Base description which applies to whole site

3.3 Koopkracht

De ontwikkeling van de statische koopkracht3 viel voor het derde jaar op rij negatief uit. Over 2012 bedraagt de mediane koopkrachtontwikkeling volgens het CPB – 2,5%. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door het achterblijven bij de inflatie van de contractloonontwikkeling en de pensioenindexering. Waar de gemiddelde inflatie in 2012 volgens het CBS 2,5% bedraagt, zijn de contractlonen in de marktsector gemiddeld met 1,7% gestegen en zijn de aanvullende pensioenen gemiddeld niet veranderd (0%).

Figuur 3.2 Ontwikkeling inflatie en Cao loonstijging

Figuur 3.2 Ontwikkeling inflatie en Cao loonstijging

In tabel 3.1 zijn voor de meest relevante kerngegevens de prognoses van de begroting (MEV 2012; gepubliceerd september 2011) vergeleken met de realisatie (CEP 2013).

Tabel 3.1 Kerngegevens 2012: verwachting versus realisatie
 

MEV 2012

CEP 2013

Economische groei (%)

1

– 0,9

Contractloon marksector (%)

2

1,7

Consumentenprijsindex (%)

2

2,5

Koopkracht, mediaan, alle huishoudens (%)

– 1

– 2,5

Werkgelegenheid in arbeidsjaren, marktsector (%)

– ¼

– 0,4

Werkloosheid (% van de beroepsbevolking; internationale definitie)

5,3

Werkloosheid (% van de beroepsbevolking; nationale definitie)

6,4

Arbeidsproductiviteit marktsector (%)

– 1,4

EMU–saldo (% van het bbp)

– 2,9

– 4,0

EMU-schuld (% van het bbp)

65,6

71,4

3

De statische koopkracht is de ontwikkeling van de voor prijsverandering gecorrigeerde verandering van het besteedbaar inkomen, waarbij persoonlijke omstandigheden niet veranderen. Zo wordt geen rekening gehouden met werkaanvaarding, baanverlies, promotie of een veranderende samenstelling van het huishouden.

Licence