Base description which applies to whole site

4: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Artikel

Algemene doelstelling

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat deelnemers hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Deelnemers worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

Rol en verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor een onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele deelnemers en bij de behoeftes van de maatschappij. In het bijzonder is zij verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van het onderwijs, de rechtmatige en doelmatige besteding van middelen voor het onderwijs en het borgen van de onderwijskwaliteit. De instrumenten die zij tot haar beschikking heeft zijn het uitvaardigen van wet- en regelgeving, het verstrekken van bekostiging, subsidies en opdrachten, het houden van toezicht en het voeren van een dialoog met belanghebbenden, en zonodig het actief voeren van regie. De verantwoordelijkheid voor de educatie is belegd bij de gemeenten, omdat zij het beste zicht hebben op de lokale behoefte. Gemeenten ontvangen via het participatiebudget de rijksbijdrage educatie voor de inkoop van educatieve activiteiten bij roc’s.

Indicatoren voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie worden beschreven in Trends in Beeld 2012 .

Kengetallen

Tabel 4.1 Kengetallen
   

2007–2008

2008–2009

2009–2010

2010–2011

2011–2012

 

Indicator

         

1.

Aantal deelnemers mbo (x 1000)

477.1

479.6

486.1

488.7

478.0

 

bol-vt

319

313.1

321.9

327.2

328.2

 

bbl

147

156.9

155.4

152.9

142.3

 

bol-dt

11.1

9.6

8.8

8.6

7.5

 

Bron: Bekostigingstelling mbo

         

2.

Gemiddelde prijs per mbo-deelnemer (x € 1.000)

6.7

7.2

7.3

7.3

7.4

 

Bron: Lumpsum budget/specifieke regelingen en gewogen bekostigingsdeelnemers mbo

2008

2009

2010

2011

2012

Toelichting:

Het aantal deelnemers in het mbo is onder andere gedaald door demografische ontwikkelingen. De grote daling in de bbl vanaf 2008–2009 en de geringe stijging in de bol worden veroorzaakt door de economische situatie. Deelnemers stappen over van de bbl naar de bol, omdat er niet genoeg bpv-plaatsen beschikbaar zijn voor de bbl-deelnemers.

Beleidsconclusies

In 2012 werd in het mbo verder uitwerking gegeven aan de beleidsagenda die is opgenomen in Focus op Vakmanschap en Leraar 2020 en het daarmee samenhangende Bestuursakkoord. In het actieplan mbo «Focus op vakmanschap 2011–2015» (maart 2011) heeft het kabinet Rutte I zijn beleid voor het middelbaar beroepsonderwijs uitgewerkt. Het doel is goed beroepsonderwijs. Het kabinet wil dat alle mbo-instellingen goed presteren. Daartoe zijn de volgende doelen gesteld:

  • In het mbo ligt de focus op goed, initieel beroepsonderwijs voor jongeren;

  • De besturing en de bedrijfsvoering van alle instellingen zijn op orde;

  • Het beroepsonderwijs is competitief met het algemeen vormend onderwijs.

Het kabinet heeft in 2011 wetgeving voorbereid voor: het verkorten en intensiveren van opleidingen, modernisering van de bekostiging, invoering van de entrée-opleiding. Het wetsvoorstel «Doelmatige leerwegen en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs» is aan de Tweede Kamer aangeboden en is begin 2013 aangenomen. Het wetsvoorstel over de centralisatie van het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (vavo) is in 2012 aangenomen. Daarnaast is er in 2012 een kamerbrief over het aanbod van mbo-opleidingen naar de Tweede Kamer verstuurd. In de brief wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe de voorgestelde maatregelen ervoor moeten zorgen dat mbo-instellingen:

  • Voldoende kunnen investeren in de kwaliteit van opleidingen door versnippering van het aanbod tegen te gaan (doelmatigheid);

  • Aansluiten op de vraag vanuit de regionale arbeidsmarkt en (top)sectoren waarvoor zij werken (arbeidsmarktrelevantie);

  • Rekening houden met de bereikbaarheid voor studenten (toegankelijkheid).

De uitwerking van deze maatregelen zijn voortvarend ter hand genomen.

Het aparte wetsvoorstel 30-plusarrangement is ingetrokken en deze taakstelling vanuit het regeerakkoord van Rutte I is in het begrotingsakkoord budgettair gecompenseerd.

In het najaar van 2012 bevat het regeerakkoord van Rutte II ook een pakket aan maatregelen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Deze maatregelen worden verder uitgewerkt en vertaald in concept wetgeving. De maatregelen betreffen:

  • Minder opleidingen en macrodoelmatigheid in het mbo;

  • Intensiveren van het onderwijs;

  • Afschaffen afdrachtvermindering onderwijs en vervangen door een beter te richten subsidie;

  • De kenniscentra worden samengevoegd en hun wettelijke taken daar waar mogelijk ondergebracht bij de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven en mbo-instellingen. Met de uitvoering van deze maatregel wil het kabinet een bezuiniging realiseren van € 40 miljoen in 2015 en structureel € 80 miljoen vanaf 2016 (incl. groen onderwijs).

Het kabinet wil het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) verder terugbrengen naar maximaal 25.000 in 2016. De stand van zaken is bij brief van 12 februari 2013 (kamerstuk 26 695, nr. 89) aan de Tweede Kamer gemeld. In het schooljaar 2011–2012 is het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters gedaald naar 36 250 op landelijk niveau.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
           

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2008

2009

2010

2011

2012

2012

2012

Verplichtingen

3.520.349

3.846.651

3.385.269

3.559.207

3.824.455

3.514.780

309.675

Waarvan garantieverplichtingen

90.817

143.934

6.290

104.200

193.020

0

193.020

Totale uitgaven

3.336.258

3.507.340

3.502.523

3.479.814

3.501.845

3.468.898

32.947

                 

Programma-uitgaven

3.332.952

3.503.474

3.498.688

3.476.052

3.501.845

3.468.898

32.947

Bekostiging roc's/overige regelingen

2.692.786

2.834.325

2.803.470

2.852.729

2.934.984

2.878.690

56.294

Bekostiging KBB's

111.939

115.821

105.572

98.820

100.356

98.814

1.542

Bekostiging Caribisch Nederland

0

0

0

2.829

3.019

2.089

930

Verbetermiddelen Caribisch Nederland

0

0

0

12.756

6.167

18.072

– 11.905

Leerlinggebonden financiering (LGF)

23.066

32.847

38.174

38.221

45.012

40.001

5.011

Versterken centrale en uniforme toetsing

0

0

0

0

1.584

11.911

– 10.327

Taal en Rekenen

9.237

10.155

60.570

58.313

53.963

56.109

– 2.146

Regeling stagebox

35.000

35.362

34.900

34.900

34.900

35.000

– 100

Schoolmaatschappelijk werk

0

15.000

15.000

14.017

14.042

14.017

25

Prestatiebox

0

0

0

0

3.755

0

3.755

Convenanten met RMC-regio's

13.597

21.146

33.248

39.590

60.372

68.160

– 7.788

Programmagelden regio's

6.800

15.170

22.865

44.389

0

19.300

– 19.300

Plusvoorziening «overbelaste jongeren»

0

11.900

47.724

72

30.450

30.000

450

RMC's

39.225

53.251

31.471

31.599

31.885

31.599

286

Aanvalsplan Laaggeletterdheid

4.000

4.200

4.001

4.000

4.000

4.000

0

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo

1.200

0

5.108

3.788

1.428

4.530

– 3.102

Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016

0

0

0

400

400

400

0

Netwerkscholen (FES)

0

0

0

4.500

3.000

3.000

0

Educatie

197.591

202.401

150.445

115.863

111.604

110.766

838

Pilots Laaggeletterdheid

0

0

0

0

2.949

5.000

– 2.051

Overig

25.826

30.990

26.742

35.525

39.391

19.935

19.456

Uitvoeringsorganisatie DUO

13.919

13.326

17.177

19.549

18.584

17.505

1.079

School-ex programma's

0

8.485

7.778

0

0

0

0

Beroepsgerichte kwalificatiestructuur

5.000

5.000

3.785

0

0

0

0

Stage en lerbaanoffensief Kenniscentra

0

7.000

13.000

3.000

0

0

0

Leven Lang Leren en EVC

16.142

22.444

22.920

8.142

0

0

0

Innovatiearrangement

20.000

21.500

11.500

10.000

0

0

0

Innovatiebox regulier

44.495

43.151

43.238

43.050

0

0

0

Innovatiebox FES

73.129

0

0

0

0

0

0

                 

Apparaatsuitgaven1

3.306

3.866

3.835

3.762

     

Ontvangsten

24.099

15.190

11.108

11.108

14.920

0

14.920

1

Met ingang van de begroting 2012 zijn de apparaatsuitgaven opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid in artikel 92 Apparaat Kerndepartement

Toelichting:

De uitgaven voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zijn in 2012 ruim € 32,9 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. De verplichtingen zijn € 309,7 miljoen hoger dan geraamd. De realisatie van de ontvangsten is € 14,9 miljoen hoger dan geraamd.

Verplichtingen

Toelichting op de instrumenten

De verhoging van de verplichtingen is € 276,6 miljoen hoger dan de verhoging van de uitgaven. Dit verschil wordt onder andere veroorzaakt door de toevoeging van een bedrag van € 66,6 miljoen aan garantieverplichtingen. Tevens zijn er in 2012 meerjarige verplichtingen aangegaan onder meer vanwege het afsluiten van meerjarige vsv-convenanten.

Uitgaven

Hieronder worden de belangrijkste verschillen toegelicht.

  • Bekostiging roc’s/overige regelingen: De stijging van € 56,3 miljoen op het onderdeel «bekostiging roc’s/overige regeling» ten opzichte van de vastgestelde begroting 2012 wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties.

    • Een bijstelling van € 14 miljoen voor de loonontwikkeling (werkgeverslasten tranche 2012) en de compensatie voor de maatregelen met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering;

    • Een bijstelling van € 24 miljoen voor de prijsontwikkeling 2012;

    • Het incidenteel toevoegen aan de lumpsum van € 12 miljoen van de middelen voor het versterken van de centrale en uniforme toetsing;

    • Toevoeging van een bedrag van € 6 miljoen door verschillende afrekeningen en kasschuiven.

  • Verbetermiddelen Caribisch Nederland: De realisatie is € 11,9 miljoen lager omdat middelen voor de verbetering van de onderwijshuisvesting zijn doorgeschoven om deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

  • Leerlinggebonden financiering: De realisatie op het onderdeel Leerlinggebonden financiering (LGF) is € 5 miljoen hoger dan begroot.

  • Versterken centrale en uniforme toetsing: Zoals hierboven aangegeven is dit budget toegevoegd aan de lumpsum.

  • Prestatiebox: Het betreft een overheveling van de vsv-middelen naar de nieuwe prestatiebox van bve. De prestatiebox is een nieuw bekostigingselement voor het mbo. Het is bedoeld om mbo-instellingen financieel te stimuleren tot het realiseren van bijzondere beleidsdoelstellingen.

  • Convenanten met RMC-regio’s: De daling van € 7,8 miljoen wordt onder andere veroorzaakt door de overboeking van middelen naar de hierboven genoemde prestatiebox en de lagere realisatie bij de prestatieconvenanten.

  • Programmagelden regio’s: Er was sprake van een incidentele tegenvaller in 2011 van € 19,3 miljoen. De regeling programmagelden was met één jaar verlengd en het bijbehorende budget voor het jaar 2012 is na de aanvraagprocedure in 2011 ook verplicht en betaald in 2011. In de ontwerpbegroting 2012 is de kasschuif van 2012 naar 2011 abusievelijk niet verwerkt. Hierdoor is er nu vrijval in het jaar 2012.

  • Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo: Het betreft een kasschuif van € 0,7 miljoen uit 2012 en daarnaast een lagere realisatie door een lager deelnemersaantal dan begroot.

  • Overig: De stijging van de realisatie met € 19,5 miljoen wordt onder andere verklaard doordat uit 2011 € 11,9 miljoen is doorgeschoven naar 2012 om aan de verplichtingen uit de vsv convenanten te kunnen voldoen. Daarnaast is er € 3,4 miljoen uit 2011 naar 2012 doorgeschoven voor het transitiebudget om de fusie tussen ROC Zeeland en ROC Westerschelde te laten slagen. Het restant van de hogere realisatie wordt verklaard door een cumulatie van overboekingen van en naar andere artikelen, afrekeningen en kasschuiven.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 14,9 miljoen zijn het gevolg van onder andere afrekeningen die betrekking hadden op het innovatiearrangement, de technocentra, educatie en het project Leren en Werken.

Artikel

Licence