Base description which applies to whole site

10.3 CENTRAAL JUSTITIEEL INCASSOBUREAU (CJIB)

Toelichting exploitatie 2010

Baten

De hogere «opbrengst moederdepartement» is hoofdzakelijk te verklaren door ontvangen gelden ten behoeve van de invoer van strafbeschikkingen en door extra ontvangen middelen in verband met de implementatie en uitvoering van de OM-afdoening. Deze middelen zijn vooral ingezet ter dekking van de hogere personeelskosten.

De lagere «opbrengst overige departementen» is vooral het gevolg van lagere door te belasten kosten aan het College van Zorgverzekeraars (op basis van nacalculatie). Dit betreffen vooral lagere gerechtskosten.

Door lagere aantallen WAHV-sancties blijven de ontvangen administratiekosten («opbrengst derden») achter bij de begroting. Het winterweer en de uitval van en onderhoud aan trajectcontrolesystemen zijn hier debet aan.

Lasten

De hogere personele kosten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de omzetting van externen naar internen, door inzet ten behoeve van de implementatie van de OM-afdoening en de invoer van strafbeschikkingen. Daarnaast hebben ook de CAO-wijzigingen geleid tot hogere personeelskosten.

De materiële kosten zijn vooral lager als gevolg van de omzetting van externen naar internen en door de lagere productieaantallen.

De lagere gerechtskosten zijn hoofdzakelijk te verklaren door lagere kosten ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten voor het College van Zorgverzekeraars, dit als gevolg van latere instroom dan voorzien.

De afschrijvingen met betrekking tot de immateriële vaste activa hebben grotendeels betrekking op het Programma NoorderWint (totaal € 8,1 miljoen). Hierin is het effect van de aanpassing van de afschrijvingstermijn van 5 jaar naar 3 jaar zichtbaar.

De lasten aangaande systeemvernieuwing betreffen hoofdzakelijk de uitgaven die in 2010 ten behoeve van het Programma NoorderWint zijn gedaan (€ 6 miljoen).

Voorzieningen

Voorzieningen 2010 x € 1 000

Omschrijving

Stand per 01-01-2010

Vrijval in 2010

Dotatie in 2010

Onttrekking in 2010

Stand per 31-12-2010

FPU-plus

510

– 151

359

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft voor de rijksdiensten de mogelijkheid geschapen om medewerkers die daarvoor in aanmerking komen een FPU-plus arrangement aan te bieden. De onttrekkingen betreffen de feitelijke uitbetalingen.

Saldo Baten en Lasten

Het CJIB heeft over 2010 een positief exploitatieresultaat van € 1,8 miljoen behaald. Dit resultaat zal ten gunste van de exploitatiereserves worden gebracht. Het eigen vermogen bedraagt eind 2010 € 2,3 miljoen. Het eigen vermogen blijft binnen de hiervoor geldende maximum en minimum grenzen.

Doelmatigheid 2010 x € 1
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

2010

CJIB-totaal:

       

FTE-totaal

   

913

929

933

– 4

Saldo van baten en lasten in %

   

– 2,2

1,6

0

1,6

        

WAHV- Sancties1

       

Aantal

11 646 232

12 754 001

11 647 249

11 960 177

11 285 857

12 000 000

– 714 143

Kostprijs (x € 1)

4,04

3,93

4,15

4,94

5,18

6,002

– 0,82

Omzet (p*q)

47 050 777

50 123 224

48 336 083

59 083 274

58 460 739

  

% geïnde zaken binnen 1 jaar

95,4

95,2

95,7

95,7

95,6

95,0

0,6

        

Boetevonnissen

       

Aantal

201 013

213 788

200 027

183 473

147 156

200 000

– 52 844

Kostprijs (x € 1)

43,74

45,77

54,54

69,92

70,79

51,68

– 19,11

Omzet (p*q)

8 792 309

9 785 077

10 909 473

12 828 432

10 417 173

10 337 000

– 80 173

% afgedane OH-zaken binnen 1 jaar

66,6

66,6

71,6

72,5

70,4

70,0

0,8

        

Transacties (incl. OM-afdoeningen)

       

Aantal

672 897

624 393

561 801

565 804

467 155

610 000

– 142 845

Kostprijs (x € 1)

13,82

16,22

16,58

23,40

34,76

16,16

– 18,60

Omzet (p*q)

9 299 437

10 127 654

9 314 661

13 239 814

16 238 308

9 858 000

– 6 380 308

% geïnde zaken binnen 1 jaar

65,7

66,9

65,7

65,2

64,9

65,0

– 0,1

        

Vrijheidsstraffen3

       

Aantal

   

25 036

23 568

25 000

– 1 432

Kostprijs (x € 1)

   

115,97

73,35

77,14

3,79

Omzet (p*q)

   

2 903 425

1 728 713

1 928 000

199 287

        

Taakstraffen

       

Aantal

   

40 324

36 996

42 000

– 5 004

Kostprijs (x € 1)

   

50,38

25,90

35,91

10,01

Omzet (p*q)

   

2 031 523

958 196

1 508 000

549 804

        

Schadevergoedingsmaatregelen

       

Aantal

13 576

13 656

13 660

12 426

11 671

13 500

– 1 829

Kostprijs (x € 1)

409,44

397,02

489,42

449,67

438,47

390,46

– 48,01

Omzet (p*q)

5 558 557

5 421 705

6 685 477

5 587 599

5 117 383

5 271 000

153 617

% afgedane zaken binnen 3 jaar

71,6

78,8

83

84,8

87,4

82,0

5,4

        

Ontnemingsmaatregelen

       

Aantal

1 514

1 539

1 375

1 232

1 150

1 500

– 350

Kostprijs (x € 1)

1 385,24

1 787,16

1 994,72

3 029,50

3 745,49

1 734,89

– 2 010,60

Omzet (p*q)

2 097 253

2 750 439

2 742 740

3 732 344

4 307 314

2 602 000

– 1 705 314

% afgedane zaken binnen 3 jaar

55,1

50,9

53,6

56,1

   

% afgedane A-zaken binnen 3 jaar

    

64,3

60,0

4,3

% afgedane B-zaken binnen 5 jaar

    

41,3

60,0

– 18,7

1

De totale productie WAHV-sancties bedraagt 11 285 857. Hiervan zijn 472 336 zaken aan het moederdepartement in rekening gebracht. Dit betreffen zaken met een pleegdatum < 2/7/2009. De overige zaken zijn gefinancierd door middel van aan de burger in rekening gebrachte administratiekosten.

2

Dit bedrag betreft het tarief aan administratiekosten dat aan de burger in rekening wordt gebracht.

3

Voor vrijheidsstraffen en taakstraffen zijn er geen kwaliteitsindicatoren die direct aan de activiteiten van het CJIB zijn te koppelen. De taak van het CJIB is de administratieve regie (coördinatie) op de betreffende ketenprocessen.

Voor de meeste producten geldt dat de nacalculatorische kostprijzen hoger zijn uitgekomen dan begroot. Algemeen geldt dat de productie voor alle producten lager is uitgekomen dan begroot, waardoor de vaste kosten over een lager aantal producten worden verdeeld, wat een kostprijsverhogend effect heeft.

Daarnaast kunnen nog enkele productspecifieke oorzaken worden genoemd:

  • Bij de transacties/strafbeschikkingen is het effect zichtbaar van veel handmatige inzet in het proces strafbeschikkingen. De handmatige inzet is het gevolg van een nog niet werkend digitaal systeem;

  • Bij de vrijheidsstraffen en taakstraffen zien we een productiviteitsverbetering terug in een lagere kostprijs dan begroot;

  • Ontnemingsmaatregelen: ten opzichte van de andere producten is de kostprijs van de ontnemingsmaatregel sterker gestegen. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat er meer personeel op het proces is ingezet. Dit moet zich in de toekomst (ontnemingszaken kennen over het algemeen een lange(re) doorlooptijd) vertalen in een toename van de opbrengsten in ontnemingszaken.

Balans per 31 december 2010 x € 1 000
 

Balans 2010

Balans 2009

Activa

  

Immateriële activa

1 110

9 654

Materiële activa

  

– grond en gebouwen

2 779

3 342

– installaties en inventarissen

3 413

4 290

– overige materiële vaste activa

5 592

6 037

Voorraden

Debiteuren

41

37

Nog te ontvangen

19 196

21 239

Liquide middelen

9 606

– 217

Totaal activa

41 737

44 382

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

  

– exploitatiereserve

421

– 6 790

– verplichte reserves

0

9 654

– onverdeeld resultaat

1 833

– 2 443

Leningen bij het Ministerie van Financiën

22 257

27 101

Voorzieningen

359

510

Crediteuren

6 297

7 284

Nog te betalen

10 570

9 066

Totaal passiva

41 737

44 382

Gespecificeerde staat van baten en lasten 2010 x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(2) – (1)

 
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2009

Baten

    

Opbrengst moederdepartement

32 514

47 963

15 449

88 655

Opbrengst overige departementen

18 501

6 604

– 11 897

6 344

Opbrengst derden

68 113

59 253

– 8 860

15 143

Rentebaten

250

– 250

188

Bijzondere baten

-

-

-

0

Totaal baten

119 378

113 820

– 5 558

110 330

     

Lasten

    

Apparaatskosten

    

– personele kosten

44 393

58 117

13 724

52 378

– materiële kosten

32 976

24 663

– 8 313

30 742

Rentelasten

1 264

1 066

– 198

1 418

Gerechtskosten

20 166

7 350

– 12 816

6 537

Afschrijvingskosten

    

– materieel

5 696

4 084

– 1 612

4 326

– immaterieel

5 548

8 544

2 996

6 089

Dover-gelden

0

579

579

1 195

Systeemvernieuwing

9 337

7 584

– 1 753

10 086

Overige lasten

    

– dotaties voorzieningen

0

-

-

2

– bijzondere lasten

 

-

-

0

– bijzondere waardevermindering

 

-

-

 

Totaal lasten

119 378

111 987

– 7 391

112 773

     

Saldo van baten en lasten

0

1 833

1 833

– 2 443

Kasstroomoverzicht per 31 december 2010 x € 1 000
  

(1)

(2)

(3) = (2)-(1)

  

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1

Rekening Courant RHB 1 januari 2010 + stand depositorekeningen

19 363

– 227

– 19 590

     

2

Totaal operationele kasstroom

11 244

16 961

5 717

     
 

Totaal investeringen

– 15 775

– 2 787

12 989

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen

0

497

497

3

Totaal investeringskasstroom

– 15 775

– 2 290

13 485

     
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

-

-

 

Eenmalige storting door moederdepartement

0

-

-

 

Aflossing op leningen

– 10 310

– 8 144

2 166

 

Beroep op leenfaciliteit

15 775

3 300

– 12 475

4

Totaal financieringskasstroom

5 465

– 4 844

– 10 309

     

5

Rekening Courant RHB 1 januari 2010 + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4)

20 297

9 600

– 10 697

 

(noot: maximale roodstand € 0,5 miljoen)

   

De operationele kasstroom is hoger dan begroot. Dit is vooral veroorzaakt door veranderingen in het werkkapitaal.

Met ingang van 2010 worden de uitgaven met betrekking tot Programma NoorderWint volledig ten laste van het resultaat gebracht. Vooral hierdoor blijven de investeringen fors achter bij de begroting.

Voorgaande is ook zichtbaar in het beroep op de leenfaciliteit. Voor het overige geldt dat het beroep op leenfaciliteit in lijn is met de totale investeringen.

Licence