Base description which applies to whole site

10.2 DIENST JUSTITIËLE INRICHTINGEN (DJI)

Toelichting exploitatie 2010

Baten

Opbrengst Moederdepartement

De bijdrage 2010 van het Moederdepartement is gedurende het jaar per saldo met € 3,5 miljoen neerwaarts bijgesteld in verband met kortingen en taakstellingen (– € 53,0 miljoen), beleidsmatige mutaties (+ € 23,3 miljoen), (inter)departementale overboekingen (+ € 19,7 miljoen) en technische bijstellingen (+ € 6,5 miljoen).

Het bedrag van de beleidsmatige mutaties (in- en extensiveringen) heeft betrekking op:

  • inzet extra personeel ten behoeve van de brandveiligheid in de Justitiële inrichtingen (+ € 15,0 miljoen);

  • de autonome groei van de forensische zorg in het strafrechtelijk kader (+ € 10,0 miljoen);

  • capacitaire maatregelen op grond van de uitkomsten Prognosemodel Justitiële ketens (+ € 9,2 miljoen);

  • inkoop van Justitiële verslavingszorg (+ € 8,0 miljoen);

  • omzetten in stand te houden capaciteit vreemdelingenbewaring korte termijn in lange termijn (– € 5 miljoen);

  • de tijdelijke overdracht van twee locaties van Justitiële jeugdinrichtingen naar de gesloten jeugdzorg (– € 13,9 miljoen).

De bijdrage van het Moederdepartement wordt verstrekt op kasbasis. De Dienst Justitiële Inrichtingen is een baten-lastendienst. Als gevolg van de verschillende stelsels wijkt de stand van de definitieve kasbijdrage 2010 circa € 1,7 miljoen af van de opbrengst Moederdepartement in de gespecificeerde staat van baten en lasten 2010.

Opbrengsten derden

De gerealiseerde opbrengsten van derden zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting € 62,8 miljoen hoger uitgekomen. Ten gevolge van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België over de ter beschikking stelling van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen is een opbrengst van € 28,4 miljoen gerealiseerd. In verband met het beschikbaar stellen van de capaciteit van de locatie Overberg van Rijks-JJI De Heuvelrug aan het gesloten jeugdzorgdomein van het voormalige programmaministerie voor Jeugd en Gezin is een opbrengst van € 12,2 miljoen gerealiseerd. Bovendien is door de Belastingdienst een bedrag ad € 9,4 miljoen aan DJI uitgekeerd in het kader van de regeling vermindering afdracht loonbelasting in verband met door DJI-medewerkers gevolgde MBO-gecertificeerde opleidingen in de periode 2004 t/m 2009. Deze opbrengsten waren ten tijde van het opstellen van de begroting 2010 nog niet voorzien.

Hier staat tegenover dat als gevolg van onder meer de economische tegenwind en het lagere aantal gedetineerden de arbeidsopbrengsten in de penitentiaire inrichtingen € 11,8 miljoen lager zijn uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd.

Rentebaten

Door gebruik te maken van de depositofaciliteit van het Ministerie van Financiën is in 2010 € 0,3 miljoen aan rentebaten gerealiseerd. Door de lage rentestand zijn de rentebaten lager uitgekomen dan oorspronkelijk begroot.

Bijzondere baten

De bijzondere baten zijn het gevolg van vrijval uit de balanspost voorzieningen. Verderop in dit hoofdstuk worden de mutaties van de voorzieningen afzonderlijk toegelicht.

Met de bijdrage van het Moederdepartement en de overige opbrengsten dient DJI de kosten af te dekken die worden gemaakt om de afgesproken productietaakstelling en de opdrachten voor derden te realiseren. De gerealiseerde productie is opgenomen en nader toegelicht bij de betrokken operationele doelstellingen, te weten: 13.4, 14.2 en 15.3.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn circa € 26,8 miljoen (circa 1,3%) hoger uitgekomen dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De loon- en prijsontwikkeling in 2010 heeft geleid tot een stijging van de kosten. Bovendien heeft de uitvoering van de voornoemde beleidsintensiveringen en het beschikbaar stellen van capaciteit aan derden geleid tot hogere kosten. Hier staat tegenover dat een kostenbesparing is bereikt door de verdere implementatie van diverse tekortbeperkende maatregelen in 2010. Een voorbeeld hiervan is de verdere reductie van de kosten van het inhuren van externe deskundigen en uitzendkrachten met circa € 37,3 miljoen (– 50,7%) ten opzichte van de realisatie 2009.

Rentelasten

De rentelasten hebben betrekking op de leningen van het Ministerie van Financiën. Omdat de afgelopen jaren voor een lager bedrag aan nieuwe leningen is afgesloten dan oorspronkelijk geraamd, zijn de totale rentekosten lager uitgekomen.

Afschrijvingskosten

In de oorspronkelijke begroting 2010 zijn de afschrijvingskosten van de immateriële vaste activa nog niet afzonderlijk geraamd. Per saldo zijn de gerealiseerde afschrijvingskosten € 3,7miljoen (6%) lager uitgekomen dan begroot.

Voorzieningen Bedragen x € 1 000

Omschrijving

Stand per 31-12-2009

Vrijval in 2010

Dotatie in 2010

Onttrekking in 2010

Stand per 31-12-2010

Functioneel leeftijdsontslag

58 194

– 2 738

4 734

– 17 697

42 493

Substantieel bezwarende functies

  

24 747

– 3 654

21 093

FPU-plus

27 446

– 985

101

– 9 257

17 305

Wachtgelden

3 887

– 932

 

– 842

2 113

Afkoop boekwaarde gebouwen

21 832

– 1 544

4 702

– 6 663

18 371

Reorganisatie

9 391

– 1 562

11 715

– 4 618

14 926

Verzelfstandiging Mesdagkliniek

16 569

– 1 326

 

– 2 012

13 231

De Lingeburcht

1 600

– 1 600

  

0

Verlieslatende contracten

250

 

727

 

977

Totaal

139 169

– 10 687

46 726

– 44 743

130 465

Functioneel leeftijdsontslag (FLO)

De omvang van de voorziening is gebaseerd op de bestaande verplichting aan personeelsleden die op 31 december 2010 gebruik maakten van de FLO-regeling. Voor deze personen bestaat een verplichtingdie maximaal tot het einde van 2015 loopt. De in 2010 betaalde FLO-uitkeringen zijn aan de voorziening onttrokken. Ten gevolge van het herberekenen van de voorziening in 2010 is € 2,7 miljoen vrijgevallen.

Substantieel bezwarende functies (SBF)

De dotatie aan de voorziening SBF houdt verband met de nieuwe instroom in de SBF (voorheen FLO). De werkgever is wettelijk verplicht de kosten per werknemer voor de gehele looptijd van de regeling (circa 3 jaar) in één keer te doteren aan de voorziening.

FPU-plus

In 2004 is een voorziening gevormd in verband het gebruikmaken van het FPU-plus arrangement door DJI-medewerkers. De betalingen ad € 9,3 miljoen aan de ex-medewerkers, die van dit arrangement gebruikmaken, zijn aan de voorziening onttrokken. Ten gevolge van het herberekenen van de voorziening in 2010 is € 1,0 miljoen vrijgevallen.

Wachtgelden

Met ingang van 2007 is een voorziening wachtgelden gevormd voor ex-DJI-medewerkers die op deze datum onder de wachtgeldregeling vallen. De omvang van de voorziening is berekend op basis van het aantal deelnemers en de verwachte einddatum van de uitkering. Ten gevolge van het herberekenen van de voorziening in 2010 is € 0,9 miljoen vrijgevallen.

Afkoop boekwaarde gebouwen

DJI heeft ten aanzien van een aantal van de RGD gehuurde panden de beslissing genomen deze af te stoten. Aan deze beslissingen zijn veelal kosten verbonden, zoals nog resterende huren, kosten wederoplevering en sloopkosten. De in 2010 met de RGD afgerekende bedragen zijn onttrokken aan de voorziening.

Reorganisatie

In verband met de verplichtingen die voortvloeien uit (voorgenomen) reorganisaties zijn reorganisatie-voorzieningen gevormd. De dotaties in 2010 vloeien voornamelijk voort uit reorganisaties die verband houden met de capacitaire krimp (het sluiten van delen van inrichtingen en het buitengebruikstellen van plaatsen).

Verzelfstandiging Van Mesdagkliniek

Per 1 januari 2008 is de Van Mesdagkliniek verzelfstandigd in de vorm van een private stichting. Dit heeft tot gevolg dat de medewerkers van de Van Mesdagkliniek zijn overgegaan naar een ander pensioenfonds. In verband met de kosten die hiermee samenhangen is een voorziening gevormd.

De Lingeburcht

Begin 2010 is een vaststellingsovereenkomst door alle partijen getekend, waardoor de overeenkomst die ten grondslag ligt aan deze voorziening is ontbonden. Het resterende bedrag ad € 1,6 miljoen is vrijgevallen ten gunste van de exploitatierekening 2010.

Verlieslatende contracten

In verband met de overgang naar de nieuwe rijksbrede huisstijl wordt verwacht dat aan de leverancier van de uniformen van DJI een vergoeding van de kosten dient te worden verstrekt. Hierom is in 2009 een voorziening gevormd ad € 0,25 miljoen. In 2010 is een bedrag gedoteerd in verband met diverse verlieslatende contracten.

Bijzondere lasten

In 2010 is de subsidierelatie met JJI Rekken beëindigd. Hierbij is overeengekomen dat DJI in 2010 een vergoeding verstrekt aan de stichting LSG-Rentray en de stichting Trajectum ter dekking van de kosten die samenhangen met het realiseren van de alternatieve bestemming.

Saldo Baten en Lasten

Over 2010 is een negatief exploitatieresultaat ad € 13,0 miljoen gerealiseerd. Dit komt overeen met circa 0,6 % van de totale omzet in 2010. Dit saldo is het resultaat van de consolidatie van de administraties van de onder de DJI ressorterende inrichtingen en diensten. In de oorspronkelijke begroting 2010 was reeds een tekort van € 13 miljoen geraamd.

In overeenstemming met de Regeling baten- en lastendiensten 2011 wordt voorgesteld het negatieve exploitatieresultaat ad € 13,0 miljoen ten laste te brengen van de exploitatiereserve. De omvang van de exploitatiereserve zal hierdoor dalen tot € 49,8 miljoen.

Conform de regelgeving is het maximum van de exploitatiereserve beperkt tot 5% van de gemiddelde omzet van de drie meest recente jaren. Voor DJI bedraagt de maximale stand per ultimo 2010 circa € 113 miljoen.

Doelmatigheid

Doelmatigheid 2010
    

Realisatie

Begroting

Verschil

Omschrijving

2007

2008

2009

2010

2010

 

DJI-totaal:

      

FTE-totaal

17 804

18 175

17 221

16 698

17 949

– 1 251

Saldo van baten en lasten in %

0,8%

– 3,7%

2,1%

– 0,6%

– 0,6%

0

       

Productiviteitsindicatoren

      

1. gemiddeld aantal Tbs-passanten

150

120

76

32

0

32

2a. gemiddeld aantal personen in PP’s (equivalentplaatsen)

524

442

466

450

0

450

2b. verhouding equivalentplaatsen/gemiddelde bezetting

4,3

3,9

4,2

4,2

0

4,2

Toelichting productiviteitsindicatoren

  • 1. Het gemiddeld aantal Tbs-passanten geeft de mate van druk op de intra/transmurale capaciteit weer. Als gevolg van enerzijds capaciteitsuitbreidingen en anderzijds een afname van het aantal opleggingen Tbs met bevel tot verpleging is het gemiddeld aantal Tbs-passanten de afgelopen jaren sterk afgenomen.

  • 2. Als gevolg van de inzet van penitentiaire programma’s (PP’s) heeft DJI in 2010 450 intramurale plaatsen «bespaard». Gerelateerd aan de gemiddelde bezetting GW-strafrechtelijk verblijvenden ontstaat een verhoudingsgetal. Hoe hoger het verhoudingsgetal hoe groter het aandeel van de equivalentieplaatsen. Na een dip in 2008 neemt het aandeel PP’s toe tot een niveau van 4,2. Met andere woorden ruim 4 per 100 bezette GW-plaatsen.

Doelmatigheid per operationele doelstelling

In de onderstaande tabellen worden doelmatigheidsgegevens gepresenteerd. Voor de volumegegevens met betrekking tot de capaciteit wordt verwezen naar de volume- en prestatiegegevens die zijn opgenomen bij de betreffende operationele doelstelling. De verschillen bij de omzet (PxQ) kunnen zowel het gevolg zijn van volumeverschillen als van prijsverschillen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting.

Operationele doelstelling 13.4

Sanctiecapaciteit volwassenen
     

Realisatie

Begroting

verschil

Gemiddelde prijs (x € 1)

2006

2007

2008

2009

2010

2010

 

Operationele intramurale sanctiecap. per plaats per dag

181

197

208

216

229

222

7

Reservecapaciteit per plaats per dag

    

133

130

3

Omzet operationele en res.capaciteit (p*q * € 1 miljoen)

987,7

1 065,5

1 126,7

1 089,7

1 004,7

972,0

32.7

Bezettingsgraad operationele intramurale capaciteit (%)

83,5

83,3

77,3

90,4

90,9

91,3

– 0,4

        

Extramurale sanctiecapaciteit per plaats per dag

72

72

60

85

51

49

2

Omzet extramurale sanctiecapaciteit (p*q * € 1 miljoen)

22,3

18,0

12,8

19,1

9,6

12,5

– 2,9

        

Tbs-capaciteit per plaats per dag

446

449

455

478

480

478

2

Omzet (p*q * € 1 miljoen)

277,2

300,9

322,8

363,6

377,6

382,1

– 4,5

Bezettingsgraad Justitiële Tbs-klinieken (%)

96,2

96,2

96,8

94,6

91,9

96,0

– 4,1

        

Gemiddelde prijs per rapportage Pieter Baan Centrum1

49 196

65 315

     

Gemiddelde prijs per plaats per dag PBC

  

1 565

1 464

1 523

1 444

79

Omzet (p*q * € 1 miljoen)

10,8

12,1

18,3

17,1

17,8

16,9

0,9

        

Gemiddelde prijs per dag per plaats intramurale inkoopplaats forensische zorg in gevangeniswezen

   

328

367

358

9

Omzet (p*q * € 1 miljoen)

   

23,2

93,8

91,5

2,3

        

Gemiddelde prijs per dag per plaats intramurale inkoop-plaats strafrechtelijke forensische zorg in GGz en Ghz

   

283

285

306

– 21

Omzet (p*q* € 1 miljoen)

   

107,0

129,4

148,7

– 19,3

1

Met ingang van 2008 wordt de productie van PBC niet meer uitgedrukt in rapporten maar in plaatsen.

Toelichting op de prijsverschillen >5%

In 2010 zijn bij de intramurale inkoopplaatsen strafrechtelijke forensische zorg minder dure (FPK-)plaatsen ingekocht. De gemiddelde prijs van de gerealiseerde productie is hierdoor lager uitgekomen dan begroot.

Operationele doelstelling 14.2

Justitiële Jeugdinrichtingen
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

 

Gemiddelde prijs operationele capaciteit p.p.p.d. (x € 1)

301

326

398

436

510

502

8

Gemiddelde prijs aan te houden cap. p.p.p.d. (x € 1)

    

153

153

0

Omzet (p*q * € 1 miljoen)

293,8

329,4

320,6

299,7

246,1

269,9

– 23,8

Bezettingsgraad operationele capaciteit (%)

90,8

87,8

81,5

67,4

52,8

90,0

– 37,2

Scholings- en trainingsprogramma’s (extramuraal, substitutie-effect) prijs per plaats per dag (x € 1)

32

32

32

32

32

32

0

Omzet (p*q * € 1 miljoen)

0,9

1,0

1,0

0,8

0,5

0,5

0

Operationele doelstelling 15.3
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

 

Vreemdelingenbewaring

       

Gemiddelde prijs operationele cap. p.p.p.d. (x € 1)

143

155

159

170

193

174

19

Gemiddelde prijs reservecapaciteit p.p.p.d. (x € 1)

    

134

127

7

Gem.prijs aan te houden cap. kort p.p.p.d. (x € 1)

    

79

72

7

Gem.prijs aan te houden cap. lang p.p.p.d. (x € 1)

    

23

0

23

Omzet (p*q* € 1 miljoen)

126,8

173,3

125,8

135,6

132,9

125,1

7,8

Bezettingsgraad operationele + reservecap. (%)

90,6

63,9

64,6

72,6

70,9

86,2

– 15,3

        

Uitzetcentra

       

Gemiddelde prijs operationele cap. p.p.p.d. (x € 1)

143

155

159

170

193

174

19

Gemiddelde prijs reservecapaciteit p.p.p.d. (x € 1)

    

134

127

7

Gemiddelde prijs aan te houden cap. p.p.p.d. (x € 1)

    

79

72

7

Omzet (p*q* € 1 miljoen)

45,9

42,1

34,8

37,0

38,1

34,5

3,6

In verband met de verwachte lagere behoefte aan capaciteit zijn in de ontwerpbegroting 2011 bij de vreemdelingenbewaring 284 aan te houden plaatsen korte termijn omgezet in aan te houden plaatsen lange termijn. Voor deze (nieuwe) categorie plaatsen was nog geen dagprijs opgenomen in de begroting 2010.

Balans per 31 december 2010 x € 1 000
 

2010

2009

Activa

  

Immateriële activa

7 455

10 344

Materiële activa

  

– grond en gebouwen

– installaties en inventarissen

163 021

180 916

– overige materiële vaste activa

12 121

13 241

Voorraden

3 515

3 425

Debiteuren

9 495

17 011

Nog te ontvangen

102 450

117 618

Liquide middelen

149 416

109 665

Totaal activa

447 473

452 220

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

  

– exploitatiereserve

62 805

14 551

– verplichte reserves

– onverdeeld resultaat

– 13 007

48 254

Leningen bij het Ministerie van Financiën

81 100

53 741

Voorzieningen

130 465

139 169

Crediteuren

9 254

5 330

Nog te betalen

176 856

191 175

Totaal passiva

447 473

452 220

Gespecificeerde staat van baten en lasten 2010 x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil real. en oorspr. vastgestelde begroting

Realisatie 2009

Baten

    

Opbrengst Moederdepartement

2 132 422

2 127 317

– 5 105

2 266 590

Opbrengst overige departementen

    

Opbrengsten derden

71 223

133 990

62 767

69 417

Rentebaten

500

285

– 215

0

Vrijval voorzieningen

 

10 687

10 687

11 267

Bijzondere baten

    

Totaal baten

2 204 145

2 272 279

68 134

2 347 274

     

Lasten

    

Apparaatskosten

    

* personele kosten

1 025 137

1 031 344

6 207

1 049 799

* materiële kosten

1 102 185

1 122 772

20 587

1 147 322

Rentelasten

4 823

2 397

– 2 426

3 081

Afschrijvingskosten

    

* materieel

60 000

52 024

– 7 976

57 602

* immaterieel

 

4 268

4 268

 

Overige lasten

    

* dotaties aan voorzieningen

25 000

46 726

21 726

41 216

* bijzondere lasten

 

25 756

25 756

 

Totaal lasten

2 217 145

2 285 286

68 141

2 299 020

     

Saldo baten en lasten

– 13 000

– 13 007

– 7

48 254

Kasstroomoverzicht per 31 december 2010 x € 1 000
 

(1)

(2)

(3) = (2)-(1)

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1

Rekening Courant RHB 1 januari 2010 + stand depositorekeningen

124 206

107 703

– 16 503

     

2

Totaal operationele kasstroom

16 425

46 798

30 373

     
 

Totaal investeringen

– 75 000

– 60 769

14 231

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen

0

26 381

26 381

 

Overdracht boekwaarde activa aan VWS

0

  

3

Totaal investeringskasstroom

– 75 000

– 34 388

40 612

     
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

  
 

Eenmalige storting door moederdepartement

0

  
 

Aflossing op leningen

– 12 600

– 12 640

– 40

 

Beroep op leenfaciliteit

50 000

40 000

– 10 000

4

Totaal financieringskasstroom

37 400

27 360

– 10 040

     

5

Rekening Courant RHB 31 december 2010

103 031

147 473

44 442

 

+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

   

Toelichting op kasstroomoverzicht

Bij het opstellen van de begroting 2010 is er van uitgegaan dat de resterende vordering op de AWBZ nog in 2009 geïncasseerd zou worden. De werkelijke overboeking heeft echter in 2010 plaatsgevonden. Hierdoor is de beginstand van de rekening-courant lager dan begroot.

De operationele kasstroom is als volgt te specificeren (x € 1 000,-):

saldo van baten en lasten

– 13 007

afschrijvingen (incl. afschr. interne overboekingen)

56 292

mutaties voorzieningen

– 8 704

mutaties werkkapitaal

12 217

Totaal operationele kasstroom

46 798

De mutaties in het werkkapitaal zijn voornamelijk het gevolg van de afname van de post kortlopende vorderingen (incl. de vordering AWBZ, totaal € 22,7 miljoen) en de afname van de post kortlopende schulden (€ 10,4 miljoen).

Als gevolg van de verplichtingenstop die een deel van 2010 gold en de capacitaire krimp in verband met de lagere behoefte aan sanctiecapaciteit is de investeringskasstroom lager uitgekomen dan geraamd.

Licence