Base description which applies to whole site

4.3. Operationele doelstelling

De Belastingdienst compenseert gemeenten, provincies en kaderwetgebieden voor betaalde btw over niet-ondernemersactiviteiten.

Activiteiten

2010

Realisatie 

1. Het verstrekken en verzamelen van opgaafformulieren en het compenseren van de btw over niet-ondernemersactiviteiten.

Ja

2. Controles op de toepassing van de Wet op het BTW-compensatiefonds door de Belastingdienst

Ja

Controles op de toepassing van de Wet op het BTW-compensatiefonds door de Belastingdienst

Rol van de Belastingdienst

Bij de uitvoering van de Wet op het BTW-compensatiefonds is een centrale rol toegekend aan de Belastingdienst. Dit vanwege de nauwe relatie tussen de heffing van de omzetbelasting op grond van de Wet op de Omzetbelasting en de compensatie van de omzetbelasting op grond van het BTW-compensatiefonds. Uit oogpunt van eenvoud en efficiency is ervoor gekozen de Wet op het BTW-compensatiefonds in belangrijke mate aan te laten sluiten bij het systeem van heffing van omzetbelasting in de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Dit betekent onder meer dat de controle van het BTW-compensatiefonds onderdeel deel uitmaakt van de reguliere controle bij gemeenten en provincies van de aangiften omzetbelasting. Dit is destijds ook zo gecommuniceerd met de Tweede Kamer 1. De handelwijze van de Belastingdienst met betrekking tot de opgaaf BTW-compensatiefonds is, gezien de nauwe relatie met het systeem van heffing van omzetbelasting, niet anders dan die met betrekking tot de aangifte omzetbelasting. Dit betekent de mogelijkheid van controle achteraf gedurende een periode van 5 jaar. Inherent aan het systeem van heffing van omzetbelasting (voldoening op aangifte met slechts beperkte informatie) is dat de controle op de juistheid van de ingediende aangiften achteraf en op basis van risicoafweging plaatsvindt. Dit is ook het geval indien sprake is van een zogenoemde negatieve aangifte (de voorbelasting overtreft de verschuldigde belasting). Slechts in uitzonderingsgevallen vormt de aangifte omzetbelasting zelf aanleiding tot het instellen van een boekenonderzoek. Voornoemde handelswijze met betrekking tot het BTW-compensatiefonds betekent dat de Belastingdienst niet per uitkeringsjaar vaststelt in welke mate de uitbetaalde bedragen rechtmatig zijn geweest, maar binnen het algemene controlebeleid op basis van klantbeelden voortdurend beoordeelt welke gemeenten en provincies op welke aspecten het meest voor controle in aanmerking komen.

Controlebeleid

De algemene beleidsdoelstelling van de Belastingdienst is het onderhouden en versterken van compliance bij belastingplichtigen. Om dat te bereiken zet de Belastingdienst meerdere instrumenten in, zoals actueel toezicht, horizontaal toezicht en traditioneel toezicht. De gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s (in totaal circa 500) behoren tot de overheid en daarmee niet tot de grootste risicogroep. Dit mede ook vanwege het per 1 januari 2004 ingevoerde rechtmatigheidsonderzoek bij gemeenten en provincies (artikel 213 van de Gemeentewet respectievelijk artikel 217 van de Provinciewet). Het streven is om, gegeven de inzetbare capaciteit, bij zoveel mogelijk provincies en gemeenten een horizontaal toezichtstraject te starten. In het traject naar horizontaal toezicht wordt door de Belastingdienst (systematisch) nagegaan hoe door de betreffende provincie of gemeente de fiscale risico’s worden afgedekt. De vorm en intensiteit van het toezicht van de Belastingdienst wordt daarbij aangepast aan de kwaliteit van de interne organisatie van de gemeenten en provincies. Een goede interne beheersing bij gemeenten en provincies van de gehele fiscale problematiek, inclusief btw-compensatie, is een belangrijke voorwaarde. In het traject naar horizontaal toezicht werkt een gemeente/provincie aan haar interne procedures met als doel het opstellen en indienen van aanvaardbare aangiften en opgaven voor het BTW-compensatiefonds. Een traditionele controle werd in 2010 alleen nog ingesteld indien daar gerede aanleiding voor was.

Horizontaal Toezicht (HT)

De Belastingdienst richt zich bij de individuele klantbehandeling op het vergroten van de zekerheid over de juistheid en volledigheid van de BCF-declaraties. De Belastingdienst ondersteunt en stimuleert de provincies en gemeenten om de kwaliteit van de aangifte te versterken. Zicht op de kwaliteit van de fiscale beheersing staat daarbij centraal. De Belastingdienst bespreekt met de provincies en gemeenten hoe zij hun verantwoordelijkheid invullen met betrekking tot zijn aangifte. Daarbij wordt vastgesteld hoe zij omgaan met fiscaliteit en of de randvoorwaarden aanwezig zijn om te komen tot een adequate beheersing daarvan. De provincies en gemeenten beoordelen zelf daarna cyclisch de opzet, het bestaan en de werking van de interne beheersing van de (fiscaal relevante) bedrijfsprocessen en delen de resultaten daarvan met de Belastingdienst. De Belastingdienst monitort dit en bepaalt in welke mate gesteund kan worden op deze interne beheersing. Periodiek wordt dit getoetst.

Bij 176 provincies en gemeenten is een HT-traject gestart om vast te stellen of er een basis is voor horizontaal toezicht. Bij 65 gemeenten is zicht op de opzet van de interne beheersing van de fiscaal relevante bedrijfsprocessen en de mate waarin zij de fiscaliteit in de processen beheerst.

Traditioneel toezicht

Uitkomsten traditionele controles

Door de Belastingdienst zijn in 2010 traditionele controles ingesteld naar de juistheid van de door gemeenten en provincies ingediende opgaven BTW-compensatiefonds over 2008 en eerdere jaren.

In de tabel zijn de naar aanleiding van de uitkomsten van deze controles aangebrachte correcties in 2010 (en 2009) weergegeven.

Bedragen x € 1 mln.

Controles, waarvan uitgevoerd in:

Aantal

Gecorrigeerd bedrag t.l.v. compensatie-gerechtigden

Gecorrigeerd bedrag t.g.v. compensatie-gerechtigden

Per saldo gecorrigeerd

2009

49

46

9

37

2010

32

15

3

12

Een traditionele controle werd in 2010 alleen nog ingesteld indien daar gerede aanleiding voor was. In 2010 zijn door de Belastingdienst 32 traditionele controles afgerond. Per saldo is daarbij in 2010 € 12 miljoen gecorrigeerd ten laste van gemeenten, provincies en Wgr-plusregio’s.

1

Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 293, nr. 3, Memorie van Toelichting, Algemene deel, Uitvoering van het BTW-compensatiefonds en Artikelsgewijze toelichting, Artikel 9, algemeen en eerste lid.

Licence