Base description which applies to whole site

5.2 Uitgaven SZA-kader 2013

Overzicht en aansluiting bij jaarverslag

Deze paragraaf geeft een overzicht van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de begroting 2013. Om een goede vergelijking te maken tussen begrote en gerealiseerde uitgaven zijn de uitgaven van de begroting 2013 (prijzen 2012) omgerekend naar prijzen 2013. In deze paragraaf wordt bij de uitgavenanalyse de raming van uitgaven en ontvangsten uit de begroting 2013 (de stand Miljoenennota 2013) als startpunt genomen. Dit in tegendeel tot in de beleidsartikelen, waarbij de door de Tweede Kamer vastgestelde begroting, na verwerking van het regeerakkoord (Startnota), als startpunt wordt gebruikt. Daarnaast worden in deze paragraaf de ontvangsten in mindering gebracht op de uitgaven (netto SZA-uitgaven). Hierdoor wijken de bedragen af van de bedragen zoals opgenomen in de beleidsartikelen.

Allereerst volgt een vergelijking van de gerealiseerde SZA-uitgaven ten opzichte van de uitgaven zoals geraamd in de begroting 2013 (zie tabel B5.1). Uit tabel B5.1 is af te leiden dat de totale uitgaven onder het SZA-kader € 0,15 miljard hoger zijn uitgevallen dan voorzien bij de begroting 2013. De uitgaven in het SZA-kader bestaan uit begrotingsgefinancierde uitgaven (€ 29,3 miljard) en premiegefinancierde uitgaven (€ 53,6 miljard). De begrotingsgefinancierde uitgaven worden uit belastinginkomsten betaald, de premiegefinancierde uitgaven worden voornamelijk door middel van premies gefinancierd. Het merendeel van de uitgaven van de SZW-begroting valt binnen het uitgavenkader SZA. Bepaalde uitgaven, waaronder de apparaatuitgaven van SZW, worden ondergebracht in het kader Rijksbegroting-in-enge-zin (RBG-eng). Deze uitgaven worden niet meegenomen in de totaaltelling omdat deze niet binnen het SZA-kader vallen. Op de totaaltelling van de uitgaven vindt tevens een correctie plaats om dubbeltelling te voorkomen omdat sociale fondsen voor een deel gefinancierd worden uit begrotingsmiddelen. Deze zogeheten rijksbijdragen worden verantwoord op artikel 12 van dit jaarverslag. Dit betreft hoofdzakelijk een bijdrage aan het Ouderdomsfonds. De opbrengsten van de AOW-premie zijn onvoldoende om de ouderdomsuitgaven (AOW) te dekken. De rijksbijdrage is in 2013 lager uitgevallen dan begroot (€ 1,5 miljard) wegens een verrekening van een vermogensoverschot in 2012 en hogere premie-inkomsten dan verwacht. De apparaatuitgaven en enkele andere uitgaven, waaronder subsidies en opdrachten, behoren tot de uitgaven onder het kader RBG-eng en zijn derhalve niet relevant voor het SZA-kader. Deze uitgaven worden in mindering gebracht op de totaaltelling. Dit geldt ook voor de ontvangsten, die worden als niet-belastingontvangsten gerekend.59

Tabel B5.1 SZA-uitgaven 2013 (x € 1 mln)
 

Realisatie 2013

Begroting 2013

Verschil 2013

Totaal begrotingsgefinancierde uitgaven

29.290

30.442

– 1.151

Totaal premiegefinancierde uitgaven

53.632

53.524

107

A. Totaal artikelen

82.922

83.966

– 1.044

– /-1. Correctie dubbeltelling rijksbijdragen

8.041

9.556

– 1.515

– /-2. Uitgaven Rijksbegroting eng

389

380

9

– /-3. Ontvangsten

1.284

962

323

waarvan begrotingsgefinancierd

931

652

280

waarvan premiegefinancierd

353

310

43

       

B. Totaal SZA-uitgaven (A – 1 – 2 – 3)

73.207

73.068

139

Uitgavenontwikkeling

Tabel B5.2 toont een onderverdeling van de uitgaven in het SZA-kader naar de verschillende regelingen. De uitgaven van de begrotingstand zijn weer weergegeven in prijzen 2013. Wederom is het startpunt de begroting 2013 (de stand Miljoenennota 2013). Tevens worden de ontvangsten in mindering gebracht op de uitgaven. Derhalve wijken deze uitgaven af van de uitgaven zoals opgenomen in de beleidsartikelen.

De voornaamste oorzaak van de hogere uitgaven van € 0,15 miljard dan begroot is de stijging van de werkloosheidsuitgaven (WW en WWB) als gevolg van de tegenvallende economische ontwikkeling. Daarnaast is er meer uitgegeven dan begroot aan de MKOB omdat deze met terugwerkende kracht geëxporteerd wordt. Daar staan lagere uitgaven tegenover aan kinderopvangtoeslag, AOW en re-integratie van arbeidsongeschikten. Het verschil tussen de budgettaire raming uit de begroting 2013 en de realisatie in het jaar 2013 voor de regelingen hieronder wordt conform de norm voor toelichtingen van verschillen in de beleidsartikelen verklaard.60

Tabel B5.2 Uitgaven SZA-kader 2011–2013 (x € 1 mln)
 

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Begroting 2013

Verschil 2013

WW-uitgaven (werkloosheid)

4.241

5.011

6.458

5.910

548

WWB-uitgaven (bijstand)

4.043

4.855

5.667

5.365

302

           

WAO/WIA/WAZ/Wajong-uitgaven (arbeidsongeschiktheid)

12.443

11.288

11.578

11.596

– 18

ZW/WAZO-uitgaven (vangnet ziekte + zwangerschap)

2.672

2.704

2.702

2.836

– 135

           

Anw-uitgaven (nabestaanden)

985

859

725

736

– 11

AOW-uitgaven (ouderdom)

30.479

31.415

32.719

32.953

– 234

MKOB (tegemoetkoming oudere belastingplichtigen)

624

1.123

1.214

963

251

           

Re-integratieuitgaven arbeidsongeschiktheid

273

246

209

262

– 53

Wsw-budget

2.343

2.372

2.381

2.376

6

Particiaptiebudget gemeenten

1.699

995

866

861

5

           

Kinderopvangtoeslag

2.771

2.306

1.911

2.339

– 428

Kindregelingen (AKW/WKB/TOG)

4.363

4.147

4.150

4.141

9

           

Uitvoeringskosten (UWV/SVB etc)

1.801

1.820

2.013

2.010

4

Overige uitgaven

349

759

615

722

– 107

           

Totaal SZA- uitgaven (x € 1 mln)

69.085

69.901

73.207

73.068

139

Werkloosheid en bijstand

De uitgaven WW en de bijstand zijn respectievelijk € 0,5 miljard en € 0,3 miljard hoger dan begroot. De hogere uitgaven wordt grotendeels verklaard door de tegenvallende economische ontwikkeling, met hogere dan in de begroting geraamde werkloosheidscijfers tot gevolg.

Ziekte en zwangerschap

De uitgaven ziekte en zwangerschap (ZW en WAZO) zijn € 0,1 miljard lager uitgekomen dan geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een daling in het aantal WAZO-uitkeringen als gevolg van het lagere aantal geboorten. Daarnaast dalen de uitgaven door een lagere uitkering omdat het bruto salaris van vrouwen die een uitkering ontvangen is gedaald.

AOW

De uitgaven AOW zijn € 0,2 miljard lager uitgekomen doordat het aantal AOW-gerechtigden met toeslag lager is in 2013 dan geraamd ten tijde van de begroting 2013. Ook is de reservering die was getroffen voor de verwachte stijgende levensverwachting niet nodig gebleken. Bovendien is de gemiddelde hoogte van de uitkering lager uitgekomen dan verwacht.

MKOB

De uitgaven aan de MKOB zijn in 2013 € 0,3 miljard hoger uitgevallen dan begroot omdat de MKOB met terugwerkende kracht geëxporteerd wordt.

Re-integratie arbeidsongeschiktheid

In 2013 is het re-integratiebudget niet volledig benut. Hierdoor is er in 2013 uiteindelijk € 0,05 miljard minder uitgegeven aan re-integratie arbeidsongeschiktheid dan geraamd. Dit komt doordat de gemiddelde prijs per ingekochte traject is gedaald. Daarnaast zijn door de tegenvallende economische ontwikkeling minder mensen met een beperking van werk voorzien, dit heeft geleid tot minder aanvragen voor voorzieningen en dus lagere uitgaven.

Kinderopvangtoeslag

De uitgaven kinderopvangtoeslag zijn op basis van uitvoeringsinformatie over geheel 2013 naar beneden bijgesteld, waardoor de uitgaven € 0,4 miljard lager zijn uitgekomen dan de stand in de begroting 2013. Als gevolg van maatregelen die beogen de uitgaven aan kinderopvang te verlagen passen ouders het gebruik van kinderopvang eerder en sterker aan dan aanvankelijk verondersteld werd. Daarnaast draagt ook de tegenvallende economische ontwikkeling in 2013 (oplopende werkloosheid) bij aan een dalend gebruik van kinderopvang.

Overige uitgaven

De overige uitgaven betreffen verschillende kleinere regelingen, voornamelijk AIO, OBR, TW, uitkeringen Caribisch Nederland en onvoorziene uitgaven op artikel 99. Deze gebundelde uitgaven zijn per saldo € 0,1 miljard lager uitgevallen dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard doordat de reservering op artikel 99 (onvoorziene uitgaven) is overgeboekt naar de beleidsartikelen en naar het Gemeentefonds (zie artikel 99 voor een toelichting).

Toetsing aan ijklijn

Bij de start van een kabinetsperiode wordt de ijklijn vastgelegd op basis van de macro-economische vooruitzichten en beleidsdoelstellingen. De ijklijn bij de begroting 2013 (Miljoenennota 2013) is bij de start van de kabinetsperiode Rutte/Verhagen vastgelegd. Na de begroting 2013 is begin november 2012 het kabinet Rutte/Asscher gevormd waarbij het uitgavenplafond (ijklijn) bij het regeerakkoord opnieuw is vastgelegd (Startnota). Tabel B5.3 laat de ontwikkeling van het SZA-kader en de netto SZA-uitgaven zien voor het jaar 2013. De SZA-uitgaven worden ten slotte getoetst aan de ijkijn, met het regeerakkoord als startpunt van de kadertoetsing.

Tabel B5.3 Bijstelling SZA- uitgaven en ijklijn 2013 sinds regeerakkoord (x € 1 mln)

Uitgaven

 

SZA- uitgaven regeerakkoord

73.306

Budgettaire mutaties sinds regeerakkoord

– 99

SZA- uitgaven jaarverslag

73.207

Uitgavenplafond (ijklijn)

Ijklijn SZA- uitgaven regeerakkoord

73.306

Ijklijnmutaties sinds regeerakkoord

– 265

Ijklijn SZA- uitgaven jaarverslag

73.041

   

Kadertoetsing (over / onderschrijding ijklijn) regeerakkoord

0

Kadertoetsing (over / onderschrijding ijklijn) jaarverslag

166

Uitgaven

Sinds de door de Tweede Kamer vastgestelde begroting (na verwerking van het regeerakkoord) zijn er als gevolg van de macro-economische ontwikkeling en op grond van uitvoeringsinformatie over 2013 budgettaire mutaties opgetreden. Deze mutaties hebben tot € 0,1 miljard lagere uitgaven binnen het SZA-kader geleid. Hierdoor zijn de SZA-uitgaven van € 73,3 miljard ten tijde van de vastgestelde begroting bijgesteld naar € 73,2 miljard bij het jaarverslag 2013.

Uitgavenplafond (ijklijn)

Het kader voor de budgetdisciplinesector SZA is voor 2013 bij het regeerakkoord opnieuw vastgelegd. De ijklijn wordt bijgesteld voor prijsontwikkelingen, overboekingen tussen kaders en statistische correcties. Deze mutaties hebben geleid tot een daling van de ijklijn met € 0,3 miljard ten opzichte van het uitgavenplafond bij het regeerakkoord (Startnota). De ijklijn voor 2013 is uiteindelijk vastgelegd op € 73,0 miljard.

Toetsing SZA-uitgaven aan uitgavenplafond

Ondanks de lagere SZA-uitgaven ten opzichte van het regeerakkoord (Startnota) is er toch sprake van overschrijding van het kader. Het kader is namelijk sterker gedaald dan de SZA- uitgaven. Voor 2013 is er per saldo sprake van een overschrijding van de ijklijn met € 0,2 miljard.

59

De gerealiseerde ontvangsten van de begrotingsartikelen in het SZA- kader (€ 1.284 miljoen) wijken af van de totale artikelontvangsten in de taartdiagrammen aan het begin van dit jaarverslag (€ 2.404 miljoen). In het taartdiagram zijn ook de artikelontvangsten die betrekking hebben op de budgetdisciplinesector RBG- eng en de niet- kaderrelevante ontvangsten meegenomen (voornamelijk werkgeversbijdragen kinderopvangtoeslag)

60

Het verschil wordt verklaard indien de afwijking tussen raming en realisatie groter is dan vijf procent of groter is dan € 25 miljoen

Licence