Base description which applies to whole site

3.7. Kansspelen

Modernisering kansspelbeleid

De kansspelmarkt wordt gereguleerd via een vergunningstelsel. Het kansspelbeleid richt zich op het beschermen van de consument, het voorkomen van kansspelverslaving en het voorkomen van criminaliteit, witwassen en overige fraude. De modernisering van dit beleid heeft tot doel het kanaliseren van de (online) speler naar passend en attractief aanbod en het transparant en non-discriminatoir verlenen van vergunningen. Hierbij wordt (op termijn) geen rol meer voorzien voor de overheid als aanbieder van kansspelen, maar als toezichthouder op de markt, die via strikte vergunningsvoorwaarden wordt gereguleerd.

Het wetsvoorstel kansspelen op afstand is sinds juli 2014 aanhangig bij de Tweede Kamer. In april 2015 en december 2015 zijn de twee rondes schriftelijke vragen van de Tweede Kamer beantwoord29. Dit wetsvoorstel heeft tot doel de honderdduizenden consumenten te beschermen die nu reeds deelnemen aan online kansspelen bij illegale, niet vergunde aanbieders.

Op basis van de in 2014 aan de Tweede Kamer gezonden beleidsvisie speelcasinoregime is in 2015 een wetsvoorstel uitgewerkt. De Raad van State heeft hierover in december 2015 advies uitgebracht. Voorts is gewerkt aan de herziening van het vergunningstelsel voor loterijen. Over de wijziging van het Kansspelenbesluit tot verlaging van het afdrachtspercentage voor goede doelen loterijen is door de Raad van State in 2015 geadviseerd. Tevens is het kansspelbeleid ten aanzien van de fusie Staatsloterij-Lotto voorbereid. Als laatste is onderzocht welke mogelijkheden voor modernisering van het Speelautomatenbesluit 2000 wenselijk, nodig en haalbaar zijn.

In oktober 2015 is de wijzigingswet financiële markten door Tweede en Eerste Kamer aanvaard. Deze wet zorgt ervoor dat de kansspelautoriteit per 1 januari 2016 is aangewezen als toezichthouder voor de kansspelmarkt op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Tenslotte is in het najaar van 2015 een evaluatiekader opgeleverd dat zal worden gebruikt om het effect van de moderniseringsstappen te evalueren. De hierop gebaseerde nulmeting is in het najaar gestart.

Overzicht prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda

Tabel 3.1. Overzicht prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda
 

Nulwaarde

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Doel 2015

Verschil

High Impact Crimes 1

         

Aantal overvallen

1.633

1.267

1.239

1.648

– 409

Aantal straatroven

7.002

5.429

4.731

6.723

– 1.992

Aantal woninginbraken2

87.345

71.100

64.560

84.855

– 20.295

           

Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit 3

         

Aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden (csv’s)

950

1.188

950

238

           

Afnemen crimineel vermogen 4

         

Crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt (x € 1 mln.)

70

136

143,5

90,6

52,9

           

Aanpak cybercrime 5

         

Aantal complexe onderzoeken naar cybercrime

20

32

25

7

Aantal reguliere onderzoeken naar cybercrime

180

124

175

– 51

           

Aanpak kinderporno 6

         

Totaal aantal interventies

600

842

600

242

Aantal complexe en grootschalige onderzoeken

20

25

20

5

Aantal reguliere grootschalige onderzoeken

215

364

215

149

           

Aanpak horizontale fraude 7

         

Aantal aan OM aan te leveren zaken

1.500

1.500

2.077

1.500

577

1

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM december 2015-. De nulwaardes betreffen waarden uit 2013. In de Veiligheidsagenda zijn naast de streefwaarden voor de aantallen ook ophelderingspercentages voor High Impact Crimes te vinden. De genoemde doelen zijn maxima.

2

Dit betreft de optelsom van afspraken gezagen en resultaat aanvullende maatregelen.

3

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM december 2015. Genoemde aantallen zijn een minimum streefwaarde van het aantal criminele samenwerkingsverbanden dat middels strafrechtelijk onderzoek wordt aangepakt (zij het projectmatig onderzoek of TGO-onderzoek). Handhaving van het aantal onderzoeken gaat gepaard met kwalitatieve versterking van de strafrechtelijke aanpak, waarbij deze meer gericht wordt op kopstukken en sleutelfiguren. Sturing op het aantal onderzoeken betreft een wijziging ten opzichte van de voor 2013 en 2014 gehanteerde indicator «percentage bekende csv’s dat wordt aangepakt».

4

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM december 2015.

5

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM december 2015 en Jaarverslag NP 2015. In de Veiligheidsagenda 2015–2018 is overeengekomen dat het aantal complexe onderzoeken stijgt tot 50, en het totaal aantal onderzoeken tot 360. Het aantal complexe onderzoeken is inclusief tenminste 20 grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime. De geformuleerde doelstelling betreft een wijziging ten opzichte van de jaren 2013 en 2014, waarin enkel de complexe onderzoeken door het Team High Tech Crime werden geregistreerd.

6

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM december 2015 en Jaarverslag NP 2015. In de gemeenschappelijke Veiligheidsagenda 2015–2018 is overeengekomen dat de aanpak van kinderporno wordt versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal interventies zal stijgen tot 700, waarvan tenminste 265 complexe en grootschalige onderzoeken in 2018. Dit betekent een wijziging van de doelstelling ten opzichte van 2013 en 2014, waarin werd gekeken naar het aantal ingestroomde verdachten. Door middel van de nieuwe prestatie-indicator kan effectiever op de aanpak worden gestuurd.

7

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM december 2015. In de Veiligheidsagenda is overeengekomen dat het aantal strafzaken horizontale fraude zal stijgen van 1.500 tot 2.300.

Overzicht realisatie beleidsdoorlichtingen

Tabel 3.2. Overzicht realisatie beleidsdoorlichtingen

I

II

III

IV

V

VI

VII

VIII

IX

X

Art.

Omschrijving artikel

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Geheel Artikel J/N

31

Nationale Politie

             

N

 

– Nationale Politie (31.)

               
 

– Veiligheid regio’s en politie (oud od. 23)1

       

X

     
 

– Bekostiging Nationale Politie (31.2)2

               
 

– Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden

en ICT politie (31.3)3

       

X

     

32

Rechtspleging en rechtsbijstand

             

J

 

– Adequate toegang tot het rechtsbestel (32.2)

               
 

– Optimale randvoorwaarden voor doelmatig en doeltreffend rechtsbestel (32.3)

               

33

Rechtshandhaving en vervolging

             

J

 

– Bestuur, informatie en technologie (33.2)

         

X

   
 

– Opsporing en vervolging (33.3)

         

X

   

34

Sanctietoepassing

             

N

 

– Preventieve maatregelen (34.2)

       

X

     
 

– Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en

Vreemdelingenbewaring (34.3)

               
 

– Slachtofferzorg (34.4)

         

X

   

35

Jeugd

             

N

 

– Uitvoering jeugdbescherming en

Voogdij AMV’s (35.2)4

     

X

       
 

– Tenuitvoerlegging justitiële sancties

Jeugd (35.3)

 

X

           

36

Contraterrorisme en nationale veiligheidsbeleid

             

N

 

– Nationale Veiligheid en. terrorismebestrijding (36.2)

X

             
 

– Veiligheid (radicalisering) () (36.2, oud 25.1)

       

X

     
 

– Onderzoeksraad Voor Veiligheid (36.3)5

               

37

Vreemdelingen

             

N

 

– Toegang, toelating en opvang vreemdelingen (37.2)

               
 

– Terugkeer (37.3)

               
1

Dit betreft een oude operationele doelstelling 23, nu opgega.an in de operationele doelstellingen 31 en 36

2

De Nationale Politie was per 1 januari 2013 ingesteld. Doorlichting vindt plaats in 2018.

3

Voorheen Veiligheid (ICT) In 2013 is de beleidsdoorlichting van art. 25.2 (oud) uitgevoerd. Onderwerp was het bevorderen van het effectief en efficiënt gebruik van informatietechnologie door veiligheidspartners.

4

Voorheen Interlandelijk Adoptie en Kinderopvang

5

Voor de eerste maal doorlichting 2017

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Toelichting

Algemeen

De afronding van de in 2015 geplande onderzoeken hebben vertraging opgelopen en oplevering vindt begin 2016 plaats. Het gaat om:

  • 1) de IBO van de NP (artikel 31);

  • 2) de doorlichting van de Rechtsbijstand (artikel 32.2); en

  • 3) de doorlichting van de Rechtspraak (artikel 32.3).

Artikel 31

In 2013 is getracht om het gehele artikel 31 Nationale Politie door te lichten. Echter door de wijziging in het bestel naar één Nationale Politie (2013) was het op dat moment nog niet opportuun om ook het onderdeel 31.2 Bekostiging Nationale Politie door te lichten. Derhalve is de doorlichting van alleen het onderdeel 32.1 gepland voor 2018.

Artikel 32 en 33

De beleidsdoorlichtingen van 32.2 Rechtsbijstand en 32.3 Rechtsspraak worden begin 2016 afgerond (i.p.v. 2015) 42. De beleidsdoorlichting van beleidsartikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding43 is in 2014 afgerond.

Artikel 34 en 35

De artikelen 34 en 35 zijn zodanig breed qua beleidsonderwerpen, dat het niet zinvol is om het artikel in zijn geheel door te lichten. Een doorlichting op het niveau van artikelonderdelen is dan ook meer aangewezen, hetgeen de afgelopen jaren ook het geval is geweest. De vernieuwde artikelindeling (waar o.a. die verbreding uit voortkwam, maar waarbij ook verschuivingen van begrotingsposten plaatsvonden) kan ook als (technische) oorzaak worden genoemd voor het niet doorlichten van een geheel artikel volgens de huidige indeling.

Artikel 36

Een gehele doorlichting van dit artikel vergt een te brede scoop aan beleidsonderwerpen. Het gaat dan namelijk onder meer over cyber, jihadisme, vitaal, burgerluchtvaart, crisisbeheersing, contraterrorisme etc. Die onderwerpen verhouden zich slecht bij een integrale evaluatie.

Artikel 37

Door de herzieningen op regulier en asiel en vanwege het onderbrengen van DGVZ bij BZK en later bij VenJ is besloten de doorlichtingen uit te voeren in 2017 en 2018 (zie meerjarige programmering).

Overzicht garanties en achterborgstellingen

Tabel 3.3 Overzicht van verstrekte garanties x € 1.000

Art.

Omschrijving

Uitstaande garanties

Verleende garanties

Vervallen garanties

Uitstaande garanties

Garantie- plafond

Totaal plafond

Totaal stand risico-voorziening

   

2014

2015

2015

2015

2015

2015

2015

31

Inkoop Max en FLO

1.004.793

0

14.118

990.675

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

34

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

18.515

5.681

4.035

20.161

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

35

Garantstelling Hypothecaire leningen aan JJI's

28.898

0

1.028

27.870

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

Totaal

1.052.206

5.681

19.181

1.038.706

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tabel 3.4 Overzicht uitgaven1 en ontvangsten garanties x € 1.000

Art.

Omschrijving

Uitgaven

Ontvangsten

Saldo

Uitgaven

Ontvangsten

Saldo

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening

   

2014

2014

2014

2015

2015

2015

2014–2015

34

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

1.333

0

1.333

1.429

0

1.429

n.v.t.

1

bij de uitgaven betreft het de opgaven tot betaling

31. Inkoop Max en FLO

In de stand is de meerjarige verplichting die VenJ naar de politie en de politieacademie heeft, in het kader van de VUT, prepensioen en levensloopregeling (Inkoop Max regeling) en functioneel leeftijdsontslag (FLO regeling), opgenomen. De verplichtingen die hieruit voortvloeien zijn gerelateerd aan de bedragen welke als vordering in de jaarrekeningen van de politie en de Politieacademie worden opgenomen (TK 29 628, nr. 407). De garantie FLO is in 2015 komen te vervallen. De jaarrekeningen voor 2015 van de politie en de Politieacademie waren bij het opstellen van het jaarverslag van VenJ nog niet beschikbaar om de mutaties over 2015 aangaande inkoop Max op te nemen.

34. Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

De garantstellingsregeling faillissementscuratoren (GSR) is voor faillissementen waarin sprake lijkt te zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur, maar in de boedel onvoldoende middelen aanwezig zijn om onderzoek te doen of een procedure te starten en zo onrechtmatig aan de boedel onttrokken gelden en goederen terug te halen. De GSR wordt herzien en zal hiermee aan het garantiekader voldoen. Dit betekent onder andere dat er een premiegefinancierde begrotingsreserve komt met het doel om de budgettaire risico’s voor de begroting te dekken. Daarnaast zal de GSR cyclisch worden geëvalueerd (horizonbepaling) en worden de uitvoeringskosten van de regeling geoptimaliseerd.

35. Garantstelling Hypothecaire leningen aan JJI's

Het feitelijk risico van de verleende garanties aan particuliere jeugdinrichtingen betreft borgstellingen ten behoeve van het restantbedrag van leningen die particuliere inrichtingen zijn aangegaan ter financiering van de gebouwen. Zonder garantie verlening was het niet mogelijk tegen gunstige condities dergelijke leningen bij externe financiers af te sluiten. Omdat DJI de kapitaalslasten van de betreffende leningen bovennormatief vergoedt aan de inrichtingen was het uit efficiencyoverwegingen van belang dat de leningen tegen een zo gunstig mogelijk rentepercentage konden worden afgesloten.

Tabel 3.5 Overzicht rekening-courant limieten en gebruik leenfaciliteit x 1.000

Art.

Omschrijving

Saldo uitstaande leningen

Aangegane Lening

Aflossing uitstaande leningen

Saldo uitstaande leningen

Uitstaande garanties

Vrije ruimte

Gem. looptijd

Rekening courant limiet

   

2014

2015

2015

2015

 

2015

2015

 

31

Nationale Politie

470.443

600.000

– 50.438

1.020.005

1.020.005

0

14,2

250.000

31

Politieacademie

102.971

35.000

– 6.760

131.211

173.250

42.039

12,9

18.500

31

Meldkamer Noord Nederland

10.800

0

– 400

10.400

10.400

0

30,0

 

34

Kansspelautoriteit

2.000

1.700

0

3.700

3.700

0

10,8

3.000

35

particuliere JJI's

73.711

0

– 24.143

49.568

49.568

0

21,4

 

37

COA

0

0

0

0

73.000

73.000

70.000

 

Totaal

659.925

636.700

– 81.741

1.214.884

1.329.923

115.039

17,9

341.500

Het Ministerie van VenJ kent geen risicovoorziening(en); de begrotingsreserve Asiel is niet gekoppeld aan een risicoregeling.

Leenfaciliteit

Deze organisaties hebben toegang tot het geïntegreerd middelenbeheer van het Ministerie van Financiën (MvF). Voor de financiering van investeringen kunnen ze een beroep doen op de leenfaciliteit van MvF. In deze garantstelling is bepaald dat wanneer er niet aan de verplichtingen wordt voldaan die uit de overeenkomst van geldlening voortvloeien, MvF deze verplichting ten laste zal brengen van het Ministerie van VenJ.

Het gemeenschappelijke Hof en de Raad voor de rechtspraak worden in de leenadministratie van het Ministerie van Financiën gekernmerkt als een agentschap en zijn daarom in bovenstaand overzicht niet opgenomen. Het totaal van de uitstaande leningen voor de Raad van de Rechtspraak bedroeg per ultimo 2015 € 93.320.236 en voor het Gemeenschappelijk Hof € 137.265.

RC-limiet

De betreffende organisaties hebben bij het Ministerie van Financiën een rekening-courant faciliteit, waarbij VenJ garant staat voor de aanzuivering van een mogelijk debetsaldo wanneer de betrokken organisaties daarbij in gebreke blijven.

29

Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 12, Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 8, Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 6 en Kamerstukken II 2015/16, 33 996, nr. 2.

Licence