Base description which applies to whole site

2. De budgettaire gevolgen van beleid

In de volgende tabel worden de budgettaire gevolgen van beleid weergegeven.

Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000)

Provinciefonds

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

2010

Verplichtingen:

1 083 526

1 123 901

1 212 537

1 321 574

1 482 618

1 302 485

180 133

        

Uitgaven:

1 089 829

1 127 770

1 205 098

1 329 208

1 482 633

1 302 485

180 148

        

1.1. Apparaatsuitgaven

       

1.1.1. Kosten Financiële-verhoudingswet

   

0

553

100

453

        

1.2. Programmauitgaven

       

1.2.1. Algemene uitkering

970 062

1 045 977

1 152 787

1 252 646

1 259 046

1 250 350

8 696

1.2.2. Integratie-uitkeringen

119 767

81 793

52 311

42 202

42 202

42 202

0

1.2.3. Decentralisatie-uitkeringen

   

34 360

180 832

9 833

170 999

        

Ontvangsten:

1 089 829

1 127 770

1 205 098

1 329 208

1 482 633

1 302 485

180 148

Toelichting

Onderdeel verplichtingen

Ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting zijn de verplichtingen met € 180 133 000 bijgesteld. Dit bedrag is het saldo van de mutaties die bij 1ste suppletore (€ 115 373 000), 2de suppletore (€ 63 692 000) en in de slotwet (€ 1 068 000) zijn aangebracht. Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletore begrotingen (Kamerstukken II 2009–2010, 32 395 C, nr. 2 en Kamerstukken II 2010–2011, 32 565 C, nr. 2) en in de slotwet.

Onderdeel uitgaven

– Kosten Financiële-verhoudingswet

Het gerealiseerde bedrag komt € 453 000 hoger uit dan in de ontwerpbegroting 2010 werd geraamd. Het gerealiseerde bedrag voor kosten Financiële-verhoudingswet komt hiermee op € 553 000.

– Algemene uitkering

De uitgaven van de algemene uitkering van het provinciefonds worden ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting verhoogd met € 8 696 000 en komen daarmee in totaal op € 1 259 046 000. Bij de 1ste en 2de suppletore begrotingen hebben eerdere mutaties plaatsgevonden van respectievelijk € 8 850 000 (positief) en € – 520 000 (negatief). In de slotwet vindt een mutatie plaats van € 366 000 (positief). Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletore begrotingen (Kamerstukken II 2009–2010, 32 395 C, nr. 2 en Kamerstukken II 2010–2011, 32 565 C, nr. 2) en in de slotwet.

– Integratie-uitkeringen

De uitgaven van de integratie-uitkeringen van het gemeentefonds zijn ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting niet gewijzigd en blijven € 42 202 000. Bij de 1ste begroting heeft een eerdere mutatie plaatsgevonden van € 1 000 (positief) en in de slotwet van € – 1 000 (negatief). Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van de suppletore begrotingen (Kamerstukken II 2009–2010, 32 395 C, nr. 2 en Kamerstukken II 2010–2011, 32 565 C, nr. 2) en in de slotwet.

– Decentralisatie-uitkeringen

De uitgaven van de decentralisatie-uitkeringen van het gemeentefonds worden ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting verhoogd met € 170 999 000 en komen daarmee in totaal op € 180 832 000. Bij de 1ste en 2de suppletore begrotingen hebben eerdere mutaties plaatsgevonden van respectievelijk € 106 327 000 (positief) en € 63 692 000 (positief) en in de slotwet van € 980 000 (positief). Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletore begrotingen (Kamerstukken II 2009–2010, 32 395 C, nr. 2 en Kamerstukken II 2010–2011, 32 565 C, nr. 2) en in de slotwet.

Onderdeel ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het provinciefonds voor 2010 worden de ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet, analoog aan de uitgaven, met € 180 148 000 verhoogd tot € 1 482 633 000.

Licence