Base description which applies to whole site

9.1 Agentschap SZW (AGSZW)

Algemeen

Waarderingsgrondslagen

Het AGSZW volgt bij de opstelling van de financiële verantwoordingen de inrichtingseisen zoals die zijn opgenomen in de Comptabiliteitswet 2001 en daarmee samenhangende regelingen.

Met ingang van 1 januari 2013 is de Regeling Agentschappen 2013 (Staatscourant, 15 oktober 2012) in werking getreden. Deze regeling vervangt de Regeling baten-lastendiensten 2011.

De waardering van de activa en passiva is tegen nominale waarden tenzij anders vermeld.

  • De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde minus de desbetreffende afschrijvingen (lineair). De investeringen worden in drie jaar afgeschreven.

  • De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde minus de desbetreffende afschrijvingen (lineair). De investeringen worden in drie jaar afgeschreven. Een uitzondering op deze regel zijn investeringen die via out of pocketkosten (rechtstreeks in rekening gebracht bij opdrachtgever (OOP)) worden gefinancierd; deze worden volledig afgeschreven in het jaar van aanschaf/ontwikkeling.

  • Het eigen vermogen dat wordt aangehouden stoelt op de Regeling Agentschappen 2013 (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie boekjaren).

  • AGSZW heeft geen voorziening opgenomen voor jubileumuitkeringen vanwege een onevenredige beheerslast.

  • Voorzieningen voor benoemde risico’s komen in overleg met de eigenaar en directie FEZ tot stand.

  • Er is een reorganisatievoorziening gevormd voor de financiële gevolgen van de reorganisatie, die op 1 maart 2013 is gerealiseerd. De hoogte van de reorganisatievoorziening wordt jaarlijks geactualiseerd.

  • Er is een voorziening vakantiedagen gevormd. Deze voorziening drukt de waarde uit van de niet opgenomen verlofuren.

  • De omzet is gewaardeerd tegen opbrengstwaarde (aantal producten x productprijs en uren x tarief) en wordt als gerealiseerd beschouwd in de periode waarin de diensten zijn verricht en/of de producten zijn geleverd.

  • AGSZW stuurt op volledige uitvoering van uitgebrachte offertes en/of afgesproken producten (kalenderjaar gebonden). Hierdoor is waardering van een post onderhanden werk niet/nauwelijks aan de orde. Het financiële belang van afwijkingen in de uitvoering is gering. In de jaarrekening is dan ook geen post onderhanden werk opgenomen.

  • Lasten en overige baten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben.

Staat van baten en lasten Agentschap SZW

Tabel 9.1 Staat van baten en lasten AGSZW 2013 (x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)–(1)

(4)

 

Oorspronkelijk vastgestelde Begroting

Realisatie 2013

Verschil

Realisatie 2012

Baten

       

Opbrengst moederdepartement

10.530

12.978

2.448

13.209

Opbrengst overige departementen

350

421

71

838

Rentebaten

5

5

18

Vrijval voorzieningen

117

117

Bijzondere baten

       

• out of pocket (OOP)

7.080

7.130

50

8.585

• onttrekking reorganisatievoorziening

300

– 300

Totaal baten

18.260

20.651

2.391

22.650

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

• personele kosten

8.840

11.077

2.237

11.375

waarvan eigen personeel

8.040

8.469

429

8.701

waarvan externe inhuur

800

2.608

1.808

2.674

• materiële kosten

9.010

8.686

– 324

10.366

waarvan apparaat ICT

1.300

1.869

569

1.850

waarvan bijdrage aan SSO's

500

583

83

418

Afschrijvingskosten

       

• immaterieel

400

958

558

869

• materieel

10

16

6

16

Overige lasten

       

• dotaties voorzieningen

766

Totaal lasten

18.260

20.737

2.477

23.392

         

Saldo van baten en lasten

0

– 86

– 86

– 742

Opbrengst Moederdepartement en Opbrengst overige departementen

In tabel (9.1) is de initiële begroting 2013 weergegeven, zoals deze in de Rijksbegroting 2013 is opgenomen. Ten tijde van het opstellen van deze begroting was er nog onvoldoende zicht op de werkvoorraad voortvloeiend uit de uitvoering van de opdrachten in 2013. De voornaamste oorzaak voor de afwijking tussen de gerealiseerde opbrengst en de begroting is dat in de loop van 2013 verschillende verzoeken zijn binnengekomen om nieuwe regelingen uit te voeren of daar voorbereidingen voor te treffen.

Dit betreft de regelingen:

  • Europees Sociaal Fonds (ESF) 2014–2020;

  • Europees Fonds voor de meest behoeftigen (FEAD) 2014–2020;

  • Europees GlobalisatieFonds (EGF) 2014–2020;

  • Europese Migratie- en VeiligheidsFondsen (EMF) 2007–2013 en 2014–2020;

  • Regeling Cofinanciering SectorPlannen (RCSP);

  • Regeling Kinderopvang: Versterking taal- en interactievaardigheden (KO-Taal) en

  • Regeling Tegemoetkoming Verlenging Bewaartermijn ESF.

Rentebaten

De rentebaten (dagrente) worden ontvangen over het saldo op de rekening courant. De rentebaten zijn het gevolg van het mogen aanhouden van een exploitatiereserve en het (tijdelijk) gebruik maken van een depositorekening.

Vrijval voorzieningen

Dit betreft de vrijval van de reorganisatievoorziening die in 2012 is gevormd ten behoeve van de reorganisatie die per 1 maart 2013 is gerealiseerd.

Personele kosten

De gerealiseerde personele kosten zijn ten opzichte van de begroting € 2,237 miljoen hoger uitgevallen. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2013 was er nog onvoldoende zicht op de werkvoorraad en de daarvoor benodigde bezetting die uit de uitvoering van de opdrachten in 2013 zou voortvloeien.

De grotere werkvoorraad door de nieuwe regelingen is met name opgevangen door inzet van externe inhuur (€ 1,808 miljoen). De meerkosten van regeling-specifieke externe inhuur (boven de eigen tarieven van AGSZW) worden aan de opdrachtgevers als out of pocketkosten in rekening gebracht.

Daarnaast is er in de balans een schuld opgenomen voor de opgebouwde rechten van de niet opgenomen vakantiedagen. Het betreft een bedrag van € 0,254 miljoen.

Materiële kosten

De materiële kosten omvatten huisvestings-, kantoor-, communicatie-, overige personeels-, ICT- en onderzoekskosten en zijn inclusief de materiële component van de out of pocketkosten. Een substantieel deel van de kosten heeft betrekking op afgenomen diensten van het moederdepartement. De kosten hiervan zijn geregeld in dienstverleningsovereenkomsten.

Afschrijvingskosten, materieel en immaterieel

De afschrijvingskosten betreffen gedane investeringen in het ontwikkelen van software en aanschaffingen van hard- en software. In de immateriële afschrijvingskosten zijn begrepen de afschrijvingen betreffende de investeringen in de ontwikkeling van een nieuw casemanagementsysteem (DIANE).

Voor zover deze investeringen in 2013 aan specifieke regelingen zijn toe te rekenen, zijn deze volledig in 2013 afgeschreven en als out of pocketkosten in rekening gebracht bij de opdrachtgevers (totaal € 0,630 miljoen).

Balans Agentschap SZW

Tabel 9.2 Balans AGSZW per 31 december 2013 (x € 1.000)
 

Balans 2013

Balans 2012

Activa

   

Immateriële vaste activa

882

547

Materiële vaste activa

   

• overige materiële vaste activa

3

19

Debiteuren

669

118

Nog te ontvangen

417

977

Liquide middelen

6.569

5.060

Totaal activa

8.540

6.721

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

• exploitatiereserve

1.793

2.535

• onverdeeld resultaat

– 86

– 742

Voorzieningen

410

778

Crediteuren

1.121

1.778

Nog te betalen / vooruit ontvangen

5.302

2.372

Totaal passiva

8.540

6.721

Immateriële vaste activa

In 2013 is voor € 1,293 miljoen in DIANE geïnvesteerd. Voor een deel zijn de investeringen 2013 voor 100% afgeschreven en als out of pocket kosten bij de opdrachtgevers in rekening gebracht (zie afschrijvingskosten).

Materiële vaste activa

In 2013 is hierin niet geïnvesteerd. Materiële vaste activa worden grotendeels betrokken van het moederdepartement (onderdeel van afgenomen diensten) tegen jaarlijks afgesproken kosten (dienstverleningsovereenkomsten).

Debiteuren

De debiteuren betreffen facturen aan opdrachtgevers van de door AGSZW uit te voeren/uitgevoerde (subsidie)regelingen. Daarnaast is er sprake van declaraties/facturen op personeelsgebied (uitleen van AGSZW-medewerkers) en overige.

Nog te ontvangen / vooruitbetaald

Dit omvat hoofdzakelijk de nog definitief per regeling af te rekenen geleverde diensten en producten (opbrengst) 2013. Van de nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen heeft een bedrag ad € 0,234 miljoen betrekking op het Ministerie van SZW.

Liquide middelen

De liquide middelen worden aangehouden op de rekening courant van het Ministerie van Financiën. Het saldo sluit aan met de saldo-opgave van het Ministerie van Financiën.

Eigen vermogen (Agentschapsvermogen)

Het eigen vermogen, inclusief het onverdeeld resultaat 2013, bedraagt € 1,707 miljoen. Deze stand is hoger dan de zogenaamde 5%-norm (maximaal eigen vermogen = 5% van de gemiddelde omzet van de laatste drie jaren). Het maximaal aan te houden eigen vermogen bedraagt ultimo 2013 conform de 5%-norm € 1,142 miljoen (ultimo 2012: € 1,114 miljoen).

Bij de berekening van de tarieven 2014 is in overleg met de eigenaar besloten om € 0,900 miljoen van het eigen vermogen van het Agentschap SZW in te zetten ter verlaging van de tarieven 2014. Als het resultaat 2014 uitkomt op het begrote verlies van € 0,900 miljoen, dan valt de omvang van het eigen vermogen ultimo 2014 binnen het wettelijk maximum.

Tabel 9.3 Ontwikkeling eigen vermogen (x € 1.000)
 

2011

2012

2013

1. Eigen vermogen per 1 januari

2.344

2.535

1.793

2. Saldo van baten en lasten

699

– 742

– 86

3a. Uitkering aan moederdepartement

– 375

3b. Bijdrage moederdepartement ter versterking van eigen vermogen

3c. Overige mutaties in eigen vermogen

– 133

3. Totaal directe mutaties in eigen vermogen

– 508

4. Eigen vermogen per 31 december (1+2+3)

2.535

1.793

1.707

Voorzieningen

Ultimo 2012 is een reorganisatievoorziening getroffen in het kader van de reorganisatie die in 2013 is doorgevoerd. Deze voorziening betreft de geschatte kosten inzake medewerkers die naar ander werk worden begeleid.

De voorziening personeel betreft de afwikkeling van het dienstverband van een medewerker.

Tabel 9.4 Verloop en stand voorziening personeel en reorganisatie (x € 1.000)
 

Reorganisatie

Personeel

Totaal

Stand 1-1-2013

739

39

778

Betalingen ten laste van voorziening

– 248

– 3

– 251

Dotatie ten laste van resultaat

– 117

– 117

Stand 31-12-2013

374

36

410

Crediteuren

De post Crediteuren betreft nog te betalen afgenomen diensten op het gebied van bedrijfsvoering en personele aangelegenheden. Van de crediteuren heeft een bedrag ad € 0,985 miljoen betrekking op facturen van het Ministerie van SZW.

Nog te betalen / vooruitontvangen

Deze post bevat onder andere de nog definitief per regeling af te rekenen geleverde diensten en producten 2013.

Van de overige nog te betalen bedragen heeft in totaal € 3,391 miljoen betrekking op het Ministerie van SZW.

Kasstroomoverzicht Agentschap SZW

Tabel 9.5 Kasstroomoverzicht over 2013 (x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

   

Oorspronkelijk vastgestelde Begroting

Realisatie 2013

Verschil

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013

(incl. depositorekeningen)

7.059

5.060

– 1.999

2.

Totaal operationele kasstroom

110

2.802

2.692

         

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 250

– 1.293

– 1.043

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

3.

Totaal investeringskasstroom

– 250

– 1.293

– 1.043

         

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

4b.

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

         

5.

Rekening-courant RBH 31 december 2013

(incl. depositorekeningen)

6.919

6.569

-350

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in het werkkapitaal (mutaties in vlottende debetposten en kortlopende creditposten op de balans).

Investeringskasstroom

De investeringskasstroom is het totaal van de investeringen en de boekwaarde van de desinvesteringen. Met investeringen worden uitgaven voor de aanschaf van vaste activa bedoeld.

Financieringskasstroom

De totale financieringskasstroom is het saldo van eenmalige uitkeringen aan het moederdepartement, eenmalige stortingen door het moederdepartement, aflossingen op leningen en beroepen op de leenfaciliteit.

Kengetallen AGSZW in verband met verbetering van de doelmatigheid

Het streven naar grotere doelmatigheid is de hoofddoelstelling van elke baten-lastendienst. Voor het AGSZW betekent dit het streven naar betere prestaties, bij optimaal gebruik van de ingezette middelen.

Tabel 9.6 Overzicht doelmatigheidsindicatoren en kengetallen AGSZW: financiële indicatoren

Doelstelling

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Begroting 20131

Tarieven/uur

         

Voorcalculatorisch integraal uurtarief (€, gemiddeld)

89,50

89,23

87,69

89,58

89,25

Index ten opzichte van 2010 (2010 = 100)

100

99,7

98

100,1

99,7

Omzet per productgroep (pxq) (€ x 1.000)

         

Totale omzet (excl. OOP)

14.752

14.817

14.047

13.399

10.880

Omzet Europese: nationale regelingen

80:20

87:13

94:6

92:8

96:4

Omzet productenregelingen: urenregelingen

86:14

89:11

87:13

79:21

93:7

fte-totaal

         

fte-totaal (excl. externe inhuur)

149

138

128

116

106

Omzet per fte

         

Omzet per fte inclusief externe inhuur (€)

89.328

93.494

94.413

100.701

97.757

Saldo van baten en lasten

     

Saldo van baten en lasten (€ x 1.000)

364

699

– 742

– 86

0

Saldo van baten en lasten als % van totale baten

2

3

– 3

– 1

0

Productiviteit2

         

Declarabiliteit (%)

(= gedeclareerde uren (direct) / beschikbare uren)

76

71

72

71

75

Ziekteverzuimpercentage3

         

Ziekteverzuimpercentage (totaal incl. langdurig)

5,2

4,5

1,9

3,8

4,5

Uitvoeringskosten per opdracht4

         

• Europees: ESF-2 2007–20135

         

Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie (%)

8,6

9,0

11,6

8,5

• Nationaal:

         

Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie (%)

4,5

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1

De bepaling van de waarden van de indicatoren 2013 heeft plaatsgevonden bij de initiële begroting die in september 2012 is ingediend. Op dat moment is er nog onvoldoende zicht op de werkvoorraad voortvloeiend uit de uitvoering van opdrachten 2013.

2

Een belangrijke reden voor het achterblijven van de productiviteit vanaf 2011 is dat een groot aantal uren is besteed aan de ontwikkeling, bouw, uitbreiding en onderhoud van het nieuwe casemanagementsysteem DIANE. Deze uren zijn indirect verantwoord en zijn derhalve niet declarabel.

3

Het ziekteverzuimpercentage is ontleend aan het voortschrijdend jaargemiddelde uit P-Direkt.

4

De uitvoeringskosten van ESF-2 en Kinderopvang (nationaal) voor 2010 zijn niet gereconstrueerd. In 2012 is de uitvoering van de regeling Kinderopvang beëindigd. Er is geen andere nationale subsidieregeling die structureel wordt uitgevoerd en gebruikt kan worden voor dit kengetal.

5

De stijging van de uitvoeringskosten ESF-2 als percentage van de gemiddelde projectsubsidie kan met name worden verklaard doordat meer tijd wordt besteed aan de controle van einddeclaraties. Doel hiervan is om te bewerkstelligen dat de verschillen tussen de bevindingen van de eerstelijnscontrole door AGSZW en de tweedelijnscontrole door de Audit Autoriteit ESF zo gering mogelijk zijn. Een andere oorzaak voor deze stijging is de (eind-)fase waarin de uitvoering van ESF-2 2007–2013 zich bevindt. Doordat het aantal lopende projecten afneemt en een deel van de controles van deze projecten is uitbesteed, drukken de basislast en OOP-kosten relatief zwaarder op de uitvoeringskosten per project.

Tabel 9.7 Overzicht doelmatigheidsindicatoren en kengetallen AGSZW: kwalitatieve indicatoren

Doelstelling

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Begroting 2013

Klanttevredenheid1

         

Totaalwaardering onderzoek

6,75

niet gemeten

6,81

niet gemeten

7,1

Telefonische bereikbaarheid2

         

% oproepen dat leidt tot contact

 

niet gemeten

niet gemeten

niet gemeten

99

% van contact binnen 15 seconden

 

niet gemeten

niet gemeten

niet gemeten

70

Uitkomsten bezwaar- en beroepsprocedures3

         

% bezwaarprocedures geheel gegrond

 

14

54

32

5

% bezwaarprocedures deels gegrond

 

5

2

3

15

% beroepsprocedures geheel of deels gegrond

 

38

20

11

20

Aanvragen / einddeclaraties via internet

         

% Europese regelingen

 

100

100

100

99

% Nationale regelingen

 

0

76

91

80

Doorlooptijd beschikkingen:

         

% tijdige beschikkingen

 

93

92

89

99

Aantal dwangsommen betaald4

 

0

0

2

0

Bedrag dwangsommen betaald (€)

 

0

0

2.500

0

Doorlooptijd betalingen:

         

% tijdige betalingen

 

98

99

99

99

Aantal malen wettelijke rente betaald5

 

10

19

52

0

Bedrag wettelijke rente betaald (€)

 

278

3.928

13.835

0

Bedrag wettelijke rente teruggevorderd6 (€)

 

1.176

393

60.178

 
1

Elke twee jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd.

2

In 2009 is voor het laatst een onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid uitgevoerd. Het AGSZW doet mee als er een departementaal onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid wordt gedaan. Dit heeft nog niet plaatsgevonden.

3

De verklaring voor het hoge percentage gegrond verklaringen in bezwaarprocedures is dat de aanvrager nog aanvullende informatie kan aandragen. Van deze mogelijkheid hebben met name aanvragers van Actie E ESF-2 (uittreksel KvK) en van Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten (adoptieregister) gebruik gemaakt.

4

Dwangsommen worden alleen betaald als de aanvrager bij te late beschikking een claim indient. In 2013 zijn twee claims ingediend en toegekend.

5

Bij te late betaling wordt, conform de bepalingen in de Awb, op eigen initiatief door het AGSZW wettelijke rente aan de begunstigde betaald. Dit behoeft niet door de begunstigde te worden aangevraagd. In enkele gevallen is er bij te late betaling geen wettelijke rente betaald omdat de vertraging (mede) te wijten was aan de begunstigde.

6

De ontvangen wettelijke rente wordt in mindering gebracht op de uitvoeringskosten van de betreffende regeling.

Licence