden nu de hoofdofficieren van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba via de zogenaamde gemeenschappelijke stuurgroep RST betrokken in het operationele keuzeproces van het RST. Hierdoor wordt aan de aanbeveling om het Openbaar Ministerie nadrukkelijker in haar gezagsrol te brengen tegemoet gekomen. In de Slotverklaring van 2 november 2006 (zie Kamerstuk 2006–2007, dossiernummer 30 945) is afgesproken dat ook de positie van het RST bij Rijkswet wordt geregeld. Daarnaast zijn in de Slotverklaring afspraken gemaakt over bredere samenwerking binnen het Koninkrijk. De uitwerking daarvan is nog in volle gang. Een belangrijk doel van deze samenwerking is het waarborgen van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur.

Externe factoren

• Wederzijdse afhankelijkheid van de Koninkrijkspartners & Autonomie versus Koninkrijksverband. De Nederlandse Antillen en Aruba beschikken over een ruime mate van autonomie binnen het Koninkrijk. Ze zijn onder andere zelf verantwoordelijk voor een veilige samenleving. Gelet echter op de toenemende internationalisering van onder andere de criminaliteit alsmede de wens tot wijziging van de staatkundige structuur van de eilanden van de Nederlandse Antillen zijn er in de slotakkoorden van oktober en november 2006 harde afspraken gemaakt over de positie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de organisatie van politie en justitie. In 2007 is veel tijd geïnvesteerd in verdere uitwerking van deze afspraken. Inmiddels is er tussen de Antiliaanse entiteiten en Nederland overeenstemming bereikt over de consensus rijkswet Hof.

• De samenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen binnen Plan Veiligheid Nederlandse Antillen is tijdens de ministeriële stuurgroep van juni 2007 met twee jaar verlengd, tot eind 2008. Hiervoor is door de Staatssecretaris van BZK zowel voor 2008 als 2009 een bedrag van € 10,5 mln beschikbaar gesteld. Deze middelen zullen met name worden besteed aan de duurzame verbetering van de van de organisaties van de politie, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, het Openbaar Ministerie, het gevangeniswezen en de vreemdelingenketen.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Voor de meetbare gegevens van de Waarborgfunctie wordt verwezen naar de meetbare gegevens bij operationele doelstelling 1, Samenwerking rechtsorde. Deze geven mede aan in hoeverre de algemene beleidsdoelstelling van de waarborgfunctie is gerealiseerd.

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1. Waarborgfunctie Bedragen in € 1000
 RealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2003200420052006200720072007
Verplichtingen29 41833 10540 13342 23337 22137 446– 225
        
Uitgaven27 75930 29739 19341 04037 09437 446– 352
1.1 Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen27 75930 29739 19341 04037 09437 446– 352
        
Ontvangsten5 2084 5192 97412 7924 3484 469– 121

Operationele doelstelling 1.1: Het versterken en waarborgen van de rechtszekerheid en de mensenrechten door het bevorderen en in stand houden van structurele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk.

Doelbereiking

Op de Nederlandse Antillen en Aruba is sprake van grensoverschrijdende (drugs-)criminaliteit. Omdat deze problematiek de eigen capaciteit van de Landen overstijgt, wordt op structurele wijze samengewerkt in het kader van de waarborgfunctie. Het betreft hier de activiteiten van de Kustwacht, het RST, de grenscontroles op de internationale luchthavens en de ondersteuning van de zittende en staande magistratuur. De Kustwacht en het RST spelen een belangrijke rol in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en werken hiertoe ook internationaal samen. Om een goed niveau van rechtshandhaving en rechtspleging in de Landen te garanderen, is een volledige bezetting van het Hof en het Openbaar Ministerie van cruciaal belang. Omdat de Landen hiertoe de personele capaciteit ontberen, draagt Nederland hieraan bij. In 2007 zijn op de Nederlandse Antillen en Aruba gemiddeld 23 uitgezonden rechters en 10 uitgezonden officieren van Justitie werkzaam geweest. Daarnaast verleent Nederland op incidentele basis bijstand aan de Landen wanneer deze daar om verzoeken. Op incidentele basis is samengewerkt om deze doelstelling te bereiken. Zo is bijvoorbeeld technische expertise geleverd voor een grootschalig brandonderzoek.

Met middelen uit HIV van de Rijksbegroting en de bijdragen van het Land Nederlandse Antillen en Aruba wordt de Kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba in staat gesteld haar taken uit te voeren. Duidelijk is dat de Kustwacht een van de belangrijke schakels is in de rechtshandhavingketen in de Landen. Met de komst in 2008 van de nieuwe vliegtuigen, specifiek aangepast voor de taken van de Kustwacht, zal de effectiviteit van de Kustwacht op alle taakvelden toenemen. Belangrijke gebeurtenissen in 2007 waren het operationeel worden van het walradarsysteem op de Benedenwinden en de aankomst van de eigen luchtverkenningcapaciteit. Deze dragen in belangrijke mate bij aan de effectiviteit van de Kustwacht. Belangrijk daarnaast is de totstandkoming van de Rijkswet Kustwacht die eind 2007 de laatste fase van het wetgevingsproces is ingegaan.

Grenscontroles (GGCT)

In 2007 hebben de Nederlandse Douane en de Koninklijke Marechaussee operationele bijstand verleend in de gecombineerde grenscontroleteams op Curaçao, Bonaire en Sint Maarten.

De samenwerkingsovereenkomst in het kader van het GGCT is per juli 2007 omgezet in een samenwerkingsovereenkomst tussen de Douane N.A., de politiekorpsen én de KMAR.

De inzet van de Douane en de KMAR heeft er toe geleid dat het aantal drugstransporten naar Schiphol vanuit de Nederlandse Antillen op een zeer laag peil is gekomen.

In stand houden Recherchesamenwerkingsteam

De bestrijding van de zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit bevat een grote complexiteit, waarbij een goede intelligence positie en financiële expertise van groot belang zijn. Het RST heeft hier ook in 2007 veel in geïnvesteerd.

Instrumenten

Alle in de begroting 2007 genoemde activiteiten zijn in 2007 gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden onder doelbereiking nader toegelicht.

Realisatie meetbare gegevens

prestatie-indicator20052006Streefwaarde 2007Realisatie 2007
Effectiviteit van het optreden van de kustwacht: drugs/wapens100%100%100%100%
Effectiviteit van het optreden van de kustwacht: illegale immigratie100%100%100%100%
Bron: Jaarverslag Kustwacht 2007
Tactische/financiële opsporingsonderzoeken: RST50282832
Bron: Jaarverslag RST

* De cijfers voor tactische en financiële onderzoeken zijn samengevoegd.

Toelichting

• Effectiviteit van Kustwachtoptreden: in welk deel van de gevallen, waarbij ter plekke vermeend ongewenst gedrag of een noodsituatie werd vastgesteld, de Kustwacht succesvol optrad. Dit is uitgedrukt in de verhouding: succesvol voorkomen, gepakt of gered/vastgesteld ongewenst gedrag of noodsituatie. De genoemde 100% betreft derhalve de afhandeling van die gevallen waarin daadwerkelijk is opgetreden.

Overzicht afgeronde onderzoeken

Ten onrechte is in de begroting 2007 gemeld dat er in 2007 een onderzoek wordt verricht naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid ten aanzien van de kustwacht. Op dit moment wordt een Lange Termijnplan voor de Kustwacht uitgevoerd. Dit plan loopt tot en met 2009, waarna de resultaten geëvalueerd zullen worden.

BELEIDSARTIKEL 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Algemene beleidsdoelstelling

Het stimuleren van de zelfstandigheid van de Nederlandse Antillen en Aruba op het gebied van bestuur, economie, rechtszekerheid en veiligheid.

Het achterliggende doel bij deze beleidsdoelstelling is het verhogen van het welzijn van de burgers op de Nederlandse Antillen en Aruba. Een goed basisniveau voor bestuur, mensenrechten en rechtzekerheid is een voorwaarde voor een duurzame economische ontwikkeling van de Nederlandse Antillen en Aruba. Nederland tracht door samenwerkingsprogramma’s en ondersteuning op vele gebieden bij te dragen aan de ontwikkeling van deze voorwaarden die van belang zijn voor de instandhouding van de democratische rechtstaat.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

2007 stond in het teken van de staatkundige hervormingen van de Nederlandse Antillen. De afspraken die met het Land en de eilandgebieden gemaakt worden zijn van grote invloed op de bestuurkracht, rechtsorde en overheidsfinanciën van de eilanden. Zoals in het beleidsverslag al is gezegd zijn er in 2006 en in 2007 samen vier belangrijke akkoorden getekend. Ook is in 2007 een begin gemaakt met het uitwerken van deze akkoorden. Op alle ministeries worden voorbereidingen getroffen voor de nieuwe staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als toekomstig openbaar lichaam van Nederland. In 2007 is met name geanalyseerd hoe de huidige situatie op deze drie eilanden vertaald zal worden naar de nieuwe situatie. Aan de hand van deze analyse en in overleg met de drie eilanden worden maatregelen uitgewerkt die bij de statuswijziging worden ingevoerd. De voortgang in de statuswijziging is een tijdrovend proces omdat de concrete uitwerking van afspraken veel discussie oplevert tussen de gesprekspartners in het Koninkrijk en ook afhankelijk is van politieke ontwikkelingen.

Nadat het Overgangsakkoord was getekend is met Bonaire, Saba en Sint Eustatius (BES) verder gesproken over de daadwerkelijke modaliteiten voor de schuldsanering. Hierover is op 20 juni 2007 overeenstemming bereikt. Eind 2007 toen het College Financieel Toezicht (CFT) voor de drie eilanden in functie was hadden ze formeel aan de voorwaarden voor schuldsanering voldaan. Vervolgens zijn eind december 2007 de middelen voor de sanering van de betalingsachterstanden van de BES en voor de sanering van het aandeel van de BES in de onverdeelde schuld van het Land op twee rentedragende rekeningen bij de Bank Nederlandse Antillen gestort. Ook zijn de sociaal economische initiatieven (SEI’s) van Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten goedgekeurd door de Rijksministerraad.

Het jaar 2007 was een ijkmoment in de samenwerkingsrelatie met Aruba. Nederland heeft besloten niet af te wijken van de Arubadeal, aangezien Aruba een relatief hoog BNP heeft en de Arubaanse regering financieel in staat moet zijn om zelfstandig zijn beleidstaken uit te voeren. Volgens de in 2000 overeengekomen Arubadeal is 2009 het laatste jaar waarin Nederland een bijdrage stort in het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) ten behoeve van de uitvoering van projecten in het kader van het samenwerkingsbeleid. Dit betekent dat Nederland na 2009 geen aanvullende middelen voor Aruba beschikbaar stelt. Nederland en Aruba hebben samen geconstateerd dat het wel wenselijk is om de samenwerking op het terrein van de rechtshandhaving nog enige tijd na 2009 voort te zetten. Dit wordt (in lijn met de afspraken uit de Arubadeal) gefinancierd uit gereserveerde schuldsaneringsmiddelen over de periode 2003–2007. Deze middelen zijn volgens de gemaakte afspraken niet beschikbaar gesteld omdat het vereiste begrotingsevenwicht niet is bereikt.

Externe factoren

In 2006 leidde het spanningsveld tussen autonomie en Koninkrijksverband ertoe dat de eilandsraad van Curaçao het bestuurlijk akkoord afwees. In 2007 is Curaçao alsnog toegetreden tot het akkoord door middel van het overgangsakkoord van 28 augustus 2007.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

prestatie-indicator20052006Streefwaarde 2007Realisatie 2007
Schuldquote Antillen (in % BBP)*82,283,182%83,1%
Bron: BNA (Bank Nederlandse Antillen)
Cijfers over heel 2007 zijn nog niet allemaal beschikbaar; dit is afhankelijk van het moment waarop de instanties (BNA, CBS-NA) dit publiceren.
Schuldquote Aruba (in % BBP)**45,045,842%44,9
Bron: CBA (Central Bank of Aruba).

* meest recente cijfers is derde kwartaal 2007.

** het betreft hier de meest recente cijfers. Deze kunnen afwijken van de cijfers in de begroting 2007.

In het kader van het bevorderen van de autonomie van de Koninkrijkspartners is het van groot belang dat de Landen financieel niet te afhankelijk zijn van derden. Dit komt tot uitdrukking in een verlaging van de schuldquote van beide landen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners Bedragen in € 1000
 RealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2003200420052006200720072007
Verplichtingen79 269151 20091 718223 922214 450103 580110 870
waarvan garantieverplichtingen     88 720 
        
Uitgaven82 501107 732119 589130 478210 734117 42193 313
2.1 Apparaat7 8996 5335 1525 4886 6185 0491 569
2.2 Bevordering autonomie74 602101 199114 437124 619127 505111 86315 642
2.3 bevorderen staatskundige relaties   37176 61150976 102
Ontvangsten13 6296 86223 389156 44710 1198 5031 616

Financiële toelichting

Er zijn in 2007 extra apparaatsuitgaven verricht ten behoeve van een nieuw dienstkantoor van de Vertegenwoordiging op Aruba en in het kader van de staatkundige vernieuwingen. Deze middelen zijn bij voorjaarsnota (VJN) 2007 en najaarsnota (NJN) 2007 aan de begroting toegevoegd.

Bij VJN 2007 is € 45,2 mln. aan artikel 2.2 toegevoegd ter dekking van extra uitgaven. Daarvan is in de eerste plaats via het SEI een extra investeringsimpuls gegeven aan de economische structuur van de eilanden. Daarnaast is uit hoofde van de transitieakkoorden in 2007 eenmalig begrotingssteun («quick wins») gegeven aan het Land Nederlandse Antillen en de eilanden Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba; daarmee konden de eilanden een aantal urgente knelpunten oplossen. Ten slotte zijn de voor schuldsanering Aruba gereserveerde middelen uit 2006 toegevoegd aan de begroting voor 2007, omdat Aruba in 2006 niet voldeed aan de voorwaarde van begrotingsevenwicht. Omdat Aruba ook 2007 niet aan deze voorwaarde heeft voldaan, is bij NJN 2007 € 25,2 mln. doorgeschoven naar 2008.

In verband met de afgesloten overgangsakkoorden met de BES-eilanden is bij najaarsnota 2007 de raming van artikel 2.3 met € 75,5 mln.verhoogd. De BES eilanden hebben ingestemd met financieel toezicht en de schuldsaneringsmiddelen (betalingsachterstanden en aandeel BES in onverdeelde landschuld) zijn gestort op een geblokkeerde bestemmingsrekening. In 2007 zijn de middelen nog niet ingezet voor daadwerlijke sanering, dit volgt naar alle waarschijnlijkheid in 2008.

Operationele doelstelling 2.1: Het versterken van de bestuurskracht, de rechtsorde, de economie en het onderwijs van de Nederlandse Antillen en Aruba door middel van samenwerking en het waar nodig in aanvulling hierop ontwikkelen van initiatieven om urgente noden aan te pakken.

Doelbereiking

Zoals bij de algemene beleidsdoelstelling al is verwoord stond 2007 in het teken van de staatkundige hervormingen van de Nederlandse Antillen. Voor wat betreft de gevolgen van de staatkundige hervormingen op de kwaliteit van bestuur op de eilanden wordt verwezen naar paragraaf 2.3 over deze hervormingen. In het vervolg van deze paragraaf wordt ingegaan op de resultaten die in 2007 bereikt zijn met de inzet van Nederlandse samenwerkingsmiddelen in de Nederlandse Antillen en Aruba.

In 2007 de Uitvoeringsorganisatie Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) geëvalueerd. USONA heeft een goed rapportcijfer gekregen in de externe evaluatie die door de Evaluatiegroep Overheid en Bedrijf BV is uitgevoerd. De doelstellingen voor de oprichting van een ontwikkelingsfonds (depolitisering, minder bureaucratie en daardoor het wegwerken van de onderbesteding van de samenwerkingsmiddelen) zijn bereikt en de interne bedrijfsprocessen van USONA zijn op orde.

Ook zijn in 2007 de samenwerkingsprogramma’s Bestuurlijke Ontwikkeling (BO) en Duurzame Economische Ontwikkeling geëvalueerd (voor beide studies, zie www.minbzk.nl). Uit beide studies komt naar voren dat de programma’s een positieve invloed hebben gehad en dat het programma toegevoegde waarde heeft. De resultaten van de activiteiten zijn volgens rapporten echter (nog) beperkt zichtbaar doordat de programma’s nog niet afgerond waren ten tijde van de evaluatie en daardoor de effecten ervan nog onvoldoende ingeschat konden worden.

De activiteiten die in 2007 onder operationele doelstelling 2.2 zijn ontplooid hebben tot doel gehad:

– Meer grip op de openbare financiën te krijgen;

– De integriteit van de overheid te bevorderen;

– De veiligheid te bevorderen;

– De criminaliteit te beperken;

– De rechtshandhavingketen te versterken;

– De vreemdelingenketen te versterken;

– Bij te dragen aan de armoedevermindering;

– Het onderwijs te verbeteren.

In de toelichting op de instrumenten zal verder ingegaan worden op het bereiken van deze doelen.

Instrumenten

Bestuurlijke ontwikkeling

Begin 2007 is het samenwerkingsprogramma Bestuurlijke Ontwikkeling Nederlandse Antillen 2002–2006 geëvalueerd. Het doel van dit programma was het verder verhogen en versterken van de kwaliteit van het openbaar bestuur in de Nederlandse Antillen. Het rapport is voorzichtig positief over de activiteiten die in het kader van het programma zijn uitgevoerd. De onderzoekers concluderen dat de doelgroepen van het programma worden bereikt en dat het programma toegevoegde waarde heeft. Ook hebben de onderzoekers de indruk dat de inzet van middelen redelijk efficiënt verloopt. De resultaten van de activiteiten zijn volgens het rapport echter nog onvoldoende zichtbaar, omdat het merendeel van de projecten op het moment van de evaluatie nog liep of net was afgerond. Mede op basis van de evaluatie hebben er in het tweede halfjaar van 2007 besprekingen plaatsgevonden over het vervolg van dit programma. Geconcludeerd is dat deze samenwerking zal worden voortgezet onder de naam Institutionele Versterking en Bestuurskracht. Elk van de entiteiten werkt momenteel aan een eigen invulling van dit thema. De verwachting is dat de nieuwe eilandelijke programma’s begin 2008 worden vastgesteld.

Op Aruba vormt het programma Kwaliteit van Bestuur onderdeel van het Meerjarenprogramma 2006–2009 dat door Aruba en Nederland is goedgekeurd. De hoofddoelstelling is het verhogen van de kwaliteit van het bestuur op Aruba, een grotere transparantie en verantwoordelijke aanwending van gezag en middelen door de overheid, in dialoog met de bevolking. In 2007 is het automatiseringstraject bij de Belastingdienst afgerond. Er is verder gewerkt aan de reorganisatie van het Korps Politie Aruba en aan de verbetering van de financieel-administratieve processen binnen de Arubaanse overheid. Via twinningprojecten is de deskundigheid van het overheidspersoneel bevorderd.

Integriteitbeleid

In 2007 zijn diverse rapporten verschenen die wezen op integriteitproblemen op de Antilliaanse eilanden, waaronder het rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (zie www.wodc.nl). Dit is zorgelijk omdat onvoldoende deugdelijk bestuur de ontwikkeling van de eilanden kan belemmeren. Anderzijds zijn er ook positieve ontwikkelingen waar te nemen. Zo heeft Curaçao de uitvoering van haar integriteitprogramma voortgezet. Ook Sint Maarten is gestart met een integriteittraject, waarbinnen onder andere trainingen voor ambtenaren zijn georganiseerd. Dit gebeurt met ondersteuning van de gemeente Amsterdam. Zoals in de begroting 2008 is aangegeven, is integriteit ook in het staatkundig proces een belangrijk onderwerp. Maatregelen op het terrein van integriteit maken onderdeel uit van de criteria op het terrein van deugdelijk bestuur, waar de eilanden aan moeten voldoen alvorens ze een nieuwe status kunnen krijgen. Op Aruba is in het kader van het programma Kwaliteit van Bestuur het Bewustwordingsprogramma Integriteit voorbereid. De doelstelling van dit programma is het bevorderen en waarborgen van het integer handelen van overheidsfunctionarissen conform vigerende wet- en regelgeving (geschreven en ongeschreven) en ethische normen en waarden.

Overheidsfinanciën Nederlandse Antillen

Met het in functie treden van het College Financieel Toezicht (CFT) voor de BES-eilanden hebben deze eilanden aan de voorwaarden voor schuldsanering voldaan. Met het Land Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint Maarten werd in 2007 onderhandeld over het financieel toezicht. In 2008 is een akkoord bereikt. In de Slotverklaring zijn afspraken gemaakt over het financieel toezicht, waaronder het feit dat Curaçao en Sint Maarten in de toekomst maximaal tot de rentelastnorm kunnen lenen.

Versterking Financieel beheer en begrotingsbeleid Nederlandse Antillen

Nederland ondersteunt de Nederlandse Antillen bij de versterking van het financieel beheer en het begrotingsbeleid. In 2007 waren verschillende medewerkers van het ministerie van Financiën gedetacheerd bij de directies Financiën van verschillende eilanden. Van het in 2007 actief geworden CFT wordt een disciplinerende werking verwacht op deze terreinen. De eerste adviezen van het CFT inzake de begrotingen zijn inmiddels naar de BES verstuurd.

Overheidsfinanciën Aruba

Om de overheidsfinanciën duurzaam te maken en te houden is het met name van belang de consumptieve uitgaven in de hand te houden. Daarnaast is verbetering nodig in het comptabele kader. Om Aruba hierbij te steunen zijn eind 2006 afspraken gemaakt over nauwere samenwerking op het terrein van de overheidsfinanciën. In 2007 is hier uitvoering aan gegeven. Daarnaast heeft de eerder ingestelde Arubaanse onafhankelijke Nationale Commissie voor de Overheidsfinanciën in februari 2007 een rapport uitgebracht met aanbevelingen voor maatregelen waarmee de overheidsfinanciën duurzaam kunnen worden.

Versterking Financieel beheer en begrotingsbeleid Aruba

Reeds in 2006 heeft Aruba een aantal belangrijke maatregelen genomen om de financieringstekorten te verkleinen. Aruba streeft nog steeds naar begrotingsevenwicht in 2009. In de in december goedgekeurde begroting voor 2008 wordt uitgegaan van een financieringstekort van 1% BBP voor dat jaar. Dat betekent dat er nog de nodige inspanningen zullen moeten worden verricht om het nagestreefde doel te halen. Vooral de discipline bij de consumptieve uitgaven zal versterkt moeten worden. De Nationale Commissie voor de Overheidsfinanciën beval dan ook in haar rapport aan de stijging van de personeelskosten te maximeren op 3% en die van de overige consumptieve uitgaven op 2%. Daarnaast beval zij verbetering aan van het comptabele kader. Nadat het rapport was verschenen heeft binnen Aruba een uitgebreide consultatieronde plaatsgevonden met belanghebbenden. Thans is men bezig de aanbevelingen op te pakken. De Commissie werd na het verschijnen van haar rapport met aanbevelingen niet opgeheven maar kwam in 2007 nog regelmatig bijeen om de implementatie van de aanbevelingen te monitoren.

Zoals eind 2006 was afgesproken is meer structureel overleg gevoerd tussen de Nederlandse en Arubaanse minister van Financiën. Ook is per 1 januari 2007 een ambtenaar van het Nederlandse ministerie van Financiën de directie Financiën van het Aruba komen versterken, teneinde technische ondersteuning te leveren bij de verbetering van het financieel beheer en het maken van de begroting.

Uitvoering van het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen

Het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA) is in 2007 zijn tweede jaar ingegaan. De hoofdsdoelstellingen zijn de terugdringing van de acute geweldsproblematiek op Curaçao en de duurzame versterking van de bedrijfsvoering in de rechtshandhavingsketen. Door de gezamenlijke inzet van Nederlandse en Antilliaanse rechercheurs in het zogenoemde Atrakoteam is het aantal gewelddadige overvallen op Curaçao met meer dan 50% teruggedrongen. In 2007 is besloten het project niet te beëindigen per 1 juli 2007 maar de Nederlandse inbreng geleidelijk terug te brengen. Dit om de Antilliaanse collega’s geleidelijk de taken over te kunnen laten nemen en een toename van het aantal overvallen te voorkomen. Het model blijkt zo succesvol dat het in 2008 ook op St. Maarten zal worden toegepast. In 2007 is ook duidelijk geworden dat de duurzame versterking van de bedrijfsvoering in de rechtshandhavingsketen meer investeringen in menskracht en geld zal vergen dan voorzien. Juist omdat er door Nederland ondersteuning is geleverd over de gehele breedte van de keten is inzichtelijk geworden hoe groot de problemen zijn.

Programma Rechtshandhaving

Het programma Rechtshandhaving 2005–2007 heeft niet de beoogde resultaten geboekt en zal daarom nog doorlopen in 2008. Dat is ook het jaar waarin het nieuwe programma RHH van start zal gaan. De doelstelling van het eerste programma was een verbeterde uitvoering door de Arubaanse diensten van de hen toebedeelde taken, in goede onderlinge samenwerking en met de benodigde coördinatie. In het bijzonder zou de grensbewaking en -beveiliging hierdoor versterkt moeten worden. Doordat veel programma onderdelen nog lopen of nog niet zijn ingediend is het moeilijk te beoordelen of de volgende programmaresultaten zijn bereikt:

1. Intensivering van de samenwerking tussen de diensten;

2. Versterking van de instituties belast met rechtshandhaving;

3. Aanpassing van de voor de rechtshandhaving relevante wet- en regelgeving.

Op basis van de beschikbare informatie en een rondgang langs de betrokken diensten is de voorlopige conclusie gerechtvaardigd dat de samenwerking binnen de keten nog lang niet op het gewenste niveau is. Dit heeft met verschillende factoren te maken, waaronder het gegeven dat samenwerking met IASA (Instituto Alarma y Seguridad Aruba) en WNC (Warda Nos Costa) een aantal obstakels kent (ontbreken van wettelijke basis bijvoorbeeld). Daarnaast zijn er gebreken te constateren in de uitvoeringsstructuur.

De Directie Economische Zaken, Handel en Industrie (DEZHI) geeft in het voortgangsverslag aan dat de ingewikkelde en bureaucratische procedures door de betrokken diensten als zeer demotiverend worden ervaren. De strenge eisen van de interne auditor van het FDA vereist vaak informatie die diensten moeilijk kunnen verschaffen. Daarnaast is de doorlooptijd een groot probleem. Projectdossiers liggen vaak weken, zo niet maanden bij DEZHI, voordat het – zonder inhoudelijk commentaar – wordt doorgestuurd naar het FDA, het Arubaanse ontwikkelingsfonds. Dan wordt pas inhoudelijk naar de dossiers gekeken en volgen de vaak vele vragen. Om aan dit grootste obstakel voor een efficiënte uitvoering van het programma het hoofd te bieden zal de rol van DEZHI moeten worden bezien en zullen de procedures moeten worden vereenvoudigd. Met dit laatste is het FDA al begonnen: voorstellen daartoe zullen binnenkort aan de landen worden voorgelegd. Ook zal iets gedaan moeten worden aan de capaciteit en expertise bij de diensten, bij het opstellen van projectdossiers en het managen van de projecten.

Aanpak van drugskoeriers via gemeenschappelijke grenscontroles (GGCT’s)

De inzet van de Koninklijke Marechaussee in het GGCT is verlengd tot en met 31 december 2008.

Vanaf 1 juli 2007 heeft de Nederlandse Douane zich teruggetrokken uit het Gemeenschappelijke Grenscontrole Team op Curaçao. Door grote inzet van de Nederlands Antilliaanse Douane zijn de goede resultaten van 2006 gelijk gebleven.

Versterking Vreemdelingenketen

De samenwerking met Aruba op het gebied van vreemdelingenketen, die in 2006 gestart is met de ondertekening van het protocol (februari 2006–juli 2007) «inzake versterkte samenwerking van Aruba en Nederland ter verbetering van het functioneren van de vreemdelingenketen van Aruba» heeft een vervolg gekregen. Op 10 juli 2007 hebben Aruba en Nederland het Memorandum of Understanding inzake de versterkte samenwerking van Aruba en Nederland ter verbetering van het functioneren van de vreemdelingenketen Aruba getekend. In dit Memorandum of Understanding zijn afspraken gemaakt die op de gehele keten zien en niet enkel op toelating en naturalisatie, zoals dat bij het Protocol het geval was. Er zijn inmiddels stappen gezet die zullen leiden tot verheldering en aanscherping van de taken en bevoegdheden van de betrokken organisaties, de verbetering van de samenwerking tussen deze organisaties en de adequate uitvoering van wet- en regelgeving.

De verbeteringen in de vreemdelingenketen Nederlandse Antillen vinden onder meer plaats in het kader van de uitvoering van het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (Tweede Kamer 2005–2006, 30 550). Daarnaast zijn in de slotverklaring van 2 november 2006 (2006–2007, 30 800 IV, nr. 9) afspraken gemaakt over een regeling tussen St. Maarten, Curaçao en Nederland inzake de vreemdelingenketen. Een gezamenlijke werkgroep van de toekomstige landen en Nederland is aangesteld om dit onderdeel uit het slotakkoord uit te werken.

Bijdragen aan de armoedevermindering

De eerste 6 maanden van 2007 stonden in het teken van de herstructurering van de Antilliaanse Medefinancierings Organisatie (AMFO). In de nieuwe beheersovereenkomst zijn de verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht en de Staatssecretaris voor BZK duidelijker gescheiden, is de informatieverstrekking tussen de Stichting en de Staatssecretaris voor BZK beter uitgewerkt en zijn de kaders voor aanwending van de middelen beter uitgewerkt.

De doelstelling van de Antilliaanse Medefinancierings Organisatie (AMFO) is een bijdrage te leveren aan de sociaal maatschappelijke ontwikkeling van de Nederlandse Antillen, door zelfstandige en professionele toewijzing van middelen aan projecten van non gouvernementele organisaties (NGO’s). De onderlinge relatie tussen de staatssecretaris van BZK en de AMFO is vastgelegd in de beheersovereenkomst, inclusief het controleprotocol en informatieprotocol. Per augustus 2007 is de AMFO operationeel geworden en konden projecten worden ingediend. Er werden 47 projecten ingediend met als doelstelling het terugdringen van de armoede, verbetering van zorg/welzijn en vorming/educatie van de kwetsbare groepen van de bevolking.

Ondersteuning Antilliaans jeugdbeleid, sociale vormingsplicht en Toekomst Antilliaanse militie (TAM)

Jongeren vervullen een spilfunctie in de toekomst van de eilanden. Het is van belang dat zij een zinvol bestaan kunnen opbouwen. Land en eilandgebieden zijn primair verantwoordelijk voor het jeugdbeleid, maar Nederland ondersteunt dit actief, door onder meer door de financiële bijdrage aan het onderwijsprogramma (zie hieronder) en het beschikbaar stellen van financïële middelen voor de sociale vormingsplicht (SVP). In 2008 wordt dit breder aangepakt en zal er een jongerenprogramma worden uitgevoerd.

In 2007 is de uitvoering van de sociale vormingsplicht is gecontinueerd. Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor het maken van afspraken met de Antilliaanse minister van Onderwijs over een samenwerkingsprogramma Onderwijs en Jongeren 2008–2012, waarvan de sociale vormingsplicht integraal deel zal uitmaken (zie samenwerkinsgprogramma’s). In 2007 zijn twee monitoring rapportages van de sociale vormingsplicht gepubliceerd en is een evaluatie uitgevoerd, waarvan de resultaten begin 2008 verwacht worden. Uit de monitoringrapportages blijkt dat 103 jongeren van de ruim 200 deelnemers uit de pilot fase (binnenkort) een kanstraject zullen hebben afgerond en uitstromen naar de arbeidsmarkt. Daarnaast waren er op het moment van de monitoring 732 als deelnemer aan de SVP ingeschreven (19% van de totale populatie van 3 850 sociaal-vormingsplichtige jongeren op de 5 eilanden van de Nederlandse Antillen samen).

Het TAM-project is gericht op het scheppen van betere kansen op de arbeidsmarkt voor dienstplichtige Antilliaanse jongeren door hen naast hun dienstplicht ook een gedegen civiele vakopleiding te geven. Het project dat wordt uitgevoerd door Defensie is in 2007 geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt 87% van de jongeren die na de dienstplicht de dienst hebben verlaten en aan het onderzoek hebben deelgenomen, een baan heeft of een opleiding volgt. Gelet op de goede resultaten en de aanbevelingen uit het evaluatierapport en gelet op de op handen zijnde staatkundige hervormingen die immers ook gevolgen hebben voor de dienstplicht is besloten om het project voort te zetten tot eind 2008. Voorts is afgesproken om medio 2008 opnieuw een evaluatie uit te voeren, die zich met name richt op het «stagehuis».

Onderwijsprogramma

In 2007 zijn voorbereidingen getroffen voor het maken van afspraken met de Antilliaanse minister van Onderwijs over een samenwerkingsprogramma Onderwijs en Jongeren 2008–2012, waarvan de sociale vormingsplicht (SVP) integraal deel zal uitmaken. Hierbij zijn OCW, WWI en 21 Antillengemeenten (AG 21) in Nederland betrokken. Het inhoudelijk kader richt zich op een integrale aanpak met accent op funderend en beroepsonderwijs, institutionele versterking en maatwerk per eiland. Dit resulteert in eilandelijke programma’s Onderwijs en Jongeren ten behoeve van de ontwikkeling van de Antilliaanse jeugd, waarbinnen de uitkomsten van de evaluaties zijn meegenomen. Recente cijfers uit een conceptrapport van het ministerie van onderwijs van de N.A. laten een dalende trend zien in de uitval bij leerlingen in het beroepsonderwijs. Van 30–35% in 2002 (aanvang vernieuwingsprogramma) tot 10–6% in de afgelopen twee jaar.

Economische ontwikkeling

In 2007 is het samenwerkingsprogramma Duurzame Economische Ontwikkeling (DEO) geëvalueerd. De evaluatie van het programma DEO in 2007 had betrekking op de zes economische deelprogramma’s van het DEO programma (één voor elke entiteit). De evaluatie van het zevende deelprogramma Natuur en Milieu wordt begin 2008 afgerond.

Volgens de onderzoekers heeft het programma DEO een positieve impact gehad op de economie van de Nederlandse Antillen. Hierbij zij opgemerkt dat de impact per entiteit verschilt en bijvoorbeeld afhankelijk is van het aantal goedgekeurde projecten. De belangrijkste aanbevelingen van de onderzoekers hebben voor een groot deel betrekking op de organisatie en de uitvoering van het programma. Aanbevelingen zijn:

• Creëer op voorhand zoveel mogelijk duidelijkheid over alle mogelijke uitvoeringsaspecten van programma’s en projecten (beschikbare middelen, doelstellingen, richtlijnen, toetsingscriteria, heldere aansturing etc.).

• Leg een relatie tussen Nederlandse samenwerkingsmiddelen en de eigen begroting van de entiteiten. Cofinanciering zal leiden tot meer onwnership.

• Zorg voor voldoende capaciteit tijdens de uitvoering.

• Stimuleer participatie van het bedrijfsleven, blijf werken aan een gunstig ondernemersklimaat en aan economische diversificatie.

• Bekijk mogelijkheden voor meer inhoudelijke afstemming met de andere samenwerkingsprogramma’s.

Sociaal economisch Initiatief (SEI)

Het Sociaal Economisch Initiatief (SEI) komt voort uit het Hoofdlijnenakkoord van 22 oktober 2005 en is eveneens opgenomen in de slotverklaring voor Curaçao, Sint Maarten en het Land Nederlandse Antillen, en die voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Doelstelling van het SEI is het opstellen van plannen van aanpak per entiteit die zijn gericht op een versterking van het financieel-economische beleid van de eilanden. Hierbij gaat het vooral om het versterken van de economische structuur met het oog op een gezonde startpositie en om flankerend beleid (investeringsimpuls en sociaal vangnet). Dit moet leiden tot een duurzame verbetering van de sociaaleconomische positie van de bevolking. Voor de uitvoering van het SEI wordt door de Nederlandse overheid, op basis van de afspraken in het overgangsakkoord met St. Maarten en de BES en het toetredingsakkoord met Curaçao, ANG 132 miljoen ter beschikking gesteld. Het betreft de volgende bedragen per eilandgebied:

• Curaçao 60,5 mln ANG

• Sint Maarten 26,0 mln ANG

• Bonaire 19,5 mln ANG

• St Eustatius 13,0 mln ANG

• Saba 13,0 mln ANG

In 2007 zijn de SEI programma’s van Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba door de RMR geaccordeerd. Het SEI van Curaçao zal naar verwachting begin 2008 in de RMR behandeld worden. De belangrijkste doelstellingen in de SEI programma’s die tot nu toe door de eilandgebieden zijn opgesteld liggen op het terrein van:

• Arbeidsmarkt

• Overheidsfinanciën

• Economische ontwikkeling

• Transparante overheid

• Ruimtelijke ordening, natuur en milieu

• Verkeer en vervoer

Begin 2008 zullen de implementatieplannen van de SEI programma’s gereed moeten zijn, waarna men met de uitvoering ervan kan beginnen.

Versterking natuurbeheer

Met het oog op meerjarige financiële steun aan natuurbeschermingsorganisaties in de Nederlandse Antillen en Aruba is in 2006 een tijdelijke subsidieregeling in werking getreden. De regeling heeft als hoofddoel de natuurparkorganisaties in staat te stellen om gedurende de looptijd van tien jaar te komen tot een duurzame financiering van het natuurbeheer op de Nederlandse Antillen en Aruba. Hiertoe is door DCNA een Trust Fund opgericht. De rendementen hieruit zullen na het jaar 2016 worden gebruikt om de natuurparkorganisaties te financieren. De parkorganisaties zullen uit hun eigen inkomsten een bijdrage aan het Trust Fund leveren. Het subsidiebedrag bedraagt jaarlijks maximaal € 1,025 miljoen inclusief beheerskosten. De ontvanger van de subsidie is de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) die de middelen ter beschikking stelt aan de DCNA (Dutch Caribbean Nature Alliance), de overkoepelende organisatie van de natuurparkorganisaties op de Nederlandse Antillen en Aruba. In 2007 heeft DCNA zich met name toegelegd op het verder professionaliseren van de natuurparkorganisaties en het vergroten van bekendheid van de natuur op de eilanden.

Beheer, monitoring en evaluatie

In 2007 is het functioneren van de Uitvoeringsorganisatie USONA geëvalueerd. Het evaluatierapport laat een positief beeld zien. De doelstellingen die werden nagestreefd met de oprichting van het ontwikkelingsfonds, zijn dankzij de inspanningen van USONA bereikt. Ook is vastgesteld dat de administratieve procedures van USONA adequaat functioneren en goed worden onderhouden. De stakeholders zijn over het algemeen tevreden over het functioneren van USONA. De overeenkomsten met SONA en USONA zijn daarom verlengd tot 27 juli 2008. Het jaar 2007 was een ijkmoment in de samenwerkingsrelatie met Aruba. Nederland heeft besloten niet af te wijken van de Arubadeal. Dit betekent dat Nederland ook de bestaande afspraken met het FDA, het ontwikkelingsfonds voor Aruba, zal handhaven.

Realisatie meetbare gegevens

prestatie-indicator20052006Streefwaarde 2007Realisatie 2007
Aantal op tijd ingediende goedgekeurde begrotingenBasiswaarde 2007: 00772
Aantal op tijd ingediende jaarrekeningenBasiswaarde 2007: 00770
Vertrouwen van burgers in de overheidOnbekendInwerkingtreding van wetgeving; verdere uitvoering bewustwordingsprogramma’s; verbeterde dienstverlening aan burgers; verbeterde personeels- en financieel administratieve processen.cessen. Binnen de Nederlandse Antillen vindt geen structureel onderzoek plaats naar het vertrouwen van burgers in de overheid. Verwacht kan worden dat de activiteiten op het terrein van integriteitbeleid wel bijdragen aan het vertrouwen in de overheid. Binnen Aruba wordt in het kader van het programma Kwaliteit van Bestuur gewerkt aan de voorbereiding van een onderzoek naar het vertrouwen van burgers in de overheid.
Diefstal met geweld:Basisjaar 2004: waarde 24Onbekend27,225,0Cijfers zijn niet bekend
Bron: PM
Gemiddelde jaarlijkse toename van het Bruto Binnenlands Product NA* 1,0% 2,2% 1,8%2,0%**
Bron: Bank Nederlandse Antillen
Werkloosheidspercentage NA*16,213,2%12,5%13,2%**
Bron: Bank Nederlandse Antillen
Gemiddelde jaarlijkse toename van het Bruto Binnenlands Product Aruba* 2,4% 2,5% 3%2,1%**
Bron: Centrale Bank Aruba
Aantal leerlingen dat wordt doorverwezen naar het speciaal onderwijsReductieReductieReductieIn de onderwijsevaluatie 2007 is geen meting verricht op genoemde indicatoren. Dit vanwege gebrekkige monitoring op de Nederlandse Antillen van onderwijsgegevens. Wel is er een reductie in de uitval binnen het beroepsonderwijs geconstateerd. In het nieuwe onderwijsprogramma 2008 is een nulmeting voorzien en zullen genoemde indicatoren gekwantificeerd worden.
ZittenblijversReductieReductieReductieWordt in 2008 gemeten
Drop outsReductieReductieReductieWordt in 2008 gemeten
BVO/MAVO gediplomeerden die binnen 6 maanden werk vinden op lokale arbeidsmarktStijgingStijgingStijgingWordt in 2008 gemeten
MBO gediplomeerden die werk vinden op lokale arbeidsmarkt Basiswaarde:StijgingStijgingStijgingWordt in 2008 gemeten

* Bron: het betreft hier cijfers voor 2005 en 2006 die zijn herzien ten opzichte van de cijfers die gebruikt zijn voor de begroting 2007. Cijfers voor 2007 zijn nog niet beschikbaar, dit is afhankelijk van het moment waarop de instanties (BNA, CBS-NA en CBA) deze publiceren.

** Meest recente cijfers is derde kwartaal 2007.

Operationele doelstelling 2.2: Het bevorderen van werkbare staatkundige relaties binnen het Koninkrijk.

Doelbereiking

Deze operationele doelstelling heeft het uitvoeren van de afspraken uit de slotverklaring van de start- Ronde Tafel Conferentie van november 2005 als basis. Doel blijft om de structuur van het Koninkrijk zo in te richten dat de Antilliaanse en Arubaanse overheid efficiënt optreedt en op een goede manier haar taken uitvoert met oog voor het belang van haar burgers. Inzet voor de toekomst van de Nederlands-Antilliaanse eilandgebieden is dat Curaçao en Sint Maarten Land in het Koninkrijk worden en Bonaire, Sint Eustatius en Saba openbare lichamen van Nederland indien aan criteria over openbare financiën en economie, rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur wordt voldaan. 2007 bleek een zeer dynamisch jaar te zijn op het vlak van de staatkundige veranderingen van de Nederlandse Antillen.

Na de aanbieding van de begroting Koninkrijksrelaties 2007 zijn vier akkoorden gesloten die een nadere invulling geven aan de afspraken van de Ronde Tafel Conferentie:

• De slotverklaring van de miniconferentie over de toekomstige staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 10 en 11 oktober 2006;

• De slotverklaring van het bestuurlijke overleg over de staatkundige positie van Curaçao en Sint maarten van 2 november 2006;

• Het overgangsakkoord inzake de inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden van 12 februari 2007;

• De toetreding van Curaçao tot het overgangsakkoord van 28 augustus 2007.

De twee eerstgenoemde akkoorden bevatten een verdere uitwerking van de criteria over openbare financiën en economie, rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur. Het gaat daarbij ondermeer over het financieel beheer, schuldsanering, sociaaleconomische ontwikkeling, de inrichting van het openbaar ministerie en de politie en het gemeenschappelijke Hof van Justitie. Twee ambtelijke projectgroepen werken dit verder uit tot voorstellen en indien zo afgesproken tot conceptrijkswetten. Ook vindt er geregeld bestuurlijk overleg plaats tussen Nederland en de partners overzee.

De begroting Koninkrijksrelaties 2007 gaat uit van de streefdatum 1 juli 2007 maar stelt tegelijkertijd dat het van politieke ontwikkelingen afhankelijk is of deze ambitieuze planning wordt gehaald: het traject brengt een niet te onderschatten hoeveelheid werk en onderhandelingen met zich mee. Voorgaande bleek in 2007 maar al te waar te zijn. In de akkoorden van 12 februari en 28 augustus 2007 is een nieuwe streefdatum overeengekomen: 15 december 2008.

Instrumenten

De meeste activiteiten uit de begroting 2007 zijn in 2007 gerealiseerd. Onder doelbereiking worden de resultaten nader toegelicht. De niet gerealiseerde activiteiten komen hieronder aan de orde.

De uitvoering van de afspraken uit de Ronde Tafel Conferentie kent de nodige hobbels, omdat het afhankelijk is van onderhandelingen en politieke ontwikkelingen. Het hoofddoel staat nog overeind, de streefdatum 1 juli 2007 is doorgeschoven omdat onderhandelingen en politieke ontwikkelingen tijd vergen.

Realisatie meetbare gegevens

prestatie-indicator20052006Streefwaarde 2007Realisatie 2007
Uitvoeren van de afspraken die gemaakt zijn in de slotverklaring RTC in novem- ber 2005 – Basisjaar: 2005 – Basiswaarde: het maken van de afspraken in de RTC van november 2005Afspraak om criteria te bepalen => slotverkla- ring RTC november 2005Overeenstemming criteria => neergelegd in de akkoorden van 11 oktober en 2 november 2006Implementatie criteria => uitwerking akkoor- den in ambtelijke projectgroepen en bestuurlijk overleg.Overgangsakkoord 12 februari 2007 en toetreding Curacau daartoe op 28 augustus 2007 => afspraken over met namen planning:– AMvRB financieel toezicht BES oktober 2007– Goedkeuring Sociaal-Economische Initiatieven in de RMR.

Bron: Slotverklaring RTC november 2005, De slotverklaring van de miniconferentie over de toekomstige staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 10 en 11 oktober 2006, de slotverklaring van het bestuurlijke overleg over de staatkundige positie van Curaçao en Sint maarten van 2 november 2006, het overgangsakkoord inzake de inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden van 12 februari 2007 en de toetreding van Curaçao tot het overgangsakkoord van 28 augustus 2007.

Overzicht afgeronde onderzoeken

SoortOnderwerpNr. AD of ODStartAfgerondVindplaats
EffectenonderzoekEindevaluatie Programma Bestuurlijke Ontwikkeling (2002–2006)2.120072007http://www.minbzk.nl/onderwerpen/de-nederlandse/samenwerking/publicaties
 Eindevaluatie programma Duurzame Economische Ontwikkeling2.1Maart 2007Juli 2007http://www.minbzk.nl/onderwerpen/de-nederlandse/samenwerk ing/publicaties
Overig evaluatieonderzoekWerkwijze USONA2.12006/20072007http://www.minbzk.nl/onderwerpen/de-nederlandse/samenwerking/publicaties

* Er heeft geen evaluatie plaatsgevonden van de programma’s rechtshandhaving en PVNA. Deze evaluatie zal plaatsvinden in 2008.

** Er heeft geen eindevaluatie van het programma onderwijs plaatsgevonden. De midterm-evaluatie, die in 2006 is gehouden, gaf voldoende aanknopingspunten voor verbetering. Dit heeft zijn weerslag gevonden in het nieuwe samenwerkingsprogramma onderwijs en jongeren.

5. NIET-BELEIDSARTIKELEN

Nominaal en Onvoorzien

Beleidsartikel 3. nominaal en onvoorzien Bedragen in € 1000
 RealisatieVastgestelde begrotingVerschil
 2003200420052006200720072007
Verplichtingen1 365– 1 365
        
Uitgaven1 365– 1 365
3.1 loonbijstelling262– 262
3.2 prijsbijstelling505– 505
3.3 onvoorzien598– 598

Toelichting

Dit artikel is bij slotwet leeggeboekt ter compensatie van een overschrijding op artikel 2.2.

6. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Inleiding

In de bedrijfsvoeringparagraaf wordt verslag gedaan van relevante kwaliteitsverbeteringen en aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het uitvoerende onderdeel. De bedrijfsvoeringparagraaf heeft conform de Comptabiliteitswet het karakter van een uitzonderingenrapportage. Voor de algemene en BZK brede onderwerpen en dossiers wordt verwezen naar de bedrijfsvoeringparagraaf van het Jaarverslag Hoofdstuk VII. In deze paragraaf komen alleen de verplichte elementen en specifieke onderwerpen voor hoofdstuk IV aan de orde, te weten de rechtmatigheid en de totstandkoming van de niet-financiële informatie.

Rechtmatigheid en getrouwe weergave

Evenals in 2006 is het in 2007 gelukt de openstaande voorschotten die op de planning stonden af te wikkelen. De Auditdienst heeft het afsluitproces beoordeeld op ordelijkheid en controleerbaarheid. Tevens is gecontroleerd of de conclusie ten aanzien van de onrechtmatigheden en onzekerheid juist is. Voor de beide beoordeelde aspecten is het oordeel van de Auditdienst positief.

In 2007 was er geen sprake van overschrijding van de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid en voor de getrouwe weergave.

Totstandkoming beleidsinformatie en financieel en materieelbeheer

Voor de totstandkoming van de beleidsinformatie en financieel en materieelbeheer sluit het jaarverslag hoofdstuk IV aan op de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag van hoofdstuk VII.

Mede naar aanleiding van opmerkingen van de departementale Auditdienst en de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2006 is in 2007 extra aandacht besteed aan de totstandkoming van de NFI. In aanloop naar het jaarverslag 2007 is de dossiervorming rond de totstandkoming van NFI extra getoetst.

C. JAARREKENING 2006

7. DEPARTEMENTALE VERANTWOORDINGSSTAAT 2007

Begroting 2007Koninkrijksrelaties

Bedragen in EUR1000
  (1)(2)(3)=(2)-(1)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorsprokelijk vastgestelde begroting
  verplichtingenuitgavenontvangstenverplichtingenuitgavenontvangstenverplichtingenuitgavenontvangsten
 TOTAAL142 391156 23212 972251 671247 82814 468109 28091 5961 496
           
 Beleidsartikelen         
1.Waarborgfunctie37 44637 4464 46937 22137 0944 349– 225– 352– 120
2.Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners103 580117 4218 503214 450210 73410 119110 87093 3131 616
           
 Niet-Beleidsartikelen         
3.Nominaal en onvoorzien1 3651 3650000– 1 365– 1 3650

8. SALDIBALANS

1)Uitgaven 2007247 827 248 2)Ontvangsten 200714 466 585
       
3)Liquide middelen76 113 188 3a)Liquide middelen 
       
4)Rekening-courant RHB  4a)Rekening-courant RHB236 148 244
       
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)2 838 595 6)Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)664 202
       
     Begrotingsreserve schuldsanering75 500 000
       
7)Openstaande rechten  7a)Tegenrekening openstaande rechten 
       
8)Extra-comptabele vorderingen302 678 235 8a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen302 678 235
       
9a)Tegenrekening extra-comptabele schulden  9)Extra-comptabele schulden 
       
10)Voorschotten167 194 176 10a)Tegenrekening voorschotten167 194 176
       
11a)Tegenrekening garantieverplichtingen88 792 174 11)Garantieverplichtingen88 792 174
       
12a)Tegenrekening openstaande verplichtingen102 324 432 12)Openstaande verplichtingen102 324 432
       
13)Deelnemingen12 932000 13a)Tegenrekening deelnemingen12 932000
 TOTAAL1 000 700 047  TOTAAL1 000 700 047

Toelichting op de saldibalans van Koninkrijksrelaties (IV) over het jaar 2007

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2007

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2007).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 2 838 595 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten:  
  Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen223 740
  Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba80 837
  College Financieel Toezicht Antillen18 700
b. Te vorderen van ministeries en derden727 276
c. Intra-comptabele voorschotten275 757
d. Intra-comptabele debiteuren1 289 892
e. Overlopende posten222 393
Totaal2 838 595

Ad a. Vorderingen kasbeheerders Rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordigingen van Nederland in de Nederlandse Antillen en Aruba en die van het College Financieel Toezicht Antillen bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b. Te vorderen van ministeries en derden

De vorderingen bestaan vooral uit te verrekenen BTW en kosten in het kader van uitgezonden personeel. Van de te verrekenen BTW staat een bedrag ad € 133 910 open die in 2008 bij de Belastingdienst zal worden gedeclareerd. De kosten van uitgezonden belastingambtenaren van Nederland naar de Nederlandse Antillen ad € 552 804 zullen volgens afspraak in 2008 worden verrekend met de Uitvoeringsorganisatie van de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen (USONA). De kosten van de uitzending van belastingambtenaren van Nederland naar Aruba ad € 27 992 zullen conform afspraak in 2008 worden verrekend met het Ministerie van Financiën.

Ad c. Intra-comptabele voorschotten

Het saldo bestaat uit personele voorschotten die voornamelijk ontstaan zijn in 2007 en via de salarissen in termijnbedragen worden ingehouden.

Ad d. Intra-comptabele debiteuren

Het saldo bestaat grotendeels uit een vordering op de Stichting Ontwikkelingsfonds Nederlandse Antillen (USONA) ad € 1 231 961. Dit betreft de doorberekening van kosten Technische Bijstand en Belastingambtenaren over de eerste drie kwartalen van 2007.

Ad e. Overlopende posten

Dit betreft onder andere een kasaanvulling ten behoeve van de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen. Dit bedrag is eind 2007 afgeschreven en begin 2008 bij de Vertegenwoordiging bijgeschreven.

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 76 164 202 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten:  
  Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen27 622
b. Begrotingsreserve schuldsanering75 500 000
c. Overlopende posten636 580
Totaal76 164 202

Ad a. Schulden kasbeheerders Rijksdiensten

De schuld van de Vertegenwoordigingen van Nederland in de Nederlandse Antillen bestaat uit diverse af te dragen belastingen en betalingen onderweg.

Ad b. Begrotingsreserve schuldsanering

Het bedrag ad € 75,5 mln bestaat uit een bedrag van € 33,0 mln voor betalingsachterstanden BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) en een bedrag van € 42,5 mln, zijnde het verwachte aandeel van de BES-eilanden in de onverdeelde Landschuld. Ten aanzien van het aandeel van de BES-eilanden in de onverdeelde Landschuld, zal daadwerkelijke overname van deze schuldendiensten pas plaatsvinden op het moment dat de schulden van het Land definitief zijn verdeeld over alle vijf eilandgebieden van de Nederlandse Antillen. De twee bedragen zijn op afzonderlijke (geblokkeerde) bestemmingsrekeningen gestort. Met het saneren van de betalingsachterstanden op de BES-eilanden zou pas worden begonnen na het instellen van financieel toezicht. Doordat eind 2007 werd voldaan aan deze voorwaarde, is het geld voor sanering van de betalingsachterstanden door Nederland op een bestemmingsrekening gestort bij de Bank Nederlandse Antillen (BNA). Afhankelijk van het tempo waarin de BES-eilanden door een accountant goedgekeurde betalingsachterstanden overzichten kunnen aanleveren, wordt vanaf 2008 gestart met de daadwerkelijke sanering van deze betalingsachterstanden.

Ad c. Overlopende posten

Het saldo bestaat grotendeels uit een schuld aan BZK/Hoofdstuk VII. Dit betreft salariskosten van december die in 2008 verrekend zullen worden.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingenAd 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het saldo per 31 december 2007 kan als volgt worden gespecificeerd:

Bedragen x € 1 000
 Totaal bedragKorte termijnLange termijnWaarvan < 1 jaarWaarvan > 1 jaar
a. Algemeen12 79612 796 4 5718 225
b. Ned. Antillen162 336162 336 18 481143 855
c. Aruba6 2916 291 3 5622 729
d. Leningen121 255 121 255 121 255
 302 678181 423121 25526 614276 064

Ad a. Algemeen

De kustwachtbijdrage over de jaren 1999 t/m 2002 van Aruba is door BZK voorgefinancierd. Een bedrag van in totaal € 7,9 mln is dan ook in de administratie opgenomen als vordering op Aruba. In 2007 is de kustwachtbijdrage over het jaar 2006 van de Nederlandse Antillen (€ 2,8 mln) en Aruba (€ 1,4 mln) ontvangen. Verwacht wordt dat de vastgestelde bijdrage over het jaar 2007 van beide landen (€ 4,5 mln) in 2008 zal worden ontvangen.

Ad b. Vordering op de Nederlandse Antillen

A. Specificatie aflossingsverplichtingen

Bedragen x € 1 000
 BegrotingsleningenNIO-leningenTotaal
1996 11 08711 087
1997 11 36411 364
1998 11 64811 648
1999 11 93911 939
2000 12 23812 238
2001 12 54412 544
2002 12 85812 858
2003 13 17913 179
200414713 50813 655
20053 79013 84617 636
20063 88414 19218 076
20071 683 1 683
Totaal9 504138 403147 907

B. Overige vorderingen

De overige vorderingen bestaan uit:

– de verschuldigde rente over begrotingsleningen en de leningen in het kader van de verstrekte Liquiditeitssteunad € 12,2 mln;

– de ingestelde contragarantie op de ALM-lening ad € 2,2 mln.

Ad c. Vorderingen op Aruba

Aruba heeft nog steeds een betalingsachterstand van € 2,7 mln voor de bijdrage aan het Solidariteitsfonds over het jaar 2001. De aflossingen en de rente over 2007 ad € 3,5 mln van de leningen die bij FMO geboekt staan, zijn opgenomen in de vorderingenadministratie.

Ad c. Leningen

De door Koninkrijksrelaties verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) worden, conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, afzonderlijk weergegeven.

Bedragen x 1 000
  Gehanteerde koersen Bedrag in valutaBedrag in EUR
– Begrotingssteun Aruba    19 966
– Maatregel Tussenbalans    47 096
– Contragarantie EIB0,80(begrotingskoers in euro)USD8972
– Water- en Energiebedrijf Aruba (Akte 263-JZ/1995)0,44(begrotingskoers in euro)AFL23 97210 548
– Begrotingsleningen via de NPMNA0,44(begrotingskoers in euro)NAF15 8296 965
– Nederlandse Antillen Liquiditeitssteun0,44(begrotingskoers in euro)NAF3 2001 408
– Nederlandse Antillen Aanvullende liquiditeitssteun0,44(begrotingskoers in euro)NAF80 00035 200
Totaal    121 255

Begrotingssteun Aruba

In 1985 tot 1988 is aan Aruba een begrotingssteun verleend in de vorm van een lening van € 45,38 mln met een jaarlijkse rente van 2,5%. Vanaf eind 1994 vindt aflossing plaats in 25 jaarlijkse termijnen van € 1,8 mln. Eind 2018 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan de Nederlandse Antillen en Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Niet alle leningsovereenkomsten zijn ondertekend. Dit is mede gelegen in het wetgevingstraject dat moet worden doorlopen, voortvloeiend uit de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen. Geldleningen ten name of ten laste van de Nederlandse Antillen kunnen alleen krachtens landsverordening worden aangegaan. Tevens dient bij landsbesluit te worden vastgelegd op welke wijze het land de Nederlandse Antillen in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd.

Een specificatie van de leningen luidt als volgt:

Bedragen x € 1 000
  Bedrag hoofdsom per 31-12-2007Formalisering
1991Nederlandse Antillen15 339*nee
1991Aruba4 628ja
1992Nederlandse Antillen6 923*nee
1992Aruba5 447ja
1993Nederlandse Antillen3 286*nee
1993Aruba3 308ja
1994Nederlandse Antillen1 624*nee
1994Aruba1 338ja
1995Nederlandse Antillen3 640ja
1995Aruba222ja
2000Nederlandse Antillen (OBNA)1 244concept
2001Nederlandse Antillen (OBNA)96concept
 Totaal47 095 

De betreffende landsverordeningen en landsbesluiten zijn vastgesteld voor de met * aangemerkte leningen.

Contragarantie

De contragarantie van de Nederlandse Antillen en Aruba op garantie van de rente en aflossingen van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen is opgenomen als extra-comptabele vordering.

Water- en Energiebedrijf Aruba

Begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28,0 mln. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing is. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Begrotingsleningen via de Nederlandse Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA)

Door tussenkomst van de NPMNA zijn begrotingsleningen verstrekt ter financiering van de navolgende projecten:

Bedragen x 1 000
 Hoofdsom in valutaHoofdsom in EURTrekkingen in valuta per 31-12-2007Trekkingen in EUR per 31-12-2007
– Luchthaven Sint Maarten (LVFM 1997.01) (108 574)NAF 8 4673 7258 4673 725
(Belvedère project SMHDF 1997.01) (108 451)    
– Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01) (108 675)NAF3 3261 4633 3261 463
– Luchthaven SXM fase1 Flamengopond dempenNAF 4 0361 7764 0361 776
(PJIAE 1998.01) (108 908)    
Totaal  15 8296 964

De gehanteerde koers voor de NAF/EUR is 0,44.

De leningsovereenkomsten zijn afgesloten met de volgende instellingen:

• Luchthaven Sint Maarten (LVFM 1997.01)

Begrotingslening verstrekt aan de Luchthaven Veiligheid Financiering Maatschappij NV te Sint Maarten ad NAF 8,5 mln.

• Zelfbouw Sint Maarten (SMHFF 1998.01)

De leningsovereenkomst is afgesloten met de Sint Maarten Housing Finance Foundation. De balanswaarde bedraagt per ultimo 31 december 2007 NAF 3,3 mln.

• Luchthaven Sint Maarten fase 1, Flamengopond dempen (PJIAE 1998.01)

Leningsovereenkomst afgesloten met de Prinses Juliana International Airport Exploitatiemaatschappij NV ad NAF 4,0 mln.

Liquiditeitssteun Nederlandse Antillen

Ten behoeve van de liquiditeitssteun aan de Nederlandse Antillen zijn in 2000 in het kader van het IMF-traject twee leningen verstrekt. De leningen zijn opgesteld in Antilliaanse valuta en zijn groot NAF 32 mln en NAF 80 mln.

In 2004 is een deel van de eerstgenoemde lening omgezet in een renteloze gift van NAF 28,8 mln. Het openstaande saldo op beide leningen bedraagt per eind 2007 NAF 3,2 mln respectievelijk NAF 80 mln. Beide leningen zijn vanaf 2001 rentedragend waarbij het rentepercentage 2,5% bedraagt.

Ad 10. Openstaande voorschottenAd 10a. Tegenrekening openstaande voorschotten

De saldi van de per 31 december 2007 openstaande voorschotten en van de in 2007 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Bedragen x € 1 000
JaarSaldo 1 januari 2007Bevoorschot 2007Afgerekend 2007Saldo 31 december 2007
t/m 200352 990 7 15245 838
200419 987 5 76614 221
200534 850 7 84827 002
200633 503 15 73817 765
2007 62 4073962 368
Totaal141 33062 40736 543167 194

De openstaande voorschotten zijn onder te verdelen in de navolgende begrotingsartikelen:

Artikel 01.01 Waarborgfunctie

Onder dit artikel worden uitzendingen van rechters en officieren van justitie naar de Nederlandse Antillen en Aruba gefinancierd. Nadat de uitzending is beëindigd worden de voorschotten definitief afgewikkeld. De financiering voor inzet Kustwacht en Recherchesamenwerking wordt ook ten laste van dit artikel gefinancierd. Afwikkeling van deze voorschotten geschiedt na ontvangst van de jaarrekening en de accountantsverklaring.

Artikel 02.02 Bevordering autonomie

Ten laste van dit artikel worden projecten van verschillende beleidssectoren gefinancierd. Bij de afsluiting c.q. afrekening van deze projecten dient voldaan te zijn aan de voorwaarden die bij de financiering van deze projecten zijn gesteld. Pas dan kunnen de voorschotten definitief worden afgewikkeld. In 2007 zijn in totaal 44 projecten afgesloten.

Ad 11. GarantieverplichtingenAd 11a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag van € 88 792 174 aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

Garanties per 1 januari 2007104 609 270   
Verleende garanties in 200715 986 348   
   120 595 618 
Vervallen garanties in 200715 817 096   
Uitbetaalde garanties in 200715 986 348   
      
   31 803 444-/-
Openstaande garanties per 31 december 2007  88 792 174 

De openstaande garantieverplichtingen zijn als volgt opgebouwd:

Bedragen x € 1 000
1. Garantie van rente en aflossing van door de Nederlandse Investe- ringsbank voor Ontwikkelingslanden NV (N.I.O.) verstrekte leningsgelden88 720
2. Garantie van rente en aflossing van door de Europese Investeringsbank aan de Nederlandse Antillen en Aruba verstrekte leningen in EUR 4 247 mln.72
Totaal88 792

De gehanteerde koers voor de AFL/NAF/EUR is 0,44 en voor de USD/EUR is 0,80.

ad 1) Garantie NIO

De garantieverplichting bedraagt volgens de garantieovereenkomst van het Rijk per 31 december 2007 € 88,7 mln. De door de Nederlandse Antillen niet betaalde rente- en aflossingsverplichtingen op de NIO leningen zijn uit hoofde van de garantieovereenkomst door Nederland betaald. En bedrag ad € 16,0 mln is door de Nederlandse Staat aan het NIO betaald en in de vorderingenadministratie opgenomen.

ad 2) Garantie Europese Investeringsbank

De garantieverplichting bij de Europese Investeringsbank (EIB) vloeit voort uit de borgtochtovereenkomst voor de OBNA Globale lening III-A tussen de Staat der Nederlanden en de EIB. Nederland staat garant voor leningen die de EIB verstrekt aan ACS en LGO-landen. Volgens opgaven van het EIB bedraagt de garantieverplichting op deze lening per ultimo 31 december 2007 € 0,1 mln.

Ad 12. Openstaande verplichtingenAd 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 102 324 432 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen per 1 januari 2007113 036 016   
Aangegane verplichtingen in 2007251 671 280   
    364 707 296 
Tot betaling gekomen in 2007247 827 248   
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren14 555 616   
   262 382 864-/-
Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2007  102 324 432 

Ad 13. DeelnemingenAd 13a. Tegenrekening deelnemingen

Financiering Deelnemingen en Participaties

Het verwerven van aandelen door de staat in privaatrechtelijke ondernemingen wordt conform het gestelde in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie, tegen de oorspronkelijke aankoopprijs extra-comptabel vastgelegd. In onderstaande tabel wordt inzicht verkregen in de deelnemingen in privaatrechtelijke ondernemingen en nationale instellingen via de Nederlandse Participatie Maatschappij voor de Nederlandse Antillen (NPMNA). De hierin opgenomen gegevens zijn gebaseerd op een opgave van de NPMNA.

Bedragen x 1 000
 ValutaBedrag in ValutaBedrag in EUR
Deelnemingen:   
Aruba Investment Bank NVAFL5 1232 254
Participaties:   
Oranjestad Property Management NVAFL10
Plantation Bay Beach Resort & Casino NVUSD00
Curaçao Airport H. NAF10 0004 400 
Curaçao Port Authority (Mega Cruise Steiger)NAF5 0002 200
Curinde NVNAF9 2694 078
Totaal  12 932

De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de in 2007 geldende begrotingskoers (USD/EUR is 0,80 en NAF/AFL/EUR is 0,44).

In bovenstaande tabel is de portefeuille bestaande uit deelnemingen, participaties en leningen in beheer bij de NPMNA. Ten aanzien van de posten heeft er in 2007 geen mutatie plaatsgevonden.

D. BIJLAGEN

D1. Topinkomens

Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) is een overzicht opgenomen van medewerkers die in het verslagjaar meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers.

Bedragen in euro’s
FunctieBelastbaar jaarloon 2006Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2006Totaal 2006Belastbaar jaarloon 2007Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2007OntslagvergoedingTotaal 2007MotiveringOpmerkingen

Voor wat betreft het begrotingshoofdstuk IV was in 2007 geen sprake van topinkomens als bedoeld in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.

D2. Overzicht niet-financiële informatie over inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel

Inhuur externen is voor heel BZK opgenomen in de bijlagen van het begrotingshoofdstuk VII.

9. Afkortingenlijst

AMFOAntilliaanse Medefinancieringsorganisatie
BESBonaire, Sint Eustatius en Saba
BBPBruto Binnenlands Product
BZKMinisterie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CFTCollege Financieel Toezicht
DEODuurzame economische ontwikkeling
FDAFondo Desaroyo Aruba
GGCTGemeenschappelijke grenscontroles
IMFInternationaal Monetair Fonds
KMARKoninklijke Marechaussee
NANederlandse Antillen
NGONon-gouvernementele Organisatie
NIONederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden
PVNAPlan Veiligheid Nederlandse Antillen
RMRRijksministerraad
RSTRecherche Samenwerkingsteam
RTCRonde Tafel Conferentie
SEISociaal Economische Initiatief
SONAStichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen
TAMToekomst Antilliaanse Millitie
USONAUitvoeringsorganisatie Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen

10. Trefwoordenregister

AMFO 25, 47

Arubadeal 14, 19, 20, 28

BBP 20, 23, 47

Begroting 6, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46

BZK 15, 16, 25, 33, 37, 38, 46, 47

DEO 27, 47

FDA 19, 24, 25, 28, 47

GGCT 17, 25, 47

Grenscontrole 16, 17, 25, 47

Hoofdlijnenakkoord 27

IMF 41, 47

Integriteit 22, 23, 29

Kustwacht 15, 16, 17, 18, 42

Nationale Commissie 23

NIO 38, 43, 47

Onderwijs 21, 22, 26, 29, 31

Openbaar Ministerie 13, 15, 16

Overheidsfinanciën 13, 14, 19, 23, 27

PVNA 24, 31, 47

Rechtshandhaving 13, 14, 16, 17, 20, 22, 24, 31

RMR 27, 31, 47

RST 15, 16, 17, 47

RTC 31, 47

Samenwerking 14, 15, 16, 17, 19, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 31, 42, 47

Schuldsanering 13, 14, 19, 20, 21, 23, 30, 35, 37

SEI 19, 21, 27, 28, 47

Slotakkoord 15, 25

Sociale vormingsplicht 26

SONA 28, 47

Staatkundig 13, 14, 15, 19, 21, 22, 26, 30, 31

TAM 26, 47

USONA 21, 28, 31, 36, 47

Vreemdelingenketen 16, 22, 25

Waarborgfunctie 14, 15, 16, 34, 42

Licence