Base description which applies to whole site

3 Europese geldstromen

Inleiding

Deze bijlage biedt inzicht in de Europese geldstromen voor zover relevant voor de beleidsterreinen van EZ. Er wordt ingegaan op de Europese begroting, op het Meerjarig Financieel Kader en op een aantal EU-fondsen en EU-programma’s voor de periode 2007–2013 en voor de periode 2014–2020. Deze bijlage bevat een samenhangend overzicht van de EU- geldstromen, de cofinanciering met EZ-middelen en middelen van andere overheden en private partijen.

De Europese begroting

De Europese begroting is een belangrijk instrument voor het realiseren van de met de lidstaten gedeelde meerjarige beleidsdoelen. Met gemiddeld € 155 mld per jaar (vastleggingen, lopende prijzen) vormt de Europese begroting een aanzienlijke geldstroom.

Meerjarig Financieel kader 2014–2020

In het Meerjarig Financieel Kader (MFK) worden zowel de maximale omvang van de jaarbegrotingen als de verdeling van de middelen over de hoofdthema’s van het beleid vastgelegd. Het MFK wordt vastgesteld in een verordening. Parallel hieraan wordt in het Eigen Middelen Besluit de financiering van het EU-beleid geregeld. Deze afspraken worden aangevuld met een Interinstitutioneel Akkoord over begrotingsaangelegenheden tussen Europese Commissie, Europees Parlement en Raad.

De Europese Raad bereikte op 8 februari 2013 een akkoord over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2014–2020. Op 27 juni 2013 bereikten de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord over de MFK-verordening en het Interinstitutioneel Akkoord. Op 19 november 2013 is het MFK 2014–2020 formeel door het Europees Parlement goedgekeurd en op 2 december 2013 door de Raad.

De uitgavencategorie met daarin het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 stijgt ten opzichte van de huidige periode. Het budget Horizon 2020 stijgt naar € 70,2 mld voor 2014 – 2020 (in prijzen 2011). Het budget voor het landbouw- en visserijbeleid daalt met 11% ten opzichte van de huidige periode. Het structuurfondsenbudget is met 8% teruggebracht ten opzichte van de huidige periode. Het budget voor de (Connecting Europe Facility) voor infrastructuur stijgt met 75% ten opzichte van de huidige periode.

Met name door de verlaging van de budgetten voor het landbouw- en cohesiebeleid zullen de Nederlandse ontvangsten uit deze categorieën in de komende periode afnemen. Op het gebied van onderzoek en innovatie streeft het kabinet ernaar om het huidige hoge niveau van deelname door Nederland te continueren in Horizon 2020.

Eigen Middelen EU

De Eigen Middelen van de EU bestaan uit de volgende onderdelen:

  • 1. Traditionele eigen middelen (vooral invoerrechten);

  • 2. BTW-afdracht;

  • 3. Afdracht op basis van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI).

De voor EZ relevante afdrachten zijn de zogenaamde douanerechten op landbouwproducten en productieheffingen (categorie 1: Traditionele eigen middelen). Deze ontvangsten worden op de EZ begroting verantwoord (artikel 16) en worden na inhouding van een perceptiekostenvergoeding (25%) via de begroting van Buitenlandse Zaken afgedragen aan de EU. De ontvangsten voor douanerechten op landbouwproducten en productieheffingen voor 2013 bedragen € 272,9 mln.

De verschillende EU-programma’s en EU-fondsen

De Europese Commissie stelt voor de realisatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en het Europees structuurbeleid middelen uit EU-fondsen aan de lidstaten beschikbaar.

Voor EZ zijn de volgende EU-programma’s en EU-fondsen relevant:

  • 1. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1e pijler (GLB): het Europees Lanbouwgarantiefonds (ELGF);

  • 2. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2e pijler (POP): het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO);

  • 3. Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB): het Europees Visserijfonds (EVF);

  • 4. Europees Structuurbeleid: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO);

  • 5. Zevende Kaderprogramma voor onderzoek en technologishe ontwikkeling (KP7);

  • 6. Programma’s Eurostars en Joint Technology Initiatives (JTI);

  • 7. Horizon 2020 (periode 2014–2020, opvolger van KP7 (7e Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling)).

Licence