Base description which applies to whole site

3. Maatregelen op het terrein van de curatieve zorg

a. Slimmer organiseren van de curatieve zorg

De curatieve zorg wordt steeds sterker om patiënten heen georganiseerd. In juli zijn de bestaande hoofdlijnenakkoorden verder verdiept. Goede en doelmatige zorg voor de patiënt, daar draait het om. We willen duurzame afspraken maken die de groei van de zorguitgaven vertragen, zodat we budgettair gedreven ingrepen in het basispakket kunnen voorkomen. Uiteraard blijft een systematische doorlichting van het pakket door het CVZ nodig met het oog op stringent pakketbeheer. De volumegroei bij de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, instellingen voor medisch-specialistische zorg en de curatieve ggz wordt de komende jaren verder teruggebracht: voor 2014 tot 1,5 procent. En tussen 2015 en 2017 tot 1 procent. Omdat zorgaanbieders in de eerste lijn -met name huisartsen – taken overnemen vanuit de duurdere tweedelijn, is er meer groeiruimte in de eerste lijn afgesproken (maximaal 2,5 procent).

Dat wordt mede gerealiseerd door het tegengaan van verspilling, fraude, onnodige bureaucratie en door het scherper toepassen van aanspraken in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Gepast gebruik en het verminderen van praktijkvariatie (TK 33 654, nr. 4) zijn daarvoor cruciaal. Ook bevatten de akkoorden afspraken over het vergroten van de transparantie over de kwaliteit van zorg. Het aantal praktijkvoorbeelden daarvan neemt toe, bijvoorbeeld de door Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in kaart gebrachte minimumkwaliteitsnormen voor complexe behandelingen. En doordat een aantal ziekenhuizen de resultaten van hun behandelingen van hartaandoeningen vrijgeven (TK 29 248, nr. 255).

Ook zijn verschillende voorstellen voor het beter functioneren van het zorgstelsel – die ook nodig zijn voor een betere beheersing van de zorguitgaven – verder uitgewerkt. Een aantal van deze voorstellen ligt nu voor ter behandeling in zowel de Eerste als Tweede Kamer. De wetten ten aanzien van de continuïteit van cruciale zorg en het Kwaliteitsinstituut zijn inmiddels goedgekeurd.

In de zorg ontstaan veel initiatieven met het doel de kwaliteit van de zorg te verbeteren, de kosten te verlagen en de zorg in de buurt beter te organiseren. Deze initiatieven zijn onder meer gericht op uitkomstbekostiging, waarbij de nadruk ligt op het zo gezond mogelijk houden van mensen. Daarnaast is substitutie cruciaal: van tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg, van professionele zorg naar zelfzorg en eHealth (TK 32 620, nr. 85 en TK 32 620, nr. 92)

In het regeerakkoord staat dat de verbreding van investeringsmogelijkheden in de medisch-specialistische zorg alleen interessant moet zijn voor investeerders met een langetermijnperspectief. Hiertoe is in februari 2013 een wetsvoorstel aan de Kamer aangeboden (TK 33 168, nr. 7). Nieuwe inzichten om dit principe nog zwaarder te verankeren – zonder de werking van dit wetsvoorstel te belemmeren – vragen nadere bestudering (TK 33 168, nr. 15). Dit strekt zich ook uit tot verticale integratie. Het wetsvoorstel wordt aangepast en zo spoedig mogelijk ter behandeling aan de Tweede Kamer aangeboden.

Tegen de achtergrond van de veranderende zorg moeten we tegelijkertijd blijven werken aan een toekomstbestendige, meer innovatieve en samenhangende farmaceutische zorg. Daarbij staat centraal dat de apotheker zich verder ontwikkelt tot zorgverlener van de toekomst die nauw samenwerkt met huisartsen en voorschrijvers in de tweedelijn, en vooral chronische patiënten informeert, begeleidt en ondersteunt bij het beter gebruiken van geneesmiddelen. De apotheker moet onlosmakelijk verbonden zijn met de andere spelers in de eerstelijnszorg. De komende periode zullen we benutten om deze ambitie met betrokken partijen verder vorm te geven. Dit is overeenkomstig de aanbevelingen van de verkenners extramurale farmacie (TK 29 477, nr. 243). Het beleid op het terrein van farmacie in de afgelopen jaren heeft mede geleid tot een forse budgettaire onderschrijding in 2013.

b. Versterken zelfredzaamheid en positie burger

Wij zetten in op de toepassing van eHealth zodat patiënten zelf actiever worden betrokken bij en zo mogelijk de regie kunnen nemen over hun zorg en om te bevorderen dat ouderen langer thuis kunnen wonen. Hiertoe zijn verschillende landelijke en regionale initiatieven ondersteund, waaronder de Nationale Implementatie Agenda eHealth van koepels van patiënten, zorgprofessionals en zorgverzekeraars. Daarnaast is de eerste eHealth-monitor 2013 verschenen. Versterking eerstelijnszorg en ketenzorgondersteuning (TK 27 529, nr. 108) en het mogelijk maken van bepaalde e-mental health toepassingen (TK 33 675, nr. 3) zijn voorbeelden die aan de doelstellingen bijdragen. De eHealth-agenda zal blijvende aandacht vergen.

Door onzorgvuldig en overmatig gebruik van antibiotica worden steeds meer bacteriesoorten resistent voor de werking van antibiotica. Om het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij in 2015 met 70% ten opzichte van 2009 te verminderen heeft VWS in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken in 2013 fors ingezet op de ontwikkeling en toepassing van alternatieve middelen en methoden. Om antibioticagebruik te reduceren lopen nu twee projecten waarbij ondernemers gezamenlijk werken aan deze doelstelling (TK 29 683, nr. 172). Nederland heeft de Europese Commissie gevraagd initiatieven te nemen om terughoudend en zorgvuldig gebruik van antibiotica verder te concretiseren en te versnellen. Een meerderheid van de lidstaten heeft enthousiast steun toegezegd (TK 29 683, nr. 172). Ook zijn door ons in 2013 samenwerkingsovereenkomsten met de World Health Organization (WHO) gesloten om antibioticaresistentie aan te pakken. Zo willen wij onder andere inzetten op infectiepreventie en zorgvuldig gebruik van antibiotica in ziekenhuizen. Nederland wil op dit terrein een actieve rol spelen en zal zijn expertise en ervaring op dit terrein beschikbaar stellen.

Incidenten met medische hulpmiddelen, zoals de PIP-borstimplantaten, hebben geleid tot een actieplan van de Europese Commissie. Men wil – binnen de bestaande wetgeving – maatregelen nemen om zulke incidenten zo veel mogelijk te voorkomen. Wij steunen de voorgestelde maatregelen. In Brussel wordt onderhandeld over de voorstellen van de Europese Commissie voor de verordeningen voor medische hulpmiddelen. Nederland heeft onder meer een voorstel ingediend om de eisen aan post-market surveillance door fabrikanten aan te scherpen. Incidenten hebben laten zien dat het juist in deze fase na de markttoelating van belang is om snel en adequaat te handelen. Ook heeft Nederland een implantaatkaart en bijsluiter voorgesteld, zodat de patiënt adequaat is geïnformeerd en meer weet over het implantaat. Deze worden gekoppeld aan de voorziene Europese databank en zijn actueel en beschikbaar voor patiënten (TK 33 758, nr. 17). Op deze voorstellen is positief gereageerd.

In het najaar van 2013 heeft VWS de cosmetische sector onder de loep genomen. Naar aanleiding daarvan zijn maatregelen aangekondigd om mensen beter te beschermen tegen onverantwoorde risico’s. Een deel van de geconstateerde knelpunten zal worden ondervangen door de invoering van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), die ter behandeling in de Eerste Kamer ligt. Daarnaast moet de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) worden aangepast. Dit moet de IGZ uiteindelijk meer handvatten bieden om effectief toezicht te houden op risicovolle handelingen in de cosmetische sector (TK 31 765, nr. 79).

Het afgelopen jaar zijn stappen gezet om de transparantie over financiële belangen van zorgprofessionals voor consumenten en patiënten verder te vergroten. Zo vallen artsenorganisaties KNMG en de Orde van Medisch Specialisten en ziekenhuiskoepels NVZ en NFU per 1 januari 2014 ook onder de gedragscode medische hulpmiddelen (GMH). Voorheen gold deze code alleen voor leveranciers en fabrikanten. Ook is afgesproken dat de financiële relaties tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals met ingang van 2015 inzichtelijk gemaakt worden.

Licence