Base description which applies to whole site

Artikel 34 Sanctietoepassing

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.383 miljoen Art. 34 Sanctietoepassing 20,5%

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.383 miljoen Art. 34 Sanctietoepassing 20,5%

Algemene doelstelling

Het borgen van de veiligheid van de Nederlandse samenleving door de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen en het beperken van de recidive, het voorkomen van slachtofferschap door middel van het bevorderen van het nemen van preventieve maatregelen door burgers en bedrijven en het versterken van de positie van slachtoffers.

Tenuitvoerlegging van sancties en strafrechtelijke maatregelen

Rol en verantwoordelijkheid

Op het gebied van tenuitvoerlegging sancties en strafrechtelijke maatregelen heeft de Minister een uitvoerende en regisserende rol. De wettelijke grondslag wordt onder meer gegeven door het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en de Vreemdelingenwet.

De Minister heeft een uitvoerende rol waar het gaat over tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), een agentschap van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ten aanzien van de forensische zorg heeft de Minister een regisserende rol. Deze zorg omvat alle geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg die wordt verleend in strafrechtelijk kader. De Minister is verantwoordelijk voor de tijdige beschikbaarheid van de juiste, kwalitatief hoogwaardige zorg, waar nodig in combinatie met afdoende beveiliging. Grondslag hiervoor in 2013 lag besloten in het Interim-besluit Forensische Zorg.

De uitvoering van toezicht in strafrechtelijk kader, advisering aan het OM en de rechter over justitiabelen en de uitvoering van taakstraffen is opgedragen aan drie erkende reclasseringsorganisaties. Ook hier heeft de Minister een regisserende rol. De taken van de reclasseringsorganisaties dragen bij aan het terugdringen van recidive.

Preventie en Kansspelen

De Minister, burgers en bedrijven hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het voorkomen van slachtofferschap door het opwerpen van drempels of barrières voor (potentiële) daders.

De Minister stimuleert preventie door het beschikbaar stellen van integriteitsinstrumenten zoals de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en het toezicht op rechtspersonen. De Minister en ondernemingsorganisaties werken samen bij criminaliteitspreventie en het faciliteren van opsporing en vervolging (repressie) van criminaliteit tegen bedrijven.

De Minister kent een regisserende rol voor de kansspelen. De Minister wil ervoor zorgen dat Nederlandse burgers op een veilige en verantwoorde manier kunnen deelnemen aan kansspelen.

Slachtofferzorg

De Minister kent een financierende rol op het gebied van slachtofferzorg. De Minister draagt beleidsverantwoordelijkheid voor de zorg – in brede zin – aan slachtoffers en nabestaanden die getroffen zijn door een strafbaar feit en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het slachtofferbeleid.

Tenuitvoerlegging onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen

Beleidsconclusies

Vanwege met name de uitwerking van de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling van OM en Minister, is de planning van het wetsvoorstel Herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen bijgesteld. Op 3 november j.l. is het wetsvoorstel in consultatie gebracht, zoals toegelicht in een brief aan de Kamer40.

Langdurig toezicht gewelds- en zedendelinquenten

Het wetsvoorstel Langdurig Toezicht is in november 2013 ingediend bij de Tweede Kamer41. Naar verwachting treedt de wet op 1 januari 2015 in werking.

Wet Forensische Zorg

De Wet Forensische Zorg is in 2013 bij de Eerste Kamer42 ingediend. Naar verwachting wordt de behandeling in 2014 afgerond. Deze wet geeft de kaders voor het stelsel van de forensische zorg, waarmee beter kan worden gestuurd op passende en effectieve forensische zorg voor justitiabelen met een psychische stoornis, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking.

Met GGZ Nederland en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland zijn in 2013 afspraken gemaakt over de ontwikkelingen die de komende jaren plaatsvinden in de forensische zorg. In een meerjarenovereenkomst zijn de budgettaire kaders en afspraken over een daling van de tbs-behandelduur naar gemiddeld 8 jaar vastgelegd. Verhoging van de kwaliteit en transparantie in de sector zijn een integraal onderdeel van de afspraken. De afspraken vormen de basis voor een kleinere, maar gezonde en goed presterende sector met een duurzame structuur.

Pilot vrijwilligers

In 2012 is het Ministerie van Veiligheid en Justitie gestart met de pilot «gratis VOG vrijwilligers» om het gebruik van de VOG onder vrijwilligers die met minderjarigen werken te vergroten. Om vrijwilligersorganisaties tegemoet te komen kunnen vrijwilligers die met kinderen werken of gaan werken binnen de pilot de kosten van de VOG-aanvraag terugkrijgen van de Rijksoverheid. Het Verwey-Jonker Instituut heeft de pilot begin 2013 geëvalueerd43, en concludeert dat de pilot als stimulans voor de veiligheid in het vrijwilligerswerk heeft gewerkt. In dit verband is besloten om de pilot gefaseerd uit te bouwen naar een structurele regeling voor vrijwilligers die met minderjarigen werken of met mensen met een verstandelijke beperking.

Continue screening kinderopvang

Alle mensen die in de kinderopvang of peuterspeelzalen werken worden vanaf 1 maart 2013 continu gescreend. Bij brief van 28 november 2013 heeft de Minister van SZW, mede namens de Minister van VenJ, de Tweede Kamer geïnformeerd over de eerste resultaten van de continue screening44. Uit de evaluatie blijkt dat de genomen maatregelen in de kinderopvang daadwerkelijk doen wat ermee wordt beoogd. Ze dragen bij aan een veiligere omgeving en zijn daarmee noodzakelijk om de kwetsbare groep kinderen in de kinderopvang te beschermen.

Buitenland bevraging

Sinds 1 oktober 2012 worden bij alle VOG-aanvragen van personen die belast zijn met de zorg voor minderjarigen in de kinderopvang, de jeugdzorg en het onderwijs, justitiële gegevens uit het EU-land van nationaliteit opgevraagd. Deze procedure wordt toegepast bij aanvragers die een andere EU-nationaliteit hebben dan de Nederlandse. De justitiële gegevens worden uitgewisseld via het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS). In een jaar tijd zijn door Nederland ca. 3.700 informatieverzoeken uitgezet die in de regel worden beantwoord. In enkele gevallen heeft de procedure geleid tot een afwijzing van de VOG-aanvraag.

Slachtofferzorg

Op 22 februari 2013 is het visiedocument: «Recht doen aan slachtoffers» aan de Tweede Kamer toegezonden45. In de visie op het slachtofferbeleid zijn vijf beleidsdoelstellingen vastgesteld:

  • 1. Slachtoffers worden erkend, zorgvuldig bejegend en geïnformeerd;

  • 2. Slachtoffers hebben een sterke positie in het recht;

  • 3. Slachtoffers worden beschermd waar nodig

  • 4. Slachtoffers die dat nodig hebben worden ondersteund bij het te boven komen van de gevolgen van het delict;

  • 5. Slachtoffers hebben mogelijkheden tot herstel van de gevolgen, zowel financieel, praktisch als emotioneel.

In oktober is het in het Regeerakkoord afgesproken wetsvoorstel voor verdere uitbreiding spreekrecht in consultatie gegaan. Het wetsvoorstel ziet op een adviesrecht voor slachtoffers die in een strafzaak gebruik maken van hun spreekrecht over de gevolgen die het misdrijf voor hen heeft gehad. In september 2013 zijn de resultaten van eerste meting van de slachtoffermonitor aan de Tweede Kamer aangeboden46.

In het najaar van 2013 zijn vijf innovatieve pilots met herstelbemiddeling in en rond het strafrecht van start gegaan.

Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB)

Het Programma USB47 is opgezet om de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen te verbeteren. Doelstellingen van het programma: het sneller starten van straffen, het zekerder ten uitvoerleggen van straffen (om uitval te voorkomen) en het goed informeren van alle relevante partners binnen en buiten de strafrechtketen. Een voorwaarde is dat de regie op en de samenwerking binnen de uitvoeringsketen wordt verbeterd.

Concreet betekent dat in 2013:

  • door middel van de doorontwikkelde KPI monitor (keten prestatie indicator) structureel inzicht is in het presteren van de tenuitvoerleggingsketen en de rol van de verschillende ketenorganisaties hierin. In februari 2013 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd48 is daarnaast bericht over de samenstelling van de openstaande vrijheidsstraffen en zijn daartoe verbetermaatregelen doorgevoerd49. Op 4 september 2013 heeft de Tweede Kamer hierover met de Staatssecretaris gedebatteerd. Zowel de KPI-monitor als de analyse van openstaande vrijheidsstraffen worden in 2014 verder uitgewerkt naar sanctiestroom en nader geduid.

Maatregelen gevangeniswezen

De maatregelen die zijn getroffen door DJI in het kader van de bezuinigingen zijn uitgewerkt in het Masterplan DJI 2013–201850. De bezuinigingsmaatregelen van het gevangeniswezen maken deel uit van dit Masterplan. Het betreft de volgende maatregelen:

  • Versobering van het regime voor arrestanten en preventief gehechten;

  • Het intensiveren van het meerpersoonscelgebruik;

  • De afschaffing van de algemeen geldende detentiefasering en het invoeren van elektronische detentie (ED);

  • Het aanpassen van de regimes met het oog op het realiseren van veiligheid en zorg op maat.

In overleg met Tweede Kamer is een bedrag van structureel € 69 mln vrijgemaakt waarmee het beoogd aantal te realiseren elektronische-detentieplaatsen wordt beperkt tot 800 op jaarbasis vanaf 2015. Elektronische detentie zal alleen worden toegepast ter vervanging van een deel van een intramurale vrijheidsstraf. Voorts zal het aanbod van arbeid aan preventief gehechten worden gehandhaafd.

Recidive ex-gedetineerden en ex-terbeschikkinggestelden

Tabel 34.1 Kengetal Vermindering algemene recidive ex-gedetineerden
Recidive ex-gedetineerden

Kengetal

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

Percentage tweejaarsrecidive

56,0

54,9

53,4

51,3

50,7

50,0

48,5

47,7

Bron: Recidivebericht 2012 WODC

Tabel 34.2 Kengetal Vermindering algemene recidive ex-terbeschikkinggestelden
Recidive ex-terbeschikkinggestelden
 

1974–78

1979–83

1984–88

1989–93

1994–98

1999–03

2004–08

Percentage tweejaarsrecidive

45

44,4

41,5

36

17,5

23,0

20,9

Bron: Recidive Tbs 1974–2008 WODC

Toelichting

In 2002 heeft het toenmalige kabinet aangegeven dat de middellange termijnrecidive onder ex-gedetineerden in de periode van 2002–2010 zou moeten dalen met 10 procentpunt. Deze doelstelling is nog steeds van kracht. Voor het meten van het effect van de kabinetsdoelstelling geldt echter dat pas na enkele jaren zichtbaar is of ex-gedetineerden terugvallen in criminaliteit. De daling van 10 procentpunt heeft betrekking op de terugval tot zeven jaar na uitstroom. Het WODC is gevraagd om een inschatting te maken van de effecten op basis van de 2-jaars recidive. De doelstelling om de 7-jaars recidive onder ex-gedetineerden met 10 procentpunt te verlagen komt volgens het WODC overeen met een verlaging van de 2-jaars recidivepercentage met 7,7 procentpunten.

De recidivecijfers tot en met 2010 worden later dit jaar door het WODC opgeleverd en zullen verantwoord worden in de Ontwerpbegroting 2015.

Recidive ex-gedetineerden

Uit de berekeningen van het WODC blijkt dat er goede resultaten zijn behaald. In 2002 bedroeg het 2-jarig recidivepercentage 56% en in 2009 47,7%. Dit is een daling van 8,3% procentpunt.Eén jaar vroeger dan gedacht is de beoogde reductie van 7,7 procentpunt gehaald en zelfs overtroffen (Recidivebericht 2012, factsheet 2012–6 WODC)51.

Recidive ex-terbeschikkinggestelden

De recidive onder ex-terbeschikkinggestelden wordt gemeten in cohorten van vijf jaar. Uit de meest recente gegevens van het WODC, die in 2012 zijn gepubliceerd, blijkt dat de algemene recidive twee jaar na beëindiging van de Tbs-maatregel ook in het laatste cohort daalde. Er is direct vanaf het begin van deze meting een duidelijke daling waarneembaar.

Kansspelen

De Minister wil ervoor zorgen dat Nederlandse burgers op een veilige en verantwoorde manier kunnen deelnemen aan kansspelen. Criminaliteit, fraude en kansspelverslaving moeten daarom zoveel mogelijk worden voorkomen. Om kansspelverslaving tegen te gaan worden met het wetsvoorstel «Kansspelen op afstand» twee beleidsmaatregelen geïntroduceerd die tot doel hebben het aantal risico- en probleemspelers terug te dringen: aanscherping van de zorgplicht door aanbieders en invoering van een centraal register voor uitsluiting van kansspelen. Een wetsvoorstel hiertoe is in consultatie gegaan en zal naar verwachting medio 2014 naar de Tweede Kamer worden gezonden.

Tabel 34.3 Kengetal kansspelverslaafden

Aantal kansspelverslaafden uitgedrukt in:

     
 

2005

2011

Ambitie 2017

Risicospelers

55.000

92.000

55.000

Probleemspelers

28.700

20.300

<20.300

Bron: WODC-onderzoek «Gokken in kaart», 2011.

Toelichting

In 2005 is een eerste meting gehouden. Iedere zes jaar wordt het aantal kansspelverslaafden gemeten. De eerstvolgende meting vindt plaats in 2017. In de tabel wordt zowel het aantal risicospelers (spelers die regelmatig spelen, met verhoogd risico op verslaving) als het aantal probleemspelers (reeds verslaafde spelers) in beeld gebracht. De tabel betreft cijfers genomen uit een bandbreedte en betreft een schatting. Vanwege de onzekerheid in de schattingen zijn de verschillen tussen 2005 en 2011 niet statistisch significant.

Slachtofferzorg

Tabel 34.4 Kengetal uitkeringen SGM
Aantal uitkeringen uit SGM
 

2009

2010

2011

2012

realisatie

2013

Raming

2013

Aantal uitkeringen

5.459

5.266

4.025

5.357

4.673

5.500

Bron: Jaarverslagen SGM (2009–2012), voor 2013 zijn voorlopige cijfers opgenomen.

Tabel 34.5 Kengetal Slachtoffer-dadersgesprekken
Aantal Slachtoffer-dadergesprekken
 

2009

2010

2011

2012

Realisatie 2013

Raming 2013

Aantal Slachtoffer-dadergesprekken

1.050

1.077

1.211

1.284

1.782

1.400

Bron: Jaarverslagen Slachtoffer in Beeld (2009–2012), voor 2013 zijn voorlopige cijfers opgenomen

Tabel 34.6 Kengetal Slachtofferhulp Nederland
Aantal slachtoffers dat ondersteuning ontvangt van SHN1
 

2009

2010

2011

2012

Realisatie

2013

Raming 2013

Juridische ondersteuning

42.599

43 311

46 298

43 750

23.433

44.000

Algemene ondersteuning

nvt

nvt

59.857

64.502

63.066

65.000

Bron: Jaaropgave Slachtofferhulp Nederland (2009–2012), voor 2013 zijn voorlopige cijfers opgenomen.

1

In toenemende mate is de dienstverlening van SHN door de jaren van vormen van emotionele ondersteuning naar de meer juridische vormen van dienstverlening en van praktische naar meer algemene ondersteuning verschoven.

Toelichting

In 2013 zijn er door het Schadefonds Geweldsmisdrijven uiteindelijk minder uitkeringen verstrekt dan vooraf geraamd.

Het aantal trajecten dat in 2013 moest leiden tot slachtoffer-dadergesprekken heeft in 2013 een significante toename gekend ten opzichte van vorige jaren. Met name door een groeiende aandacht voor herstelbemiddeling en een investering van voorlichting op de dienstverlening door de stichting Slachtoffer in Beeld is deze groei tot stand gekomen.

Het lagere aantal juridische diensten bij Slachtofferhulp Nederland ten opzichte van 2012 wordt vooral veroorzaakt door het feit dat de routinematige controle van alle voegingen is vervangen door een steekproefsgewijze controle van voegingen.

In het kader is dat ook zichtbaar: het kader voor controle voegingen in 2012 was 23.000, voor 2013 was dat 1.200. De daarbij vrijkomende menskracht is ingezet voor de stijging van het aantal voegingen, het aantal SSV/spreekrecht en het Bijstaan op zitting/ Begeleiden strafproces.

Tabel 34.7 Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)
   

Realisatie

2013

Begroting

2013

Verschil

Verplichtingen

2.561.345

2.242.335

319.010

waarvan garantieverplichtingen1

1.068

 

1.068

         

Programma-uitgaven

2.536.821

2.242.335

294.486

34.2 Preventieve maatregelen

     
 

Bijdrage Agentschappen

     
 

Dienst Justis

17.054

14.019

3.035

 

Subsidies

     
 

Preventie bedrijfsleven

6.926

13.685

– 6.759

 

Subsidies Integriteit

1.356

5.853

– 4.497

 

Centrum voor Criminnaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV)

5.925

2.500

3.425

 

Overig preventieve maatregelen

6.332

8.203

– 1.871

         

34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijk sancties en vreemdelingenbewaring

     
 

Bijdrage Agentschappen

     
 

DJI-gevangeniswezen-regulier

1.249.866

1.019.958

229.908

 

DJI-Forensische zorg

723.202

700.313

22.889

 

DJI-Vreemdelingenbewaring en uitzetcentra

126.845

144.802

– 17.957

 

CJIB

109.157

9.631

99.526

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

     
 

Reclassering Nederland

135.235

140.915

– 5.680

 

Leger des Heils

20.836

23.486

– 2.650

 

Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland (SVG)

71.631

70.457

1.174

 

Subsidies

     
 

24 uurs nazorg gedetineerden

11.696

14.519

– 2.823

 

Opdrachten

     
 

Forensische zorg

531

3.566

– 3.035

 

Overig sanctietoepassing

5.060

22.026

– 16.966

         

34.4 Slachtofferzorg

     
 

Bijdrage ZBO's/RWT's

     
 

Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)

18.536

22.199

– 3.663

 

Slachtofferhulp Nederland (SHN)

25.293

25.603

– 310

 

Subsidies

     
 

Stichting Slachtoffer in Beeld en onderzoeken (SiB)

1.340

600

740

         

Ontvangsten

98.054

1.663

96.391

1

In begroting 2013 is abusievelijk de garantieverplichting voor de faillissementscuratoren in artikel 33 opgenomen. Dit had artikel 34 moeten zijn en is nu gecorrigeerd.

34.2 Preventieve maatregelen

Toelichting op de instrumenten

Bijdragen agentschappen

Dienst Justis

De Dienst Justis toetst of personen een voorgeschiedenis hebben die het uitoefenen van een bepaald beroep of werk in de weg staat. Daarnaast toetst de Dienst Justis of partijen die bepaalde verklaringen, vergunningen en subsidies aanvragen, aan integriteitseisen voldoen. Deze screening van betrouwbaarheid vermindert veiligheidsrisico's en draagt zo bij aan een integere en veiligere samenleving. Hiervoor wordt de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) opgesteld en wordt zo voorkomen dat personen die ongeschikt zijn om een functie uit te oefenen, vanuit een afhankelijkheidsrelatie anderen schade kunnen berokkenen.

Subsidies

Preventie bedrijfsleven

Overheid, burgers en bedrijven hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid en de veiligheid van de samenleving. Des te groter de verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven, hoe kleiner het risico op ontwrichting, overlast en criminaliteit. Met behulp van de subsidies zijn ondernemers gestimuleerd preventieve maatregelen te treffen, niet alleen tegen veelvoorkomende vormen van criminaliteit zoals inbraak en diefstal, maar tegen georganiseerde criminaliteit, cybercrime en financieel-economische criminaliteit.

De realisatie op dit budget valt lager uit door herprioritering binnen de begroting van VenJ.

Subsidies integriteit

Met het subsidiëren van de ontwikkeling van integriteitsinstrumenten zijn vrijwilligersorganisaties en kerkelijke instanties gestimuleerd om uniforme gedragscodes op te stellen voor vrijwilligers die met kinderen omgaan. Het integriteitsbeleid heeft tot doel het risico op misbruik van kwetsbare groepen te beperken.

Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV)

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ontwikkelt en implementeert kennis en samenhangende instrumenten om de maatschappelijke veiligheid te vergroten. VenJ subsidieert het CCV om activiteiten te ontwikkelen op het gebied van criminaliteitspreventie en sociale veiligheid, zoals actieve kennisdeling van de veiligheidspraktijk en kwaliteitsontwikkeling van instrumenten zoals het Keurmerk Veilig Ondernemen voor winkelgebieden en bedrijventerreinen en de handreiking cameratoezicht voor gemeenten. Bij voorjaarsnota is € 2,5 mln. subsidiebudget CCV overgeboekt van artikel 33.2 naar artikel 34.2.

34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring

Bijdragen Agentschappen

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

DJI levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen.

De verschillen tussen realisatie en begroting wordt o.a. verklaard door:

  • 1. In 2013 zijn de nodige voorbereidingen getroffen ter uitvoering van het Masterplan DJI52. De uitvoering van het Masterplan DJI heeft tot gevolg dat een aantal justitiële inrichtingen wordt gesloten.

  • 2. Hogere vergoeding voor loonkosten aan zorgverleners als gevolg van het OVA (overheidsbijdrage in arbeidskostenontwikkeling)-convenant. Dit convenant is in 1999 afgesloten tussen de toenmalige Minister van VWS, namens het Kabinet, en de werkgevers in de zorgsector. In het OVA-convenant is afgesproken dat de overheid haar bijdrage voor de loonontwikkeling in de zorgsector jaarlijks indexeert met de gemiddelde ontwikkeling van de lonen in de markt.

  • 3. Voor de forensische zorg zijn middelen vanuit de AWBZ overgeheveld. Het betreft een compensatie van de kapitaalslasten die samenhangen met de zogenaamde normatieve huisvestingscompenent.

Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)

Het CJIB is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie die alleen voor of in opdracht van de overheid werkt, met aangewezen taken binnen de justitieketen voor het ten uitvoerleggen en coördineren van opgelegde (Europese) financiële straffen, sancties, transacties, strafbeschikkingen, maatregelen en confiscatiebeslissingen. Met de uitvoering van deze taken draagt het CJIB bij aan het realiseren van de voornemens op het beleidsterrein van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring

Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde kasuitgaven wordt met name verklaard doordat de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten (ad € 69 mln) in lijn zijn gebracht met de comptabele verantwoording van vergoeding van de ontvangsten van administratiekosten bij Boeten en Transacties.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Reclasseringsorganisaties

Er zijn drie erkende reclasseringsorganisaties: Reclassering Nederland, de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) met 11 regionale instellingen voor verslavingsreclassering en het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering. In de praktijk werken de drie organisaties nauw met elkaar samen.

  • De SVG richt zich vooral op cliënten met verslavingsproblematiek.

  • Het Leger des Heils heeft als doelgroep met name de dak- en thuisloze cliënten binnen de Reclassering.

  • Reclassering Nederland kent geen specifieke doelgroep, maar bedient alle andere cliënten.

Deze reclasseringsorganisaties zijn belangrijke actoren binnen de strafrechtsketen, met als kerntaken advies, toezicht, werkstraffen en gedragsinterventies. Deze taken zijn rechtstreeks verbonden aan de specifieke behoeften van de partners in de strafrechtsketen (OM, zittende magistratuur en DJI). Het verminderen van recidive en het voorkomen van slachtoffers staat hierbij centraal. De drie reclasseringsorganisaties ontvangen voor hun werkzaamheden afzonderlijk een bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Het verschil tussen begroting en realisatie is veroorzaakt door de doorgevoerde efficiencymaatregelen in de werkprocessen en de samenwerking met de reclassering.

Subsidie

24-uurs nazorg gedetineerden

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie geeft een bijdrage aan de 24-uursnazorgtrajecten bij Stichting DOOR, Vereniging Samenwerkingsverband Exodus, Stichting Moria en Stichting Ontmoeting. Een 24-uursnazorgtraject biedt opvang en begeleiding aan (ex-)gedetineerden in een woonvoorziening. Deze trajecten zijn gericht op re-integratie en problemen op de verschillende leefgebieden worden gedurende het traject opgelost of beperkt. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan een veiliger samenleving en het terugdringen van recidive.

In plaats van de huidige bijdrage door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, wordt deze 24-uursnazorg vanaf 1 januari 2014 ingekocht door de Directie Forensische Zorg van de DJI, zoals vermeld in de ontwerpbegroting 201453.

Opdrachten

Forensische Zorg

De middelen voor forensische zorg worden door middel van de inkoop van zorg ingezet door DJI. De uitvoering van forensische zorg ligt bij (private) zorginstellingen. Sinds 2010 functioneert het stelsel van forensische zorg op basis van het interim-besluit forensische zorg.

Overige sanctietoepassing

Het verschil tussen realisatie en begroting wordt grotendeels verklaard door herprioritering binnen de VenJ-begroting:

  • 1. In het kader van het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) is in totaal € 8,2 mln. aan diverse onderdelen van VenJ ter beschikking gesteld.

  • 2. Uit dit budget heeft VenJ voor het CJIB € 4,3 mln. beschikbaar gesteld voor het optimaliseren van de bedrijfsvoering van het CJIB.

  • 3. Uit deze budgetten is € 1 mln. beschikbaar gesteld aan DJI voor de structurele financiering van het Verbeterplan ISD (Inrichting Stelselmatige Daders).

  • 4. Voor de implementatie van ZSM is aan de reclassering (3RO) een bedrag van € 1 mln. beschikbaar gesteld.

34.4 Slachtofferzorg

Bijdrage ZBO’s/RWT’s

Schadefonds Geweldsmisdrijven

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan slachtoffers met ernstig psychisch of fysiek letsel wanneer zij hun schade niet op andere wijze vergoed krijgen. In 2013 zijn er door het Schadefonds Geweldsmisdrijven € 18,5 miljoen aan uitgaven gedaan. Hiervan is € 12,7 miljoen aan tegemoetkomingen aan slachtoffers verstrekt. Het overige deel betreffen apparaatskosten (circa € 5,8 mln).

Slachtofferhulp Nederland

Slachtofferhulp Nederland biedt gratis juridische, praktische en emotionele ondersteuning aan slachtoffers, getuigen of nabestaanden na een misdrijf, verkeersongeluk of calamiteit.

Subsidies

Stichting Slachtoffer in Beeld en onderzoeken

Slachtoffer in Beeld brengt slachtoffers en daders op vrijwillige basis met elkaar in contact, begeleid door een professionele bemiddelaar. Naast slachtoffer-dadergesprekken faciliteert Slachtoffer in Beeld ook briefwisselingen en bemiddelingen. Slachtoffer in Beeld is een zusterorganisatie van Slachtofferhulp Nederland

Ontvangsten

In 2013 zijn voor € 69 mln. administratiekostenvergoedingen CJIB ontvangen. Deze worden via de uitgaven gebruikt voor de financiering van het CJIB. Deze budgettair neutrale mutatie was niet begroot. Daarnaast zijn er ontvangsten binnengekomen met betrekking tot de eindafrekening 2012 DJI (ad € 24 mln.).

40

Kamerstuk II 2013–2014, 29 279, nr. 177

41

Kamerstuk II 2013–2014, 33 816, nr.2

42

Kamerstuk II 2009–2010 32 398

43

Kamerstuk II 2013–2014, 33400 VI, nr. 116

44

Kamerstuk II TK 2012–2013, 31 322, nr. 224

45

Kamerstuk II 2012–2013, 33 552, nr. 2

46

Kamerstuk II 2013–2014 33 552 nr. 7

47

Kamerstuk II, 2011–2012 29 279, nr. 147

48

Kamerstuk II 2012–2013, 33 400 nr. 90

49

Kamerstuk II 2012–13 TK 33 440 nr. 13

50

Kamerstuk II 2012–2013 24 587, nr. 535

51

Kamerstuk II 2012–2013, 29 279, nr. 163

52

Kamerstuk II 2012–2013 24 587, nr. 535

53

Kamerstuk II 2012–2013 33 750 VI nr. 1

Licence