Base description which applies to whole site

17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Algemene doelstelling

Groen onderwijs van hoge kwaliteit. Hierbij streeft het Ministerie van Economische Zaken naar:

  • Voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

  • Vergroten van de kennisverspreiding en -benutting voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte.

Rol en verantwoordelijkheid

Voldoende gekwalificeerde beroepsbeoefenaren voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte

  • Financieren (bekostiging) van op actuele beroepssituaties gerichte voorzieningen voor onderwijs aan (toekomstige) beroepsbeoefenaren in de groene sector (stelselverantwoordelijkheid). De groene instellingen functioneren binnen het wettelijk stelsel dat voor het gehele onderwijs geldt;

  • Stimuleren van een hoog kwaliteitsniveau van onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  • Stimuleren van voorwaarden om te voldoen aan de forse vervangingsvraag en de transitie naar een groene economie. In 2013 is dit vooral gebeurd door de vaststelling, in overleg met bedrijfsleven en instellingen, van een landelijke agenda, en het beschikbaar stellen van investeringsruimte;

  • Regisseren van het versterken van kwalificerende functies binnen het domein voedsel, natuur en leefomgeving van het groen (voorbereidend) beroepsonderwijs;

  • Stimuleren, in overleg met de instellingen, van ondernemerschap waardoor leerlingen na afronding van hun opleiding een basis hebben voor de start van een eigen bedrijf in het groene domein.

Kennisverspreiding en -benutting voor het agrofoodcomplex en de groene ruimte, ondermeer door actieve inzet van het groen onderwijs

  • Stimuleren van kennisuitwisseling tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheden, onderzoek en onderwijs (stimuleren van de gouden driehoek in de groene sector);

  • Stimuleren van kennisverspreiding en -benutting ter ondersteuning van topsectoren Tuinbouw en Uitgangsmaterialen en Agri&Food bijvoorbeeld via centers gericht op Agrodier, Biobased economy, Greenports, Food Valley en thema’s zoals Duurzame Veehouderij, Precisielandbouw en vanwege de maatschappelijke opgaven op horizontale doorsnijdende thema’s zoals duurzaamheid en biodiversiteit;

  • Regisseren in overleg met andere overheden, onderwijsinstellingen en educatieve organsaties van Natuur- en milieueducatie en het ontwikkelen van nieuw (sociaal) instrumentarium en kennisarrangementen in het programma «Duurzaam Door, sociale innovatie voor een groene economie».

Indicator

Referentie waarde

Peil datum

Raming 2013

Realisatie waarde 2013

Bron

Adequaat aanbod aan de vraag op de arbeidsmarkt (tot 2018)

1%

2011

10%

52%

ROA

De indicator is gebaseerd op het ROA-rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018 (december 2013). In het algemeen laat de prognose voor 2018 minder knelpunten in de personeelsvoorziening zien dan de vorige prognose (uit 2011 voor 2016), door het gecombineerd effect van verminderde economische activiteit en verminderde uitstroom van ouderen uit de arbeidsmarkt (pensioenmaatregelen). Alleen op het niveau van MBO-groen worden grote knelpunten voorzien, als gevolg van een grote vervangingsvraag. Op het niveau van HBO-groen en WO-groen worden enkele knelpunten voorzien. Omgekeerd geredeneerd zijn de arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden van groen MBO, HBO en WO dus respectievelijk goed, redelijk, en matig. Het bevorderen van de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt (door opstellen Human Capital Agenda’s, instellen Centra voor Innovatief Vakmanschap, inzet op loopbaanoriëntatie), het interesseren van nieuwe potentiële leerlinggroepen (aanboren culturele diversiteit), het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en het vergroten van doorstroom naar hogere opleidingsniveaus zijn ingezet als middelen om het eerder verwachte tekort te beperken.

Kengetal

2009

2010

2011

2012

Realisatie 2013

Ambitie 2013

Aantal wetenschapsvelden Wageningen Universiteit in top 5 op basis internationale citatie-impactscore

1

2

1

Nog niet bekend

Nog niet bekend

2

Bron: ISI Web of Knowledge The Thomson Corporation

Het laatst beschikbare realisatiecijfer betreft het jaar 2011.

Beleidsconclusies

Algemeen onderwijsbeleid

Het algemeen onder wijsbeleid is in overeenstemming met de vigerende wet- en regelgeving uitgevoerd. De totale instroom van leerlingen VMBO bij Agrarische Opleidings Centra (AOC) laat ook in 2013 weer een stijging zien. De instroom bij het MBO loopt in alle sectoren terug, maar de daling is het kleinst in het groen onderwijs. In het groen hoger onderwijs was bij alle instellingen sprake van een (veelal zeer sterke) stijging van de instroom. De Agrarische Opleidingscentra (AOC) zijn gestart met de voorbereiding van experimenten doorlopende leerlijnen Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO)/Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO).

Onderwijs en beroepspraktijk

Er zijn voorwaarden geschapen voor adequate invulling van de vraag naar gekwalificeerde beroepsbeoefenaren.

  • De meerjarenafspraken 2011–2015 met het Groen onderwijs zijn in 2013 opgevolgd door de landelijke agenda, die in overleg met bedrijfsleven en instellingen door de Staatssecretaris is vastgesteld. Deze agenda sluit aan op de beleidsagenda EZ, de Techniekpactagenda en de agenda’s van de groene topsectoren. De landelijke agenda bepaalt de thema’s en acties waarop de instellingen in 2014 en 2015 hun investeringen richten, vastgelegd in de MeerjarenInvesteringsProgramma’s (MIP) die iedere onderwijsinstelling heeft opgesteld.

  • In 2013 is EZ gestart met een vernieuwde aanpak van kennisdoorstroming vanuit DLO-onderzoek naar onderwijs. Hierbij staat de behoefte van docenten en studenten in samenwerking met bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheid aan up-to-date kennis centraal. De rol van de onderwijsinstellingen als kennisverspreiders is eveneens benut.

  • Binnen het Agro-opleidingshuis, versterkt met de Hortibedrijfsschool om de scholing voor de tuinbouwsectoren te verbeteren en verbreed naar de voedingsindustrie, zijn de doorlopende leer- en ontwikkellijnen vastgesteld die benut kunnen worden om inzetbaarheid en mobliteit van personeel binnen de gehele Agrofood sector te optimaliseren.

  • Als concretisering van het Sectorplan Hoger Agrarisch Onderwijs 2011–2015 zijn nieuwe landelijke opleidingsprofielen opgeleverd en Centers of Expertise voor Biobased Economy, Greenports, Food en Agrodier gestart. Invulling is gegeven aan zwaartepuntvorming binnen het groene domein. Deze zwaartepuntvorming is verankerd in de prestatieafspraken met de individuele instellingen.

  • Het Ministerie van EZ heeft mede geïnvesteerd in Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV’s) voor Tuinbouw en uitgangsmaterialen en Agri&food in het groene MBO. Deze CIV’s fungeren als landelijke netwerken en innovatieplatforms met regionale meetingpoints tussen onderwijs en bedrijfsleven waar via een structuur van publiek private samenwerking wordt gewerkt aan de vernieuwing van opleidingen.

  • In het kader van de transitie groen onderwijs zijn binnen de Groene Kennis Coöperatie, het samenwerkingsverband van groen onderwijs, onderzoek en praktijkwereld, programma’s afgebouwd respectievelijk gebundeld, waardoor meer focus is ontstaan. Met de resterende vier kennisverspreidingsprogramma’s Plant, Dier, Voedsel en Natuur is de aansluiting bij de kennisvraag en de arbeidsbehoefte uit de sector verbeterd, evenals de doorwerking van kennis binnen de relevante opleidingen. De opgebouwde expertise en producten uit de afgebouwde programma’s zijn geborgd respectievelijk ontsloten. Daarnaast zijn stappen gezet om in 2014 te komen tot een integrale vraaggestuurde programmering van de collectieve ondersteuning. Hiermee wordt afscheid genomen van de aanbod gestuurde programmering en financiering van de collectieve ondersteuning. Deze ontwikkeling past in de herijking van het vakdepartementaal groen onderwijsbeleid in aanloop naar de periode na 2015.

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit

De afgelopen vier jaren heeft het Bosschap de verantwoordelijkheid gehad voor het kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN), waarbij jaarlijks € 2,3 mln aan EZ middelen werden aangewend voor het kennisnetwerk (waarvan € 1,6 mln voor onderzoekopdrachten). Per 1 januari 2014 is de OBN-overeenkomst tussen EZ en het Bosschap beëindigd (einde contractperiode en tevens ook opheffing van het Bosschap) en zal de verantwoordelijkheid voor het kennisnetwerk worden overgenomen door de VBNE (Vereniging van bos- en natuurterreineigenaren).

Natuur- en milieu-educatie

Het beleidsprogramma Duurzaam Door ten aanzien van Natuur- en Milieu-Educatie is uitgevoerd in samenwerking met provincies, waterschappen en gemeenten en met bijdragen vanuit andere ministeries (Infrastructuur en Milieu, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen). Het programma heeft gefaciliteerd in het proces van leren en innoveren voor een duurzame samenleving, onder meer door onderwijsnetwerken, samenwerkingprojecten met bedrijfsleven (bijvoorbeeld De Groene Zaak, het Groene Brein, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland), uitvoeringsprojecten op regionaal niveau samen met provincies en het organiseren van een adequate kennisinfrastructuur (bijvoorbeeld Groen Gelinkt en communities of practice).

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Oorspronkelijk Vastgestelde begroting

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2013

 

VERPLICHTINGEN

798.681

792.820

805.094

840.206

777.779

62.427

UITGAVEN

774.120

775.377

788.384

817.433

776.575

40.858

             

Garanties

     

83

 

83

Schatkistbankieren

     

83

 

83

Bekostiging

684.453

685.539

704.293

733.507

700.561

32.946

Wageningen Universiteit

157.396

162.177

165.535

168.174

161.521

6.653

HBO-groen

64.654

67.472

78.137

79.472

74.074

5.398

MBO-groen

144.677

146.364

152.130

158.744

154.706

4.038

Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)

9.275

11.364

11.813

13.933

11.575

2.358

Wachtgelden

12.514

12.333

13.152

13.545

12.987

558

VMBO-groen

287.927

278.649

276.313

291.009

278.538

12.471

Aequor

8.010

7.180

7.213

8.630

7.160

1.470

Subsidies

84.424

83.889

79.481

82.205

73.303

8.902

Groene Kennis Coöperatie

4.950

5.545

5.074

5.404

4.008

1.396

School als Kenniscentrum

31.435

30.522

26.755

27.872

30.538

– 2.666

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

3.762

5.567

5.665

1.991

7.834

– 5.843

Aanvullende onderwijssubsidies

36.089

34.634

32.809

41.150

25.641

15.509

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

2.688

2.671

1.655

2.857

2.382

475

Educatie

5.500

4.950

7.523

2.931

2.900

31

Opdrachten

5.242

5.949

4.610

1.638

2.711

– 1.073

Kennisverspreidingsprojecten

5.242

5.949

4.610

1.638

2.711

– 1.073

             

ONTVANGSTEN

317

368

5.154

3.910

75

3.835

Toelichting op de verplichtingen

Er werden in 2013 € 32,9 mln hogere verplichtingen ten behoeve van de bekostiging vastgelegd. Het betrof deels verplichtingen die in 2012 (ten behoeve van 2013) nog niet vastgelegd konden worden en verplichtingen ten behoeve van de bekostiging 2014. De bekostiging van het groen onderwijs viel hoger uit als gevolg van gestegen aantallen bekostigde onderwijsdeelnemers. Er werden voor € 23,1 mln verplichtingen voor groene onderwijsinstellingen vastgelegd in het kader van het schatkistbankieren; hiervoor was in de begroting 2013 nog geen budgetruimte opgenomen. De resterende € 6,4 mln aan hoger dan oorspronkelijk geraamde verplichtingen zijn een gevolg van uitgaven voor OCW-volgende subsidies op het onderdeel aanvullende onderwijssubsidies.

Toelichting op de uitgaven

Bekostiging

De € 6,7 mln hogere uitgavenrealisatie op de bekostiging van Wageningen Universiteit heeft de volgende oorzaken:

  • € 1,7 mln is toegevoegd naar aanleiding van Begrotingsakkoord 2014.

  • € 3,1 mln door het terugdraaien van de langstudeerderskorting hoger onderwijs.

  • € 0,5 mln toegevoegd vanwege prestatiebekostiging.

  • € 0,2 mln door toekennen van de loonbijstelling.

  • € 0,2 mln vanwege uitvoering Regeling praktijkleren en groene plus. De middelen zijn toegevoegd uit het onderdeel subsidies.

  • € 1 mln door stijgende deelnemersaantallen die nog niet meerjarig in de budgetten waren verwerkt. De middelen zijn toegevoegd uit andere begrotingsonderdelen van EZ.

De € 5,4 mln hogere uitgavenrealisatie op de bekostiging HBO-groen heeft de volgende oorzaken:

  • € 0,8 mln is toegevoegd naar aanleiding van Begrotingsakkoord 2014.

  • € 2,4 mln door het terugdraaien van de langstudeerderskorting hoger onderwijs.

  • € 0,1 mln door toekennen van de loonbijstelling.

  • € 1,2 mln vanwege uitvoering Regeling praktijkleren en groene plus. De middelen zijn toegevoegd uit het onderdeel subsidies.

  • € 0,9 mln door stijgende deelnemersaantallen die nog niet meerjarig in de budgetten waren verwerkt. De middelen zijn toegevoegd uit andere begrotingsonderdelen van EZ.

De € 4,0 mln hogere uitgavenrealisatie op de bekostiging van MBO-groen heeft de volgende oorzaken:

  • € 2,8 mln is toegevoegd naar aanleiding van Begrotingsakkoord 2014.

  • € 0,2 mln door toekennen van de loonbijstelling.

  • € 1 mln vanwege OCW-volgende maatregelen waaronder stagebox en centrale en uniforme toetsing.

De € 12,5 mln hogere uitgavenrealisatie op de bekostiging van VMBO-groen heeft de volgende oorzaken:

  • € 7,2 mln is toegevoegd naar aanleiding van Begrotingsakkoord 2014.

  • € 0,4 mln door toekennen van de loonbijstelling.

  • € 4,9 mln door stijgende deelnemersaantallen die nog niet meerjarig in de budgetten waren verwerkt. De middelen zijn toegevoegd uit andere begrotingsonderdelen van EZ.

Bekostigde aantallen binnen het groene onderwijs

Instrument

Type studenten/ getuigschriften/ promoties

Aantallen

Prijs

Bedrag x

€ 1.000

Realisatie 2013 x

€ 1.000

Bekostiging Wageningen Universiteit (WU)

Inschrijvingen

4.429

5.517

24.435

 
 

Graden Bachelor

585

8.756

5.122

 
 

Graden Master

646

11.994

7.748

 
 

Promoties

196

94.541

18.530

 
 

Vaste componenten

   

112.339

168.174

Bekostiging HBO- groen

Inschrijvingen hoog

7.012

6.303

44.197

 
 

Graden hoog

1.301

6.303

8.200

 
 

Vaste componenten

   

27.075

79.472

Bekostiging MBO- groen

Studenten beroeps-opleidende leerweg

18.598

6.256

116.348

 
 

studenten beroeps-begeleidende leerweg

11.657

3.637

42.396

158.744

Bekostiging VOA

Leerlingen niveau 1

3.793

2.183

8.280

 
 

Leerlingen niveau 2

6.474

873

5.653

13.933

Wachtgelden

Vaste component

     

13.545

Bekostiging VMBO- groen

Leerlingen VMBO/VBO

18.500

7.064

130.684

 
 

Leerlingen VMBO/LWOO

13.900

10.698

148.702

 
 

Vaste componenten

   

11.623

291.009

Aequor

Vaste component

     

8.630

Totaal

       

733.507

Subsidies

De € 5,8 mln lagere uitgavenrealisatie op Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs is een gevolg van het niet meer openstellen van deze regeling in 2013. De subsidies zijn ingaande 2013 verstrekt via de Regeling praktijkleren en groene plus binnen het begrotingsonderdeel Aanvullende onderwijssubsidies.

De € 15,5 mln hogere uitgavenrealisatie op aanvullende onderwijssubsidies heeft de volgende oorzaken:

  • € 0,6 mln is toegevoegd door OCW voor de OCW-conforme regeling professionalisering schoolleiders.

  • € 0,8 mln is toegevoegd door OCW voor de OCW-conforme regeling professionaliteit bestuur.

  • € 0,8 mln is toegevoegd door OCW voor de subsidie Skills Nederland.

  • € 2,2 mln is toegevoegd door OCW voor de OCW-conforme aanvullende bekostiging jonge leerkrachten.

  • € 5,8 mln door het verstrekken van subsidies Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs via de regeling Praktijkleren en Groene plus.

  • € 2,7 mln door het verstrekken van subsidies School als Kenniscentrum via het begrotingsonderdeel Aanvullende onderwijssubsidies.

  • € 0,1 mln door het toekennen van de loonbijstelling.

  • € 2,5 mln vanwege een sneller dan geraamd verloop van projecten. De middelen zijn toegevoegd uit andere begrotingsonderdelen van EZ.

Toelichting op de ontvangsten

Hogere ontvangsten betreffen in 2013 teruggevorderde bedragen die in eerdere jaren aan onderwijsinstellingen werden uitbetaald.

Indicator

Referentie waarde

Peil datum

Raming 2013

Realisatie 2012

Bron

% afgestudeerden dat minimaal werkt op niveau van opleiding

71%

2011

76 à 80%

72%

ROA

Het realisatiecijfer is van 2012. Gegevens over 2013 komen in augustus 2014 beschikbaar. De waarde is een gemiddelde van het cijfer voor niveau 4 van de beroepsopleidende leerweg (bol 4) en HBO in het groen onderwijs. De gerealiseerde waarde 2012 ligt iets hoger dan de referentiewaarde.

Indicator

Referentie waarde

Peil datum

Raming 2013

Realisatie 2013

Bron

Kwaliteitsniveau groen onderwijs

82%

2011

84%

88%

Inspectie voor het onderwijs

De inspectie voor het onderwijs bepaalt periodiek op basis van meerdere gestandaardiseerde criteria welk percentage groene scholen voldoende kwaliteit heeft. Hoe hoger het percentage, hoe meer groene scholen voor Middelbaar Beroepsonderwijs en Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) gemiddeld genomen een voldoende scoren op kwaliteit. De opgenomen waarden zijn het gemiddelden van VMBO, in 2013 79,7% en MBO, 96,7%. De realisatie 2013 ligt hoger dan de referentiewaarde en de raming 2013.

Indicator

Referentie waarde

Peil datum

Raming 2013

Realisatie 2013

Bron

Voortijdig schoolverlaten

4,6%

2011

4,5%

3,0%

DUO

Het betreft het percentage leerlingen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs leerjaar 3 en 4 plus MBO leerlingen dat zonder startkwalificatie (minimaal MBO-2 niveau) het onderwijs verlaat. Dit gemeten als percentage van het totaalaantal VMBO 3–4 plus MBO leerlingen. Er was in 2013 zowel een verbetering ten opzichte van de referentiewaarde als ten opzichte van de raming 2013.

Indicator

Referentie waarde

Peil datum

Raming 2013

Realisatie 2012

Bron

Doorstroom MBO-BOL-4 naar hoger onderwijs

45%

2011

47%

38%

ROA

Het cijfer heeft betrekking op doorstroom in 2012. Gegevens over doorstroom 2013 komen in augustus 2014 beschikbaar. De doorstroom 2012 was lager dan de referentiewaarde en de raming voor 2013. De geringere doorstroom hangt samen met een relatief grote vraag naar afgestudeerden van het MBO-groen en dit hoeft daarom niet als een probleem beschouwd te worden.

Indicator

Referentie waarde

Peil datum

Raming 2013

Realisatie 2011

Bron

Mate van spreiding en beschikbaarheid NME

51%

2011

52%

51%

NME programmabureau

Het realisatiecijfer heeft betrekking op 2011. Het is het gemiddelde van de percentages locaties met beperkte Natuur en Milieueducatie (NME)-faciliteiten (78% met smalle thematiek en doelgroep) en anderzijds locaties met een brede invulling (24% met meerdere thema’s en doelgroepen). Gegevens over locaties 2012 en 2013 zijn nog niet beschikbaar.

Licence