Base description which applies to whole site

Artikel 33. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.383 miljoen Art. 33 veiligheid en criminaliteitsbestrijding 6,3%

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.383 miljoen Art. 33 veiligheid en criminaliteitsbestrijding 6,3%

Algemene doelstelling

Een veiliger samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijke aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.

Veiligheid en lokaal bestuur

Rol en verantwoordelijkheid

Op het gebied van veiligheid en lokaal bestuur heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een stimulerende rol. Hij is belast met het ontwikkelen van visie, beleid en samenwerkingsvormen op het terrein van de bestuurlijke aanpak van onveiligheid en criminaliteit. Inspanningen zijn er op gericht het lokaal bestuur zo effectief en efficiënt als mogelijk in staat te stellen de lokale veiligheid te vergroten, onder andere door het bewaken van de bestuurlijke integriteit (Bibob) en de inzet van de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s). Daarnaast wordt er gewerkt aan de aanpak van de meest voorkomende vormen van overlast, zoals overlast gerelateerd aan jeugdgroepen, alcohol, uitgaan, voetbal en evenementen. Dit wordt ingevuld samen met het lokale bestuur, onder andere via structureel overleg met de G4, de G32 en de VNG.

Opsporing en vervolging

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende rol. Hij is beleidsverantwoordelijk voor het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid en financiert daartoe onder andere het OM en het NFI. Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (Wet op de rechtelijke organisatie). Het voert het gezag over de opsporing door politie en bijzondere opsporingsdiensten, beslist over de vervolging van strafbare feiten en ziet erop toe dat de opgelegde straf naar behoren wordt uitgevoerd. Het OM draagt daarbij zorg voor:

  • een evenwichtige inzet van het strafrecht zowel op nationaal, bovenregionaal als lokaal niveau;

  • een adequate afdoening van strafzaken;

  • toezicht op de rechtmatige opsporing van strafbare feiten;

  • de verantwoording bij de rechter inzake de vervolgingsbeslissing in individuele strafzaken;

  • de verantwoording jegens de Minister van Veiligheid en Justitie over de uitvoering van landelijke prioriteiten in de opsporing en vervolging.

Beleidsconclusies

Tabel 33.1 Prestatie-indicatoren prioriteiten beleidsagenda
 

Nulwaarde

Realisatie

   

Streven

   

2011

2012

2013

2013

Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit

         

aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden1 (csv’s)

20%

26%

30%

36%

 
           

Afnemen crimineel vermogen

         

crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt (in mln. €)2

30,8

28,9

49,7

90,0

59,5

           

Aanpak cybercrime

         

aantal grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime3

5

8

9

15

           

Aanpak kinderporno

         

Aantal aan OM aan te leveren zaken4

480

385

+ 7,5%

507

554

+ 15%

552

           

ZSM (Zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht Mogelijk).

         

Percentage standaard strafzaken dat binnen één maand is afgedaan5

n.v.t.

 

57%

 

           

Aanpak van overlast en criminaliteit in wijk en buurt6

         

Vermindering onveiligheidsgevoelens met 10%

       

Algemene onveiligheidsgevoelens (% voelt zich wel eens onveilig)

26,3%

25,2%

24,5%

 

Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt

(% voelt zich wel eens onveilig in de directe woonomgeving)

16,5%

17,2%

15,6%

 

           

Vermindering ervaren overlast met 10%

         

Jongerenoverlast (% komt vaak voor)

11,3%

10,9%

9,9%

   

Overlast van dronken mensen op straat (% komt vaak voor)

6,5%

7,0%

6,8%

   

Drugsoverlast (% komt vaak voor)

4,8%

4,9%

5,5

   

Overlast van omwonenden (% komt vaak voor)

4,9%

5,2%

5,0%

   
1

Bron: jaarbericht OM en politie. Eind 2009 wordt als nulsituatie gehanteerd. In begroting 2013 en 2014 zijn als realisatiecijfers groeipercentages gepresenteerd. De realisatie is nu opgenomen in de zelfde rekeneenheid als de nulwaarde en streefwaarde wat vergelijking mogelijk maakt.

2

Bron: OM (vanaf 2013 Monitor Afpakken). 2009 wordt als nulsituatie gehanteerd.

3

Bron: Jaarbericht KLPD. Het jaar 2010 wordt als nulwaarde gehanteerd.

4

Bron: Jaarbericht OM. In de landelijke prioriteiten politie is in 2011 overeengekomen dat de aanpak van kinderporno zal worden versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal aan het OM aan te leveren verdachten in 2013 met 15% stijgt ten opzichte van de nulwaarde (2010).

5

Bron: Strafrechtketenmonitor (WODC). De realisatie over 2012 betreft een voorlopig cijfer op basis van de eerste drie kwartalen van dat jaar.

6

Bron: De Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) 2010 is de gehanteerde nulwaarde voor de indicatoren van de aanpak van overlast en criminaliteit in wijk en buurt in de begroting van 2013. Medio 2012 zijn de streefwaarden voor de begroting 2013 aangeleverd. Eind 2012 is V&J, in verband met de komst van het kabinet Rutte/Asscher, overgestapt naar de Veiligheidsmonitor (VM 2012) die met andere nul- en streefwaarden en een aangepaste vragenlijst en bevragingsmethode werkt.

Voor de verantwoording over het jaar 2012 is in 2013 nog onder een beperkt aantal respondenten geënquêteerd conform de vragenlijst en methode van de «oude» Integrale Veiligheidsmonitor. Aangezien de resultaten relatief onnauwkeurig zijn als gevolg van het lage aantal respondenten en de kosten van het ook nog uitvoeren van de «oude» IVM hoog is hier voor de verantwoording van het jaar 2013 van afgezien.

De doelstellingen ten aanzien van overlast en onveiligheidsgevoelens van het kabinet Rutte/Asscher zullen met als nulmeting de VM-meting van eind 2012 (start van het kabinet Rutte/Asscher) verantwoord worden zoals ook in de begroting 2014 is aangegeven.

Tabel 33.2 Indicatoren gewelddadige vermogenscriminaliteit (zie ook beleidsagenda)
 

Nulwaarde1

Realisatie

   

Streven

   

2011

2012

2013

2013

Vergroten verdachtenratio (pakkans) bij overvalcriminaliteit

35

71

93

36

Ophelderingspercentage overvallen

23%

30%

32%

34%

36%

Percentage overvallen waarin dader wordt veroordeeld

16%

24%

26%

32%

29%

Percentage overvallers dat binnen twee jaar recidiveert

54%

n.v.t.

n.v.t.

Percentage bedrijven dat preventieve maatregelen tegen overvallen neemt

73%

n.v.t.

n.v.t.

Terugdringing aantal straatroven tot 6.575 in 2014

8.743

7.953

7.002

6.995

Vergroten verdachtenratio (pakkans) bij straatroof met 25%

28

40

44

 

Vergroten verdachtenratio (pakkans) van woninginbraken gevolgd door geweld met 25%2

5

8,3%

10%

15%

Bron: Programma Gewelddadige Vermogenscriminaliteit (GV).

1

2009 wordt als nulwaarde gehanteerd.

2

Het betreft hier een geleidelijke verhoging van de pakkans voor alle woninginbraken met 25% in 2014 ten opzichte van de nulwaarde van 5 in 2009. De verhoging is hierbij uitgedrukt in percentages.

Tabel 33.3 Indicatoren Unit Landelijke Interceptie (ULI)
 

2009

2010

2011

2012

2013

Aantal telefoonnummers waarvoor een bevel tot aftappen is gegeven

24.724

22.006

24.718

25.487

26.150

Gemiddeld aantal taps per dag

2.121

1.635

1.638

1.293

1.391

Percentage taps op mobiele lijnen

86%

       

Percentage taps op vaste lijnen

14%

       

IP-taps1

 

1.704

3.331

16.676

17.806

Gemiddeld aantal IP- taps per dag

 

131

339

727

829

Aantal aanvragen op historische gegevens2

 

24.0123

49.695

56.825

62.554

Bron: Korps landelijke politiediensten

1

Dit betreft zowel Internettaps als e-mailtaps.

2

Zoals verkeersgegevens en identificerende gegevens.

3

Cijfers over de tweede helft van 2010. De cijfers over de eerste helft van 2010 zijn niet betrouwbaar, omdat nog niet alle regiokorpsen al hun historische aanvragen indiende via de ULI.

Zoals toegezegd bij brief van 13 november 200734en daaropvolgend bij brief van 27 mei 200835 worden de jaarlijkse tapstatistieken opgenomen in het Jaarverslag van Veiligheid en Justitie. De toename van het aantal IP-taps sinds 2012 is onder andere toe te schrijven aan de toename van het gebruik van de Smartphone. Voor het tappen van een Smartphone is zowel een telefonietap als een IP-tap noodzakelijk.

Coffeeshopbeleid

De beleidsmaatregelen als aangekondigd in de begroting 2013 zijn, op basis van het regeerakkoord «bruggen slaan», per 1 januari 2013 gewijzigd. De daadkrachtige aanpak van overlast en (georganiseerde) criminaliteit rondom coffeeshops is gecontinueerd. De uitvoering van het aangescherpte coffeeshopbeleid is vereenvoudigd.

Het coffeeshopbeleid is per 1 januari 2013 als volgt vormgegeven36:

  • Het weren van drugstoeristen (door landelijke invoering van het ingezetenencriterium) wordt onverkort doorgezet.

  • De handhaving van het ingezetenencriterium geschiedt in overleg met betrokken gemeenten en zo nodig gefaseerd, waarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshop- en veiligheidsbeleid zodat er sprake is van lokaal maatwerk.

  • De «wietpas» vervalt. Gemeenten konden vanaf 19-11-2012 afzien van handhaving van het besloten club criterium. Het besloten club criterium als opgenomen in de Aanwijzing Opiumwet van het OM is daartoe per 01-01-2013 geschrapt.

Bij brief van 18 december 201337 heeft de Tweede Kamer een overzicht gekregen van (de handhaving van) het ingezetenencriterium en lokaal maatwerk.

Prostitutie

De behandeling van het wetsvoorstel Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche heeft op 28 mei en 8 juli plaatsgevonden. Op 9 juli 201338 is door de Eerste Kamer de motie-Strik c.s. aangenomen. Deze motie roept de regering op de bepalingen over de registratieplicht voor prostituees en de vergewisplicht van de klant uit het wetsvoorstel te schappen middels een novelle. Wat overblijft is het uniform vergunningstelsel voor alle seksbedrijven en de leeftijdsverhoging van 18 naar 21 jaar voor prostituees. De novelle is in de zomer van 2013 opgesteld en ter consultatie rondgestuurd naar o.m. de Raad voor de rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen en de G4 gemeenten. Hierna is de novelle voor advies naar de Raad van State gestuurd. Dit advies is op 5 december 2013 ontvangen. Mede op basis van dit advies volgt indiening van de novelle bij de Tweede Kamer.

Bibob

De Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob met de bijbehorende algemene maatregel van bestuur en ministeriële regeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. Vanuit het Ministerie, de Riec’s en het Landelijk Bureau Bibob zijn de bestuursorganen op deze wijzigingen voorbereid.

Financieel-economische criminaliteit

Op de aanpak van financieel-economische criminaliteit wordt uitvoerig ingegaan in hoofdstuk 3 Beleidsprioriteiten, onder de kopjes «daders meer financieel treffen» en «fraude».

Pv-vergoedingen bestuurlijke strafbeschikking

De vergoedingsregeling behorende bij de bestuurlijke strafbeschikking is per 1 januari 2014 gewijzigd en door de Minister vastgesteld. Op 23 oktober 2013 is deze gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 29612).

De belangrijkste wijziging in de regeling is het financiële plafond van € 14,5 mln. dat is ingesteld. Ook zijn er maximumbedragen bepaald voor de vergoeding namelijk maximaal € 40,00 voor een overlastfeit en maximaal € 25,00 vergoeding voor een parkeerfeit. Gemeenten gaan deze wijzigingen als eerste merken in het in 2015 te nemen besluit over de bestuurlijke strafbeschikkingen over 2014.

Digitalisering strafrechtsketen

In 2013 is het project digitaal procesdossier omgevormd naar een programma dat zich richt op Digitaal Werken in Strafrechtketen. De reden is dat dit onderdeel belangrijke voorwaarden schept voor de doelen van VPS. In de loop van het jaar is een programmaplan op hoofdlijnen ontwikkeld en formeel vastgesteld in de stuurgroep VPS. De tweede helft van het jaar is gebruikt om een programmaorganisatie in te richten en een nadere uitwerking van het programma te maken. Parallel is in samenspraak met materiedeskundigen een concept wetsvoorstel ontwikkeld dat digitaal werken mogelijk maakt. Het concept is aan belanghebbenden voorgelegd ter consultatie. Ook is een gemeenschappelijke voorziening gerealiseerd voor het waarmerken, ondertekenen en valideren van documenten in digitale vorm. Daarnaast is binnen de rechtspraak en het OM het nodige werk verzet om digitaal beschikbaar stellen van documenten in een later stadium mogelijk te maken. Zo is er een portaal gebouwd waarmee advocaten toegang krijgen tot strafdossiers; de implementatie volgt in de loop van 2014.

Tabel 33.4 Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)
   

Realisatie

Begroting

Verschil

   

2013

2013

Verplichtingen

786.426

768.902

17.524

Waarvan garantieverplichtingen1

0

823

– 823

         

33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie2

     
 

Personeel

377.024

362.160

14.864

 

waarvan eigen personeel

351.344

329.994

21.350

 

waarvan externe inhuur

23.543

32.166

– 8.623

 

Materieel

201.011

209.451

– 8.440

 

waarvan ICT

40.833

39.769

1.064

 

waarvan SSO's

55.627

2.924

52.703

         

Programma-uitgaven

197.081

197.291

– 210

33.2 Bestuur, informatie en technoligie

     
 

Bijdrage aan mede-overheden

     
 

RIEC's/LIEC

7.903

7.900

3

 

Overig bestuur, informatie en technologie

559

772

– 213

 

Subsidies

     
 

Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

0

2.500

– 2.500

 

Keurmerk Veilig Ondernemen

1.340

1.500

– 160

 

Overig bestuur, informatie en technologie

463

900

– 437

 

Opdrachten

     
 

Overig bestuur, informatie en technologie

666

771

– 105

         

33.3 Opsporing en vervolging

     
 

Bijdrage Agentschappen

     
 

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

68.273

69.366

– 1.093

 

Justis

0

1.042

– 1.042

 

Domeinen

12.819

12.399

420

 

Bijdrage ZBO/RWT

     
 

College Gerechtelijk Deskundigen3

1.701

1.805

– 104

 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties, mede-overheden

     
 

PV-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking

13.430

14.460

– 1.030

 

Staatkundige hervorming Nederlandse antillen (shna)

4.150

4.230

– 80

 

FIU-Nederland

0

18

– 18

 

Overig opsporing en vervolging

4.241

2.633

1.608

 

Subsidies

     
 

Vereniging tegen discriminatie

0

1.072

– 1.072

 

Overig opsporing en vervolging

6.628

2.258

4.370

 

Opdrachten

     
 

Schadeloosstellingen

17.312

21.944

– 4.632

 

Keten Informatie Management (KIM)

3.532

8.972

– 5.440

 

Onrechtmatige Detentie

12.335

6.211

6.124

 

Herontwerp Strafrechtketen

4.385

3.900

485

 

Gerechtskosten

32.827

25.638

7.189

 

Innovatieagenda

1.276

7.000

– 5.724

 

Overig opsporing en vervolging

3.241

0

3.241

         

Ontvangsten

1.086.824

1.046.498

40.326

 

waarvan Boeten en Transacties

982.386

976.938

5.448

 

Waarvan Afpakken4

89.982

59.560

30.422

1

In de begroting 2013 is abusievelijk de garantieverplichting voor de faillissementscuratoren in artikel 33 opgenomen. Dit had artikel 34 moeten zijn.

2

Met ingang van de ontwerpbegroting 2014 worden de programma-uitgaven voor afpakken en verkeershandhaving gesplitst van het apparaatsbudget

3

Voorheen Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen (NRGD)

4

Met ingang van 1e suppletoire begroting 2013 zijn de posten pluk-ze (€ 45.820) en verbeurdverklaringen (€ 13.740) samengevoegd tot Afpakken (€ 59.560).

33.1 Apparaatsuitgaven

Toelichting op instrumenten

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (OM) bepaalt als enige instantie in Nederland wie voor de strafrechter moet verschijnen en voor welk strafbaar feit. Het OM maakt deel uit van de rechterlijke macht, maar de leden van het OM zijn, anders dan de rechters, niet met rechtspraak belast. Het OM bestaat uit officieren van justitie, advocaten-generaal en procureurs-generaal en wordt wel aangeduid als de «staande magistratuur», ter onderscheiding van de zittende magistratuur (de rechters). In tegenstelling tot de rechters worden de leden van het OM niet voor het leven benoemd. In de Wet op de rechterlijke organisatie wordt de taak van het OM als volgt omschreven: «Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere bij wet vastgestelde taken.» In de praktijk van het strafrecht is de hoofdtaak van het OM te verdelen in de opsporing van strafbare feiten, de vervolging van strafbare feiten en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van strafvonnissen.

Het verschil van bijna € 15 mln. tussen de begrote en gerealiseerde apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie (onderdeel personeel) wordt met name verklaard doordat de salariskosten van Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) zijn gestegen. De stijging is veroorzaakt door het hogere aantal Mulder-zaken onder andere als gevolg van intensieve trajectcontroles en de verhoogde instroom WOB.

In de ontwerpbegroting 2013 is de nieuwe begrotingspresentatie Verantwoord Begroten ingevoerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën apparaatsuitgaven. Om te komen tot een juiste verdeling van de middelen over deze categorieën heeft een budgettair neutrale correctie van de verdeling plaatsgevonden.

Tabel 33.5 Productie en prestaties arrondissementsparketten
 

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2009

2010

2011

2012

20131

2013

2013

Rechtbankzaken (afdoeningen)

260.000

210.100

218.100

226.500

215.222

205.314

9.908

Overdracht aan buitenland

100

100

100

100

100

100

0

Onvoorwaardelijk sepot

31.200

23.800

30.300

37.200

42.300

24.638

17.662

Transactie, strafbeschikking en voorwaardelijk sepot

77.100

60.700

63.700

76.300

64.476

63.647

829

Voegen (ter berechting of ad info)

8.600

5.100

4.600

4.500

3.045

4.006

– 961

Afdoening door de rechter

143.000

120.500

119.500

108.500

105.301

112.923

– 7.622

Waarvan Meervoudige kamer (inclusief economisch en militair)

14.800

13.900

14.600

15.100

14.314

14.700

– 386

Waarvan Politierechter (inclusief economisch en militair)

115.500

96.300

95.800

85.000

84.530

89.189

– 4.659

Waarvan Kinderrechter

14.500

12.700

9.100

8.400

6.457

9.034

– 2.577

Interventiepercentage (%)

87%

88%

85%

83%

80%

86%

– 6%

Doorlooptijd (% afdoening < 180 dagen na 1e verhoor

53%

52%

%

53%

54%

53%

1%

Doorloopsnelheid jeugd binnen 3 maanden afgedaan OM (%)

79%

81%

76%

72%

 

80%

 
               

Kantonzaken (afdoeningen)

243.000

209.400

168.400

147.900

98.080

121.787

– 23.707

Sepot, transacties, strafbeschikkingen, voegen en overdracht buitenland

84.500

45.900

85.200

74.700

46.673

60.894

– 14.221

Dagvaardingen

158.500

163.500

82.800

73.100

51.407

60.894

– 9.487

               

Mulderzaken (afdoeningen)

             

Uitstroom beroepen Openbaar Ministerie

360.200

313.400

281.400

376.800

515.847

276.526

239.321

1

De cijfers over 2013 betreffen voorlopige cijfers.

Tabel 33.6 Productie en prestatie Ressortparketten
 

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2009

2010

2011

2012

20131

2013

2013

Uitstroom (aantallen)

             

Rechtbankappellen

15.600

15.700

17.200

16.800

16.745

16.900

– 155

Kantongerechtsappellen

5.300

4.900

4.500

3.800

3.423

4.300

– 877

Klachten artikel 12 Sv

2.400

2.500

2.400

2.300

2.648

2.400

248

Mulderberoepen

2.300

2.300

1.800

2.100

1.904

2.000

– 96

1

De cijfers over 2013 betreffen voorlopige cijfers.

Toelichting

De productie van rechtbankzaken (misdrijven) is ongeveer 5% hoger dan begroot, met name door een hoger niveau van sepots. Dit mede als gevolg dat het OM nadrukkelijker betrokken is bij beslissingen om de verdachte niet te vervolgen. Bij kantonzaken (overtredingen) is sprake van een daling van de instroom en productie als gevolg van de implementatie van de Wet OM-Afdoening, waardoor meer zaken in eerste instantie door het CJIB worden afgedaan. Het aantal Mulderberoepen is enorm gestegen en komt ver uit boven de begrootte aantallen. Dit is een gevolg van zowel intensivering van de trajectcontroles als van het wegwerken van de voorraad Mulderberoepen.

33.2 Bestuur, Informatie en Technologie

Bijdrage medeoverheden

Regionale Informatie en Expertise Centra / Landelijk Informatie en Expertise Centrum (RIEC's/LIEC)

De aanpak van georganiseerde misdaad vraagt om een georganiseerde overheid. Daarom zijn er 10 RIEC’s en een LIEC in Nederland. De RIEC’s zijn regionale informatie en expertisecentra op het gebied van de bestuurlijke en geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit. De bij het RIEC-samenwerkingsverband aangesloten partijen ontwikkelen en ondersteunen regionaal bestuurlijke interventies en combineren die eventueel met de fiscale en strafrechtelijke aanpak. Doelstelling is een structurele gezamenlijke aanpak van de georganiseerde misdaad. Binnen de RIEC’s is sprake van samenwerking met de gehele keten. Het LIEC vervult deze rol op landelijk niveau waarbij er geen hiërarchische relatie bestaat met de RIEC’s. Het LIEC is daarnaast een shared service center voor de RIEC’s. Ook is het doel de werkwijzen van de RIEC’s zoveel mogelijk te stroomlijnen en de onderlinge afstemming te ondersteunen. Van de 408 gemeenten zijn er 403 gemeenten (98,8%) bij een RIEC aangesloten. In 2013 zijn in drie RIEC’s Bestuurlijke criminaliteitsbeeldanalyses opgesteld.

Subsidies

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)

Het CCV heeft in 2013 subsidie ontvangen om publieke en private organisaties te ondersteunen door middel van het stimuleren van een effectieve aanpak van onveiligheid en preventie van criminaliteit en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn. In 2013 heeft het CCV hiervoor kennis en instrumenten ontwikkeld op het terrein van criminaliteitspreventie en veiligheid. Het CCV is ook in 2013 belast geweest met de uitvoering van een groot aantal activiteiten ter ondersteuning en realisatie van het VenJ beleid waaronder de vermindering met 10% van de ervaren overlast en onveiligheidsgevoelens. De realisatie in 2013 bedraagt 0 omdat bij voorjaarsnota 2013 het budget op beleidsartikel 33.2 (CCV) is overgeheveld naar beleidsartikel 34.2 (CCV).

Keurmerk Veilig Ondernemen

Bedrijventerreinen en winkelgebieden komen voor KVO-certificatie in aanmerking als zij een aantal structurele maatregelen op het gebied van veiligheid treffen. Samenwerking tussen verschillende organisaties staat hierbij centraal. Met maatregelen zoals inbraak-, overval- en brandbeveiliging zorgt het KVO voor een veiliger werkomgeving. Doelstelling is het doen afnemen van bedrijfsschade. Op deze wijze draagt het KVO bij aan de aanpak van criminaliteit voor de politie en brandveiligheid voor de brandweer. De uitvoering van het KVO-winkelgebieden is overgegaan van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel naar het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.

33.3 Opsporing en vervolging

Bijdragen agentschappen

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

Het NFI levert forensische diensten met behulp van state-of-the-art technologie en wetenschap. Het NFI verleent diensten binnen de strafrechtketen, onder andere aan het OM en de politie. Ook kan een advocaat in een strafzaak de stafofficier of de rechter-commissaris verzoeken om het NFI een onderzoek te laten uitvoeren. Het NFI levert daarnaast diensten aan andere personen of instanties, zoals de Immigratie- en Naturalisatiedienst, buitenlandse politie of justitie of aan bijzondere opsporingsdiensten. Meer informatie over NFI is te vinden in de baten-lastenparagraaf van het NFI.

Dienst Justitiële uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening (Justis)

De Dienst Justis is de screeningsautoriteit van het Ministerie van Veiligheid en Justitie op het gebied van integriteit. Justis toetst of partijen die bepaalde verklaringen en vergunningen aanvragen, aan integriteitseisen voldoen. Deze screening van betrouwbaarheid vermindert veiligheidsrisico’s en draagt zo bij aan een integere en veiligere samenleving.

Justis:

  • toetst de opleidingseisen en betrouwbaarheid van iemand die buitengewoon opsporingsambtenaar wil worden;

  • verleent de vergunning om beveiligingswerkzaamheden te verrichten en de toestemming om met de leiding van de organisatie te mogen worden belast;

  • behandelt in geval van weigering of intrekking van de wapenvergunning door de korpschef (bij vrees voor misbruik) de beroepschriften en vervolgprocedures;

  • verleent in bepaalde gevallen wapenvergunningen, bijvoorbeeld voor wapens voor musea.

Bij voorjaarsnota 2013 is het budget op beleidsartikel 33.3 (Justis) overgeheveld naar beleidsartikel 34.2 (Dienst Justis).

Domeinen Roerende Zaken (DRZ)

Domeinen Roerende Zaken (DRZ) is een agentschap van het Ministerie van Financiën en is de specialist op het gebied van de afstoting van roerende zaken rijksbreed. DRZ vernietigt, bewaart of verkoopt goederen die door Veiligheid en Justitie of door andere officiële opsporingsinstanties in beslag zijn genomen.

Bijdragen ZBO/RWT

Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD)

Het NRGD waarborgt en bevordert de kwaliteit van de inbreng van deskundigen in de rechtsgang. Indien een deskundige, zoals een psycholoog, toxicoloog of orthopedagoog, zich als gerechtelijk deskundige wil laten registreren, dient de aanmelding getoetst te worden door het NRGD. Het NRGD heeft een wettelijke basis (Wet deskundigen in strafzaken) en is onafhankelijk.

Bijdrage mede-overheden

Pv-vergoedingen bestuurlijke strafbeschikking

Bij de inwerkingtreding van de bestuurlijke strafbeschikking overlast in 2009 is tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de VNG afgesproken dat gemeenten een vergoeding krijgen voor de kosten die zij maken voor het uitschrijven van processen-verbaal (pv’s) in het kader van de bestuurlijke strafbeschikking overlast. De afrekening van deze vergoeding heeft (achteraf) plaatsgevonden op basis van de werkelijk ingediende processen verbaal in 2012.

De vergoedingsregeling behorende bij de bestuurlijke strafbeschikking is per 1 januari 2014 gewijzigd en door de Minister vastgesteld. Op 23 oktober 2013 is deze gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 29612).

Tabel 33.7 PV-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking
 

Realisatie

Begroting

verschil

 

2011

2012

2013

2013

2013

Mulder (€ 25,–)

         

Aantal (x 1.000)

530

543

458

543

– 85

Uitgaven (€ 1.000)

13.247

13.565

11.441

13.565

– 2.124

           

Overlast (€ 40,–)

         

Aantal (x 1.000)

26.583

26.901

33.717

26.901

6.816

Uitgaven (€ 1.000)

1.063

1.076

1.349

1.076

273

           

Totaal uitgaven (€ 1.000)

14.310

14.641

12.790

14.641

– 1.851

Het verschil tussen wat is begroot en daadwerkelijk is uitgegeven, is een autonome ontwikkeling. Het betreffen immers processen verbaal die worden uitgeschreven door opsporingsambtenaren die werkzaam zijn in de gemeenten die de bestuurlijke strafbeschikking als instrument gebruiken in het kader van hun handhavingsactiviteiten.

Staatkundige hervorming Nederlandse Antillen (shna)

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie levert een financiële bijdrage aan:

  • het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden). In deze bijdrage is ook de financiering van de Beheerraad opgenomen;

  • het Parket van het Openbaar Ministerie op de BES-eilanden;

  • de Raad voor de rechtshandhaving (samen met de landen Curaçao en Sint Maarten);

  • het Parket van de Procureur-Generaal;

  • de rechtsbijstand.

FIU-NL

De Financial Intelligence Unit – Nederland (FIU-NL) is een overheidsinstantie waaraan ongebruikelijke transacties of zaken te maken met witwassen van geld of financiering van terrorisme gemeld dienen te worden. In alle landen die zich aan de regels van de Financial Action Taskforce (FATF) houden bestaat een soortgelijk FIU. Het doel van de FIU-NL is om nationaal en internationaal een bijdrage te leveren aan de versterking van de kwaliteit van opsporing en vervolging en het voorkomen en bestrijden van misdaad en in het bijzonder misdaden omtrent witwassen en de financiering van terrorisme. Op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en de financiering van terrorisme (Wwft) zijn diverse instellingen bij wet verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU-NL. Het FIU-NET levert een bijdrage aan de integriteit van het financiële stelsel door het ter beschikking stellen van verzamelde, geregistreerde, bewerkte en geanalyseerde «transactie» informatie (de ongebruikelijke transacties) en expertise aan opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten in binnen- en buitenland.

Tabel 33.8 Kengetallen FIU-NL
 

Realisatie

Streven

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2013

2013

Aantal ongebruikelijke transacties (OT)

183.400

167.200

191.900

202.164

193.000

9.164

Aantal verdachte transacties (VT)

29.800

23.200

31.700

25.321

30.400

– 5.079

Meldpercentage

16%

14%

11%

13%

13%

0%

Toelichting

Subsidies

Vereniging tegen discriminatie

Bij voorjaarsnota 2013 is de subsidie voor de Vereniging tegen discriminatie gestopt.

Opdrachten

Schadeloosstellingen

Schadeloosstellingen zijn ook mogelijk buiten de strafrechtelijke keten, zoals vergoedingen vanwege onrechtmatige vreemdelingenbewaring en in het geval van Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Daarnaast kunnen ook vergoedingen worden verstrekt voor bijvoorbeeld kosten voor juridische bijstand.

Vanwege het open einde karakter van dit budget valt het moeilijk te prognosticeren.

Keten Informatie Management (KIM)

In 2013 is ten behoeve van het digitaal uitwisselen van documenten en dossiers een Waarmerk, Teken en Validatieservice WTVs opgeleverd. Voorbereidingen zijn getroffen voor een voorziening voor digitale archivering van documenten en dossiers. Verkenningen zijn uitgevoerd naar de wijze waarop geautoriseerde toegang tot digitale informatie vorm kan krijgen. Het gebruik van de huidige voorziening voor identificatie en verificatie van verdachten, veroordeelden en getuigen is geëvalueerd. De functionaliteit nodig om tot een identificatie van vreemdelingen te komen, in het bijzonder om op de juiste wijze te kunnen identificeren wanneer sprake is «vreemdelingen in het strafrecht», is in ontwikkeling. Deze nieuwe functionaliteit faciliteert het VRIS protocol. Kaders voor privacy-by-design inzake de keteninformatievoorzieningen in het strafrecht zijn opgeleverd. Ontwikkeling en vernieuwing van de ketenvoorziening vindt plaats binnen deze kaders.

In 2013 zijn belangrijke stappen gezet op het terrein van European e-Justice. In het e-CODEX-project zijn bouwstenen opgeleverd die volledige digitalisering van het grensoverschrijdende rechtsverkeer een forse stap dichterbij brengen. Deze bouwstenen worden de komende jaren getest in pilots, onder andere bij DJI en het OM. VenJ heeft het project Implementing Transnational Videoconferencing succesvol afgerond. Dit project had tot doel het gebruik van videoconferentie binnen de Europese Unie te bevorderen. Eind 2013 is door de JBZ-Raad het strategisch document over e-Justice aangenomen.

Onrechtmatige Detentie

Ten laste van dit budget worden de vergoedingen aan ex-justitiabelen verantwoord, waarvan is vastgesteld, op basis van het verloop van strafproces en het eventuele vervolg met betrekking tot de ten uitvoerlegging van een opgelegde sanctie, dat recht is ontstaan op een vergoeding. Over het algemeen worden deze vergoedingen vastgesteld door de rechter. Van een vergoeding kan bijvoorbeeld sprake zijn, wanneer een verdachte wordt vrijgesproken van een ten laste gelegd feit en in de periode voor de vrijspraak in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Deze uitgaven hebben een open-eindekarakter.

Programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving (HKS)

In 2013 is het aantal aangesloten regio’s uitgebreid naar acht en zijn naast het OM, de zittende magistratuur en de Reclassering in de meeste regio’s ook het NIFP, de Raad voor de Kinderbescherming en de politie aangesloten. Het totaal aantal in de methodiek Lean Six Sigma opgeleide projectleiders- en ondersteuners bij deze organisaties is toegenomen tot 390. In alle regio’s tezamen zijn ca. 60 projecten gestart gericht op verbetering en versnelling van werkprocessen. Een aantal projecten is met succes afgerond wat heeft geleid tot een aanzienlijke reductie in doorlooptijd en daarmee samenhangende besparingen. Voorbeelden zijn:

  • versnelde afdoening van drugszaken met bolletjesslikkers op Schiphol: van gemiddeld 81 dagen naar gemiddeld 11 dagen via afdoening op een snelrechtzitting;

  • versnelde oplevering van NIFP-rapportages in Rotterdam: van 137 dagen naar 66 dagen (-48%). Dat levert de rechtbank een potentiele besparing op van 150 aangehouden MK-zaken per jaar;

  • verkorten van de gemiddelde doorlooptijd van datum scannen vonnis tot en met vrijgeven voor executie bij het CVOM van 8 dagen naar 0,8 dagen: een daling van ruim 91%;

  • de rechtbank Den Haag heeft in het project Verkorten Mulder Beroep de gemiddelde doorlooptijd van team kanton teruggebracht van 78 naar 2 dagen. De gemiddelde doorlooptijd van het CVOM in dit traject is teruggebracht van 125 naar 78 dagen.

Gerechtskosten

Ten laste van dit budget worden de uitgaven gebracht die betrekking hebben op deskundigen, tolken en vertalers, die een bijdrage leveren aan het strafproces en worden bekostigd in overeenstemming met het Besluit tarieven in strafzaken.

De gerechtskosten blijken € 7,2 mln. hoger te zijn uitgevallen dan in de begroting was verwerkt. Dit hangt onder meer samen met nieuwe regelgeving op grond waarvan meer vertalingen zijn vereist.

Innovatieagenda

Op 31 oktober 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Innovatieagenda rechtsbestel naar de Tweede Kamer gestuurd39. Deze innovatieagenda heeft tot doel geschiloplossing in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures te verbeteren (eenvoudiger, sneller en/of effectiever). De Innovatieagenda bestaat uit drie onderdelen: verbetering van gerechtelijke procedures, verbetering van buitengerechtelijke procedures en verbeteringen in het rechtsbestel.

In de afgelopen jaren zijn al diverse concrete resultaten geboekt. De activiteiten inzake het verbeteren van de gerechtelijke procedures, zoals het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van rechtspraak, worden in het kader van het programma Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak verder ten uitvoer gelegd (zie hierna). De in de innovatieagenda aangekondigde eenvoudige, snelle en beveiligde digitale procedure bij de kantonrechter (e-kantonrechter) is in oktober 2013 van start gegaan met zaken die door rechtsbijstandsverzekeraars worden aangeleverd. Deze e-kantonrechterprocedure kan worden beschouwd als een voorloper van de procedures zoals die in het programma KEI worden ontwikkeld.

Het voornemen om officiële publicaties en bekendmakingen uit artikel 54 Rv en artikel 28 Wahv voortaan via het internet te laten plaatsvinden, heeft vorm gekregen in het wetsvoorstel Publicaties op internet, dat recent voor advies aan de Raad van State is verzonden. In het kader van het versterken van buitengerechtelijke geschiloplossing zijn er onder andere vier geschillencommissies bij de Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken bijgekomen, is het wetsvoorstel modernisering arbitrage ingediend, is door het Nederlands Mediation Instituut een publiekscampagne gestart en is een pilot «»mediation bij gemeenten»» afgerond.

Programma KEI:

Het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) heeft in 2013 een conceptwetsvoorstel opgesteld dat ziet op een herziening van het burgerlijk procesrecht en digitalisering mogelijk maakt in het burgerlijk- en bestuursprocesrecht. Dit gebeurde na raadpleging van betrokken organisaties zoals de rechtspraak, de Nederlandse Vereniging van Rechtspraak (NVvR), de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), de Koninklijke Broederschap vanGerechtsdeurwaarders (KBvG), verzekeraars en andere betrokkenen.

Ontvangsten

Boeten en Transacties

De meevaller bij Boeten en Transacties wordt voornamelijk verklaard doordat de instroom op WAHV-zaken hoger is geweest dan verwacht was bij het opstellen van de Ontwerpbegroting 2013.

Afpakken / Pluk Ze

In één zaak is een schikking van ruim € 30 mln. getroffen. Dergelijke hoge schikkingen zorgen voor pieken in het resultaat. Ook buiten deze schikking is het beoogde resultaat voor 2013 bereikt.

34

Kamerstuk II 2007–2008, 30 517, nr. 5

35

Kamerstuk II 2007–2008, 30 517, nr. 6

36

Kamerstuk II 2012–2013, 24 077, nr. 293

37

Kamerstuk II 2013–2014, 24 077, nr. 314

38

Kamerstuk I 2013–2014, 32 211, nr. L

39

Kamerstuk II 2011–2012, 33 071, nr. 5

Licence