Base description which applies to whole site

2.2 Budgettaire gevolgen

Bedragen (x € 1.000)

Functionele uitgaven van de Koning

 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2009

2010

2011

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

n.v.t.

26.818

26.735

27.041

27.025

26.995

30

Uitgaven

n.v.t.

26.818

26.735

27.041

27.025

26.995

30

Ontvangsten

n.v.t.

116

824

301

293

0

293

Ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting is er een verschil bij zowel de uitgaven als de ontvangsten. De hogere uitgaven zijn veroorzaakt door de loonbijstelling vanuit de aanvullende post arbeidsvoorwaarden, terwijl de ontvangsten voortvloeien uit de einddeclaratie van de functionele uitgaven 2012 zoals verwerkt bij de eerste suppletoire begroting van de Koning 2013 (Kamerstuk 33 640 I, nr. 2).

Navolgende tabel maakt het verloop van de verschillende onderdelen binnen dit begrotingsartikel inzichtelijk. De realisatie betreft de gegevens zoals deze door de Dienst van het Koninklijk Huis zijn verantwoord in de eindafrekening over 2013. Om een volledig inzicht te geven in de uitputting worden deze gegevens afgezet tegen het geautoriseerde budget inclusief de mutaties die bij eerste en tweede suppletoire begroting zijn verwerkt. Zoals in de leeswijzer is gemeld, betreffen deze bedragen dus niet de begrotingsbelasting van de begroting van de Koning in 2013. Deze eindafrekening zal leiden tot een ontvangst op de begroting van de Koning in 2014, die bij de eerste suppletoire begroting zal worden verwerkt.

Functionele uitgaven 2013 (bedragen x € 1.000)

Realisatie (1)

Geautoriseerde budget (2)

Verschil (1)-(2)

Personeel Dienst van het Koninklijk Huis

16.717

17.835

– 1.118

Materieel Dienst van het Koninklijk Huis

8.739

7.717

1.022

Materiële uitgaven faunabeheer

290

285

5

Uitgaven voor luchtvaartuigen

829

1.061

– 232

Onderhoud Groene Draeck

47

47

0

Bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk

338

80

258

Totaal

26.960

27.025

– 65

Per saldo laten de functionele uitgaven over 2013 een onderuitputting zien van € 65.000. Per onderdeel van de functionele uitgaven wordt een nadere toelichting gegeven.

Personeel Dienst van het Koninklijk Huis

Deze personeelsuitgaven hebben betrekking op 246 fte; dit is exclusief 15 post-actieven. Tevens is dit exclusief de personeelsleden die worden betaald uit de B-component. De uitgaven voor actief personeel betreffen de personeelsinzet ten behoeve van o.a. het departement van de hofmaarschalk, het Koninklijk Huisarchief, het koninklijk staldepartement (chauffeurs/monteurs, koetsiers en onderhoudspersoneel) en de personeelsinzet voor de facilitaire functies voor de in de Wet financieel statuut van het koninklijk huis aangewezen paleizen (paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam). De lagere personele uitgaven zijn het gevolg van een lagere personeelsbezetting door het aanhouden van vacatures. Dit is deels opgevangen door uitbesteding.

Materieel Dienst van het Koninklijk Huis

De materiële uitgaven hebben betrekking op de instandhouding van het rijtuigenpark (auto’s, paarden en rijtuigen) en de gebruikskosten voor de eerder genoemde paleizen (inclusief de verwarming en verlichting voor de drie hiervoor genoemde locaties). Daarnaast bevatten zij de uitgaven voor telecommunicatie, advisering en de accountantscontrole, alsmede de uitgaven van facilitaire aard zoals voor bureauvoorzieningen. Ten slotte worden binnen de materiële uitgaven ook de uitgaven verantwoord die betrekking hebben op het departement Faunabeheer. Dit bevat een tegemoetkoming in de infrastructuurkosten van Kroondomein Het Loo. De hogere materiële uitgaven zijn deels het gevolg van de eerder gemelde hogere uitbesteding/inhuur voor het opvangen van de onderbezetting op personeelsgebied. Daarnaast zijn er hogere uitgaven in het kader van de digitalisering en automatisering.

Uitgaven voor luchtvaartuigen

De uitgaven voor luchtvaartuigen (met uitzondering van staatsbezoeken en werkbezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk) betreffen de uitgaven voor vliegkosten van de Koning alsmede de uitgaven voor privévliegkosten (m.u.v. die van de Koning en zijn echtgenote, die altijd in het kader van het openbaar belang zijn) beperkt tot de zogenaamde uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis krachtens de Wet financieel statuut van het koninklijk huis tot aan het maximum van de franchise. Het betreft zowel de uitgaven voor de inzet van het regeringsvliegtuig en andere luchtvaartuigen in beheer bij het Rijk, alsmede civiele inhuur. In verband met een wijziging van de vliegregeling naar aanleiding van de troonswisseling eindigt het privévliegen na 2013.

Vliegkosten 2013 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie (1)

Vastgestelde begroting (2)

Verschil (1)-(2)

Openbaar belang

     

Inzet regeringsvliegtuig (PH-KBX)

382

317

65

Inzet vliegtuigen van Defensie (Gulfstream)

0

36

– 36

Helikopterinzet van Defensie (Alouette)

36

127

– 91

Inhuur civiele luchtvaartuigen

181

335

– 154

Subtotaal

599

815

– 216

Privé

     

Inzet regeringsvliegtuig (PH-KBX)

143

100

43

Inzet vliegtuigen van Defensie (Gulfstream)

26

58

– 32

Helikopterinzet van Defensie (Alouette)

0

28

– 28

Inhuur civiele luchtvaartuigen

61

60

1

Subtotaal

230

246

– 16

Totaal

829

1.061

– 232

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan de toenmalige kroonprinses geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. Het bedrag dat hiermee samenhangt wordt in deze verantwoording toegelicht. Het betreft de kosten van het reguliere onderhoud aan de Groene Draeck.

Bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk

De uitgaven die samenhangen met bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk in de vorm van reis- en verblijfkosten (inclusief de vliegkosten) vormen ook een deel van de uitgaven die binnen dit begrotingsartikel worden verantwoord. In navolging van de brief van de Minister-President over de nieuwe opzet van begroting I van de Rijksbegroting (Kamerstuk 31 700 I, nr. 5), gebaseerd op de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis, is in de begrotingen van de afgelopen jaren aangegeven dat de middelen voor de werkbezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk vrijvallen als er geen werkbezoek heeft plaatsgevonden. Als er wel een werkbezoek zou plaatsvinden, kan een suppletoire begroting worden ingediend.

In 2013 heeft een bezoek plaatsgevonden aan alle eilanden die deel uitmaken van het Caribische deel van het Koninkrijk. De uitgaven die hiermee samenhangen worden nu verantwoord en deze vallen binnen het totaal van begrotingsartikel 2.

Licence